| Koninklijk besluit tot wijziging van de artikelen 46, 71, 137, 154 en 175 van het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering | Koninklijk besluit tot wijziging van de artikelen 46, 71, 137, 154 en 175 van het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering |
|---|---|
| MINISTERIE VAN TEWERKSTELLING EN ARBEID | MINISTERIE VAN TEWERKSTELLING EN ARBEID |
| 3 MEI 1999. - Koninklijk besluit tot wijziging van de artikelen 46, | 3 MEI 1999. - Koninklijk besluit tot wijziging van de artikelen 46, |
| 71, 137, 154 en 175 van het koninklijk besluit van 25 november 1991 | 71, 137, 154 en 175 van het koninklijk besluit van 25 november 1991 |
| houdende de werkloosheidsreglementering (1) | houdende de werkloosheidsreglementering (1) |
| ALBERT II, Koning der Belgen, | ALBERT II, Koning der Belgen, |
| Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. | Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. |
| Gelet op de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de | Gelet op de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de |
| maatschappelijke zekerheid der arbeiders, inzonderheid op artikel 7, | maatschappelijke zekerheid der arbeiders, inzonderheid op artikel 7, |
| gewijzigd bij de wetten van 14 juli 1951, 14 februari 1961, 16 april | gewijzigd bij de wetten van 14 juli 1951, 14 februari 1961, 16 april |
| 1963, 11 januari 1967, 10 oktober 1967, de koninklijke besluiten nr. | 1963, 11 januari 1967, 10 oktober 1967, de koninklijke besluiten nr. |
| 13 van 11 oktober 1978 en nr. 28 van 24 maart 1982, de wetten van 22 | 13 van 11 oktober 1978 en nr. 28 van 24 maart 1982, de wetten van 22 |
| januari 1985, 30 december 1988, 26 juni 1992 en 30 maart 1994, het | januari 1985, 30 december 1988, 26 juni 1992 en 30 maart 1994, het |
| koninklijk besluit van 14 november 1996 en de wetten van 13 maart 1997 | koninklijk besluit van 14 november 1996 en de wetten van 13 maart 1997 |
| en 13 februari 1998; | en 13 februari 1998; |
| Gelet op het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de | Gelet op het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de |
| werkloosheidsreglementering, inzonderheid op de artikelen 46, | werkloosheidsreglementering, inzonderheid op de artikelen 46, |
| gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 13 december 1996 en 9 maart | gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 13 december 1996 en 9 maart |
| 1999, 71, 137, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 11 januari | 1999, 71, 137, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 11 januari |
| 1993, 25 mei 1993, 22 november 1995, 22 december 1995, 9 juni 1997 en | 1993, 25 mei 1993, 22 november 1995, 22 december 1995, 9 juni 1997 en |
| 8 augustus 1997, 154, en 175, gewijzigd bij de koninklijke besluiten | 8 augustus 1997, 154, en 175, gewijzigd bij de koninklijke besluiten |
| van 30 maart 1994, 12 augustus 1994 en 4 april 1995; | van 30 maart 1994, 12 augustus 1994 en 4 april 1995; |
| Gelet op de wet van 25 april 1963 betreffende het beheer van de | Gelet op de wet van 25 april 1963 betreffende het beheer van de |
| instellingen van openbaar nut van sociale zekerheid en sociale | instellingen van openbaar nut van sociale zekerheid en sociale |
| voorzorg, inzonderheid op artikel 15; | voorzorg, inzonderheid op artikel 15; |
| Gelet op de dringende noodzakelijkheid; | Gelet op de dringende noodzakelijkheid; |
| Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari | Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari |
| 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, gewijzigd bij de wetten van 4 | 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, gewijzigd bij de wetten van 4 |
