Etaamb.openjustice.be
Meertalige weergave van Koninklijk Besluit van 03/12/2006
← Terug naar "Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 6 maart 2006, gesloten in het Paritair Subcomité voor het stads- en streekvervoer van het Waalse Gewest, ter vervanging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 8 december 2005 betreffende de toekenning van een aanvullende werkloosheidsvergoeding ten gunste van sommige oudere ontslagen werknemers "
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 6 maart 2006, gesloten in het Paritair Subcomité voor het stads- en streekvervoer van het Waalse Gewest, ter vervanging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 8 december 2005 betreffende de toekenning van een aanvullende werkloosheidsvergoeding ten gunste van sommige oudere ontslagen werknemers Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 6 maart 2006, gesloten in het Paritair Subcomité voor het stads- en streekvervoer van het Waalse Gewest, ter vervanging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 8 december 2005 betreffende de toekenning van een aanvullende werkloosheidsvergoeding ten gunste van sommige oudere ontslagen werknemers
FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG
3 DECEMBER 2006. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend 3 DECEMBER 2006. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend
wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 6 maart 2006, wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 6 maart 2006,
gesloten in het Paritair Subcomité voor het stads- en streekvervoer gesloten in het Paritair Subcomité voor het stads- en streekvervoer
van het Waalse Gewest, ter vervanging van de collectieve van het Waalse Gewest, ter vervanging van de collectieve
arbeidsovereenkomst van 8 december 2005 betreffende de toekenning van arbeidsovereenkomst van 8 december 2005 betreffende de toekenning van
een aanvullende werkloosheidsvergoeding ten gunste van sommige oudere een aanvullende werkloosheidsvergoeding ten gunste van sommige oudere
ontslagen werknemers (1) ontslagen werknemers (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, ALBERT II, Koning der Belgen,
Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve
arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel
28; 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor het stads- en Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor het stads- en
streekvervoer van het Vlaamse Gewest; streekvervoer van het Vlaamse Gewest;
Op de voordracht van Onze Minister van Werk, Op de voordracht van Onze Minister van Werk,
Hebben Wij besloten en besluiten Wij : Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage

overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 6 maart 2006, gesloten overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 6 maart 2006, gesloten
in het Paritair Subcomité voor het stads- en streekvervoer van het in het Paritair Subcomité voor het stads- en streekvervoer van het
Waalse Gewest, ter vervanging van de collectieve arbeidsovereenkomst Waalse Gewest, ter vervanging van de collectieve arbeidsovereenkomst
van 8 december 2005 betreffende de toekenning van een aanvullende van 8 december 2005 betreffende de toekenning van een aanvullende
werkloosheidsvergoeding ten gunste van sommige oudere ontslagen werkloosheidsvergoeding ten gunste van sommige oudere ontslagen
werknemers. werknemers.

Art. 2.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit

Art. 2.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit

besluit. besluit.
Gegeven te Brussel, 3 december 2006. Gegeven te Brussel, 3 december 2006.
ALBERT ALBERT
Van Koningswege : Van Koningswege :
De Minister van Werk, De Minister van Werk,
P. VANVELTHOVEN P. VANVELTHOVEN
_______ _______
Nota Nota
(1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad :
Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969.
Bijlage Bijlage
Paritair Subcomité voor het stads- en streekvervoer van het Waalse Paritair Subcomité voor het stads- en streekvervoer van het Waalse
Gewest Gewest
Collectieve arbeidsovereenkomst van 6 maart 2006 Collectieve arbeidsovereenkomst van 6 maart 2006
Vervanging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 8 december 2005 Vervanging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 8 december 2005
betreffende de toekenning van een aanvullende werkloosheidsvergoeding betreffende de toekenning van een aanvullende werkloosheidsvergoeding
ten gunste van sommige oudere ontslagen werknemers (Overeenkomst ten gunste van sommige oudere ontslagen werknemers (Overeenkomst
geregistreerd op 23 maart 2006 onder het nummer 79106/CO/328.02) geregistreerd op 23 maart 2006 onder het nummer 79106/CO/328.02)
HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Artikel 1.Deze overeenkomst is van toepassing op de werknemers en op

Artikel 1.Deze overeenkomst is van toepassing op de werknemers en op

de werkgevers die ressorteren onder het Paritair Subcomité voor het de werkgevers die ressorteren onder het Paritair Subcomité voor het
stads- en streekvervoer van het Waalse Gewest. stads- en streekvervoer van het Waalse Gewest.
Voor de toepassing van de bepalingen van deze overeenkomst wordt onder Voor de toepassing van de bepalingen van deze overeenkomst wordt onder
"werknemers", de werklieden en werksters, de mannelijke en vrouwelijke "werknemers", de werklieden en werksters, de mannelijke en vrouwelijke
bedienden verstaan inclusief het directiepersoneel. bedienden verstaan inclusief het directiepersoneel.
HOOFDSTUK II. - Principes en modaliteiten HOOFDSTUK II. - Principes en modaliteiten

