| Koninklijk besluit betreffende de nadere bepalingen voor de samenstelling en de werking van het nationaal raadgevend comité van de zones en van de provinciale raadgevende comités van de zones | Koninklijk besluit betreffende de nadere bepalingen voor de samenstelling en de werking van het nationaal raadgevend comité van de zones en van de provinciale raadgevende comités van de zones |
|---|---|
| FEDERALE OVERHEIDSDIENST BINNENLANDSE ZAKEN | FEDERALE OVERHEIDSDIENST BINNENLANDSE ZAKEN |
| 4 MAART 2008. - Koninklijk besluit betreffende de nadere bepalingen | 4 MAART 2008. - Koninklijk besluit betreffende de nadere bepalingen |
| voor de samenstelling en de werking van het nationaal raadgevend | voor de samenstelling en de werking van het nationaal raadgevend |
| comité van de zones en van de provinciale raadgevende comités van de | comité van de zones en van de provinciale raadgevende comités van de |
| zones | zones |
| VERSLAG AAN DE KONING | VERSLAG AAN DE KONING |
| Sire, | Sire, |
| Het koninklijk besluit dat ik de eer heb aan Uwe Majesteit voor te | Het koninklijk besluit dat ik de eer heb aan Uwe Majesteit voor te |
| leggen, strekt ertoe de nadere bepalingen voor de samenstelling en | leggen, strekt ertoe de nadere bepalingen voor de samenstelling en |
| werking van het nationaal raadgevend comité van de zones en van de | werking van het nationaal raadgevend comité van de zones en van de |
| provinciale raadgevende comités van de zones vast te leggen. | provinciale raadgevende comités van de zones vast te leggen. |
| Wat betreft de samenstelling, werd tijdens de parlementaire | Wat betreft de samenstelling, werd tijdens de parlementaire |
| werkzaamheden van de wet van 15 mei 2007 betreffende de civiele | werkzaamheden van de wet van 15 mei 2007 betreffende de civiele |
| veiligheid reeds verduidelijkt dat de samenstelling van de raadgevend | veiligheid reeds verduidelijkt dat de samenstelling van de raadgevend |
| comités van de zones uitgebreider dient te zijn dan wat voorzien is in | comités van de zones uitgebreider dient te zijn dan wat voorzien is in |
| artikel 15, § 1 en 2, van hoger vermelde wet. | artikel 15, § 1 en 2, van hoger vermelde wet. |
| Deze wetsbepalingen voorzien in principe de minimale samenstelling van | Deze wetsbepalingen voorzien in principe de minimale samenstelling van |
| de provinciaal en nationaal raadgevend comités van de zones, meer | de provinciaal en nationaal raadgevend comités van de zones, meer |
| bepaald de vertegenwoordigers van de provinciale en gemeentelijke | bepaald de vertegenwoordigers van de provinciale en gemeentelijke |
| overheden. | overheden. |
| Het provinciaal raadgevend comité is samengesteld uit de gouverneur en | Het provinciaal raadgevend comité is samengesteld uit de gouverneur en |
| de burgemeesters, als vertegenwoordiger van hun gemeente. | de burgemeesters, als vertegenwoordiger van hun gemeente. |
| Het nationaal raadgevend comité is samengesteld uit de | Het nationaal raadgevend comité is samengesteld uit de |
| provinciegouverneurs, een vertegenwoordiger aangeduid door de « Union | provinciegouverneurs, een vertegenwoordiger aangeduid door de « Union |
| des Villes et Communes de Wallonie » en een vertegenwoordiger | des Villes et Communes de Wallonie » en een vertegenwoordiger |
| aangeduid door de « Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten » en | aangeduid door de « Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten » en |
