Etaamb.openjustice.be
Meertalige weergave van Koninklijk Besluit van 03/02/2014
← Terug naar "Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 19 juni 2011 tot bepaling van de uitgiftevoorschriften van de loterij met biljetten, genaamd « 21 », een door de Nationale Loterij georganiseerde openbare loterij "
Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 19 juni 2011 tot bepaling van de uitgiftevoorschriften van de loterij met biljetten, genaamd « 21 », een door de Nationale Loterij georganiseerde openbare loterij Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 19 juni 2011 tot bepaling van de uitgiftevoorschriften van de loterij met biljetten, genaamd « 21 », een door de Nationale Loterij georganiseerde openbare loterij
FEDERALE OVERHEIDSDIENST FINANCIEN FEDERALE OVERHEIDSDIENST FINANCIEN
3 FEBRUARI 2014. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk 3 FEBRUARI 2014. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk
besluit van 19 juni 2011 tot bepaling van de uitgiftevoorschriften van besluit van 19 juni 2011 tot bepaling van de uitgiftevoorschriften van
de loterij met biljetten, genaamd « 21 », een door de Nationale de loterij met biljetten, genaamd « 21 », een door de Nationale
Loterij georganiseerde openbare loterij Loterij georganiseerde openbare loterij
FILIP, Koning der Belgen, FILIP, Koning der Belgen,
Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 19 april 2002 tot rationalisering van de werking Gelet op de wet van 19 april 2002 tot rationalisering van de werking
en het beheer van de Nationale Loterij, artikel 3, § 1, eerste lid, en het beheer van de Nationale Loterij, artikel 3, § 1, eerste lid,
gewijzigd bij de Programmawet I van 24 december 2002 en de wet van 10 gewijzigd bij de Programmawet I van 24 december 2002 en de wet van 10
januari 2010, en artikel 6, § 1, 1°, gewijzigd bij de Programmawet I januari 2010, en artikel 6, § 1, 1°, gewijzigd bij de Programmawet I
van 24 december 2002; van 24 december 2002;
Gelet op het koninklijk besluit van 19 juni 2011 tot bepaling van de Gelet op het koninklijk besluit van 19 juni 2011 tot bepaling van de
uitgiftevoorschriften van de loterij met biljetten, genaamd « 21 », uitgiftevoorschriften van de loterij met biljetten, genaamd « 21 »,
een door de Nationale Loterij georganiseerde openbare loterij; een door de Nationale Loterij georganiseerde openbare loterij;
Gelet op het advies 54.962/2 van de Raad van State, gegeven op 22 Gelet op het advies 54.962/2 van de Raad van State, gegeven op 22
januari 2014, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van januari 2014, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van
de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973; de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Op de voordracht van de Minister van Financiën, Op de voordracht van de Minister van Financiën,
Hebben Wij besloten en besluiten Wij : Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Artikel 4 van het koninklijk besluit van 19 juni 2011 tot

Artikel 1.Artikel 4 van het koninklijk besluit van 19 juni 2011 tot

bepaling van de uitgiftevoorschriften van de loterij met biljetten, bepaling van de uitgiftevoorschriften van de loterij met biljetten,
genaamd « 21 », een door de Nationale Loterij georganiseerde openbare genaamd « 21 », een door de Nationale Loterij georganiseerde openbare
loterij, wordt vervangen als volgt : loterij, wordt vervangen als volgt :
«

