Etaamb.openjustice.be
Meertalige weergave van Koninklijk Besluit van 04/12/1997
← Terug naar "Koninklijk besluit tot oprichting van een centrale preventiedienst voor de sector van de uitzendarbeid "
Koninklijk besluit tot oprichting van een centrale preventiedienst voor de sector van de uitzendarbeid Koninklijk besluit tot oprichting van een centrale preventiedienst voor de sector van de uitzendarbeid
MINISTERIE VAN TEWERKSTELLING EN ARBEID MINISTERIE VAN TEWERKSTELLING EN ARBEID
4 DECEMBER 1997. Koninklijk besluit tot oprichting van een centrale 4 DECEMBER 1997. Koninklijk besluit tot oprichting van een centrale
preventiedienst voor de sector van de uitzendarbeid (1) preventiedienst voor de sector van de uitzendarbeid (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, ALBERT II, Koning der Belgen,
Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 24 juli 1987 betreffende de tijdelijke arbeid, de Gelet op de wet van 24 juli 1987 betreffende de tijdelijke arbeid, de
uitzendarbeid en het ter beschikking stellen van werknemers ten uitzendarbeid en het ter beschikking stellen van werknemers ten
behoeve van gebruikers, inzonderheid op artikel 26, eerste lid; behoeve van gebruikers, inzonderheid op artikel 26, eerste lid;
Gelet op het advies van het paritair comité voor de uitzendarbeid, Gelet op het advies van het paritair comité voor de uitzendarbeid,
gegeven op 8 juli 1993; gegeven op 8 juli 1993;
Gelet op het advies van de Hoge Raad voor veiligheid, gezondheid en Gelet op het advies van de Hoge Raad voor veiligheid, gezondheid en
verfraaiing van de werkplaatsen, gegeven op 19 april 1996; verfraaiing van de werkplaatsen, gegeven op 19 april 1996;
Gelet op het advies van de Raad van State; Gelet op het advies van de Raad van State;
Op de voordracht van Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid, Op de voordracht van Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid,
Hebben Wij besloten en besluiten Wij : Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
HOOFDSTUK I. - Algemene principes HOOFDSTUK I. - Algemene principes

Artikel 1.Dit besluit is van toepassing op de arbeidsbetrekking

Artikel 1.Dit besluit is van toepassing op de arbeidsbetrekking

bedoeld bij hoofdstuk II van de wet van 24 juli 1987 betreffende de bedoeld bij hoofdstuk II van de wet van 24 juli 1987 betreffende de
tijdelijke arbeid, de uitzendarbeid en het ter beschikking stellen van tijdelijke arbeid, de uitzendarbeid en het ter beschikking stellen van
werknemers ten behoeve van gebruikers. werknemers ten behoeve van gebruikers.

Art. 2.De uitzendbureaus zijn er toe gehouden zich aan te sluiten bij

Art. 2.De uitzendbureaus zijn er toe gehouden zich aan te sluiten bij

een centrale preventiedienst voor de sector van de uitzendarbeid, die een centrale preventiedienst voor de sector van de uitzendarbeid, die
bevoegd is voor specifieke opdrachten in verband met de bevoegd is voor specifieke opdrachten in verband met de
uitzendkrachten en die hierna « Dienst » wordt genoemd. uitzendkrachten en die hierna « Dienst » wordt genoemd.
HOOFDSTUK II. - Oprichting en beheer van de dienst HOOFDSTUK II. - Oprichting en beheer van de dienst