| juli 1989 en 4 augustus 1996; | juli 1989 en 4 augustus 1996; |
| Gelet op de dringende noodzakelijkheid, gemotiveerd door het feit dat | Gelet op de dringende noodzakelijkheid, gemotiveerd door het feit dat |
| nieuwe wettelijke bepalingen inzake tijdelijke werkloosheid in werking | nieuwe wettelijke bepalingen inzake tijdelijke werkloosheid in werking |
| getreden zijn op 1 januari 1999; dat zo snel mogelijk | getreden zijn op 1 januari 1999; dat zo snel mogelijk |
| uitvoeringsmaatregelen dienen genomen te worden ten einde, enerzijds | uitvoeringsmaatregelen dienen genomen te worden ten einde, enerzijds |
| de administratieve formaliteiten te vereenvoudigen, en anderzijds een | de administratieve formaliteiten te vereenvoudigen, en anderzijds een |
| meer doeltreffende controle te verzekeren en de wetgeving beter te | meer doeltreffende controle te verzekeren en de wetgeving beter te |
| laten respecteren; dat deze bepalingen zo snel mogelijk ter kennis | laten respecteren; dat deze bepalingen zo snel mogelijk ter kennis |
| dienen gebracht te worden van de administraties belast met de | dienen gebracht te worden van de administraties belast met de |
| uitvoering ervan en van de werknemers en de werkgevers zodat deze | uitvoering ervan en van de werknemers en de werkgevers zodat deze |
| nieuwe bepalingen binnen de gestelde termijnen in werking zouden | nieuwe bepalingen binnen de gestelde termijnen in werking zouden |
| kunnen treden, rekening houdend met inzonderheid de omvang van de | kunnen treden, rekening houdend met inzonderheid de omvang van de |
| voorbereidende administratieve werkzaamheden; | voorbereidende administratieve werkzaamheden; |
| Op de voordracht van Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid, | Op de voordracht van Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid, |
| Hebben Wij besloten en besluiten Wij : | Hebben Wij besloten en besluiten Wij : |
Artikel 1.Artikel 46, § 2, van het koninklijk besluit van 25 november |
Artikel 1.Artikel 46, § 2, van het koninklijk besluit van 25 november |
| 1991 houdende de werkloosheidsreglementering wordt aangevuld met het | 1991 houdende de werkloosheidsreglementering wordt aangevuld met het |
| volgende lid : | volgende lid : |
| « De mobiliteitsvergoeding die toegekend wordt aan de werkman die | « De mobiliteitsvergoeding die toegekend wordt aan de werkman die |
| ressorteert onder het paritair comité van het bouwbedrijf, wordt niet | ressorteert onder het paritair comité van het bouwbedrijf, wordt niet |
| als loon beschouwd, indien zij betrekking heeft op een dag waarvoor de | als loon beschouwd, indien zij betrekking heeft op een dag waarvoor de |
| werkman die het werk niet kan aanvatten, krachtens de | werkman die het werk niet kan aanvatten, krachtens de |
| uitvoeringsbesluiten van artikel 27, tweede lid, van de wet van 3 juli | uitvoeringsbesluiten van artikel 27, tweede lid, van de wet van 3 juli |
| 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten, geen recht heeft op loon. | 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten, geen recht heeft op loon. |
| ». | ». |
Art. 2.Artikel 71 van hetzelfde besluit wordt aangevuld met de |
Art. 2.Artikel 71 van hetzelfde besluit wordt aangevuld met de |
| volgende leden : | volgende leden : |
| « De werknemer die tijdelijk werkloos wordt gesteld ingevolge een | « De werknemer die tijdelijk werkloos wordt gesteld ingevolge een |
| schorsing van de arbeidsovereenkomst krachtens de artikelen 50 of 51 | schorsing van de arbeidsovereenkomst krachtens de artikelen 50 of 51 |
