| Koninklijk besluit houdende vereenvoudiging van de administratieve loopbaan van bepaalde ambtenaren van de Rijksdienst voor pensioenen behorend tot de niveaus 1 en 2+ | Koninklijk besluit houdende vereenvoudiging van de administratieve loopbaan van bepaalde ambtenaren van de Rijksdienst voor pensioenen behorend tot de niveaus 1 en 2+ |
|---|---|
| MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN, VOLKSGEZONDHEID EN LEEFMILIEU | MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN, VOLKSGEZONDHEID EN LEEFMILIEU |
| 3 DECEMBER 1998. - Koninklijk besluit houdende vereenvoudiging van de | 3 DECEMBER 1998. - Koninklijk besluit houdende vereenvoudiging van de |
| administratieve loopbaan van bepaalde ambtenaren van de Rijksdienst | administratieve loopbaan van bepaalde ambtenaren van de Rijksdienst |
| voor pensioenen behorend tot de niveaus 1 en 2+ | voor pensioenen behorend tot de niveaus 1 en 2+ |
| ALBERT II, Koning der Belgen, | ALBERT II, Koning der Belgen, |
| Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. | Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. |
| Gelet op de wet van 16 maart 1954 betreffende de controle op sommige | Gelet op de wet van 16 maart 1954 betreffende de controle op sommige |
| instellingen van openbaar nut, inzonderheid op artikel 11, § 1, | instellingen van openbaar nut, inzonderheid op artikel 11, § 1, |
| vervangen bij de wet van 22 juli 1993; | vervangen bij de wet van 22 juli 1993; |
| Gelet op het koninklijk besluit van 8 januari 1973 tot vaststelling | Gelet op het koninklijk besluit van 8 januari 1973 tot vaststelling |
| van het statuut van het personeel van sommige instellingen van | van het statuut van het personeel van sommige instellingen van |
| openbaar nut, inzonderheid op artikel 3, § 1, 39°, ingevoegd bij het | openbaar nut, inzonderheid op artikel 3, § 1, 39°, ingevoegd bij het |
| koninklijk besluit van 10 april 1995; | koninklijk besluit van 10 april 1995; |
| Gelet op het koninklijk besluit van 3 december 1998 houdende | Gelet op het koninklijk besluit van 3 december 1998 houdende |
| vaststelling van de hiërarchische indeling der bijzondere graden | vaststelling van de hiërarchische indeling der bijzondere graden |
| waarvan de ambtenaren van de Rijksdienst voor pensioenen kunnen | waarvan de ambtenaren van de Rijksdienst voor pensioenen kunnen |
| titularis zijn; | titularis zijn; |
| Gelet op het advies van het Beheerscomité van de Rijksdienst voor | Gelet op het advies van het Beheerscomité van de Rijksdienst voor |
| pensioenen; | pensioenen; |
| Gelet op het akkoord van Onze Minister van Begroting, gegeven op 30 | Gelet op het akkoord van Onze Minister van Begroting, gegeven op 30 |
| maart 1998; | maart 1998; |
| Gelet op het akkoord van Onze Minister van Ambtenarenzaken, gegeven op | Gelet op het akkoord van Onze Minister van Ambtenarenzaken, gegeven op |
| 14 maart 1998; | 14 maart 1998; |
| Gelet op het protocol van 25 juni 1998 van het sectorcomité XII - | Gelet op het protocol van 25 juni 1998 van het sectorcomité XII - |
| Sociale Zaken; | Sociale Zaken; |
| Gelet op het besluit van de Ministerraad van 3 juli 1998 over de | Gelet op het besluit van de Ministerraad van 3 juli 1998 over de |
| adviesaanvraag binnen de termijn van een maand; | adviesaanvraag binnen de termijn van een maand; |
| Gelet op het advies van de Raad van State, gegeven op 12 november | Gelet op het advies van de Raad van State, gegeven op 12 november |
| 1998, met toepassing van artikel 84, eerste lid, 1°, van de wetten op | 1998, met toepassing van artikel 84, eerste lid, 1°, van de wetten op |
| de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, vervangen bij de | de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, vervangen bij de |
| wet van 4 augustus 1996; | wet van 4 augustus 1996; |