Art. 3.De Dienst wordt opgericht en beheerd door een vereniging

Art. 3.De Dienst wordt opgericht en beheerd door een vereniging

gevormd op basis van de wet van 27 juni 1921, waarbij aan de gevormd op basis van de wet van 27 juni 1921, waarbij aan de
verenigingen zonder winstgevend doel en aan de instellingen van verenigingen zonder winstgevend doel en aan de instellingen van
openbaar nut rechtspersoonlijkheid wordt verleend. openbaar nut rechtspersoonlijkheid wordt verleend.
Deze vereniging wordt beheerd door vertegenwoordigers van de Deze vereniging wordt beheerd door vertegenwoordigers van de
privé-uitzendbureaus, vertegenwoordigers voor de uitzendbureaus voor privé-uitzendbureaus, vertegenwoordigers voor de uitzendbureaus voor
de publieke sector en vertegenwoordigers van de uitzendkrachten. de publieke sector en vertegenwoordigers van de uitzendkrachten.
De vertegenwoordigers van de privé-uitzendbureaus worden aangeduid De vertegenwoordigers van de privé-uitzendbureaus worden aangeduid
door de Beroepsvereniging van Uitzendkantoren. Zij zijn met tien in door de Beroepsvereniging van Uitzendkantoren. Zij zijn met tien in
aantal. aantal.
De vertegenwoordigers van de uitzendbureau's voor de publieke sector De vertegenwoordigers van de uitzendbureau's voor de publieke sector
worden aangewezen door de bevoegde overheden (VDAB, FOREM, BGDA). Zij worden aangewezen door de bevoegde overheden (VDAB, FOREM, BGDA). Zij
zijn met drie in aantal. zijn met drie in aantal.
De vertegenwoordigers van de uitzendkrachten worden aangewezen door de De vertegenwoordigers van de uitzendkrachten worden aangewezen door de
representatieve organisaties van de werknemers die vertegenwoordigd representatieve organisaties van de werknemers die vertegenwoordigd
zijn in het Paritair Comité voor de Uitzendarbeid. Zij zijn met vijf zijn in het Paritair Comité voor de Uitzendarbeid. Zij zijn met vijf
in aantal. in aantal.

Art. 4.Het beheerscomité is bevoegd :

Art. 4.Het beheerscomité is bevoegd :

1° voor de financiële problemen inzake beheer en voor de 1° voor de financiële problemen inzake beheer en voor de
administratieve organisatie van de Dienst. De financiële problemen administratieve organisatie van de Dienst. De financiële problemen
vallen enkel onder de verantwoordelijkheid van de vertegenwoordigers vallen enkel onder de verantwoordelijkheid van de vertegenwoordigers
van de uitzendbureau's. De vertegenwoordigers van de uitzendkrachten van de uitzendbureau's. De vertegenwoordigers van de uitzendkrachten
beschikken in deze over een advies- en informatierecht. beschikken in deze over een advies- en informatierecht.
2° voor de aanwijzing, de vervanging, de aanduiding van een tijdelijk 2° voor de aanwijzing, de vervanging, de aanduiding van een tijdelijk
plaatsvervanger en de verwijdering uit zijn functie van een lid van de plaatsvervanger en de verwijdering uit zijn functie van een lid van de
centrale cel. centrale cel.
3° voor het algemeen voorkomingsbeleid en voor de voor de Dienst 3° voor het algemeen voorkomingsbeleid en voor de voor de Dienst
nodige middelen om dat voorkomingsbeleid toe te passen en dit nodige middelen om dat voorkomingsbeleid toe te passen en dit
onverminderd de bevoegdheden van de uitzendbureau's en hun leden van onverminderd de bevoegdheden van de uitzendbureau's en hun leden van
de hiërarchische lijn terzake. de hiërarchische lijn terzake.
4° voor het opstellen van een jaarlijks actieplan. 4° voor het opstellen van een jaarlijks actieplan.
5° om verbindingspersonen te wraken of voor te stellen hen te 5° om verbindingspersonen te wraken of voor te stellen hen te
vervangen. vervangen.

Art. 5.Met uitzondering van de beslissingen bedoeld in artikel 4, 2°,

Art. 5.Met uitzondering van de beslissingen bedoeld in artikel 4, 2°,

waarvoor unanimiteit wordt vereist, worden de beslissingen van het waarvoor unanimiteit wordt vereist, worden de beslissingen van het
beheerscomité genomen met een eenvoudige meerderheid van elk van beheerscomité genomen met een eenvoudige meerderheid van elk van
de groepen die respectievelijk de uitzendbureaus en de uitzendkrachten de groepen die respectievelijk de uitzendbureaus en de uitzendkrachten
vertegenwoordigen, voor zover er minstens twee derde van de vertegenwoordigen, voor zover er minstens twee derde van de
vertegenwoordigers van beide groepen aanwezig zijn of vertegenwoordigd vertegenwoordigers van beide groepen aanwezig zijn of vertegenwoordigd
worden. worden.