Art. 2.De werknemers die met ingang van 1 januari 2006 de leeftijd

Art. 2.De werknemers die met ingang van 1 januari 2006 de leeftijd

van 55 jaar hebben bereikt en die ontslagen zijn om een andere reden van 55 jaar hebben bereikt en die ontslagen zijn om een andere reden
dan de dringende reden, genieten op het einde van hun opzegging tot de dan de dringende reden, genieten op het einde van hun opzegging tot de
datum van inwerkingtreding van hun pensioen en uiterlijk wanneer zij datum van inwerkingtreding van hun pensioen en uiterlijk wanneer zij
de leeftijd van 65 jaar bereiken een aanvullende de leeftijd van 65 jaar bereiken een aanvullende
werkloosheidsuitkering die gelijk is aan 1 pct. van hun referentieloon werkloosheidsuitkering die gelijk is aan 1 pct. van hun referentieloon
per dienstjaar bij de maatschappij. per dienstjaar bij de maatschappij.
In afwijking van het 1ste lid, genieten de werknemers van de Nationale In afwijking van het 1ste lid, genieten de werknemers van de Nationale
maatschappij der buurtspoorwegen die de leeftijd van 55 jaar niet maatschappij der buurtspoorwegen die de leeftijd van 55 jaar niet
hebben bereikt maar die een dienstanciënniteit hebben van 35 jaar met hebben bereikt maar die een dienstanciënniteit hebben van 35 jaar met
ingang van 1 januari 2006, in geval van ontslag om een andere reden ingang van 1 januari 2006, in geval van ontslag om een andere reden
dan de dringende reden, de aanvullende uitkering bedoeld in het 1ste dan de dringende reden, de aanvullende uitkering bedoeld in het 1ste
lid, op het einde van hun opzegging, tot de datum van inwerkingtreding lid, op het einde van hun opzegging, tot de datum van inwerkingtreding
van hun rustpensioen en uiterlijk wanneer zij de leeftijd van 65 jaar van hun rustpensioen en uiterlijk wanneer zij de leeftijd van 65 jaar
bereiken. bereiken.
Voor de berekening van de dienstjaren, moeten de jaren worden geteld Voor de berekening van de dienstjaren, moeten de jaren worden geteld
die effectief werden doorgebracht ten dienste van een maatschappij die effectief werden doorgebracht ten dienste van een maatschappij
voor stads- en streekvervoer uitgedrukt in voltijdse equivalenten. voor stads- en streekvervoer uitgedrukt in voltijdse equivalenten.
Elke overschrijding van 6 maanden of meer van de volledige jaren Elke overschrijding van 6 maanden of meer van de volledige jaren
dienst wordt beschouwd als een volledig jaar. dienst wordt beschouwd als een volledig jaar.
Werknemers van 50 jaar en ouder die deeltijds werken in het kader van Werknemers van 50 jaar en ouder die deeltijds werken in het kader van
de wettelijke en sectorale bepalingen betreffende de de wettelijke en sectorale bepalingen betreffende de
loopbaanonderbreking worden beschouwd als voltijdse werknemers voor de loopbaanonderbreking worden beschouwd als voltijdse werknemers voor de
berekening van de dienstjaren. berekening van de dienstjaren.
Tijdens de periode dat de werknemer, bedoeld in het 1ste en 2de lid, Tijdens de periode dat de werknemer, bedoeld in het 1ste en 2de lid,
geen werkloosheidsuitkeringen geniet aan 60 pct. ontvangt hij geen werkloosheidsuitkeringen geniet aan 60 pct. ontvangt hij
bovendien een aanvullende vergoeding die het verschil compenseert bovendien een aanvullende vergoeding die het verschil compenseert
tussen de werkloosheidsvergoeding aan 60 pct. en de tussen de werkloosheidsvergoeding aan 60 pct. en de
werkloosheidsvergoeding die hij werkelijk heeft ontvangen. werkloosheidsvergoeding die hij werkelijk heeft ontvangen.
Wanneer de werkloosheidsvergoeding verminderd is in toepassing van een Wanneer de werkloosheidsvergoeding verminderd is in toepassing van een
regeling inzake cumulatie van activiteiten, wordt de garantie vermeld regeling inzake cumulatie van activiteiten, wordt de garantie vermeld
in het vorig lid berekend op basis van de werkloosheidsvergoeding in het vorig lid berekend op basis van de werkloosheidsvergoeding
waarop de werknemer aanspraak had kunnen maken als de vergoeding niet waarop de werknemer aanspraak had kunnen maken als de vergoeding niet
verminderd was geweest ingevolge de cumulatie. verminderd was geweest ingevolge de cumulatie.
De datum van inwerkingtreding van het pensioen die in aanmerking De datum van inwerkingtreding van het pensioen die in aanmerking
genomen wordt voor de toepassing van deze collectieve overeenkomst is genomen wordt voor de toepassing van deze collectieve overeenkomst is
die welke voortvloeit uit de toepassing van artikel 64 van het die welke voortvloeit uit de toepassing van artikel 64 van het
koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de
werkloosheidsreglementering; op uitdrukkelijk verzoek van de werkloosheidsreglementering; op uitdrukkelijk verzoek van de
werknemers kan de datum van inwerkingtreding van het pensioen echter werknemers kan de datum van inwerkingtreding van het pensioen echter
worden vervroegd vanaf 60 jaar. worden vervroegd vanaf 60 jaar.
Art 3. De vergoeding van de werknemer wordt als volgt berekend : Art 3. De vergoeding van de werknemer wordt als volgt berekend :
Voor de arbeiders : (uurloon x normen) + vast bedrag. Voor de arbeiders : (uurloon x normen) + vast bedrag.
Het uurloon dat in aanmerking wordt genomen is dat wat vermeld staat Het uurloon dat in aanmerking wordt genomen is dat wat vermeld staat
op de laatste betalingsfiche. op de laatste betalingsfiche.
De jaarnorm is gelijk aan 1983,6 uren. De jaarnorm is gelijk aan 1983,6 uren.
De waarde van het vast indexeerbaar bedrag is momenteel 1.283,97 EUR. De waarde van het vast indexeerbaar bedrag is momenteel 1.283,97 EUR.
Voor de bedienden : (bruto maandloon x 12) + vast bedrag. Voor de bedienden : (bruto maandloon x 12) + vast bedrag.
Het maandloon dat in aanmerking wordt genomen is het baremaloon Het maandloon dat in aanmerking wordt genomen is het baremaloon
vermeld op de laatste betalingsfiche, met uitsluiting van de premies vermeld op de laatste betalingsfiche, met uitsluiting van de premies
en vergoedingen die niet rechtstreeks verbonden zijn aan het recht op en vergoedingen die niet rechtstreeks verbonden zijn aan het recht op
de loonschaal. de loonschaal.
Voor deeltijdse werknemers is het loon dat in aanmerking wordt genomen Voor deeltijdse werknemers is het loon dat in aanmerking wordt genomen
echter het baremaloon waarop zij zouden kunnen aanspraak maken als zij echter het baremaloon waarop zij zouden kunnen aanspraak maken als zij
voltijds werkten. voltijds werkten.
De waarde van het vast indexeerbaar bedrag is momenteel 1.283,97 EUR. De waarde van het vast indexeerbaar bedrag is momenteel 1.283,97 EUR.

