← Terug naar "Koninklijk besluit houdende bepaling van sommige afdelingen van de centrale diensten van de Federale Overheidsdienst Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking die de eenheid van rechtspraak verzekeren "
Koninklijk besluit houdende bepaling van sommige afdelingen van de centrale diensten van de Federale Overheidsdienst Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking die de eenheid van rechtspraak verzekeren | Koninklijk besluit houdende bepaling van sommige afdelingen van de centrale diensten van de Federale Overheidsdienst Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking die de eenheid van rechtspraak verzekeren |
---|---|
FEDERALE OVERHEIDSDIENST PERSONEEL EN ORGANISATIE | FEDERALE OVERHEIDSDIENST PERSONEEL EN ORGANISATIE |
3 JULI 2005. - Koninklijk besluit houdende bepaling van sommige | 3 JULI 2005. - Koninklijk besluit houdende bepaling van sommige |
afdelingen van de centrale diensten van de Federale Overheidsdienst | afdelingen van de centrale diensten van de Federale Overheidsdienst |
Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking | Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking |
die de eenheid van rechtspraak verzekeren | die de eenheid van rechtspraak verzekeren |
ALBERT II, Koning der Belgen, | ALBERT II, Koning der Belgen, |
Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. | Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. |
Gelet op artikel 108 van de Grondwet; | Gelet op artikel 108 van de Grondwet; |
Gelet op de wetten op het gebruik van de talen in bestuurszaken, | Gelet op de wetten op het gebruik van de talen in bestuurszaken, |
gecoördineerd op 18 juli 1966, inzonderheid op artikel 43ter, § 8, | gecoördineerd op 18 juli 1966, inzonderheid op artikel 43ter, § 8, |
ingevoegd bij de wet van 12 juni 2002; | ingevoegd bij de wet van 12 juni 2002; |
Gelet op het koninklijk besluit van 16 mei 2003 betreffende de | Gelet op het koninklijk besluit van 16 mei 2003 betreffende de |
aanwijzing van tweetalige adjuncten bij wijze van overgangsmaatregel | aanwijzing van tweetalige adjuncten bij wijze van overgangsmaatregel |
in de centrale diensten van de federale overheidsdiensten, | in de centrale diensten van de federale overheidsdiensten, |
inzonderheid op artikel 2, tweede lid; | inzonderheid op artikel 2, tweede lid; |
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 26 | Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 26 |
april 2005; | april 2005; |
Gelet op het voorstel van 21 maart 2005 van de Minister van | Gelet op het voorstel van 21 maart 2005 van de Minister van |
Buitenlandse Zaken; | Buitenlandse Zaken; |
Overwegende dat, in haar advies betreffende het ontwerp van voornoemd | Overwegende dat, in haar advies betreffende het ontwerp van voornoemd |
koninklijk besluit van 16 mei 2003, de Vaste Commissie voor | koninklijk besluit van 16 mei 2003, de Vaste Commissie voor |
Taaltoezicht van oordeel is dat de aanwijzing van tweetalige adjuncten | Taaltoezicht van oordeel is dat de aanwijzing van tweetalige adjuncten |
op het niveau van de hoge ambtenaar die rechtstreeks, ten aanzien van | op het niveau van de hoge ambtenaar die rechtstreeks, ten aanzien van |
de overheid waaronder hij ressorteert, verantwoordelijk is voor de | de overheid waaronder hij ressorteert, verantwoordelijk is voor de |
eenheid in de administratieve rechtspraak, te maken heeft met de | eenheid in de administratieve rechtspraak, te maken heeft met de |
interne organisatie van de dienst; | interne organisatie van de dienst; |
Op de voordracht van Onze Minister van Ambtenarenzaken en op het | Op de voordracht van Onze Minister van Ambtenarenzaken en op het |
advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, | advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, |
Hebben Wij besloten en besluiten Wij : | Hebben Wij besloten en besluiten Wij : |
Artikel 1.In de Federale Overheidsdienst Buitenlandse Zaken, |
Artikel 1.In de Federale Overheidsdienst Buitenlandse Zaken, |
verzekeren de volgende afdelingen de eenheid van rechtspraak : | verzekeren de volgende afdelingen de eenheid van rechtspraak : |
1° de directie-generaal bilaterale Zaken; | 1° de directie-generaal bilaterale Zaken; |
2° de directie-generaal consulaire zaken; | 2° de directie-generaal consulaire zaken; |
3° de directie-generaal Europese zaken en coördinatie; | 3° de directie-generaal Europese zaken en coördinatie; |
4° de directie-generaal juridische zaken; | 4° de directie-generaal juridische zaken; |
5° de directie-generaal voor multilaterale zaken en voor de | 5° de directie-generaal voor multilaterale zaken en voor de |
mondialisering; | mondialisering; |
6° de directie-generaal ontwikkelingssamenwerking. | 6° de directie-generaal ontwikkelingssamenwerking. |
Art. 2.Onze Minister van Buitenlandse Zaken en Onze Minister van |
Art. 2.Onze Minister van Buitenlandse Zaken en Onze Minister van |
Ambtenarenzaken zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering | Ambtenarenzaken zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering |
van dit besluit. | van dit besluit. |
Gegeven te Brussel, 3 juli 2005. | Gegeven te Brussel, 3 juli 2005. |
ALBERT | ALBERT |
Van Koningswege : | Van Koningswege : |
De Minister van Ambtenarenzaken, | De Minister van Ambtenarenzaken, |
Ch. DUPONT | Ch. DUPONT |