| van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten, moet | van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten, moet |
| de in het eerste lid vermelde verplichtingen in ieder geval naleven | de in het eerste lid vermelde verplichtingen in ieder geval naleven |
| vanaf de dag die overeenkomstig de uitvoeringsbesluiten van voormeld | vanaf de dag die overeenkomstig de uitvoeringsbesluiten van voormeld |
| artikel 50 of van voormeld artikel 51, § 3quater, aan de Rijksdienst | artikel 50 of van voormeld artikel 51, § 3quater, aan de Rijksdienst |
| werd medegedeeld als de eerste dag van de werkelijke schorsing van de | werd medegedeeld als de eerste dag van de werkelijke schorsing van de |
| uitvoering van de overeenkomst. | uitvoering van de overeenkomst. |
| De tijdelijk werkloze die de verplichtingen van het eerste lid niet | De tijdelijk werkloze die de verplichtingen van het eerste lid niet |
| kan naleven aangezien de werkgever de controlekaart niet heeft | kan naleven aangezien de werkgever de controlekaart niet heeft |
| overhandigd, moet onmiddellijk contact opnemen met het | overhandigd, moet onmiddellijk contact opnemen met het |
| werkloosheidsbureau door middel van een telefonisch contact, een | werkloosheidsbureau door middel van een telefonisch contact, een |
| telefaxbericht of een persoonlijke aanmelding, ten einde een | telefaxbericht of een persoonlijke aanmelding, ten einde een |
| vervangende controlekaart te bekomen. ». | vervangende controlekaart te bekomen. ». |
Art. 3.Artikel 137 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de |
Art. 3.Artikel 137 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de |
| koninklijke besluiten van 11 januari 1993, 25 mei 1993, 22 november | koninklijke besluiten van 11 januari 1993, 25 mei 1993, 22 november |
| 1995, 22 december 1995, 9 juni 1997 en 8 augustus 1997, wordt | 1995, 22 december 1995, 9 juni 1997 en 8 augustus 1997, wordt |
| aangevuld met de volgende paragraaf : | aangevuld met de volgende paragraaf : |
| « § 4. In afwijking van § 1, 2°, overhandigt de werkgever die | « § 4. In afwijking van § 1, 2°, overhandigt de werkgever die |
| ressorteert onder het paritair comité van het bouwbedrijf uit eigen | ressorteert onder het paritair comité van het bouwbedrijf uit eigen |
| beweging aan zijn werklieden : | beweging aan zijn werklieden : |
| 1° vóór de aanvang van elke maand, een nominatieve controlekaart | 1° vóór de aanvang van elke maand, een nominatieve controlekaart |
| inzake tijdelijke werkloosheid, ter beschikking gesteld door het Fonds | inzake tijdelijke werkloosheid, ter beschikking gesteld door het Fonds |
| voor bestaanszekerheid van de werklieden uit het bouwbedrijf; | voor bestaanszekerheid van de werklieden uit het bouwbedrijf; |
| 2° bij het einde van een maand tijdens dewelke de uitvoering van de | 2° bij het einde van een maand tijdens dewelke de uitvoering van de |
| arbeidsovereenkomst effectief geschorst werd zoals bedoeld in § 1, 2°, | arbeidsovereenkomst effectief geschorst werd zoals bedoeld in § 1, 2°, |
| een « bewijs van tijdelijke werkloosheid »; dit bewijs wordt in dubbel | een « bewijs van tijdelijke werkloosheid »; dit bewijs wordt in dubbel |
| afgeleverd in de gevallen bedoeld in artikel 133, § 1, 4° en 5°. | afgeleverd in de gevallen bedoeld in artikel 133, § 1, 4° en 5°. |
| De werkgever die ingevolge de recente indienstname van de werkman nog | De werkgever die ingevolge de recente indienstname van de werkman nog |
| niet in het bezit is van de kaart bedoeld in het eerste lid, 1°, | niet in het bezit is van de kaart bedoeld in het eerste lid, 1°, |