Art. 4.§ 1. Op de voorkant van de biljetten staan er twee duidelijk

«

Art. 4.§ 1. Op de voorkant van de biljetten staan er twee duidelijk

afgebakende speelzones die respectievelijk « kaartenzone » en « afgebakende speelzones die respectievelijk « kaartenzone » en «
bonuszone » worden genoemd. bonuszone » worden genoemd.
De « kaartenzone », de grootste van de twee voormelde zones, is bedekt De « kaartenzone », de grootste van de twee voormelde zones, is bedekt
met een door de speler af te krassen ondoorzichtige deklaag waarop, met een door de speler af te krassen ondoorzichtige deklaag waarop,
louter ter illustratie, een door de Nationale Loterij bepaalde foto, louter ter illustratie, een door de Nationale Loterij bepaalde foto,
afbeelding of grafische voorstelling kan staan. afbeelding of grafische voorstelling kan staan.
De « bonuszone » is bedekt met een door de speler af te krassen De « bonuszone » is bedekt met een door de speler af te krassen
ondoorzichtige deklaag waarop de vermelding « BONUS » staat. ondoorzichtige deklaag waarop de vermelding « BONUS » staat.
§ 2. Na het afkrassen van de ondoorzichtige deklagen van de twee § 2. Na het afkrassen van de ondoorzichtige deklagen van de twee
speelzones is het volgende te zien: speelzones is het volgende te zien:
1° in de « kaartenzone » verschijnt er een afbeelding met 3 1° in de « kaartenzone » verschijnt er een afbeelding met 3
speelkaarten. Die speelkaarten werden gekozen uit een geheel van 52 speelkaarten. Die speelkaarten werden gekozen uit een geheel van 52
speelkaarten die worden verdeeld in 4 reeksen van telkens 13 kaarten, speelkaarten die worden verdeeld in 4 reeksen van telkens 13 kaarten,
die respectievelijk worden gekenmerkt door rode harten, rode ruiten, die respectievelijk worden gekenmerkt door rode harten, rode ruiten,
zwarte klaveren of zwarte schoppen. Aan elke kaart wordt er een zwarte klaveren of zwarte schoppen. Aan elke kaart wordt er een
puntenwaarde toegekend. Die waarde ligt tussen 2 en 11 punten en wordt puntenwaarde toegekend. Die waarde ligt tussen 2 en 11 punten en wordt
in Arabische cijfers vermeld in verschillende hoeken van iedere kaart. in Arabische cijfers vermeld in verschillende hoeken van iedere kaart.
De kaarten met de afbeelding van 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9 of 10 harten, De kaarten met de afbeelding van 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9 of 10 harten,
ruiten, klaveren of schoppen hebben een respectieve waarde van 2, 3, ruiten, klaveren of schoppen hebben een respectieve waarde van 2, 3,
4, 4,
5, 6, 7, 8, 9 of 10 punten; de kaarten met de heer, de dame of de boer 5, 6, 7, 8, 9 of 10 punten; de kaarten met de heer, de dame of de boer
van harten, ruiten, klaveren of schoppen tellen elk voor 10 punten; de van harten, ruiten, klaveren of schoppen tellen elk voor 10 punten; de
kaarten met de aas van harten, ruiten, klaveren of schoppen zijn ieder kaarten met de aas van harten, ruiten, klaveren of schoppen zijn ieder
11 punten waard. Wanneer de som van de aan elke van deze 3 11 punten waard. Wanneer de som van de aan elke van deze 3
speelkaarten toegekende waarden 17, 18, 19, 20 of 21 punten bedraagt, speelkaarten toegekende waarden 17, 18, 19, 20 of 21 punten bedraagt,
dan wordt er aan het betrokken biljet een lot toegewezen van dan wordt er aan het betrokken biljet een lot toegewezen van
respectievelijk 6, 30, 300, 3.000 of 100.000 euro. Geen enkele andere respectievelijk 6, 30, 300, 3.000 of 100.000 euro. Geen enkele andere
som van puntenwaarden kan enig lot opleveren; som van puntenwaarden kan enig lot opleveren;
2° in de « bonuszone » verschijnt de afbeelding, genaamd « bonus 2° in de « bonuszone » verschijnt de afbeelding, genaamd « bonus
symbool », van een hart, een ruit, een klaver of een schoppen. Onder symbool », van een hart, een ruit, een klaver of een schoppen. Onder
voorbehoud van de bepalingen van artikel 8, derde lid, wordt een lot voorbehoud van de bepalingen van artikel 8, derde lid, wordt een lot
in natura onder de vorm van een biljet « 21 » van 3 euro toegekend in natura onder de vorm van een biljet « 21 » van 3 euro toegekend
zodra het « bonus symbool » overeenstemt met het winnende symbool zodra het « bonus symbool » overeenstemt met het winnende symbool
afgedrukt op de achterzijde van het biljet. afgedrukt op de achterzijde van het biljet.
Een « bonuszone » die niet de overeenkomst vertoont die wordt bedoeld Een « bonuszone » die niet de overeenkomst vertoont die wordt bedoeld
in het eerste lid, 2°, is altijd een niet-winnende « bonuszone ». in het eerste lid, 2°, is altijd een niet-winnende « bonuszone ».
§ 3. Aan een winnend biljet wordt uitsluitend één van de loten § 3. Aan een winnend biljet wordt uitsluitend één van de loten
toegewezen die worden bedoeld in artikel 3 ». toegewezen die worden bedoeld in artikel 3 ».

Art. 2.Dit besluit treedt in werking op 10 maart 2014.

Art. 2.Dit besluit treedt in werking op 10 maart 2014.

Art. 3.De minister bevoegd voor de Nationale Loterij is belast met de

Art. 3.De minister bevoegd voor de Nationale Loterij is belast met de

uitvoering van dit besluit. uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 3 februari 2014. Gegeven te Brussel, 3 februari 2014.
FILIP FILIP
Van Koningswege : Van Koningswege :
De Minister van Financiën, De Minister van Financiën,
K. GEENS K. GEENS
^