| een delegatie van het federaal parlement. | een delegatie van het federaal parlement. |
| Het is echter van belang dat ook rekening gehouden kan worden met het | Het is echter van belang dat ook rekening gehouden kan worden met het |
| operationele advies van de brandweerlui. | operationele advies van de brandweerlui. |
| Daarom wordt in dit ontwerp van koninklijk besluit voorzien dat de | Daarom wordt in dit ontwerp van koninklijk besluit voorzien dat de |
| samenstelling van het nationaal raadgevend comité van de zones | samenstelling van het nationaal raadgevend comité van de zones |
| uitgebreid wordt met de vertegenwoordigers van de brandweerfederaties. | uitgebreid wordt met de vertegenwoordigers van de brandweerfederaties. |
| Voorts werden ook de werking en de procedures nader bepaald in dit | Voorts werden ook de werking en de procedures nader bepaald in dit |
| ontwerp van koninklijk besluit. | ontwerp van koninklijk besluit. |
| Het ontwerp van koninklijk besluit werd tenslotte aangepast aan het | Het ontwerp van koninklijk besluit werd tenslotte aangepast aan het |
| advies van de Raad van State. | advies van de Raad van State. |
| Wij hebben de eer te zijn, | Wij hebben de eer te zijn, |
| Sire, | Sire, |
| Van Uwe Majesteit, | Van Uwe Majesteit, |
| De zeer eerbiedige en zeer getrouwe dienaar, | De zeer eerbiedige en zeer getrouwe dienaar, |
| De Minister van Binnenlandse Zaken, | De Minister van Binnenlandse Zaken, |
| P. DEWAEL | P. DEWAEL |
| ADVIES 44.053/2 VAN 20 FEBRUARI 2008 VAN DE AFDELING WETGEVING VAN DE | ADVIES 44.053/2 VAN 20 FEBRUARI 2008 VAN DE AFDELING WETGEVING VAN DE |
| RAAD VAN STATE | RAAD VAN STATE |
| De Raad van State, afdeling wetgeving, tweede kamer, op 28 januari | De Raad van State, afdeling wetgeving, tweede kamer, op 28 januari |
| 2008 door de Minister van Binnenlandse Zaken verzocht hem, binnen een | 2008 door de Minister van Binnenlandse Zaken verzocht hem, binnen een |
| termijn van dertig dagen, van advies te dienen over een ontwerp van | termijn van dertig dagen, van advies te dienen over een ontwerp van |
| koninklijk besluit "betreffende de nadere bepalingen voor de | koninklijk besluit "betreffende de nadere bepalingen voor de |
| samenstelling en de werking van het nationaal raadgevend comite van de | samenstelling en de werking van het nationaal raadgevend comite van de |
| zones en van de provinciale raadgevende comites van de zones", heeft | zones en van de provinciale raadgevende comites van de zones", heeft |
| het volgende advies gegeven : | het volgende advies gegeven : |
| Aangezien de adviesaanvraag is ingediend op basis van artikel 84, § 1, | Aangezien de adviesaanvraag is ingediend op basis van artikel 84, § 1, |
| eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State, | eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State, |
| zoals het is vervangen bij de wet van 2 april 2003, beperkt de | zoals het is vervangen bij de wet van 2 april 2003, beperkt de |
| afdeling wetgeving overeenkomstig artikel 84, § 3, van de voornoemde | afdeling wetgeving overeenkomstig artikel 84, § 3, van de voornoemde |
| gecoördineerde wetten, haar onderzoek tot de rechtsgrond van het | gecoördineerde wetten, haar onderzoek tot de rechtsgrond van het |
| ontwerp, de bevoegdheid van de steller van de handeling en de te | ontwerp, de bevoegdheid van de steller van de handeling en de te |
| vervullen voorafgaande vormvereisten. | vervullen voorafgaande vormvereisten. |
