Etaamb.openjustice.be
Meertalige weergave van Koninklijk Besluit van 03/10/2005
← Terug naar "Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 22 mei 2003 betreffende het op de markt brengen en het gebruiken van biociden "
Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 22 mei 2003 betreffende het op de markt brengen en het gebruiken van biociden Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 22 mei 2003 betreffende het op de markt brengen en het gebruiken van biociden
FEDERALE OVERHEIDSDIENST VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE FEDERALE OVERHEIDSDIENST VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE
VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU
3 OKTOBER 2005. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk 3 OKTOBER 2005. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk
besluit van 22 mei 2003 betreffende het op de markt brengen en het besluit van 22 mei 2003 betreffende het op de markt brengen en het
gebruiken van biociden gebruiken van biociden
ALBERT II, Koning der Belgen, ALBERT II, Koning der Belgen,
Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 21 december 1998 betreffende de productnormen ter Gelet op de wet van 21 december 1998 betreffende de productnormen ter
bevordering van duurzame productie- en consumptiepatronen en ter bevordering van duurzame productie- en consumptiepatronen en ter
bescherming van het leefmilieu en de volksgezondheid, inzonderheid de bescherming van het leefmilieu en de volksgezondheid, inzonderheid de
artikelen 8, zoals gewijzigd bij wet van 28 maart 2003 en 9, eerste artikelen 8, zoals gewijzigd bij wet van 28 maart 2003 en 9, eerste
lid, 1° en 3°; lid, 1° en 3°;
Gelet op het koninklijk besluit van 22 mei 2003 betreffende het op de Gelet op het koninklijk besluit van 22 mei 2003 betreffende het op de
markt brengen en het gebruiken van biociden, inzonderheid op de markt brengen en het gebruiken van biociden, inzonderheid op de
artikelen 5, 8, 17, 27, 29, 34, 38, 52, 54, 56, 60, 65, 67, 71, 76, artikelen 5, 8, 17, 27, 29, 34, 38, 52, 54, 56, 60, 65, 67, 71, 76,
78, 80, 81; 78, 80, 81;
Gelet op het met redenen omkleed advies van de Europese Commissie van Gelet op het met redenen omkleed advies van de Europese Commissie van
7 juli 2004 naar aanleiding van de vaststelling dat sommige aspecten 7 juli 2004 naar aanleiding van de vaststelling dat sommige aspecten
van de reglementering inzake parallelinvoer van biociden niet stroken van de reglementering inzake parallelinvoer van biociden niet stroken
met de interpretatie van de artikelen 28 en 30 van het EG-Verdrag met de interpretatie van de artikelen 28 en 30 van het EG-Verdrag
zoals deze afgeleid wordt uit de arresten van het Hof van Justitie van zoals deze afgeleid wordt uit de arresten van het Hof van Justitie van
10 september 2002 in zaak C-172/00, van 8 mei 2003 in de zaken C-15/11 10 september 2002 in zaak C-172/00, van 8 mei 2003 in de zaken C-15/11
en C-131/01 en van 11 maart 1999 in de zaak C-100/96; en C-131/01 en van 11 maart 1999 in de zaak C-100/96;
Gelet op de kennisgeving aan de Europese Commissie nr 2004/403/B van 8 Gelet op de kennisgeving aan de Europese Commissie nr 2004/403/B van 8
oktober 2004, vereist door de richtlijn 98/34/EG van het Europees oktober 2004, vereist door de richtlijn 98/34/EG van het Europees
Parlement en de Raad van 22 juni 1998 betreffende een Parlement en de Raad van 22 juni 1998 betreffende een
informatieprocedure op het gebied van normen en technische informatieprocedure op het gebied van normen en technische
voorschriften; voorschriften;
Gelet op het advies van de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven, Gelet op het advies van de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven,
gegeven op 5 november 2004; gegeven op 5 november 2004;
Gelet op het advies van de Hoge Gezondheidsraad, gegeven op 16 Gelet op het advies van de Hoge Gezondheidsraad, gegeven op 16
november 2004; november 2004;
Gelet op het advies van de Raad voor het Verbruik, gegeven op 19 Gelet op het advies van de Raad voor het Verbruik, gegeven op 19
november 2004; november 2004;
Gelet op het advies van de Federale Raad voor Duurzame Ontwikkeling, Gelet op het advies van de Federale Raad voor Duurzame Ontwikkeling,
gegeven op 12 november 2004; gegeven op 12 november 2004;
Gelet op de omstandigheid dat de gewestregeringen, tijdens de ICL van Gelet op de omstandigheid dat de gewestregeringen, tijdens de ICL van
1 april 2004, bij het ontwerpen van dit besluit betrokken zijn; 1 april 2004, bij het ontwerpen van dit besluit betrokken zijn;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 28 Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 28
april 2004; april 2004;
Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting; Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting;
Gelet op advies 38.761/1/V van de Raad van State, gegeven op 2 Gelet op advies 38.761/1/V van de Raad van State, gegeven op 2
augustus 2005, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van augustus 2005, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van
de gecoördineerde wetten op de Raad van State; de gecoördineerde wetten op de Raad van State;
Overwegende dat het aangewezen is om de overgangsregeling, voorzien in Overwegende dat het aangewezen is om de overgangsregeling, voorzien in
artikel 78 van voornoemd koninklijk besluit van 22 mei 2003, aan te artikel 78 van voornoemd koninklijk besluit van 22 mei 2003, aan te
passen om te vermijden dat een biocide, bestaande uit een met voor dat passen om te vermijden dat een biocide, bestaande uit een met voor dat
doel toegelaten biocidepreparaat behandeld materiaal, opnieuw moet doel toegelaten biocidepreparaat behandeld materiaal, opnieuw moet
beoordeeld worden op aspecten die reeds zijn onderzocht bij de beoordeeld worden op aspecten die reeds zijn onderzocht bij de
toelatingsaanvraag voor het biocidepreparaat; toelatingsaanvraag voor het biocidepreparaat;
Op de voordracht van Onze Minister van Volksgezondheid en van Onze Op de voordracht van Onze Minister van Volksgezondheid en van Onze
Minister van Leefmilieu, Minister van Leefmilieu,
Hebben Wij besloten en besluiten Wij : Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.In de artikelen 5, § 1, 17, § 2, 38, § 2,2°, 52, § 3, 54,