Art. 4.De aanvullende werkloosheidsvergoeding wordt geïndexeerd en

Art. 4.De aanvullende werkloosheidsvergoeding wordt geïndexeerd en

wordt herberekend in geval van wijziging van de loonschalen die wordt herberekend in geval van wijziging van de loonschalen die
toepasbaar zijn op het actieve personeel, wijzigingen die zouden toepasbaar zijn op het actieve personeel, wijzigingen die zouden
voortvloeien uit een collectieve overeenkomst, behalve als deze voortvloeien uit een collectieve overeenkomst, behalve als deze
laatste hierover anders beschikt. laatste hierover anders beschikt.

Art. 5.De aanvullende vergoeding vermeld in artikel 2 wordt

Art. 5.De aanvullende vergoeding vermeld in artikel 2 wordt

maandelijks achteraf gestort aan de gerechtigde. maandelijks achteraf gestort aan de gerechtigde.

Art. 6.De aanvullende vergoeding vermeld in artikel 2, met

Art. 6.De aanvullende vergoeding vermeld in artikel 2, met

uitsluiting van de leden 6 en 7, blijft verschuldigd wanneer de uitsluiting van de leden 6 en 7, blijft verschuldigd wanneer de
gerechtigde het recht op de werkloosheidsuitkeringen verliest gerechtigde het recht op de werkloosheidsuitkeringen verliest
ingevolge een werkhervatting bij een andere werkgever of als ingevolge een werkhervatting bij een andere werkgever of als
zelfstandige. zelfstandige.