| Wat deze drie punten betreft, geeft het ontwerp aanleiding tot de | Wat deze drie punten betreft, geeft het ontwerp aanleiding tot de |
| volgende opmerkingen. | volgende opmerkingen. |
| Aanhef | Aanhef |
| In het tweede lid schrijve men : | In het tweede lid schrijve men : |
| « Gelet op advies 44.053/2 van de Raad van State, gegeven op 20 | « Gelet op advies 44.053/2 van de Raad van State, gegeven op 20 |
| februari 2008, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van | februari 2008, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van |
| de gecoördineerde wetten op de Raad van State, vervangen bij de wet | de gecoördineerde wetten op de Raad van State, vervangen bij de wet |
| van 2 april 2003; » | van 2 april 2003; » |
| Dispositief | Dispositief |
| Artikel 3 | Artikel 3 |
| 1. Artikel 15, § 1, derde lid, van de wet van 15 mei 2007 betreffende | 1. Artikel 15, § 1, derde lid, van de wet van 15 mei 2007 betreffende |
| de civiele veiligheid, bepaalt dat het provinciaal raadgevend comité | de civiele veiligheid, bepaalt dat het provinciaal raadgevend comité |
| een advies geeft "op basis van de adviezen van de autoriteiten van de | een advies geeft "op basis van de adviezen van de autoriteiten van de |
| verschillende gemeenten van de provincie". Geen enkele bepaling van | verschillende gemeenten van de provincie". Geen enkele bepaling van |
| deze wet geeft evenwel aan wat dient te worden verstaan onder | deze wet geeft evenwel aan wat dient te worden verstaan onder |
| "autoriteiten van de verschillende gemeenten". | "autoriteiten van de verschillende gemeenten". |
| Bij de parlementaire voorbereiding heeft de minister in dat verband | Bij de parlementaire voorbereiding heeft de minister in dat verband |
| gepreciseerd dat "dit wil zeggen dat niet alleen de gemeentebesturen | gepreciseerd dat "dit wil zeggen dat niet alleen de gemeentebesturen |
| betrokken moeten worden, maar dat het aangewezen is ook de | betrokken moeten worden, maar dat het aangewezen is ook de |
| brandweerfederaties te horen" (1). Deze preciseringen zijn evenwel in | brandweerfederaties te horen" (1). Deze preciseringen zijn evenwel in |
| tegenspraak met de tekst zelf van de wet, aangezien noch de | tegenspraak met de tekst zelf van de wet, aangezien noch de |
| gemeentebesturen, noch de brandweerfederaties "autoriteiten van de | gemeentebesturen, noch de brandweerfederaties "autoriteiten van de |
| verschillende gemeenten" zijn. | verschillende gemeenten" zijn. |
| Bij gebrek aan duidelijkheid in de wet kan de afdeling wetgeving dus | Bij gebrek aan duidelijkheid in de wet kan de afdeling wetgeving dus |
| niet bepalen wie de "autoriteiten van de verschillende gemeenten" zijn | niet bepalen wie de "autoriteiten van de verschillende gemeenten" zijn |
| die een advies moeten verstrekken aan het provinciaal raadgevend | die een advies moeten verstrekken aan het provinciaal raadgevend |
| comité. | comité. |
| Het is bijgevolg niet zeker dat artikel 3, § 1, van het ontworpen | Het is bijgevolg niet zeker dat artikel 3, § 1, van het ontworpen |
| besluit, waarbij het provinciaal raadgevend comité verplicht wordt de | besluit, waarbij het provinciaal raadgevend comité verplicht wordt de |
| officieren-dienstchefs van de brandweerdiensten gelegen op het | officieren-dienstchefs van de brandweerdiensten gelegen op het |
| grondgebied van de provincie te horen, conform artikel 15, § 1, derde | grondgebied van de provincie te horen, conform artikel 15, § 1, derde |