Artikel 1.In de artikelen 5, § 1, 17, § 2, 38, § 2,2°, 52, § 3, 54,

56, § 4, 60, § 1, 60, § 3, 67, § 1, 71, § 4, 76, § 1 en 80, § 4, van 56, § 4, 60, § 1, 60, § 3, 67, § 1, 71, § 4, 76, § 1 en 80, § 4, van
het koninklijk besluit van 22 mei 2003 betreffende het op de markt het koninklijk besluit van 22 mei 2003 betreffende het op de markt
brengen en het gebruiken van biociden worden de woorden « brengen en het gebruiken van biociden worden de woorden «
Directoraat-generaal Bescherming Volksgezondheid : Leefmilieu » Directoraat-generaal Bescherming Volksgezondheid : Leefmilieu »
vervangen door de woorden « Directoraat-generaal Leefmilieu ». vervangen door de woorden « Directoraat-generaal Leefmilieu ».
In artikel 34 van hetzelfde besluit worden de woorden « Dienst voor In artikel 34 van hetzelfde besluit worden de woorden « Dienst voor
het Leefmilieu » vervangen door de woorden « Directoraat-generaal het Leefmilieu » vervangen door de woorden « Directoraat-generaal
Leefmilieu ». Leefmilieu ».
In de Franse tekst van de artikelen 5, § 1, en 80, § 4, van hetzelfde In de Franse tekst van de artikelen 5, § 1, en 80, § 4, van hetzelfde
besluit worden de woorden « Service des Affaires environnementales » besluit worden de woorden « Service des Affaires environnementales »
vervangen door de woorden « Direction générale Environnement ». vervangen door de woorden « Direction générale Environnement ».

Art. 2.Artikel 8, § 1, van hetzelfde besluit wordt vervangen als

Art. 2.Artikel 8, § 1, van hetzelfde besluit wordt vervangen als

volgt : volgt :
« § 1. De toelating is persoonlijk en kan slechts worden overgedragen « § 1. De toelating is persoonlijk en kan slechts worden overgedragen
mits akkoord van de houder en uitdrukkelijke voorafgaande mits akkoord van de houder en uitdrukkelijke voorafgaande
schriftelijke toestemming van de Minister. » schriftelijke toestemming van de Minister. »

Art. 3.Artikel 27, 3°, a), van hetzelfde besluit wordt vervangen als

Art. 3.Artikel 27, 3°, a), van hetzelfde besluit wordt vervangen als

volgt : volgt :
« a) zonder afbreuk te doen aan punt b) hieronder of aan 4°, gedurende « a) zonder afbreuk te doen aan punt b) hieronder of aan 4°, gedurende
een periode van 10 jaar vanaf 14 mei 2000 voor informatie die werd een periode van 10 jaar vanaf 14 mei 2000 voor informatie die werd
ingediend, in het kader van artikel 78, § 1, tweede lid, of die, vóór ingediend, in het kader van artikel 78, § 1, tweede lid, of die, vóór
11 juli 2003, werd ingediend in het kader van het koninklijk besluit 11 juli 2003, werd ingediend in het kader van het koninklijk besluit
van 5 juni 1975 betreffende het bewaren, het verkopen en het gebruiken van 5 juni 1975 betreffende het bewaren, het verkopen en het gebruiken
van bestrijdingsmiddelen voor niet-landbouwkundig gebruik; ». van bestrijdingsmiddelen voor niet-landbouwkundig gebruik; ».

Art. 4.Artikel 29, 3°, a), van hetzelfde besluit wordt vervangen als

Art. 4.Artikel 29, 3°, a), van hetzelfde besluit wordt vervangen als

volgt : volgt :
« a) zonder afbreuk te doen aan punt b) hieronder of aan 4° van dit « a) zonder afbreuk te doen aan punt b) hieronder of aan 4° van dit
artikel, gedurende een periode van 10 jaar vanaf 14 mei 2000 voor artikel, gedurende een periode van 10 jaar vanaf 14 mei 2000 voor
informatie die werd ingediend in het kader van artikel 78, § 1, tweede informatie die werd ingediend in het kader van artikel 78, § 1, tweede
lid, van dit besluit of die, vóór 11 juli 2003, werd ingediend in het lid, van dit besluit of die, vóór 11 juli 2003, werd ingediend in het
kader van het koninklijk besluit van 5 juni 1975 betreffende het kader van het koninklijk besluit van 5 juni 1975 betreffende het
bewaren, het verkopen en het gebruiken van bestrijdingsmiddelen voor bewaren, het verkopen en het gebruiken van bestrijdingsmiddelen voor
niet-landbouwkundig gebruik; ». niet-landbouwkundig gebruik; ».

Art. 5.In artikel 65, § 1, van hetzelfde besluit wordt een vijfde lid

Art. 5.In artikel 65, § 1, van hetzelfde besluit wordt een vijfde lid

toegevoegd, luidend als volgt : toegevoegd, luidend als volgt :
« In afwijking van het eerste lid en mits gunstig advies van de in « In afwijking van het eerste lid en mits gunstig advies van de in
artikel 61 bedoelde ambtenaar bij de registratie- of artikel 61 bedoelde ambtenaar bij de registratie- of
erkenningsaanvraag, mag de geregistreerde verkoper of de erkende erkenningsaanvraag, mag de geregistreerde verkoper of de erkende
gebruiker de biociden van klasse A bewaren in een lokaal bestemd voor gebruiker de biociden van klasse A bewaren in een lokaal bestemd voor
gevaarlijke chemische producten dat gelijkwaardige waarborgen biedt gevaarlijke chemische producten dat gelijkwaardige waarborgen biedt
inzake de verantwoordelijkheid van de geregistreerde verkoper of de inzake de verantwoordelijkheid van de geregistreerde verkoper of de
erkende gebruiker voor de bewaring en de aflevering van de biociden erkende gebruiker voor de bewaring en de aflevering van de biociden
van klasse A. » van klasse A. »