| overhandigt aan de werkman vóór de aanvang van de arbeid een | overhandigt aan de werkman vóór de aanvang van de arbeid een |
| niet-nominatieve genummerde controlekaart voor de maand van | niet-nominatieve genummerde controlekaart voor de maand van |
| indiensttreding en, in de door de Minister bepaalde gevallen, voor de | indiensttreding en, in de door de Minister bepaalde gevallen, voor de |
| daaropvolgende maand. De Minister bepaalt aan wie de werkgever het | daaropvolgende maand. De Minister bepaalt aan wie de werkgever het |
| nummer van deze kaart mededeelt, alsmede de wijze waarop de mededeling | nummer van deze kaart mededeelt, alsmede de wijze waarop de mededeling |
| geschiedt. | geschiedt. |
| De werkgever overhandigt op vraag van de werkman, in geval van verlies | De werkgever overhandigt op vraag van de werkman, in geval van verlies |
| of diefstal van de in het eerste lid, 1°, of de in het tweede lid | of diefstal van de in het eerste lid, 1°, of de in het tweede lid |
| bedoelde kaart, een niet-nominatieve genummerde controlekaart geldend | bedoelde kaart, een niet-nominatieve genummerde controlekaart geldend |
| als duplicaat. De Minister bepaalt aan wie de werkgever het nummer van | als duplicaat. De Minister bepaalt aan wie de werkgever het nummer van |
| deze kaart mededeelt, alsmede de wijze waarop de mededeling geschiedt. | deze kaart mededeelt, alsmede de wijze waarop de mededeling geschiedt. |
| Het in het vorige lid bedoelde duplicaat kan slechts leiden tot de | Het in het vorige lid bedoelde duplicaat kan slechts leiden tot de |
| betaling van uitkeringen nadat de directeur van het | betaling van uitkeringen nadat de directeur van het |
| werkloosheidsbureau hiertoe toestemming verleent. De directeur houdt | werkloosheidsbureau hiertoe toestemming verleent. De directeur houdt |
| bij het verlenen van zijn toestemming rekening met de aanwijzingen van | bij het verlenen van zijn toestemming rekening met de aanwijzingen van |
| goede of kwade trouw en met het feit of het verlies een al dan niet | goede of kwade trouw en met het feit of het verlies een al dan niet |
| repetitief karakter vertoont. | repetitief karakter vertoont. |
| De in het eerste lid bedoelde werkgever mag de werkman slechts | De in het eerste lid bedoelde werkgever mag de werkman slechts |
| tewerkstellen nadat hij heeft vastgesteld of laten vaststellen dat | tewerkstellen nadat hij heeft vastgesteld of laten vaststellen dat |
| deze op zijn controlekaart melding heeft gemaakt van de | deze op zijn controlekaart melding heeft gemaakt van de |
| arbeidsprestaties die tijdens de beschouwde dag in zijn dienst worden | arbeidsprestaties die tijdens de beschouwde dag in zijn dienst worden |
| verricht. Deze bepaling geldt evenwel slechts in de periode te rekenen | verricht. Deze bepaling geldt evenwel slechts in de periode te rekenen |
| vanaf de dag die overeenkomstig de uitvoeringsbesluiten van artikel 50 | vanaf de dag die overeenkomstig de uitvoeringsbesluiten van artikel 50 |
| of van artikel 51, § 3quater, van de wet van 3 juli 1978 betreffende | of van artikel 51, § 3quater, van de wet van 3 juli 1978 betreffende |
| de arbeidsovereenkomsten, aan de Rijksdienst werd medegedeeld als de | de arbeidsovereenkomsten, aan de Rijksdienst werd medegedeeld als de |
| eerste dag van de werkelijke schorsing van de uitvoering van de | eerste dag van de werkelijke schorsing van de uitvoering van de |
| overeenkomst tot op het einde van de betrokken kalendermaand. | overeenkomst tot op het einde van de betrokken kalendermaand. |
| De in onderhavige paragraaf bedoelde werkgever wordt vrijgesteld van | De in onderhavige paragraaf bedoelde werkgever wordt vrijgesteld van |