| lid, is van de voormelde wet van 15 mei 2007. | lid, is van de voormelde wet van 15 mei 2007. |
| 2. Op basis van artikel 3, § 2, van het ontworpen besluit kan het | 2. Op basis van artikel 3, § 2, van het ontworpen besluit kan het |
| provinciaal raadgevend comité de burgemeesters van de aangrenzende | provinciaal raadgevend comité de burgemeesters van de aangrenzende |
| gemeenten horen, alsook de officieren-dienstchefs van de betrokken | gemeenten horen, alsook de officieren-dienstchefs van de betrokken |
| brandweerdiensten. | brandweerdiensten. |
| Volgens artikel 15, § 1, derde lid, van de voormelde wet van 15 mei | Volgens artikel 15, § 1, derde lid, van de voormelde wet van 15 mei |
| 2007, steunt het advies van het provinciaal raadgevend comité | 2007, steunt het advies van het provinciaal raadgevend comité |
| uitsluitend op de adviezen van de autoriteiten van de verschillende | uitsluitend op de adviezen van de autoriteiten van de verschillende |
| gemeenten van de betrokken provincie en paragraaf 3 van diezelfde | gemeenten van de betrokken provincie en paragraaf 3 van diezelfde |
| bepaling machtigt de Koning niet om daarvan af te wijken. | bepaling machtigt de Koning niet om daarvan af te wijken. |
| Artikel 3, § 2, van het ontworpen besluit moet bijgevolg vervallen. | Artikel 3, § 2, van het ontworpen besluit moet bijgevolg vervallen. |
| Artikel 4 | Artikel 4 |
| In de Franse tekst van artikel 4, § 3, derde lid, van het ontworpen | In de Franse tekst van artikel 4, § 3, derde lid, van het ontworpen |
| besluit hoeft niet te worden gepreciseerd dat binnen vijftien dagen | besluit hoeft niet te worden gepreciseerd dat binnen vijftien dagen |
| een nieuwe vergadering wordt bijeengeroepen "sans préjudice du délai | een nieuwe vergadering wordt bijeengeroepen "sans préjudice du délai |
| visé au paragraphe 1er". Aangezien de termijnen voor elke fase van de | visé au paragraphe 1er". Aangezien de termijnen voor elke fase van de |
| procedure worden gepreciseerd, is het de Raad van State niet duidelijk | procedure worden gepreciseerd, is het de Raad van State niet duidelijk |
| in welk geval het bijeenroepen van een nieuwe vergadering binnen | in welk geval het bijeenroepen van een nieuwe vergadering binnen |
| vijftien kalenderdagen tot gevolg zou hebben dat de termijn van zestig | vijftien kalenderdagen tot gevolg zou hebben dat de termijn van zestig |
| dagen, bepaald in artikel 4, § 1, voor het indienen van de adviezen, | dagen, bepaald in artikel 4, § 1, voor het indienen van de adviezen, |
| zou worden overschreden. | zou worden overschreden. |
| Dezelfde opmerking geldt mutatis mutandis voor de Franse tekst van | Dezelfde opmerking geldt mutatis mutandis voor de Franse tekst van |
| artikel 8, § 2, tweede lid. | artikel 8, § 2, tweede lid. |
| Slotopmerking | Slotopmerking |
| De Nederlandse tekst is ondermaats uit een oogpunt van correct | De Nederlandse tekst is ondermaats uit een oogpunt van correct |
| taalgebruik. | taalgebruik. |
| Bovendien zijn er discrepanties tussen de Nederlandse en de Franse | Bovendien zijn er discrepanties tussen de Nederlandse en de Franse |
| tekst. | tekst. |
| De kamer was samengesteld uit : | De kamer was samengesteld uit : |
| de heren : | de heren : |
| Y. KREINS,, kamervoorzitter; | Y. KREINS,, kamervoorzitter; |
| P. Vandernoot, Mevr. M. Baguet, staatsraden; | P. Vandernoot, Mevr. M. Baguet, staatsraden; |
| A.-C. VAN GEERSDAELE, griffier. | A.-C. VAN GEERSDAELE, griffier. |