Art. 6.In artikel 71 van hetzelfde besluit worden volgende

Art. 6.In artikel 71 van hetzelfde besluit worden volgende

wijzigingen aangebracht : wijzigingen aangebracht :
1° Paragraaf 1 wordt vervangen als volgt : 1° Paragraaf 1 wordt vervangen als volgt :
« § 1. In afwijking van artikel 2 is het op de markt brengen, « § 1. In afwijking van artikel 2 is het op de markt brengen,
vervoeren, invoeren, aanbieden, ten toon of te koop stellen, in het vervoeren, invoeren, aanbieden, ten toon of te koop stellen, in het
bezit houden en gebruiken van een biocide dat toegelaten is in een bezit houden en gebruiken van een biocide dat toegelaten is in een
andere lid-Staat van de Europese Unie, toegelaten voorzover : andere lid-Staat van de Europese Unie, toegelaten voorzover :
1° hetzelfde middel, verder « referentiemiddel » genoemd, reeds in 1° hetzelfde middel, verder « referentiemiddel » genoemd, reeds in
België is toegelaten, met dien verstande dat het voor parallelinvoer België is toegelaten, met dien verstande dat het voor parallelinvoer
aangevraagde biocide weliswaar niet op alle punten identiek moet zijn aangevraagde biocide weliswaar niet op alle punten identiek moet zijn
met het referentiemiddel maar ten minste : met het referentiemiddel maar ten minste :
-vervaardigd is met dezelfde werkzame stof; -vervaardigd is met dezelfde werkzame stof;
- dezelfde werking heeft; - dezelfde werking heeft;
- dezelfde oorsprong heeft als het referentiemiddel, in die zin dat - dezelfde oorsprong heeft als het referentiemiddel, in die zin dat
het volgens dezelfde formule is vervaardigd door dezelfde onderneming, het volgens dezelfde formule is vervaardigd door dezelfde onderneming,
een daarmee gelieerde onderneming of een onderneming die onder een daarmee gelieerde onderneming of een onderneming die onder
licentie werkt of, indien de oorsprong niet dezelfde is, de aanvrager licentie werkt of, indien de oorsprong niet dezelfde is, de aanvrager
gegevens voorlegt waarover hij beschikt of die voor hem toegankelijk gegevens voorlegt waarover hij beschikt of die voor hem toegankelijk
zijn en die op zijn minst aannemelijk maken dat het biocide, wat zijn en die op zijn minst aannemelijk maken dat het biocide, wat
betreft de bescherming van de gezondheid van mens en dier en van het betreft de bescherming van de gezondheid van mens en dier en van het
milieu en zijn doeltreffendheid, niet wezenlijk verschilt van het milieu en zijn doeltreffendheid, niet wezenlijk verschilt van het
referentiemiddel en dat de resultaten van het onderzoek van de referentiemiddel en dat de resultaten van het onderzoek van de
veiligheid en de doeltreffendheid zonder enig gevaar voor gezondheid veiligheid en de doeltreffendheid zonder enig gevaar voor gezondheid
of het leefmilieu kunnen worden gebruikt voor het aangevraagde of het leefmilieu kunnen worden gebruikt voor het aangevraagde
biocide; biocide;
2° de Minister, op basis van zo volledig mogelijke inlichtingen, met 2° de Minister, op basis van zo volledig mogelijke inlichtingen, met
inbegrip van deze waarover hij beschikt of die hij heeft kunnen inbegrip van deze waarover hij beschikt of die hij heeft kunnen
verkrijgen in het raam van de samenwerking met de bevoegde overheden verkrijgen in het raam van de samenwerking met de bevoegde overheden
van andere lidstaten van de Europese Unie, aan de invoerder een van andere lidstaten van de Europese Unie, aan de invoerder een
toelating heeft verleend voor parallelinvoer van het betrokken toelating heeft verleend voor parallelinvoer van het betrokken
biocide. » biocide. »
2° In paragraaf 3 worden het zesde en zevende lid, vervangen door een 2° In paragraaf 3 worden het zesde en zevende lid, vervangen door een
lid, luidend als volgt : lid, luidend als volgt :
« De bepalingen van de artikelen 8, 9, 10, 12, 13, 31, 32, van de « De bepalingen van de artikelen 8, 9, 10, 12, 13, 31, 32, van de
artikelen 39 tot met 58, van de artikelen 66 tot en met 69 en van de artikelen 39 tot met 58, van de artikelen 66 tot en met 69 en van de
artikelen 78 tot en met 80 zijn van toepassing op de biociden artikelen 78 tot en met 80 zijn van toepassing op de biociden
toegelaten voor parallelinvoer. Onder « houder van de toelating » toegelaten voor parallelinvoer. Onder « houder van de toelating »
wordt in dit geval verstaan : de persoon aan wie de toelating voor wordt in dit geval verstaan : de persoon aan wie de toelating voor
parallelinvoer is verleend. » parallelinvoer is verleend. »

Art. 7.Artikel 78 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt :

Art. 7.Artikel 78 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt :

«

Art. 78.§ 1. De toelatingen voor het op de markt brengen van

«

Art. 78.§ 1. De toelatingen voor het op de markt brengen van

biociden die werden verleend in toepassing van het koninklijk besluit biociden die werden verleend in toepassing van het koninklijk besluit
van 5 juni 1975 betreffende het bewaren, het verkopen en het gebruiken van 5 juni 1975 betreffende het bewaren, het verkopen en het gebruiken
van bestrijdingsmiddelen voor niet-landbouwkundig gebruik, blijven van bestrijdingsmiddelen voor niet-landbouwkundig gebruik, blijven
voorlopig geldig voor een duur van ten hoogste 10 jaar vanaf de datum voorlopig geldig voor een duur van ten hoogste 10 jaar vanaf de datum
van de toelating of tot de datum vermeld in de toelatingsakte, tenzij van de toelating of tot de datum vermeld in de toelatingsakte, tenzij
voor die datum een beslissing wordt genomen over het opnemen van de voor die datum een beslissing wordt genomen over het opnemen van de
werkzame stof van dat biocide in bijlage I, I A of I B. werkzame stof van dat biocide in bijlage I, I A of I B.
§ 2. In afwijking van artikel 3, § 1, 1°, kan een toelating voor het § 2. In afwijking van artikel 3, § 1, 1°, kan een toelating voor het
op de markt brengen van een biocide verleend worden als voldaan is aan op de markt brengen van een biocide verleend worden als voldaan is aan
de voorwaarden bedoeld in artikel 3, § 1, 2°, 3° en 4° : de voorwaarden bedoeld in artikel 3, § 1, 2°, 3° en 4° :
- tot 1 september 2006 mits elk van zijn werkzame stoffen is opgenomen - tot 1 september 2006 mits elk van zijn werkzame stoffen is opgenomen
in bijlage 1 van de Verordening (EG) nr. 2032/2003 van de Commissie in bijlage 1 van de Verordening (EG) nr. 2032/2003 van de Commissie
van 4 november 2003 inzake de tweede fase van het in artikel 16, lid van 4 november 2003 inzake de tweede fase van het in artikel 16, lid
2, van richtlijn 98/8/EG van het Europese Parlement en de Raad 2, van richtlijn 98/8/EG van het Europese Parlement en de Raad
betreffende het op de markt brengen van biociden bedoelde tienjarige betreffende het op de markt brengen van biociden bedoelde tienjarige
werkprogramma en houdende wijziging van Verordening (EG) nr. werkprogramma en houdende wijziging van Verordening (EG) nr.
1896/2000, en 1896/2000, en
- vanaf 1 september 2006, op voorwaarde dat het biocide behoort tot - vanaf 1 september 2006, op voorwaarde dat het biocide behoort tot
een productsoort die in bijlage II van voornoemde Verordening (EG) nr. een productsoort die in bijlage II van voornoemde Verordening (EG) nr.
2032/2003 is vermeld voor elk van de werkzame stoffen die het bevat en 2032/2003 is vermeld voor elk van de werkzame stoffen die het bevat en
dat zolang de Europese Commissie, voor de betrokken productsoort, geen dat zolang de Europese Commissie, voor de betrokken productsoort, geen
besluit, als bedoeld in Hoofdstuk IV van Titel II, genomen heeft over besluit, als bedoeld in Hoofdstuk IV van Titel II, genomen heeft over
de opname van een van de werkzame stoffen van dat biocide in de de opname van een van de werkzame stoffen van dat biocide in de
bijlagen I, I A of als basisstof in bijlage I B. bijlagen I, I A of als basisstof in bijlage I B.
§ 3. In afwijking van de artikelen 3, 4, 5 en 6, kan een toelating § 3. In afwijking van de artikelen 3, 4, 5 en 6, kan een toelating
worden aangevraagd mits het biocide behoort tot een productsoort die worden aangevraagd mits het biocide behoort tot een productsoort die
in bijlage II van voornoemde Verordening (EG) nr. 2032/2003 is vermeld in bijlage II van voornoemde Verordening (EG) nr. 2032/2003 is vermeld
voor elk van de werkzame stoffen die het bevat : voor elk van de werkzame stoffen die het bevat :
- ofwel, met mededeling van de gegevens vereist volgens Document B10 - ofwel, met mededeling van de gegevens vereist volgens Document B10
in bijlage VII, indien de bevoegde overheid in een andere lidstaat van in bijlage VII, indien de bevoegde overheid in een andere lidstaat van
de Europese Unie voor het biocide in het raam van een de Europese Unie voor het biocide in het raam van een
toelatingsprocedure een toelating heeft afgeleverd die nog geldig is, toelatingsprocedure een toelating heeft afgeleverd die nog geldig is,
- ofwel, met mededeling van de gegevens vereist volgens Document B10 - ofwel, met mededeling van de gegevens vereist volgens Document B10
in bijlage VII, indien in België reeds een toelating bestaat voor in bijlage VII, indien in België reeds een toelating bestaat voor
biociden die dezelfde werkzame stoffen bevatten, biociden die dezelfde werkzame stoffen bevatten,
- ofwel met mededeling van de gegevens vereist volgens Document B10 in - ofwel met mededeling van de gegevens vereist volgens Document B10 in
bijlage VII, indien de verlenging of hernieuwing van de eerder bijlage VII, indien de verlenging of hernieuwing van de eerder
verleende toelating van het biocide na het verstrijken van de verleende toelating van het biocide na het verstrijken van de
geldigheid van de verleende toelating is aangevraagd, geldigheid van de verleende toelating is aangevraagd,
- ofwel met mededeling van de gegevens vereist volgens Document B7 in - ofwel met mededeling van de gegevens vereist volgens Document B7 in
bijlage VII, indien het biocide identiek is met een reeds in België bijlage VII, indien het biocide identiek is met een reeds in België
toegelaten biocide. toegelaten biocide.
§ 4. De onder de vorige paragraaf bedoelde aanvraag wordt ingediend § 4. De onder de vorige paragraaf bedoelde aanvraag wordt ingediend
bij de dienst voorzien in artikel 5, § 1, die de administratieve bij de dienst voorzien in artikel 5, § 1, die de administratieve
ontvankelijkheid nakijkt en hierover binnen veertien dagen na ontvankelijkheid nakijkt en hierover binnen veertien dagen na
ontvangst een bericht stuurt naar de aanvrager. ontvangst een bericht stuurt naar de aanvrager.
Indien het onderzoek van de administratieve ontvankelijkheid heeft Indien het onderzoek van de administratieve ontvankelijkheid heeft
aangetoond dat het biocide voldoet aan het criterium vermeld in het aangetoond dat het biocide voldoet aan het criterium vermeld in het
eerste of in het vierde gedachtestreepje van de vorige paragraaf en eerste of in het vierde gedachtestreepje van de vorige paragraaf en
mits de bestaande toelating geldig is voor een identiek biocide met mits de bestaande toelating geldig is voor een identiek biocide met
dezelfde toepassingen en met dezelfde gebruiksdosering, kan de dezelfde toepassingen en met dezelfde gebruiksdosering, kan de
Minister een toelating verlenen voor de reeds toegelaten toepassingen. Minister een toelating verlenen voor de reeds toegelaten toepassingen.
In de andere gevallen en mits de aanvraag administratief ontvankelijk In de andere gevallen en mits de aanvraag administratief ontvankelijk
is, wordt de aanvraag binnen 14 dagen na ontvangst overgemaakt aan het is, wordt de aanvraag binnen 14 dagen na ontvangst overgemaakt aan het
wetenschappelijk secretariaat van de Hoge Gezondheidsraad dat, binnen wetenschappelijk secretariaat van de Hoge Gezondheidsraad dat, binnen
45 dagen, beslist over de volledigheid van het dossier met betrekking 45 dagen, beslist over de volledigheid van het dossier met betrekking
tot de volgens het onder de vorige paragraaf vernoemde Document B10 tot de volgens het onder de vorige paragraaf vernoemde Document B10
vereiste gegevens. vereiste gegevens.
De Hoge Gezondheidsraad geeft, binnen 4 maanden na de beslissing van De Hoge Gezondheidsraad geeft, binnen 4 maanden na de beslissing van
het wetenschappelijk secretariaat, over de volledigheid, advies over het wetenschappelijk secretariaat, over de volledigheid, advies over
de toelating. de toelating.
Indien de Hoge Gezondheidsraad bijkomende gegevens nodig heeft, worden Indien de Hoge Gezondheidsraad bijkomende gegevens nodig heeft, worden
deze, door de dienst voorzien in artikel 5, § 1, in eenmaal aan de deze, door de dienst voorzien in artikel 5, § 1, in eenmaal aan de
aanvrager gevraagd. aanvrager gevraagd.
De termijn van vier maanden voor adviesverlening door de Hoge De termijn van vier maanden voor adviesverlening door de Hoge
Gezondheidsraad wordt opgeschort vanaf de datum van overmaking van Gezondheidsraad wordt opgeschort vanaf de datum van overmaking van
diens vraagstelling aan de voornoemde dienst tot op de datum van de diens vraagstelling aan de voornoemde dienst tot op de datum van de
ontvangst van de gevraagde gegevens door de Hoge Gezondheidsraad. ontvangst van de gevraagde gegevens door de Hoge Gezondheidsraad.
De aanvrager heeft, vanaf de notificatie van de vraag, een maand tijd De aanvrager heeft, vanaf de notificatie van de vraag, een maand tijd
voor het bezorgen van de gegevens gevraagd door de Hoge voor het bezorgen van de gegevens gevraagd door de Hoge
Gezondheidsraad. In voorkomend geval moet de aanvrager bevestigen dat Gezondheidsraad. In voorkomend geval moet de aanvrager bevestigen dat
hij de gevraagde gegevens niet kan leveren. hij de gevraagde gegevens niet kan leveren.
Indien de Hoge Gezondheidsraad geen advies verleent binnen de Indien de Hoge Gezondheidsraad geen advies verleent binnen de
voornoemde termijnen beslist de Minister over de toelating. Als de voornoemde termijnen beslist de Minister over de toelating. Als de
Minister van mening is dat hij de toelating niet kan verlenen, deelt Minister van mening is dat hij de toelating niet kan verlenen, deelt
hij de motieven waarop hij zijn oordeel grondt, bij een ter post hij de motieven waarop hij zijn oordeel grondt, bij een ter post
aangetekende brief, aan de aanvrager mee. aangetekende brief, aan de aanvrager mee.
§ 5. De criteria en bepalingen vermeld in de vorige paragrafen zijn § 5. De criteria en bepalingen vermeld in de vorige paragrafen zijn
van toepassing op de toelatingsaanvragen die reeds zijn ingediend en van toepassing op de toelatingsaanvragen die reeds zijn ingediend en
voor dewelke geen definitieve beslissing is genomen op het tijdstip voor dewelke geen definitieve beslissing is genomen op het tijdstip
van het in werkingtreden van deze bepaling, mits het ingediende van het in werkingtreden van deze bepaling, mits het ingediende
dossier voldoet aan de voorwaarden in document B10 van bijlage VII. dossier voldoet aan de voorwaarden in document B10 van bijlage VII.
De criteria en bepalingen vermeld in de vorige paragrafen zijn van De criteria en bepalingen vermeld in de vorige paragrafen zijn van
toepassing op de toelatingsaanvragen waarvan sprake in de artikelen toepassing op de toelatingsaanvragen waarvan sprake in de artikelen
78, quinquies en sexies op voorwaarde dat de voorwaarden uit die 78, quinquies en sexies op voorwaarde dat de voorwaarden uit die
artikels werden gerespecteerd en mits het ingediende dossier voldoet artikels werden gerespecteerd en mits het ingediende dossier voldoet
aan de voorwaarden in Document B10 van bijlage VII. aan de voorwaarden in Document B10 van bijlage VII.
De toelatingsmodaliteiten voorzien in artikel 8 en de modaliteiten De toelatingsmodaliteiten voorzien in artikel 8 en de modaliteiten
inzake beroep, wijziging, schorsing en opheffing voorzien in de inzake beroep, wijziging, schorsing en opheffing voorzien in de
artikelen 7, 9, 10, 11 en 13 zijn van toepassing op de krachtens dit artikelen 7, 9, 10, 11 en 13 zijn van toepassing op de krachtens dit
artikel verleende toelatingen. » artikel verleende toelatingen. »