Art. 6.De Dienst ontvangt zijn financiële inkomsten onder de vorm van

Art. 6.De Dienst ontvangt zijn financiële inkomsten onder de vorm van

jaarlijkse forfaitaire bijdragen van elk aangesloten uitzendbureau. jaarlijkse forfaitaire bijdragen van elk aangesloten uitzendbureau.
Zij dekken het geheel van de kosten voor de reglementaire opdrachten Zij dekken het geheel van de kosten voor de reglementaire opdrachten
van de Dienst. van de Dienst.
Enkel prestaties met het oog op het in orde brengen met de Enkel prestaties met het oog op het in orde brengen met de
reglementering op het ogenblik van de oprichting van de Dienst en reglementering op het ogenblik van de oprichting van de Dienst en
extra-reglementaire prestaties kunnen het voorwerp uitmaken van extra-reglementaire prestaties kunnen het voorwerp uitmaken van
betalingen per prestatie. betalingen per prestatie.

Art. 7.Contractuele bepalingen tussen de deelnemers en de Dienst

Art. 7.Contractuele bepalingen tussen de deelnemers en de Dienst

mogen niet in tegenspraak zijn met de bepalingen van de wet van 4 mogen niet in tegenspraak zijn met de bepalingen van de wet van 4
augustus 1996 betreffende het welzijn van de werknemers bij de augustus 1996 betreffende het welzijn van de werknemers bij de
uitvoering van hun werk, en van haar uitvoeringsbesluiten. uitvoering van hun werk, en van haar uitvoeringsbesluiten.
HOOFDSTUK III. - Organisatie van de dienst HOOFDSTUK III. - Organisatie van de dienst

Art. 8.De Dienst omvat :

Art. 8.De Dienst omvat :

a) een centrale cel die bij elk van de uitzendbureaus tussenkomt; a) een centrale cel die bij elk van de uitzendbureaus tussenkomt;
b) per uitzendbureau één of meerdere verbindingspersonen, in hun b) per uitzendbureau één of meerdere verbindingspersonen, in hun
uitzendbureau belast met het verzekeren van de permanentie van de uitzendbureau belast met het verzekeren van de permanentie van de
werking van de Dienst. werking van de Dienst.

Art. 9.Het hoofd van de dienst is een burgerlijk of industrieel

Art. 9.Het hoofd van de dienst is een burgerlijk of industrieel

ingenieur in het bezit van een getuigschrift waaruit blijkt dat hij ingenieur in het bezit van een getuigschrift waaruit blijkt dat hij
met vrucht een cursus aanvullende vorming van niveau 1 heeft gevolgd, met vrucht een cursus aanvullende vorming van niveau 1 heeft gevolgd,
in het kader van het koninklijk besluit van 10 augustus 1978 tot in het kader van het koninklijk besluit van 10 augustus 1978 tot
vaststelling van de aanvullende vorming opgelegd aan de diensthoofden vaststelling van de aanvullende vorming opgelegd aan de diensthoofden
voor veiligheid, gezondheid en verfraaiing van de werkplaatsen en aan voor veiligheid, gezondheid en verfraaiing van de werkplaatsen en aan
hun adjuncten, of geniet van de overgangsmaatregelen voorzien bij dat hun adjuncten, of geniet van de overgangsmaatregelen voorzien bij dat
besluit. besluit.

Art. 10.De centrale cel bevat naast het diensthoofd, ten minste vier

Art. 10.De centrale cel bevat naast het diensthoofd, ten minste vier

adjuncten in het bezit van een attest waaruit blijkt dat zij met adjuncten in het bezit van een attest waaruit blijkt dat zij met
vrucht een cursus aanvullende vorming hebben gevolgd in het kader van vrucht een cursus aanvullende vorming hebben gevolgd in het kader van
het besluit bedoeld in artikel 9 of genieten van de het besluit bedoeld in artikel 9 of genieten van de
overgangsmaatregelen voorzien bij dat besluit en waarvan minstens één overgangsmaatregelen voorzien bij dat besluit en waarvan minstens één
van de adjuncten in het bezit is van een attest niveau 1. van de adjuncten in het bezit is van een attest niveau 1.

Art. 11.Het personeel van de centrale cel oefent geen andere functies

Art. 11.Het personeel van de centrale cel oefent geen andere functies

uit dan hun functies voortvloeiend uit de bepalingen van dit besluit. uit dan hun functies voortvloeiend uit de bepalingen van dit besluit.
Zij zijn met de dienst verbonden door een arbeidsovereenkomst en zij Zij zijn met de dienst verbonden door een arbeidsovereenkomst en zij
hebben een voltijdse betrekking. hebben een voltijdse betrekking.