| Het verslag werd uitgebracht door Mevr. L. Vancrayebeck, auditeur. | Het verslag werd uitgebracht door Mevr. L. Vancrayebeck, auditeur. |
| De overeenstemming tussen de Franse en de Nederlandse tekst werd | De overeenstemming tussen de Franse en de Nederlandse tekst werd |
| nagezien onder toezicht van de heer P. Vandernoot. | nagezien onder toezicht van de heer P. Vandernoot. |
| De griffier, | De griffier, |
| A.-C. Van Geersdaele. | A.-C. Van Geersdaele. |
| De voorzitter, | De voorzitter, |
| Y. Kreins. | Y. Kreins. |
| _______ | _______ |
| Nota | Nota |
| (1) Verslag van de Commissie voor de Binnenlandse Zaken, de Algemene | (1) Verslag van de Commissie voor de Binnenlandse Zaken, de Algemene |
| Zaken en het Openbaar Ambt, Parl. St., Kamer, 2006-2007, nr. 2928/5, | Zaken en het Openbaar Ambt, Parl. St., Kamer, 2006-2007, nr. 2928/5, |
| blz. 10. | blz. 10. |
| 4 MAART 2008. - Koninklijk besluit betreffende de nadere bepalingen | 4 MAART 2008. - Koninklijk besluit betreffende de nadere bepalingen |
| voor de samenstelling en de werking van het nationaal raadgevend | voor de samenstelling en de werking van het nationaal raadgevend |
| comité van de zones en van de provinciale raadgevende comités van de | comité van de zones en van de provinciale raadgevende comités van de |
| zones | zones |
| ALBERT II, Koning der Belgen, | ALBERT II, Koning der Belgen, |
| Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. | Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. |
| Gelet op de wet van 15 mei 2007 betreffende de civiele veiligheid, | Gelet op de wet van 15 mei 2007 betreffende de civiele veiligheid, |
| inzonderheid op artikel 15, § 3; | inzonderheid op artikel 15, § 3; |
| Gelet op het advies 44.053/2 van de Raad van State, gegeven op 20 | Gelet op het advies 44.053/2 van de Raad van State, gegeven op 20 |
| februari 2008, in toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1° van | februari 2008, in toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1° van |
| de gecoördineerde wetten op de Raad van State, vervangen door de wet | de gecoördineerde wetten op de Raad van State, vervangen door de wet |
| van 2 april 2003; | van 2 april 2003; |
| Op de voordracht van Onze Minister van Binnenlandse Zaken, | Op de voordracht van Onze Minister van Binnenlandse Zaken, |
| Hebben Wij besloten en besluiten Wij : | Hebben Wij besloten en besluiten Wij : |
| HOOFDSTUK I. - Algemene bepaling | HOOFDSTUK I. - Algemene bepaling |
Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit moet verstaan worden |
Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit moet verstaan worden |
| onder : | onder : |
| 1 ° « wet » : de wet van 15 mei 2007 betreffende de civiele | 1 ° « wet » : de wet van 15 mei 2007 betreffende de civiele |
| veiligheid; | veiligheid; |
| 2° « provinciaal raadgevend comité » : het provinciaal raadgevend | 2° « provinciaal raadgevend comité » : het provinciaal raadgevend |
| comité van de zones bedoeld in artikel 15, § 1, van de wet; | comité van de zones bedoeld in artikel 15, § 1, van de wet; |
| 3° « nationaal raadgevend comité : het nationaal raadgevend comité van | 3° « nationaal raadgevend comité : het nationaal raadgevend comité van |
| de zones, bedoeld in artikel 15, § 2, van de wet. | de zones, bedoeld in artikel 15, § 2, van de wet. |
| HOOFDSTUK II. - Provinciaal raadgevend comité van de zones | HOOFDSTUK II. - Provinciaal raadgevend comité van de zones |
Art. 2.De voorzitter roept het provinciaal raadgevend comité bijeen |