| de in § 3 bedoelde verplichting. | de in § 3 bedoelde verplichting. |
| In geval van schorsing van de uitvoering van de arbeidsovereenkomst in | In geval van schorsing van de uitvoering van de arbeidsovereenkomst in |
| toepassing van artikel 28, 1°, van de wet van 3 juli 1978 betreffende | toepassing van artikel 28, 1°, van de wet van 3 juli 1978 betreffende |
| de arbeidsovereenkomsten wordt toepassing gemaakt van de bepaling van | de arbeidsovereenkomsten wordt toepassing gemaakt van de bepaling van |
| § 1, 2°. ». | § 1, 2°. ». |
Art. 4.Artikel 154 van hetzelfde besluit, wordt aangevuld met het |
Art. 4.Artikel 154 van hetzelfde besluit, wordt aangevuld met het |
| volgende lid : | volgende lid : |
| « De vorige leden zijn niet toepasselijk op de tijdelijk werkloze, | « De vorige leden zijn niet toepasselijk op de tijdelijk werkloze, |
| bedoeld in artikel 71, vierde lid, die onmiddellijk contact heeft | bedoeld in artikel 71, vierde lid, die onmiddellijk contact heeft |
| opgenomen met het werkloosheidsbureau, doch nog niet in het bezit is | opgenomen met het werkloosheidsbureau, doch nog niet in het bezit is |
| van een vervangende controlekaart aangezien de aangifte niet gepaard | van een vervangende controlekaart aangezien de aangifte niet gepaard |
| ging met een persoonlijke aanmelding. ». | ging met een persoonlijke aanmelding. ». |
Art. 5.Artikel 175, 1°, a), van hetzelfde besluit wordt aangevuld als |
Art. 5.Artikel 175, 1°, a), van hetzelfde besluit wordt aangevuld als |
| volgt : | volgt : |
| « , die nagelaten heeft het nummer van de controlekaart en de daarbij | « , die nagelaten heeft het nummer van de controlekaart en de daarbij |
| horende gegevens overeenkomstig het uitvoeringsbesluit van artikel | horende gegevens overeenkomstig het uitvoeringsbesluit van artikel |
| 137, § 4, tweede of derde lid mede te delen, terwijl hij daartoe | 137, § 4, tweede of derde lid mede te delen, terwijl hij daartoe |
| verplicht was of die, tijdens de periode bedoeld in artikel 137, § 4, | verplicht was of die, tijdens de periode bedoeld in artikel 137, § 4, |
| vijfde lid, een werkman die op zijn controlekaart geen melding heeft | vijfde lid, een werkman die op zijn controlekaart geen melding heeft |
| gemaakt van de arbeidsprestaties, heeft tewerkgesteld. ». | gemaakt van de arbeidsprestaties, heeft tewerkgesteld. ». |
Art. 6.Dit besluit treedt in werking op 1 oktober 1999. |
Art. 6.Dit besluit treedt in werking op 1 oktober 1999. |
Art. 7.Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid is belast met de |
Art. 7.Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid is belast met de |
| uitvoering van dit besluit. | uitvoering van dit besluit. |
| Gegeven te Brussel, 3 mei 1999. | Gegeven te Brussel, 3 mei 1999. |
| ALBERT | ALBERT |
| Van Koningswege : | Van Koningswege : |
| De Minister van Tewerkstelling en Arbeid, | De Minister van Tewerkstelling en Arbeid, |
| Mevr. M. SMET | Mevr. M. SMET |
| _______ | _______ |
| Nota | Nota |
| (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : | (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : |
| Besluitwet van 28 december 1944, Belgisch Staatsblad van 30 december | Besluitwet van 28 december 1944, Belgisch Staatsblad van 30 december |
| 1944. | 1944. |
| Wet van 14 juli 1951, Belgisch Staatsblad van 16 december 1951. | Wet van 14 juli 1951, Belgisch Staatsblad van 16 december 1951. |
| Wet van 14 februari 1961, Belgisch Staatsblad van 15 februari 1961. | Wet van 14 februari 1961, Belgisch Staatsblad van 15 februari 1961. |
| Wet van 16 april 1963, Belgisch Staatsblad van 23 april 1963. | Wet van 16 april 1963, Belgisch Staatsblad van 23 april 1963. |