Art. 12.De centrale cel wordt bijgestaan door voldoende

Art. 12.De centrale cel wordt bijgestaan door voldoende

administratief personeel. administratief personeel.
HOOFDSTUK IV. - Opdrachten van de dienst HOOFDSTUK IV. - Opdrachten van de dienst

Art. 13.Het personeel van de centrale cel wordt belast met de

Art. 13.Het personeel van de centrale cel wordt belast met de

volgende taken : volgende taken :
a) Sensibilisatie : a) Sensibilisatie :
- organisatie van sensibilisatiecampagnes; - organisatie van sensibilisatiecampagnes;
- verzamelen en verdelen van werkmiddelen met als doel het welzijn op - verzamelen en verdelen van werkmiddelen met als doel het welzijn op
het werk van de uitzendkrachten te bevorderen; het werk van de uitzendkrachten te bevorderen;
- het nemen van alle initiatieven die toelaten de objectieven te - het nemen van alle initiatieven die toelaten de objectieven te
realiseren inzonderheid door samenwerking met de officiële instanties realiseren inzonderheid door samenwerking met de officiële instanties
en andere organisaties die tot doel hebben de veiligheid en de en andere organisaties die tot doel hebben de veiligheid en de
gezondheid te bevorderen. gezondheid te bevorderen.
b) Advies in verband met het welzijn op het werk en preventie b) Advies in verband met het welzijn op het werk en preventie
verstrekken aan de bedrijfsleiding van de uitzendbureau's. verstrekken aan de bedrijfsleiding van de uitzendbureau's.
c) Wetenschappelijk onderzoek : c) Wetenschappelijk onderzoek :
- de gevaren en de gebreken in de preventiemaatregelen voor - de gevaren en de gebreken in de preventiemaatregelen voor
arbeidsongevallen opsporen; arbeidsongevallen opsporen;
- realiseren en analyseren van statistieken over arbeidsongevallen op - realiseren en analyseren van statistieken over arbeidsongevallen op
individuele en collectieve basis; individuele en collectieve basis;
- verrichten van studies op basis van kwalitatieve en kwantitatieve - verrichten van studies op basis van kwalitatieve en kwantitatieve
gegevens. gegevens.
d) Vorming inzake welzijn op het werk voor de uitzendkrachten. d) Vorming inzake welzijn op het werk voor de uitzendkrachten.
e) Het opstellen voor elk uitzendbureau van een maandverslag over de e) Het opstellen voor elk uitzendbureau van een maandverslag over de
activiteiten van de Dienst betreffende de hierboven vermelde activiteiten van de Dienst betreffende de hierboven vermelde
opdrachten. opdrachten.
f) Het opstellen van een jaarverslag van de Dienst over zijn f) Het opstellen van een jaarverslag van de Dienst over zijn
activiteiten in het raam van de opdrachten vermeld onder de littera's activiteiten in het raam van de opdrachten vermeld onder de littera's
a tot e van dit artikel. a tot e van dit artikel.
Het jaarverslag bevat bijlagen met afzonderlijke gegevens over elk van Het jaarverslag bevat bijlagen met afzonderlijke gegevens over elk van
de betrokken uitzendbureau's. de betrokken uitzendbureau's.
HOOFDSTUK V. - Verplichtingen van de uitzendbureau's HOOFDSTUK V. - Verplichtingen van de uitzendbureau's

Art. 14.Elk uitzendbureau stelt één of meerdere verbindingspersonen

Art. 14.Elk uitzendbureau stelt één of meerdere verbindingspersonen

aan die in hun uitzendbureau belast zijn met het verzekeren van de aan die in hun uitzendbureau belast zijn met het verzekeren van de
permanentie van de Dienst. permanentie van de Dienst.

Art. 15.De verbindingspersonen vervullen hun opdracht in verband met

Art. 15.De verbindingspersonen vervullen hun opdracht in verband met

preventie en bescherming uitsluitend in overleg en samenwerking met preventie en bescherming uitsluitend in overleg en samenwerking met
het hoofd van de Dienst. het hoofd van de Dienst.