Art. 2.De voorzitter roept het provinciaal raadgevend comité bijeen |
| binnen de 15 dagen na de datum van inwerkingtreding van dit besluit. | binnen de 15 dagen na de datum van inwerkingtreding van dit besluit. |
Art. 3.§ 1. Het provinciaal raadgevend comité geeft zijn advies |
Art. 3.§ 1. Het provinciaal raadgevend comité geeft zijn advies |
| binnen de 60 dagen volgend op de vergadering bedoeld in artikel 2. | binnen de 60 dagen volgend op de vergadering bedoeld in artikel 2. |
| § 2. Het provinciaal raadgevend comité kan alleen op geldige wijze | § 2. Het provinciaal raadgevend comité kan alleen op geldige wijze |
| beraadslagen indien minstens de helft van zijn leden aanwezig is. | beraadslagen indien minstens de helft van zijn leden aanwezig is. |
| Indien het comité een eerste maal bijeengeroepen werd zonder dat het | Indien het comité een eerste maal bijeengeroepen werd zonder dat het |
| vereiste aantal leden is opgekomen, roept de voorzitter een nieuwe | vereiste aantal leden is opgekomen, roept de voorzitter een nieuwe |
| vergadering bijeen binnen de 15 dagen. | vergadering bijeen binnen de 15 dagen. |
| Het comité kan op die nieuwe vergadering op geldige wijze | Het comité kan op die nieuwe vergadering op geldige wijze |
| beraadslagen, ongeacht het aantal aanwezige leden. | beraadslagen, ongeacht het aantal aanwezige leden. |
| § 3. Het provinciaal raadgevend comité geeft een eenvormig advies. | § 3. Het provinciaal raadgevend comité geeft een eenvormig advies. |
| Indien geen consensus bereikt wordt, wordt de vergadering van het | Indien geen consensus bereikt wordt, wordt de vergadering van het |
| comité uitgesteld. | comité uitgesteld. |
| De voorzitter roept een nieuwe vergadering bijeen binnen de 15 dagen. | De voorzitter roept een nieuwe vergadering bijeen binnen de 15 dagen. |
| Indien geen consensus bereikt wordt tijdens deze nieuwe vergadering, | Indien geen consensus bereikt wordt tijdens deze nieuwe vergadering, |
| geeft het raadgevend comité op geldige wijze een advies aangenomen met | geeft het raadgevend comité op geldige wijze een advies aangenomen met |
| eenvoudige meerderheid. | eenvoudige meerderheid. |
| Indien geen meerderheid bereikt wordt, is de stem van de voorzitter | Indien geen meerderheid bereikt wordt, is de stem van de voorzitter |
| doorslaggevend. | doorslaggevend. |
| Elk lid kan een rninderheidsnota bij de voorzitter neerleggen. De | Elk lid kan een rninderheidsnota bij de voorzitter neerleggen. De |
| minderheidsnota wordt bij het advies gevoegd. | minderheidsnota wordt bij het advies gevoegd. |
Art. 4.De voorzitter bezorgt het advies van het provinciaal |
Art. 4.De voorzitter bezorgt het advies van het provinciaal |
| raadgevend comité aan het nationaal raadgevend comité voor het einde | raadgevend comité aan het nationaal raadgevend comité voor het einde |
| van de termijn bedoeld in artikel 3, § 1. | van de termijn bedoeld in artikel 3, § 1. |
| HOOFDSTUK III. - Nationaal raadgevend comité van de zones | HOOFDSTUK III. - Nationaal raadgevend comité van de zones |
| Afdeling 1. Samenstelling van het nationaal raadgevend comité van de | Afdeling 1. Samenstelling van het nationaal raadgevend comité van de |
| zones | zones |
Art. 5.Naast de leden bedoeld in artikel 15, § 2, van de wet, |
Art. 5.Naast de leden bedoeld in artikel 15, § 2, van de wet, |
| zetelen, met raadgevende stem, in het nationaal raadgevend comité : | zetelen, met raadgevende stem, in het nationaal raadgevend comité : |
