← Terug naar "Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 28 december 1976 betreffende de duur en de voorwaarden van gebruikmaking van het verlof, verleend bij de wet van 19 juli 1976 tot instelling van een verlof voor de uitoefening van een politiek mandaat "
Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 28 december 1976 betreffende de duur en de voorwaarden van gebruikmaking van het verlof, verleend bij de wet van 19 juli 1976 tot instelling van een verlof voor de uitoefening van een politiek mandaat | Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 28 december 1976 betreffende de duur en de voorwaarden van gebruikmaking van het verlof, verleend bij de wet van 19 juli 1976 tot instelling van een verlof voor de uitoefening van een politiek mandaat |
---|---|
FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG | FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG |
4 APRIL 2019. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk | 4 APRIL 2019. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk |
besluit van 28 december 1976 betreffende de duur en de voorwaarden van | besluit van 28 december 1976 betreffende de duur en de voorwaarden van |
gebruikmaking van het verlof, verleend bij de wet van 19 juli 1976 tot | gebruikmaking van het verlof, verleend bij de wet van 19 juli 1976 tot |
instelling van een verlof voor de uitoefening van een politiek mandaat | instelling van een verlof voor de uitoefening van een politiek mandaat |
(1) | (1) |
FILIP, Koning der Belgen, | FILIP, Koning der Belgen, |
Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. | Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. |
Gelet op de wet van 19 juli 1976 tot instelling van een verlof voor de | Gelet op de wet van 19 juli 1976 tot instelling van een verlof voor de |
uitoefening van een politiek mandaat, artikel 3; | uitoefening van een politiek mandaat, artikel 3; |
Gelet op het advies nr. 2.117 van de Nationale Arbeidsraad, gegeven op | Gelet op het advies nr. 2.117 van de Nationale Arbeidsraad, gegeven op |
29 januari 2019; | 29 januari 2019; |
Gelet op advies 65.383/1 van de Raad van State, gegeven op 11 maart | Gelet op advies 65.383/1 van de Raad van State, gegeven op 11 maart |
2019, met toepassing van artikel 84, § 3, eerste lid, van de wetten op | 2019, met toepassing van artikel 84, § 3, eerste lid, van de wetten op |
de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973; | de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973; |
Overwegende het Vlaams decreet van 22 december 2017 over het lokaal | Overwegende het Vlaams decreet van 22 december 2017 over het lokaal |
bestuur, dat vanaf 1 januari 2019 grotendeels in werking is getreden; | bestuur, dat vanaf 1 januari 2019 grotendeels in werking is getreden; |
Overwegende dat de politieke organisatie van de gemeenten en de | Overwegende dat de politieke organisatie van de gemeenten en de |
openbare centra voor maatschappelijk welzijn, die onder het | openbare centra voor maatschappelijk welzijn, die onder het |
toepassingsgebied van dat decreet van 22 december 2017 vallen, in | toepassingsgebied van dat decreet van 22 december 2017 vallen, in |
belangrijke mate gewijzigd wordt; | belangrijke mate gewijzigd wordt; |
Overwegende dat het betrokken decreet van 22 december 2017 voorziet | Overwegende dat het betrokken decreet van 22 december 2017 voorziet |
dat bijna elke gemeente in de schoot van de raad voor maatschappelijk | dat bijna elke gemeente in de schoot van de raad voor maatschappelijk |
welzijn een bijzonder comité voor de sociale dienst moet oprichten; | welzijn een bijzonder comité voor de sociale dienst moet oprichten; |
Overwegende dat de bijzondere comités voor de sociale dienst zijn | Overwegende dat de bijzondere comités voor de sociale dienst zijn |
