| Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 5 juni 2013, gesloten in het Paritair Comité voor de handel in voedingswaren, betreffende de bestaanszekerheid | Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 5 juni 2013, gesloten in het Paritair Comité voor de handel in voedingswaren, betreffende de bestaanszekerheid |
|---|---|
| FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG | FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG |
| 3 FEBRUARI 2014. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend | 3 FEBRUARI 2014. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend |
| wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 5 juni 2013, | wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 5 juni 2013, |
| gesloten in het Paritair Comité voor de handel in voedingswaren, | gesloten in het Paritair Comité voor de handel in voedingswaren, |
| betreffende de bestaanszekerheid (1) | betreffende de bestaanszekerheid (1) |
| FILIP, Koning der Belgen, | FILIP, Koning der Belgen, |
| Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. | Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. |
| Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve | Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve |
| arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel | arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel |
| 28; | 28; |
| Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de handel in | Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de handel in |
| voedingswaren; | voedingswaren; |
| Op de voordracht van de Minister van Werk, | Op de voordracht van de Minister van Werk, |
| Hebben Wij besloten en besluiten Wij : | Hebben Wij besloten en besluiten Wij : |
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage |
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage |
| overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 5 juni 2013, gesloten | overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 5 juni 2013, gesloten |
| in het Paritair Comité voor de handel in voedingswaren, betreffende de | in het Paritair Comité voor de handel in voedingswaren, betreffende de |
| bestaanszekerheid. | bestaanszekerheid. |
Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van |
Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van |
| dit besluit. | dit besluit. |
| Gegeven te Brussel, 3 februari 2014. | Gegeven te Brussel, 3 februari 2014. |
| FILIP | FILIP |
| Van Koningswege : | Van Koningswege : |
| De Minister van Werk, | De Minister van Werk, |
| Mevr. M. DE CONINCK | Mevr. M. DE CONINCK |
| _______ | _______ |
| Nota | Nota |
| (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : | (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : |
| Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. | Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. |
| Bijlage | Bijlage |
| Paritair Comité voor de handel in voedingswaren | Paritair Comité voor de handel in voedingswaren |
| Collectieve arbeidsovereenkomst van 5 juni 2013 | Collectieve arbeidsovereenkomst van 5 juni 2013 |
| Bestaanszekerheid | Bestaanszekerheid |
| (Overeenkomst geregistreerd op 1 juli 2013 onder het nummer | (Overeenkomst geregistreerd op 1 juli 2013 onder het nummer |
| 115882/CO/119) | 115882/CO/119) |
| HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied | HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied |
Artikel 1.§ 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing |
Artikel 1.§ 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing |
| op de werkgevers en arbeiders van de ondernemingen die vallen onder | op de werkgevers en arbeiders van de ondernemingen die vallen onder |
| het Paritair Comité voor de handel in voedingswaren. | het Paritair Comité voor de handel in voedingswaren. |
| § 2. Met "arbeiders" worden de mannelijke en vrouwelijke arbeiders | § 2. Met "arbeiders" worden de mannelijke en vrouwelijke arbeiders |
| bedoeld. | bedoeld. |
| HOOFDSTUK II. - Collectief ontslag | HOOFDSTUK II. - Collectief ontslag |