| 1 ° een vertegenwoordiger van de « Brandweervereniging Vlaanderen »; | 1 ° een vertegenwoordiger van de « Brandweervereniging Vlaanderen »; |
| 2° een vertegenwoordiger van de « Fédération royale des corps de | 2° een vertegenwoordiger van de « Fédération royale des corps de |
| sapeurs-pompiers de Belgique - aile francophone et germanophone »; | sapeurs-pompiers de Belgique - aile francophone et germanophone »; |
| 3° een vertegenwoordiger van de « Vereniging der beroepsofficieren van | 3° een vertegenwoordiger van de « Vereniging der beroepsofficieren van |
| België VZW ». | België VZW ». |
| Afdeling 2. - Werking van het nationaal raadgevend comité | Afdeling 2. - Werking van het nationaal raadgevend comité |
Art. 6.De voorzitter roept het nationaal raadgevend comité bijeen |
Art. 6.De voorzitter roept het nationaal raadgevend comité bijeen |
| binnen de 15 dagen na het ontvangen van het geheel van adviezen van de | binnen de 15 dagen na het ontvangen van het geheel van adviezen van de |
| provinciale raadgevende comités, teneinde een voorstel te doen over de | provinciale raadgevende comités, teneinde een voorstel te doen over de |
| territoriale indeling van de hulpverleningszones. | territoriale indeling van de hulpverleningszones. |
Art. 7.§ 1. Het nationaal raadgevend comité geeft zijn voorstel |
Art. 7.§ 1. Het nationaal raadgevend comité geeft zijn voorstel |
| binnen de 45 dagen volgend op de vergadering bedoeld in artikel 6. | binnen de 45 dagen volgend op de vergadering bedoeld in artikel 6. |
| § 2. Het nationaal raadgevend comité beraadslaagt op geldige wijze | § 2. Het nationaal raadgevend comité beraadslaagt op geldige wijze |
| indien minstens twee derde van zijn leden aanwezig is. | indien minstens twee derde van zijn leden aanwezig is. |
| Indien het comité een eerste maal bijeengeroepen werd zonder dat het | Indien het comité een eerste maal bijeengeroepen werd zonder dat het |
| vereiste aantal leden is opgekomen, roept de voorzitter een nieuwe | vereiste aantal leden is opgekomen, roept de voorzitter een nieuwe |
| vergadering bijeen binnen de 15 dagen. | vergadering bijeen binnen de 15 dagen. |
| Het comité kan op die nieuwe vergadering op geldige wijze | Het comité kan op die nieuwe vergadering op geldige wijze |
| beraadslagen, ongeacht het aantal aanwezige leden. | beraadslagen, ongeacht het aantal aanwezige leden. |
| § 3. Het nationaal raadgevend comité beraadslaagt met meerderheid van | § 3. Het nationaal raadgevend comité beraadslaagt met meerderheid van |
| stemmen. | stemmen. |
| Indien geen meerderheid bereikt wordt, is de stem van de voorzitter | Indien geen meerderheid bereikt wordt, is de stem van de voorzitter |
| doorslaggevend. | doorslaggevend. |
Art. 8.De voorzitter bezorgt het voorstel van het nationaal |
Art. 8.De voorzitter bezorgt het voorstel van het nationaal |
| raadgevend comité aan de Koning voor het einde van de termijn bedoeld | raadgevend comité aan de Koning voor het einde van de termijn bedoeld |
| in artikel 7, § 1. | in artikel 7, § 1. |
| HOOFDSTUK IV. - Slotbepaling | HOOFDSTUK IV. - Slotbepaling |
Art. 9.Onze Minister van Binnenlandse Zaken is belast met de |
Art. 9.Onze Minister van Binnenlandse Zaken is belast met de |
| uitvoering van dit besluit. | uitvoering van dit besluit. |
| Gegeven te Brussel, 4 maart 2008. | Gegeven te Brussel, 4 maart 2008. |
| ALBERT | ALBERT |
| Van Koningswege : | Van Koningswege : |
| De Minister van Binnenlandse Zaken, | De Minister van Binnenlandse Zaken, |
| P. DEWAEL | P. DEWAEL |