samengesteld uit leden van de raad voor maatschappelijk welzijn en | samengesteld uit leden van de raad voor maatschappelijk welzijn en |
externe leden en dat deze externe leden, in tegenstelling tot de leden | externe leden en dat deze externe leden, in tegenstelling tot de leden |
van de raad voor maatschappelijk welzijn, geen recht hebben op | van de raad voor maatschappelijk welzijn, geen recht hebben op |
politiek verlof; | politiek verlof; |
Op de voordracht van de Minister van Werk, | Op de voordracht van de Minister van Werk, |
Hebben Wij besloten en besluiten Wij : | Hebben Wij besloten en besluiten Wij : |
Artikel 1.In het koninklijk besluit van 28 december 1976 betreffende |
Artikel 1.In het koninklijk besluit van 28 december 1976 betreffende |
de duur en de voorwaarden van gebruikmaking van het verlof, verleend | de duur en de voorwaarden van gebruikmaking van het verlof, verleend |
bij de wet van 19 juli 1976 tot instelling van een verlof voor de | bij de wet van 19 juli 1976 tot instelling van een verlof voor de |
uitoefening van een politiek mandaat, gewijzigd bij de koninklijke | uitoefening van een politiek mandaat, gewijzigd bij de koninklijke |
besluiten van 5 april 2001 en 15 mei 2006, wordt een nieuw artikel 2/1 | besluiten van 5 april 2001 en 15 mei 2006, wordt een nieuw artikel 2/1 |
ingevoegd, luidende: | ingevoegd, luidende: |
" Art. 2/1.§ 1. In afwijking van de tabel vermeld in artikel 2, eerste |
" Art. 2/1.§ 1. In afwijking van de tabel vermeld in artikel 2, eerste |
lid, 3°, omvat het politiek verlof dat wordt uitgeoefend in de | lid, 3°, omvat het politiek verlof dat wordt uitgeoefend in de |
gemeenten die onder het toepassingsgebied vallen van het Vlaams | gemeenten die onder het toepassingsgebied vallen van het Vlaams |
decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, uitgezonderd de | decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, uitgezonderd de |
gemeente Voeren en de gemeenten vermeld in artikel 7 van de wetten op | gemeente Voeren en de gemeenten vermeld in artikel 7 van de wetten op |
het gebruik van de talen in bestuurszaken, gecoördineerd op 18 juli | het gebruik van de talen in bestuurszaken, gecoördineerd op 18 juli |
1966, het hierna vermelde maximum aantal werkdagen of gedeelten van | 1966, het hierna vermelde maximum aantal werkdagen of gedeelten van |
werkdagen per maand: | werkdagen per maand: |
Gemeenteraad en raad voor maatschappelijk welzijn: | Gemeenteraad en raad voor maatschappelijk welzijn: |
Aantal inwoners van de gemeente - minder dan 10.000: | Aantal inwoners van de gemeente - minder dan 10.000: |
- gemeenteraadsleden, andere dan de voorzitter, de burgemeester en de | - gemeenteraadsleden, andere dan de voorzitter, de burgemeester en de |
schepenen : 1/2 dag; | schepenen : 1/2 dag; |
- leden van de raad voor maatschappelijk welzijn, andere dan de | - leden van de raad voor maatschappelijk welzijn, andere dan de |
voorzitter, de burgemeester en de schepenen: 1/2 dag; | voorzitter, de burgemeester en de schepenen: 1/2 dag; |
- voorzitter van de gemeenteraad: 1 dag; | - voorzitter van de gemeenteraad: 1 dag; |
- voorzitter van de raad voor maatschappelijk welzijn: 1 dag. | - voorzitter van de raad voor maatschappelijk welzijn: 1 dag. |
Aantal inwoners van de gemeente - vanaf 10.000 tot 50.000: | Aantal inwoners van de gemeente - vanaf 10.000 tot 50.000: |
- gemeenteraadsleden, andere dan de voorzitter, de burgemeester en de | - gemeenteraadsleden, andere dan de voorzitter, de burgemeester en de |
schepenen: 1 dag; | schepenen: 1 dag; |
- leden van de raad voor maatschappelijk welzijn, andere dan de | - leden van de raad voor maatschappelijk welzijn, andere dan de |