Art. 8.In hetzelfde besluit worden de volgende artikelen 78bis tot

Art. 8.In hetzelfde besluit worden de volgende artikelen 78bis tot

78septies ingevoegd, luidend als volgt : 78septies ingevoegd, luidend als volgt :
«

Art. 78bis.In afwijking van artikel 3, § 1, 1°, vervallen de

«

Art. 78bis.In afwijking van artikel 3, § 1, 1°, vervallen de

toelatingen voor het op de markt brengen van biociden, die na 11 juli toelatingen voor het op de markt brengen van biociden, die na 11 juli
2003 en overeenkomstig de bepaling van dit besluit zijn hernieuwd of 2003 en overeenkomstig de bepaling van dit besluit zijn hernieuwd of
verlengd, op 13 mei 2010, tenzij één van de werkzame stoffen die in verlengd, op 13 mei 2010, tenzij één van de werkzame stoffen die in
het biocide aanwezig zijn, vóór deze datum op een lijst in bijlage I, het biocide aanwezig zijn, vóór deze datum op een lijst in bijlage I,
I A of I B is opgenomen. I A of I B is opgenomen.

Art. 78ter.§ 1. Voor de biociden waarvan de werkzame stof geviseerd

Art. 78ter.§ 1. Voor de biociden waarvan de werkzame stof geviseerd

is door een beslissing tot opname in de bijlage I of I A moet een is door een beslissing tot opname in de bijlage I of I A moet een
aanvraag tot toelating of tot registratie worden ingediend binnen de aanvraag tot toelating of tot registratie worden ingediend binnen de
door de Minister bepaalde termijn. door de Minister bepaalde termijn.
§ 2. Aan de aanvragers die een ontvankelijke hernieuwingsaanvraag § 2. Aan de aanvragers die een ontvankelijke hernieuwingsaanvraag
hebben ingediend kan de Minister, conform artikel 24, § 2, tweede lid, hebben ingediend kan de Minister, conform artikel 24, § 2, tweede lid,
de hernieuwing toestaan voor een minimale periode die voor de de hernieuwing toestaan voor een minimale periode die voor de
afhandeling van herziening noodzakelijk is. afhandeling van herziening noodzakelijk is.
Aan de aanvragers wiens hernieuwingsaanvraag niet ontvankelijk of Aan de aanvragers wiens hernieuwingsaanvraag niet ontvankelijk of
geweigerd was, kan de Minister voor het verwijderen of voor de opslag geweigerd was, kan de Minister voor het verwijderen of voor de opslag
en het op de markt brengen van bestaande voorraden een termijn van zes en het op de markt brengen van bestaande voorraden een termijn van zes
maanden toestaan en voor het opgebruiken 18 maanden telkens te rekenen maanden toestaan en voor het opgebruiken 18 maanden telkens te rekenen
vanaf de datum van de verklaring van onontvankelijkheid of van vanaf de datum van de verklaring van onontvankelijkheid of van
weigering, desgevallend moet hij de termijnen opleggen die in een weigering, desgevallend moet hij de termijnen opleggen die in een
beslissing van de Europese Commissie over de betrokken werkzame stof beslissing van de Europese Commissie over de betrokken werkzame stof
zijn voorgeschreven. zijn voorgeschreven.
§ 3. Voor de biociden die geviseerd zijn door een beslissing van de § 3. Voor de biociden die geviseerd zijn door een beslissing van de
Europese Commissie om hun werkzame stof niet op te nemen in de bijlage Europese Commissie om hun werkzame stof niet op te nemen in de bijlage
I, I A, I B, gelden voor het verwijderen of voor de opslag en voor het I, I A, I B, gelden voor het verwijderen of voor de opslag en voor het
op de markt brengen van bestaande voorraden een termijn van 6 maanden op de markt brengen van bestaande voorraden een termijn van 6 maanden
en voor het opgebruiken een termijn van 18 maanden telkens te rekenen en voor het opgebruiken een termijn van 18 maanden telkens te rekenen
vanaf de datum waarop de beslissing van de Europese Commissie vanaf de datum waarop de beslissing van de Europese Commissie
uitwerking heeft. Indien in een beslissing van de Europese Commissie uitwerking heeft. Indien in een beslissing van de Europese Commissie
over de betrokken werkzame stof andere termijnen zijn voorgeschreven over de betrokken werkzame stof andere termijnen zijn voorgeschreven
zullen die door de Minister worden opgelegd. zullen die door de Minister worden opgelegd.
In afwijking van voorgaand lid en voor wat betreft de biociden die een In afwijking van voorgaand lid en voor wat betreft de biociden die een
of meer werkzame stoffen bevatten die zijn opgenomen in bijlage III of meer werkzame stoffen bevatten die zijn opgenomen in bijlage III
van de voornoemde Verordening (EG) nr. 2032/2003 alsook voor de van de voornoemde Verordening (EG) nr. 2032/2003 alsook voor de
biociden die één of meerdere werkzame stoffen bevatten voor dewelke de biociden die één of meerdere werkzame stoffen bevatten voor dewelke de
productsoort waartoe het betrokken biocide behoort niet is vermeld in productsoort waartoe het betrokken biocide behoort niet is vermeld in
bijlage II van dezelfde Verordening, is de datum voor het uit de bijlage II van dezelfde Verordening, is de datum voor het uit de
handel nemen vastgesteld op 1 september 2006. handel nemen vastgesteld op 1 september 2006.