Art. 2.Het "Waarborg- en Sociaal Fonds voor de handel in |
Art. 2.Het "Waarborg- en Sociaal Fonds voor de handel in |
| voedingswaren" kent aan de arbeiders die het slachtoffer zijn van een | voedingswaren" kent aan de arbeiders die het slachtoffer zijn van een |
| collectief ontslag, zoals gedefinieerd in de collectieve | collectief ontslag, zoals gedefinieerd in de collectieve |
| arbeidsovereenkomsten nrs. 10 en 24 van de Nationale Arbeidsraad, een | arbeidsovereenkomsten nrs. 10 en 24 van de Nationale Arbeidsraad, een |
| uitkering toe van 3,60 EUR per dag ter aanvulling van de wettelijke | uitkering toe van 3,60 EUR per dag ter aanvulling van de wettelijke |
| vergoeding gedurende de eerste 120 door de RVA vergoedbare dagen | vergoeding gedurende de eerste 120 door de RVA vergoedbare dagen |
| volgend op het ontslag. | volgend op het ontslag. |
| HOOFDSTUK III. - Tijdelijke werkloosheid | HOOFDSTUK III. - Tijdelijke werkloosheid |
Art. 3.Het "Waarborg- en Sociaal Fonds van de handel in |
Art. 3.Het "Waarborg- en Sociaal Fonds van de handel in |
| voedingswaren" kent aan de arbeiders die het slachtoffer zijn van | voedingswaren" kent aan de arbeiders die het slachtoffer zijn van |
| tijdelijke werkloosheid (om economische en technische reden) een | tijdelijke werkloosheid (om economische en technische reden) een |
| aanvullende vergoeding op de RVA-uitkeringen toe van 3,60 EUR per dag | aanvullende vergoeding op de RVA-uitkeringen toe van 3,60 EUR per dag |
| gedurende de eerste 60 dagen per kalenderjaar die in aanmerking komen | gedurende de eerste 60 dagen per kalenderjaar die in aanmerking komen |
| voor vergoeding. | voor vergoeding. |
| HOOFDSTUK IV. - Langdurige ziekte | HOOFDSTUK IV. - Langdurige ziekte |
Art. 4.§ 1. Het "Waarborg- en Sociaal Fonds voor de handel in |
Art. 4.§ 1. Het "Waarborg- en Sociaal Fonds voor de handel in |
| voedingswaren" kent aan de arbeiders die langdurig ziek zijn een | voedingswaren" kent aan de arbeiders die langdurig ziek zijn een |
| aanvullende uitkering toe van 3,60 EUR per dag bovenop de | aanvullende uitkering toe van 3,60 EUR per dag bovenop de |
| ziekteuitkering gedurende 60 dagen te rekenen na de periode gedekt | ziekteuitkering gedurende 60 dagen te rekenen na de periode gedekt |
| door het gewaarborgd loon. | door het gewaarborgd loon. |
| § 2. Voor deeltijdse arbeiders wordt de tussenkomst van het sociaal | § 2. Voor deeltijdse arbeiders wordt de tussenkomst van het sociaal |
| fonds berekend naar rata van de arbeidstijd. | fonds berekend naar rata van de arbeidstijd. |
| § 3. De toekenningsmodaliteiten van de aanvullende uitkering luiden | § 3. De toekenningsmodaliteiten van de aanvullende uitkering luiden |
| als volgt : | als volgt : |
| De arbeider moet langdurig ziek zijn, dit wil zeggen dat de periode | De arbeider moet langdurig ziek zijn, dit wil zeggen dat de periode |
| gedekt door het gewaarborgd loon (30 kalenderdagen) voorbij is. | gedekt door het gewaarborgd loon (30 kalenderdagen) voorbij is. |
| De aanvullende uitkering wordt ook toegekend in geval van verbod te | De aanvullende uitkering wordt ook toegekend in geval van verbod te |
| werken of sommige werken uit te voeren tijdens de zwangerschap, | werken of sommige werken uit te voeren tijdens de zwangerschap, |
| voorgeschreven door de geneesheer. De tussenkomst wordt niet toegekend | voorgeschreven door de geneesheer. De tussenkomst wordt niet toegekend |
| voor het zwangerschapsverlof. | voor het zwangerschapsverlof. |
| De arbeider, slachtoffer van een arbeidsongeval, die een uitkering van | De arbeider, slachtoffer van een arbeidsongeval, die een uitkering van |
| het ziekenfonds geniet (na de periode van erkenning van het ongeval) | het ziekenfonds geniet (na de periode van erkenning van het ongeval) |
| heeft recht op de aanvullende vergoeding, zonder wachtperiode van 30 | heeft recht op de aanvullende vergoeding, zonder wachtperiode van 30 |
| dagen. | dagen. |
| Wordt als herval beschouwd, een arbeidsongeschiktheid die plaatsgrijpt | Wordt als herval beschouwd, een arbeidsongeschiktheid die plaatsgrijpt |