Art. 7.Om recht te hebben op de aanvullende vergoeding moet de

Art. 7.Om recht te hebben op de aanvullende vergoeding moet de

werknemer, die gerechtigde is van deze overeenkomst, aan zijn laatste werknemer, die gerechtigde is van deze overeenkomst, aan zijn laatste
werkgever een attest bezorgen afgeleverd door zijn betalingsinstelling werkgever een attest bezorgen afgeleverd door zijn betalingsinstelling
van de werkloosheidsvergoedingen, waaruit blijkt dat hij recht heeft van de werkloosheidsvergoedingen, waaruit blijkt dat hij recht heeft
op werkloosheidsuitkeringen. op werkloosheidsuitkeringen.

Art. 8.De werknemer op wie de bepalingen van deze overeenkomst van

Art. 8.De werknemer op wie de bepalingen van deze overeenkomst van

toepassing zijn is verplicht om zijn laatste werkgever op de hoogte te toepassing zijn is verplicht om zijn laatste werkgever op de hoogte te
brengen zodra hij met pensioen gaat. brengen zodra hij met pensioen gaat.

Art. 9.De jaren tijdens dewelke de werknemer de bepalingen van deze

Art. 9.De jaren tijdens dewelke de werknemer de bepalingen van deze

overeenkomst geniet, komen in aanmerking om de factor "n" te bepalen overeenkomst geniet, komen in aanmerking om de factor "n" te bepalen
die in aanmerking wordt genomen bij de berekening van het aanvullend die in aanmerking wordt genomen bij de berekening van het aanvullend
pensioen. pensioen.

Art. 10.De werknemers die ontslagen worden ter uitvoering van de

Art. 10.De werknemers die ontslagen worden ter uitvoering van de

bepalingen van deze overeenkomst ontvangen de eindejaarspremie voor bepalingen van deze overeenkomst ontvangen de eindejaarspremie voor
het jaar tijdens hetwelk hun arbeidsovereenkomst ten einde loopt, naar het jaar tijdens hetwelk hun arbeidsovereenkomst ten einde loopt, naar
rato van hun tewerkstellingsperiode in de loop van dit jaar. rato van hun tewerkstellingsperiode in de loop van dit jaar.

Art. 11.De werkgever stort aan de werknemers die ontslagen worden ter

Art. 11.De werkgever stort aan de werknemers die ontslagen worden ter

uitvoering van de bepalingen van deze overeenkomst het eventuele saldo uitvoering van de bepalingen van deze overeenkomst het eventuele saldo
van hun kledingsfondsrekening. van hun kledingsfondsrekening.

Art. 12.Het eventuele saldo van het sociaal voorschot kan worden

Art. 12.Het eventuele saldo van het sociaal voorschot kan worden

teruggewonnen bij het vertrek van de werknemer. teruggewonnen bij het vertrek van de werknemer.
HOOFDSTUK III. - Slotbepalingen HOOFDSTUK III. - Slotbepalingen

Art. 13.Deze overeenkomst heft de collectieve arbeidsovereenkomst van

Art. 13.Deze overeenkomst heft de collectieve arbeidsovereenkomst van

8 december 2005 betreffende de toekenning van een aanvullende 8 december 2005 betreffende de toekenning van een aanvullende
werkloosheidsvergoeding ten gunste van sommige oudere ontslagen werkloosheidsvergoeding ten gunste van sommige oudere ontslagen
werknemers op, die geregistreerd werd op 11 januari 2006 (nummer werknemers op, die geregistreerd werd op 11 januari 2006 (nummer
77985). 77985).

Art. 14.Deze overeenkomst wordt van kracht op 1 januari 2006 en wordt

Art. 14.Deze overeenkomst wordt van kracht op 1 januari 2006 en wordt

gesloten voor onbepaalde tijd. gesloten voor onbepaalde tijd.
Elke ondertekenende partij mag deze collectieve arbeidsovereenkomst Elke ondertekenende partij mag deze collectieve arbeidsovereenkomst
opzeggen met een opzeggingstermijn van drie maanden betekend per opzeggen met een opzeggingstermijn van drie maanden betekend per
aangetekende brief aan de voorzitter van het Paritair Subcomité voor aangetekende brief aan de voorzitter van het Paritair Subcomité voor
het stads- en streekvervoer van het Waalse Gewest. het stads- en streekvervoer van het Waalse Gewest.
De partij die deze collectieve arbeidsovereenkomst opzegt is verplicht De partij die deze collectieve arbeidsovereenkomst opzegt is verplicht
om een nieuw ontwerp van overeenkomst voor te stellen. om een nieuw ontwerp van overeenkomst voor te stellen.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 3 december Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 3 december
2006. 2006.
De Minister van Werk, De Minister van Werk,
P. VANVELTHOVEN P. VANVELTHOVEN
^