Art. 78quater.§ 1. In afwijking van de artikelen 3, 4, 5 en 6 en voor

Art. 78quater.§ 1. In afwijking van de artikelen 3, 4, 5 en 6 en voor

wat betreft een biocide dat behoort tot een productsoort die in wat betreft een biocide dat behoort tot een productsoort die in
bijlage II van voornoemde Verordening (EG) nr. 2032/2003 is vermeld bijlage II van voornoemde Verordening (EG) nr. 2032/2003 is vermeld
voor elk van de werkzame stoffen die het bevat kan de Minister voor elk van de werkzame stoffen die het bevat kan de Minister
ambtshalve een hernieuwing, verlenging of naamswijziging verlenen voor ambtshalve een hernieuwing, verlenging of naamswijziging verlenen voor
de betrokken productsoort, op voorwaarde dat : de betrokken productsoort, op voorwaarde dat :
- de aanvraag tot hernieuwing, verlenging of naamswijziging, bij een - de aanvraag tot hernieuwing, verlenging of naamswijziging, bij een
ter post aangetekende brief voor het einde van de geldigheid van de ter post aangetekende brief voor het einde van de geldigheid van de
lopende toelating is ingediend; lopende toelating is ingediend;
- het biocide waarover de aanvraag gaat identiek is met het toegelaten - het biocide waarover de aanvraag gaat identiek is met het toegelaten
biocide of enkel volgende beperkte wijzigingen heeft ondergaan : een biocide of enkel volgende beperkte wijzigingen heeft ondergaan : een
andere procentuele verhouding van één of meer niet-werkzame stoffen andere procentuele verhouding van één of meer niet-werkzame stoffen
zonder impact op de etikettering en/of de vervanging van één of meer zonder impact op de etikettering en/of de vervanging van één of meer
pigmenten, kleurstoffen of reukstoffen door andere met hetzelfde of pigmenten, kleurstoffen of reukstoffen door andere met hetzelfde of
een kleiner risico, zonder dat de doeltreffendheid daardoor afneemt; een kleiner risico, zonder dat de doeltreffendheid daardoor afneemt;
- Bij de hernieuwingsaanvraag de aanvrager, aan de hand van een - Bij de hernieuwingsaanvraag de aanvrager, aan de hand van een
volledige beschrijving (volledige samenstelling van het preparaat + volledige beschrijving (volledige samenstelling van het preparaat +
voorziene handelshoeveelheid) en een ontledingsattest, aantoont dat voorziene handelshoeveelheid) en een ontledingsattest, aantoont dat
aan voornoemde voorwaarden is voldaan. aan voornoemde voorwaarden is voldaan.
§ 2. Indien de Minister oordeelt dat hij de ambtshalve hernieuwing of § 2. Indien de Minister oordeelt dat hij de ambtshalve hernieuwing of
verlenging niet kan toestaan, deelt hij dit binnen 14 dagen na de verlenging niet kan toestaan, deelt hij dit binnen 14 dagen na de
ontvangst van de aanvraag mee aan de aanvrager, die in de gelegenheid ontvangst van de aanvraag mee aan de aanvrager, die in de gelegenheid
is de aanvraag in te dienen volgens de criteria en bepalingen vermeld is de aanvraag in te dienen volgens de criteria en bepalingen vermeld
onder § 3 van het artikel 78. onder § 3 van het artikel 78.
§ 3. Een met toepassing van § 1 verleende of in artikel 78, §§ 1, 2 of § 3. Een met toepassing van § 1 verleende of in artikel 78, §§ 1, 2 of
3, bedoelde toelating, hernieuwing of verlenging vervalt steeds vanaf 3, bedoelde toelating, hernieuwing of verlenging vervalt steeds vanaf
het in voege treden van de beslissing over de opname van één of het in voege treden van de beslissing over de opname van één of
meerdere van de werkzame stoffen van het desbetreffende biocide in meerdere van de werkzame stoffen van het desbetreffende biocide in
bijlage I, IA of IB van voornoemde richtlijn 98/8/EG, voor de bijlage I, IA of IB van voornoemde richtlijn 98/8/EG, voor de
productsoort waartoe het biocide behoort, en op 13 mei 2010 ten productsoort waartoe het biocide behoort, en op 13 mei 2010 ten
laatste. laatste.