voorzitter, de burgemeester en de schepenen: 1 dag; | voorzitter, de burgemeester en de schepenen: 1 dag; |
- voorzitter van de gemeenteraad: 2 dagen; | - voorzitter van de gemeenteraad: 2 dagen; |
- voorzitter van de raad voor maatschappelijk welzijn: 2 dagen. | - voorzitter van de raad voor maatschappelijk welzijn: 2 dagen. |
Aantal inwoners van de gemeente - meer dan 50.000: | Aantal inwoners van de gemeente - meer dan 50.000: |
- gemeenteraadsleden, andere dan de voorzitter, de burgemeester en de | - gemeenteraadsleden, andere dan de voorzitter, de burgemeester en de |
schepenen: 1 dag; | schepenen: 1 dag; |
- leden van de raad voor maatschappelijk welzijn, andere dan de | - leden van de raad voor maatschappelijk welzijn, andere dan de |
voorzitter, de burgemeester en de schepenen: 1 dag; | voorzitter, de burgemeester en de schepenen: 1 dag; |
- voorzitter van de gemeenteraad: 2,5 dagen; | - voorzitter van de gemeenteraad: 2,5 dagen; |
- voorzitter van de raad voor maatschappelijk welzijn: 2,5 dagen. | - voorzitter van de raad voor maatschappelijk welzijn: 2,5 dagen. |
Voor de toepassing van dit artikel wordt onder de "voorzitter van de | Voor de toepassing van dit artikel wordt onder de "voorzitter van de |
raad voor maatschappelijk welzijn" verstaan de voorzitter van de | raad voor maatschappelijk welzijn" verstaan de voorzitter van de |
gemeenteraad die van rechtswege de voorzitter is van de raad voor | gemeenteraad die van rechtswege de voorzitter is van de raad voor |
maatschappelijk welzijn op basis van het Vlaams decreet van 22 | maatschappelijk welzijn op basis van het Vlaams decreet van 22 |
december 2017 over het lokaal bestuur. | december 2017 over het lokaal bestuur. |
§ 2. Het politiek verlof van de leden van het bijzonder comité voor de | § 2. Het politiek verlof van de leden van het bijzonder comité voor de |
sociale dienst, andere dan de burgemeester en de schepenen, omvat het | sociale dienst, andere dan de burgemeester en de schepenen, omvat het |
hierna vermelde maximum aantal werkdagen of gedeelten van werkdagen | hierna vermelde maximum aantal werkdagen of gedeelten van werkdagen |
per maand: | per maand: |
- 1/2 dag in gemeenten met minder dan 10.000 inwoners; | - 1/2 dag in gemeenten met minder dan 10.000 inwoners; |
- 1 dag in gemeenten met 10.000 of meer inwoners. | - 1 dag in gemeenten met 10.000 of meer inwoners. |
De bepalingen van artikel 2, tweede en derde lid, zijn van toepassing | De bepalingen van artikel 2, tweede en derde lid, zijn van toepassing |
op het in deze paragraaf bedoelde verlof.". | op het in deze paragraaf bedoelde verlof.". |
Art. 2.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2019. |
Art. 2.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2019. |
Gegeven te Brussel, 4 april 2019. | Gegeven te Brussel, 4 april 2019. |
FILIP | FILIP |
Van Koningswege : | Van Koningswege : |
De Minister van Werk, | De Minister van Werk, |
K. PEETERS | K. PEETERS |
_______ | _______ |
Nota | Nota |
(1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad: | (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad: |
Wet van 19 juli 1976, | Wet van 19 juli 1976, |
Belgisch Staatsblad van 24 augustus 1976. | Belgisch Staatsblad van 24 augustus 1976. |
Wet van 23 maart 2001, | Wet van 23 maart 2001, |
Belgisch Staatsblad van 5 april 2001. | Belgisch Staatsblad van 5 april 2001. |
Koninklijk besluit van 28 december 1976, | Koninklijk besluit van 28 december 1976, |
Belgisch Staatsblad van 31 december 1976. | Belgisch Staatsblad van 31 december 1976. |
Koninklijk besluit van 21 oktober 1980, | Koninklijk besluit van 21 oktober 1980, |
Belgisch Staatsblad van 25 november 1980. | Belgisch Staatsblad van 25 november 1980. |