| binnen de 14 dagen volgend op het einde van een periode van | binnen de 14 dagen volgend op het einde van een periode van |
| arbeidsongeschiktheid die aanleiding gaf tot de betaling van het | arbeidsongeschiktheid die aanleiding gaf tot de betaling van het |
| gewaarborgd loon. | gewaarborgd loon. |
| Het fonds zal deze twee periodes beschouwen als één enkele periode, | Het fonds zal deze twee periodes beschouwen als één enkele periode, |
| zonder wachtperiode voor de tweede. | zonder wachtperiode voor de tweede. |
| § 4. Indien de arbeider, om redenen eigen aan de ziekteuitkering, geen | § 4. Indien de arbeider, om redenen eigen aan de ziekteuitkering, geen |
| recht heeft op een vergoeding van de mutualiteit, dan wordt de | recht heeft op een vergoeding van de mutualiteit, dan wordt de |
| aanvraag geval per geval onderzocht door het "Waarborg- en Sociaal | aanvraag geval per geval onderzocht door het "Waarborg- en Sociaal |
| Fonds voor de handel in voedingswaren". | Fonds voor de handel in voedingswaren". |
| HOOFDSTUK V. | HOOFDSTUK V. |
| Beëindiging van de arbeidsovereenkomst wegens overmacht | Beëindiging van de arbeidsovereenkomst wegens overmacht |
Art. 5.§ 1. Het "Waarborg- en Sociaal Fonds van de handel in |
Art. 5.§ 1. Het "Waarborg- en Sociaal Fonds van de handel in |
| voedingswaren" kent aan de arbeiders wier arbeidsovereenkomst ten | voedingswaren" kent aan de arbeiders wier arbeidsovereenkomst ten |
| einde kwam wegens overmacht, een aanvullende uitkering toe van 3,60 | einde kwam wegens overmacht, een aanvullende uitkering toe van 3,60 |
| EUR per dag bovenop de werkloosheidsuitkering of ziekteuitkering | EUR per dag bovenop de werkloosheidsuitkering of ziekteuitkering |
| gedurende 60 dagen na het einde van de overeenkomst. | gedurende 60 dagen na het einde van de overeenkomst. |
| § 2. Voor deeltijdse arbeiders wordt de tussenkomst van het sociaal | § 2. Voor deeltijdse arbeiders wordt de tussenkomst van het sociaal |
| fonds berekend naar rato van de arbeidstijd. | fonds berekend naar rato van de arbeidstijd. |
| § 3. De toekenningsmodaliteiten van de aanvullende uitkering luiden | § 3. De toekenningsmodaliteiten van de aanvullende uitkering luiden |
| als volgt : | als volgt : |
| De arbeidsovereenkomst van de arbeider moet wegens overmacht verbroken | De arbeidsovereenkomst van de arbeider moet wegens overmacht verbroken |
| worden. Er is sprake van overmacht bij de beëindiging van de | worden. Er is sprake van overmacht bij de beëindiging van de |
| arbeidsovereenkomst omwille van definitieve arbeidsongeschiktheid. | arbeidsovereenkomst omwille van definitieve arbeidsongeschiktheid. |
| Deze uitkering is niet cumuleerbaar met de uitkering wegens langdurige | Deze uitkering is niet cumuleerbaar met de uitkering wegens langdurige |
| ziekte uit het vorige hoofdstuk. Indien de arbeider geniet van de | ziekte uit het vorige hoofdstuk. Indien de arbeider geniet van de |
| toeslag bij langdurige ziekte voordat hij definitief arbeidsongeschikt | toeslag bij langdurige ziekte voordat hij definitief arbeidsongeschikt |
| verklaard wordt, zal de toeslag bij overmacht alleen voor het saldo | verklaard wordt, zal de toeslag bij overmacht alleen voor het saldo |
| van de 60 dagen uitbetaald worden (60 dagen verminderd met het aantal | van de 60 dagen uitbetaald worden (60 dagen verminderd met het aantal |
| uitbetaalde dagen voor langdurige ziekte). | uitbetaalde dagen voor langdurige ziekte). |
| HOOFDSTUK VI. - Slotbepalingen | HOOFDSTUK VI. - Slotbepalingen |
Art. 6.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 |
Art. 6.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 |
| juli 2013 en houdt op van kracht te zijn op 31 oktober 2013. | juli 2013 en houdt op van kracht te zijn op 31 oktober 2013. |
| Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 3 februari | Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 3 februari |
| 2014. | 2014. |
| De Minister van Werk, | De Minister van Werk, |
| Mevr. M. DE CONINCK | Mevr. M. DE CONINCK |