Art. 16.De verbindingspersonen hebben een aanvullende vorming die

Art. 16.De verbindingspersonen hebben een aanvullende vorming die

overeenstemt met deze die wordt opgelegd aan een adjunct van het overeenstemt met deze die wordt opgelegd aan een adjunct van het
diensthoofd voor veiligheid, gezondheid en verfraaiing van de diensthoofd voor veiligheid, gezondheid en verfraaiing van de
werkplaatsen waarbij het aantal in aanmerking genomen werknemers voor werkplaatsen waarbij het aantal in aanmerking genomen werknemers voor
de berekening bedoeld in artikel 1 van het koninklijk besluit van 10 de berekening bedoeld in artikel 1 van het koninklijk besluit van 10
augustus 1978 overeenkomt met het aantal uitzendkrachten dat in dienst augustus 1978 overeenkomt met het aantal uitzendkrachten dat in dienst
is van het uitzendbureau. is van het uitzendbureau.

Art. 17.Onverminderd de bepalingen van dit besluit, is de gebruiker

Art. 17.Onverminderd de bepalingen van dit besluit, is de gebruiker

van de uitzendkracht er toe gehouden de bepalingen betreffende de van de uitzendkracht er toe gehouden de bepalingen betreffende de
Interne Dienst voor Preventie en Bescherming op het werk na te leven Interne Dienst voor Preventie en Bescherming op het werk na te leven
ten aanzien van deze uitzendkracht gedurende de periode waarin deze ten aanzien van deze uitzendkracht gedurende de periode waarin deze
bij hem werkt, evenals ten aanzien van zijn eigen werknemers. bij hem werkt, evenals ten aanzien van zijn eigen werknemers.
Totdat de uitvoeringsbesluiten van hoofdstuk VI van de wet van 4 Totdat de uitvoeringsbesluiten van hoofdstuk VI van de wet van 4
augustus 1996 betreffende het welzijn van de werknemers bij de augustus 1996 betreffende het welzijn van de werknemers bij de
uitvoering van hun werk zijn vastgesteld worden met de in het eerste uitvoering van hun werk zijn vastgesteld worden met de in het eerste
lid bedoelde bepalingen, de bepalingen bedoeld die betrekking hebben lid bedoelde bepalingen, de bepalingen bedoeld die betrekking hebben
op de dienst voor veiligheid, gezondheid en verfraaiing der op de dienst voor veiligheid, gezondheid en verfraaiing der
werkplaatsen. werkplaatsen.

Art. 18.De uitzendbureaus zijn er toe gehouden zich te schikken naar

Art. 18.De uitzendbureaus zijn er toe gehouden zich te schikken naar

elke door het beheerscomité genomen beslissing die, in toepassing van elke door het beheerscomité genomen beslissing die, in toepassing van
dit besluit, tot haar bevoegdheid behoort. dit besluit, tot haar bevoegdheid behoort.

Art. 19.Zijn belast met het toezicht op de naleving van de bepalingen

Art. 19.Zijn belast met het toezicht op de naleving van de bepalingen

van dit besluit : van dit besluit :
1° de ingenieurs, de industrieel ingenieurs, technisch ingenieurs en 1° de ingenieurs, de industrieel ingenieurs, technisch ingenieurs en
de technisch controleurs van de Technische Inspectie van de de technisch controleurs van de Technische Inspectie van de
Administratie van de arbeidsveiligheid; Administratie van de arbeidsveiligheid;
2° de geneesheren-arbeidsinspecteurs en de adjunct-inspecteurs 2° de geneesheren-arbeidsinspecteurs en de adjunct-inspecteurs
arbeidshygiëne van de Medische inspectie van de Administratie van de arbeidshygiëne van de Medische inspectie van de Administratie van de
arbeidshygiëne en -geneeskunde. arbeidshygiëne en -geneeskunde.

Art. 20.Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid is belast met de

Art. 20.Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid is belast met de

uitvoering van dit besluit. uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 4 december 1997. Gegeven te Brussel, 4 december 1997.
ALBERT ALBERT
Van Koningswege : Van Koningswege :
De Minister van Tewerkstelling en Arbeid, De Minister van Tewerkstelling en Arbeid,
Mevr. M. SMET Mevr. M. SMET
Voor de raadpleging van de voetnoot, zie beeld Voor de raadpleging van de voetnoot, zie beeld
^