| Wet van 11 januari 1967, Belgisch Staatsblad van 14 januari 1967. | Wet van 11 januari 1967, Belgisch Staatsblad van 14 januari 1967. |
| Wet van 10 oktober 1967, Belgisch Staatsblad van 31 oktober 1967. | Wet van 10 oktober 1967, Belgisch Staatsblad van 31 oktober 1967. |
| Koninklijk besluit nr. 13 van 11 oktober 1978, Belgisch Staatsblad van | Koninklijk besluit nr. 13 van 11 oktober 1978, Belgisch Staatsblad van |
| 31 oktober 1978. | 31 oktober 1978. |
| Koninklijk besluit nr. 28 van 24 maart 1982, Belgisch Staatsblad van | Koninklijk besluit nr. 28 van 24 maart 1982, Belgisch Staatsblad van |
| 26 maart 1982. | 26 maart 1982. |
| Wet van 22 januari 1985, Belgisch Staatsblad van 24 januari 1985. | Wet van 22 januari 1985, Belgisch Staatsblad van 24 januari 1985. |
| Wet van 30 december 1988, Belgisch Staatsblad van 5 januari 1989. | Wet van 30 december 1988, Belgisch Staatsblad van 5 januari 1989. |
| Wet van 26 juni 1992, Belgisch Staatsblad van 30 juni 1992. | Wet van 26 juni 1992, Belgisch Staatsblad van 30 juni 1992. |
| Wet van 30 maart 1994, Belgisch Staatsblad van 31 maart 1994. | Wet van 30 maart 1994, Belgisch Staatsblad van 31 maart 1994. |
| Koninklijk besluit van 14 november 1996, Belgisch Staatsblad van 31 | Koninklijk besluit van 14 november 1996, Belgisch Staatsblad van 31 |
| december 1996. | december 1996. |
| Wet van 13 maart 1997, Belgisch Staatsblad van 10 juni 1997. | Wet van 13 maart 1997, Belgisch Staatsblad van 10 juni 1997. |
| Wet van 13 februari 1998, Belgisch Staatsblad van 19 februari 1998. | Wet van 13 februari 1998, Belgisch Staatsblad van 19 februari 1998. |
| Koninklijk besluit van 25 november 1991, Belgisch Staatsblad van 31 | Koninklijk besluit van 25 november 1991, Belgisch Staatsblad van 31 |
| december 1991. | december 1991. |
| Koninklijk besluit van 11 januari 1993, Belgisch Staatsblad van 21 | Koninklijk besluit van 11 januari 1993, Belgisch Staatsblad van 21 |
| januari 1993. | januari 1993. |
| Koninklijk besluit van 25 mei 1993, Belgisch Staatsblad van 28 mei | Koninklijk besluit van 25 mei 1993, Belgisch Staatsblad van 28 mei |
| 1993. | 1993. |
| Koninklijk besluit van 30 maart 1994, Belgisch Staatsblad van 1 april | Koninklijk besluit van 30 maart 1994, Belgisch Staatsblad van 1 april |
| 1994. | 1994. |
| Koninklijk besluit van 12 augustus 1994, Belgisch Staatsblad van 1 | Koninklijk besluit van 12 augustus 1994, Belgisch Staatsblad van 1 |
| september 1994. | september 1994. |
| Koninklijk besluit van 4 april 1995, Belgisch Staatsblad van 12 mei | Koninklijk besluit van 4 april 1995, Belgisch Staatsblad van 12 mei |
| 1995. | 1995. |
| Koninklijk besluit van 22 november 1995, Belgisch Staatsblad van 8 | Koninklijk besluit van 22 november 1995, Belgisch Staatsblad van 8 |
| december 1995. | december 1995. |
| Koninklijk besluit van 22 december 1995, Belgisch Staatsblad van 13 | Koninklijk besluit van 22 december 1995, Belgisch Staatsblad van 13 |
| januari 1996. | januari 1996. |
| Koninklijk besluit van 13 december 1996, Belgisch Staatsblad van 31 | Koninklijk besluit van 13 december 1996, Belgisch Staatsblad van 31 |
| december 1996. | december 1996. |
| Koninklijk besluit van 9 juni 1997, Belgisch Staatsblad van 21 juni | Koninklijk besluit van 9 juni 1997, Belgisch Staatsblad van 21 juni |
| 1997. | 1997. |
| Koninklijk besluit van 8 augustus 1997, Belgisch Staatsblad van 9 | Koninklijk besluit van 8 augustus 1997, Belgisch Staatsblad van 9 |
| september 1997. | september 1997. |
| Koninklijk besluit van 9 maart 1999, Belgisch Staatsblad van 19 maart | Koninklijk besluit van 9 maart 1999, Belgisch Staatsblad van 19 maart |
| 1999. | 1999. |