Art. 78quinquies.Aanvragen tot toelating voor het op de markt brengen

Art. 78quinquies.Aanvragen tot toelating voor het op de markt brengen

van biociden die onder de gelding van het koninklijk besluit van 5 van biociden die onder de gelding van het koninklijk besluit van 5
juni 1975 betreffende het bewaren, het verkopen en het gebruiken van juni 1975 betreffende het bewaren, het verkopen en het gebruiken van
bestrijdingsmiddelen voor niet-landbouwkundig gebruik, zijn ingediend bestrijdingsmiddelen voor niet-landbouwkundig gebruik, zijn ingediend
en waarover op 11 juli 2003 geen definitieve uitspraak is gedaan, en waarover op 11 juli 2003 geen definitieve uitspraak is gedaan,
vervallen. vervallen.
Voor deze aanvragen kan een nieuwe aanvraagprocedure worden ingeleid Voor deze aanvragen kan een nieuwe aanvraagprocedure worden ingeleid
door verzending door de aanvrager van een aangetekende brief met door verzending door de aanvrager van een aangetekende brief met
verwijzing naar het oude dossier, in voorkomend geval gevolgd door verwijzing naar het oude dossier, in voorkomend geval gevolgd door
aanvullende informatie. Opdat de aanvraag tot herneming van de aanvullende informatie. Opdat de aanvraag tot herneming van de
procedure ontvankelijk zou zijn moet de aangetekende brief binnen drie procedure ontvankelijk zou zijn moet de aangetekende brief binnen drie
maanden na 11 juli 2003 verzonden zijn. maanden na 11 juli 2003 verzonden zijn.
Bij het herindienen van de aanvraag zullen de retributies die in Bij het herindienen van de aanvraag zullen de retributies die in
toepassing van het koninklijk besluit van 23 juni 1995 betreffende toepassing van het koninklijk besluit van 23 juni 1995 betreffende
gevaarlijke stoffen en preparaten en bestrijdingsmiddelen voor gevaarlijke stoffen en preparaten en bestrijdingsmiddelen voor
niet-landbouwkundig gebruik voor een in het voorgaand lid bedoelde niet-landbouwkundig gebruik voor een in het voorgaand lid bedoelde
aanvraag werden betaald, hetzij worden terugbetaald voor het gedeelte aanvraag werden betaald, hetzij worden terugbetaald voor het gedeelte
dat meer bedroeg dan wat volgens dit besluit is vereist, hetzij in dat meer bedroeg dan wat volgens dit besluit is vereist, hetzij in
mindering worden gebracht op de retributies, indien zij minder mindering worden gebracht op de retributies, indien zij minder
bedroegen dan verschuldigd voor een overeenkomstig de bepalingen van bedroegen dan verschuldigd voor een overeenkomstig de bepalingen van
dit besluit in te dienen nieuw aanvraagdossier. De gedeeltelijke dit besluit in te dienen nieuw aanvraagdossier. De gedeeltelijke
terugbetaling zal kunnen gevraagd worden nadat voor het krachtens het terugbetaling zal kunnen gevraagd worden nadat voor het krachtens het
voorgaand lid ingediende aanvullend dossier de volledigheidsverklaring voorgaand lid ingediende aanvullend dossier de volledigheidsverklaring
voorzien in art. 6, § 1, is afgeleverd. voorzien in art. 6, § 1, is afgeleverd.
Art. 78 sexies. Aanvragen tot erkenning voor het op de markt brengen Art. 78 sexies. Aanvragen tot erkenning voor het op de markt brengen
van biociden die zijn ingediend onder de gelding van het koninklijk van biociden die zijn ingediend onder de gelding van het koninklijk
besluit van 28 februari 1994 betreffende het bewaren, het op de markt besluit van 28 februari 1994 betreffende het bewaren, het op de markt
brengen en het gebruiken van bestrijdingsmiddelen voor landbouwkundig brengen en het gebruiken van bestrijdingsmiddelen voor landbouwkundig
gebruik zijn ingediend, en waarover op 11 juli 2003 geen definitieve gebruik zijn ingediend, en waarover op 11 juli 2003 geen definitieve
uitspraak is gedaan, vervallen. uitspraak is gedaan, vervallen.
Voor deze aanvragen kan een aanvraagprocedure met toepassing van dit Voor deze aanvragen kan een aanvraagprocedure met toepassing van dit
besluit worden ingeleid door verzending aan de Minister op het in besluit worden ingeleid door verzending aan de Minister op het in
artikel 5, § 1, vermelde adres door de aanvrager van een aangetekende artikel 5, § 1, vermelde adres door de aanvrager van een aangetekende
brief met verwijzing naar het oude dossier, in voorkomend geval brief met verwijzing naar het oude dossier, in voorkomend geval
gevolgd door aanvullende informatie. Opdat de aanvraag tot herneming gevolgd door aanvullende informatie. Opdat de aanvraag tot herneming
van de procedure ontvankelijk zou zijn moet de aangetekende brief ten van de procedure ontvankelijk zou zijn moet de aangetekende brief ten
laatste binnen drie maanden na 11 juli 2003 verzonden zijn. laatste binnen drie maanden na 11 juli 2003 verzonden zijn.
De aanvraagdossiers waarvoor de aanvrager de in het vorige lid De aanvraagdossiers waarvoor de aanvrager de in het vorige lid
bedoelde aangetekende brief heeft verstuurd worden door de bevoegde bedoelde aangetekende brief heeft verstuurd worden door de bevoegde
dienst aan de in artikel 5, § 1, vermelde dienst bezorgd. dienst aan de in artikel 5, § 1, vermelde dienst bezorgd.
Bij het herindienen van de aanvraag zullen de retributies die bij de Bij het herindienen van de aanvraag zullen de retributies die bij de
aanvraag tot erkenning met toepassing van het hierboven vernoemde aanvraag tot erkenning met toepassing van het hierboven vernoemde
koninklijk besluit van 28 februari 1994 reeds werden betaald in koninklijk besluit van 28 februari 1994 reeds werden betaald in
mindering worden gebracht op de retributies voor een overeenkomstig de mindering worden gebracht op de retributies voor een overeenkomstig de
bepalingen van dit besluit in te dienen nieuw aanvraagdossier, indien bepalingen van dit besluit in te dienen nieuw aanvraagdossier, indien
zij minder bedroegen dan verschuldigd voor een in te dienen nieuw zij minder bedroegen dan verschuldigd voor een in te dienen nieuw
aanvraagdossier. aanvraagdossier.
Art. 78 septies. In afwijking van artikel 2, en bij wijze van Art. 78 septies. In afwijking van artikel 2, en bij wijze van
overgangsmaatregel tot het in voege treden van de beslissing over de overgangsmaatregel tot het in voege treden van de beslissing over de
opname in bijlage I, I A of I B van voornoemde richtlijn 98/8/EG van opname in bijlage I, I A of I B van voornoemde richtlijn 98/8/EG van
de betrokken werkzame stof, voor de productsoort waartoe het biocide de betrokken werkzame stof, voor de productsoort waartoe het biocide
behoort, is het toegestaan biocide eigenschappen te vermelden voor behoort, is het toegestaan biocide eigenschappen te vermelden voor
materiaal dat is behandeld met een biocide dat daarvoor krachtens dit materiaal dat is behandeld met een biocide dat daarvoor krachtens dit
besluit is toegelaten en waarvan de doeltreffendheid en de afwezigheid besluit is toegelaten en waarvan de doeltreffendheid en de afwezigheid
van risico voor mens of milieu van het behandelde materiaal bij het van risico voor mens of milieu van het behandelde materiaal bij het
onderzoek van de toelating van het bij de behandeling betrokken onderzoek van de toelating van het bij de behandeling betrokken
biocide zijn aangetoond, op voorwaarde dat de verantwoordelijke biocide zijn aangetoond, op voorwaarde dat de verantwoordelijke
tenminste 5 werkdagen voorafgaand aan het op de markt brengen per tenminste 5 werkdagen voorafgaand aan het op de markt brengen per
aangetekende post een kennisgeving heeft ingediend bij de in artikel aangetekende post een kennisgeving heeft ingediend bij de in artikel
5, § 1, vermelde dienst. Die kennisgeving moet omvatten : naam en 5, § 1, vermelde dienst. Die kennisgeving moet omvatten : naam en
adres van de kennisgever, de omschrijving van het behandelde adres van de kennisgever, de omschrijving van het behandelde
materiaal, de beschrijving van de biocidewerking en de naam en materiaal, de beschrijving van de biocidewerking en de naam en
toelatingsnummer van het voor de behandeling gebruikte biocide. Het toelatingsnummer van het voor de behandeling gebruikte biocide. Het
etiket van het biocide materiaal moet melding maken van het toegelaten etiket van het biocide materiaal moet melding maken van het toegelaten
biocide gebruikt voor de behandeling. » biocide gebruikt voor de behandeling. »

Art. 9.In artikel 81 van hetzelfde besluit wordt een tweede lid

Art. 9.In artikel 81 van hetzelfde besluit wordt een tweede lid

toegevoegd, luidend als volgt : toegevoegd, luidend als volgt :
« De Minister kan de adressen en de andere administratieve gegevens in « De Minister kan de adressen en de andere administratieve gegevens in
de bijlagen aanpassen. » de bijlagen aanpassen. »

Art. 10.Deel A van bijlage VII bij het koninklijk besluit van 22 mei

Art. 10.Deel A van bijlage VII bij het koninklijk besluit van 22 mei

2003 betreffende het op de markt brengen en het gebruiken van biociden 2003 betreffende het op de markt brengen en het gebruiken van biociden
wordt vervangen door bijlage I. wordt vervangen door bijlage I.
Bijlage II wordt toegevoegd als deel B10 aan de in het vorige lid Bijlage II wordt toegevoegd als deel B10 aan de in het vorige lid
voornoemde bijlage VII. voornoemde bijlage VII.

Art. 11.In bijlage VIII van hetzelfde besluit worden de vermeldingen

Art. 11.In bijlage VIII van hetzelfde besluit worden de vermeldingen

in het bovenste kader vervangen door volgende vermelding : in het bovenste kader vervangen door volgende vermelding :
« De retributie, 500 EUR, dient gestort of overgeschreven te worden op « De retributie, 500 EUR, dient gestort of overgeschreven te worden op
PR. Nr. 679-2005959-96, van PR. Nr. 679-2005959-96, van
FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu
Retribut. & bijdragen producten Retribut. & bijdragen producten
Victor Hortaplein 40, bus 10 Victor Hortaplein 40, bus 10
1060 Brussel 1060 Brussel
Op het stortingsbulletin dient verwezen te worden naar « KB14/1/04 Op het stortingsbulletin dient verwezen te worden naar « KB14/1/04
art. 9, § 1, 3°, b) » en naar het product. » art. 9, § 1, 3°, b) » en naar het product. »

Art. 12.In bijlage IX van hetzelfde besluit worden de vermeldingen in

Art. 12.In bijlage IX van hetzelfde besluit worden de vermeldingen in

het bovenste kader vervangen door volgende vermelding : het bovenste kader vervangen door volgende vermelding :
« De retributie, 100 EUR of 250 EUR, naargelang het geval, dient « De retributie, 100 EUR of 250 EUR, naargelang het geval, dient
gestort of overgeschreven te worden op gestort of overgeschreven te worden op
PR. Nr. 679-2005959-96, van PR. Nr. 679-2005959-96, van
FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu
Retribut. & bijdragen producten Retribut. & bijdragen producten
Victor Hortaplein 40, bus 10 Victor Hortaplein 40, bus 10
1060 Brussel 1060 Brussel
Op het stortingsbulletin dient verwezen te worden naar « KB14/1/04 Op het stortingsbulletin dient verwezen te worden naar « KB14/1/04
art. 9, § 1, 7° » of « KB14/1/04 art 9, § 1, 8° » en naar het product. art. 9, § 1, 7° » of « KB14/1/04 art 9, § 1, 8° » en naar het product.
» »

Art. 13.In bijlage X van hetzelfde besluit worden de vermeldingen in

Art. 13.In bijlage X van hetzelfde besluit worden de vermeldingen in

het bovenste kader vervangen door volgende vermelding : het bovenste kader vervangen door volgende vermelding :
« De retributie, 150 EUR, dient gestort of overgeschreven te worden op « De retributie, 150 EUR, dient gestort of overgeschreven te worden op
PR. Nr. 679-2005959-96, van PR. Nr. 679-2005959-96, van
FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu
Retribut. & bijdragen producten Retribut. & bijdragen producten
Victor Hortaplein 40, bus 10 Victor Hortaplein 40, bus 10
1060 Brussel 1060 Brussel
Op het stortingsbulletin dient verwezen te worden naar « KB14/1/04 Op het stortingsbulletin dient verwezen te worden naar « KB14/1/04
art. 9, § 3 » en naar het product. » art. 9, § 3 » en naar het product. »

Art. 14.Bijlage XII van hetzelfde besluit wordt aangevuld met de

Art. 14.Bijlage XII van hetzelfde besluit wordt aangevuld met de

vermelding : vermelding :
« - sulfuryl difluoride ». « - sulfuryl difluoride ».

Art. 15.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het

Art. 15.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het

Belgisch Staatsblad wordt bekend gemaakt. Belgisch Staatsblad wordt bekend gemaakt.

Art. 16.Onze Minister bevoegd voor Volksgezondheid en Onze Minister

Art. 16.Onze Minister bevoegd voor Volksgezondheid en Onze Minister

bevoegd voor Leefmilieu zijn, ieder wat hem betreft, belast met de bevoegd voor Leefmilieu zijn, ieder wat hem betreft, belast met de
uitvoering van dit besluit. uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 3 oktober 2005. Gegeven te Brussel, 3 oktober 2005.
ALBERT ALBERT
Van Koningswege : Van Koningswege :
De Minister van Volksgezondheid, De Minister van Volksgezondheid,
R. DEMOTTE R. DEMOTTE
De Minister van Leefmilieu, De Minister van Leefmilieu,
B. TOBBACK B. TOBBACK
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld
Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 3 oktober 2005 tot Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 3 oktober 2005 tot
wijziging van het koninklijk besluit van 22 mei 2003 betreffende het wijziging van het koninklijk besluit van 22 mei 2003 betreffende het
op de markt brengen en het gebruiken van biociden. op de markt brengen en het gebruiken van biociden.
ALBERT ALBERT
Van Koningswege : Van Koningswege :
De Minister van Volksgezondheid, De Minister van Volksgezondheid,
R. DEMOTTE R. DEMOTTE
De Minister van Leefmilieu, De Minister van Leefmilieu,
B. TOBBACK B. TOBBACK
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld
Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 3 oktober 2005 tot Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 3 oktober 2005 tot
wijziging van het koninklijk besluit van 22 mei 2003 betreffende het wijziging van het koninklijk besluit van 22 mei 2003 betreffende het
op de markt brengen en het gebruiken van biociden. op de markt brengen en het gebruiken van biociden.
ALBERT ALBERT
Van Koningswege : Van Koningswege :
De Minister van Volksgezondheid, De Minister van Volksgezondheid,
R. DEMOTTE R. DEMOTTE
De Minister van Leefmilieu, De Minister van Leefmilieu,
B. TOBBACK B. TOBBACK
^