| Op de voordracht van Onze Minister van Pensioenen, | Op de voordracht van Onze Minister van Pensioenen, |
| Hebben Wij besloten en besluiten Wij : | Hebben Wij besloten en besluiten Wij : |
Artikel 1.§ 1. De ambtenaren, die op de datum van inwerkingtreding |
Artikel 1.§ 1. De ambtenaren, die op de datum van inwerkingtreding |
| van dit besluit, titularis zijn van een geschrapte bijzondere graad | van dit besluit, titularis zijn van een geschrapte bijzondere graad |
| die opgenomen is in de linkerkolom, worden ambtshalve benoemd tot de | die opgenomen is in de linkerkolom, worden ambtshalve benoemd tot de |
| graad opgenomen in de rechterkolom : | graad opgenomen in de rechterkolom : |
| Adjunct-adviseur-hoofd van dienst. | Adjunct-adviseur-hoofd van dienst. |
| Eerstaanwezend inspecteur Adjunct-adviseur. | Eerstaanwezend inspecteur Adjunct-adviseur. |
| (afgeschafte graad). | (afgeschafte graad). |
| § 2. De ambtenaren, die op de datum van de inwerkingtreding van dit | § 2. De ambtenaren, die op de datum van de inwerkingtreding van dit |
| besluit, titularis zijn van een geschrapte bijzondere graad die | besluit, titularis zijn van een geschrapte bijzondere graad die |
| opgenomen is in de linkerkolom, worden ambtshalve benoemd tot de | opgenomen is in de linkerkolom, worden ambtshalve benoemd tot de |
| opgerichte bijzondere graad opgenomen de rechterkolom : | opgerichte bijzondere graad opgenomen de rechterkolom : |
| Gewestelijk directeur 1e klasse. | Gewestelijk directeur 1e klasse. |
| Gewestelijk directeur 2e klasse. Gewestelijk directeur. | Gewestelijk directeur 2e klasse. Gewestelijk directeur. |
| Gewestelijk directeur 3e klasse. | Gewestelijk directeur 3e klasse. |
| Eerstaanwezend actuariaatsinspecteur. | Eerstaanwezend actuariaatsinspecteur. |
| Actuariaatsinspecteur Actuaris. | Actuariaatsinspecteur Actuaris. |
| Hoofdinspecteur-directeur Inspecteur-directeur. | Hoofdinspecteur-directeur Inspecteur-directeur. |
Art. 2.§ 1. De ambtenaren die overeenkomstig artikel 1 benoemd zijn, |
Art. 2.§ 1. De ambtenaren die overeenkomstig artikel 1 benoemd zijn, |
| behouden in hun nieuwe graad de graadanciënniteit welke verkregen was | behouden in hun nieuwe graad de graadanciënniteit welke verkregen was |
| in de graad waarvan zij titularis waren. | in de graad waarvan zij titularis waren. |
| § 2. Voor de berekening van de graadanciënniteit van de ambtenaren die | § 2. Voor de berekening van de graadanciënniteit van de ambtenaren die |
| overeenkomstig artikel 1 in een graad van rang 10 worden benoemd, | overeenkomstig artikel 1 in een graad van rang 10 worden benoemd, |
| worden de in aanmerking komende diensten die gepresteerd zijn in een | worden de in aanmerking komende diensten die gepresteerd zijn in een |
| graad van de rangen 12, 11 en 10 geacht verricht te zijn in de nieuwe | graad van de rangen 12, 11 en 10 geacht verricht te zijn in de nieuwe |
| graad van rang 10. | graad van rang 10. |
| § 3. De door deze ambtenaren verkregen weddeanciënniteit wordt geacht | § 3. De door deze ambtenaren verkregen weddeanciënniteit wordt geacht |
| verkregen te zijn in de nieuwe weddeschaal. | verkregen te zijn in de nieuwe weddeschaal. |
Art. 3.§ 1. In afwijking van artikel 66 van het koninklijk besluit |
Art. 3.§ 1. In afwijking van artikel 66 van het koninklijk besluit |
| van 7 augustus 1939 betreffende de evaluatie en de loopbaan van het | van 7 augustus 1939 betreffende de evaluatie en de loopbaan van het |
| rijkspersoneel wordt de graad van gewestelijk directeur bij wege van | rijkspersoneel wordt de graad van gewestelijk directeur bij wege van |
| verandering van graad toegekend aan de ambtenaren, titularis van de | verandering van graad toegekend aan de ambtenaren, titularis van de |
| graad van adjunct-adviseur die tenminste 9 jaar graadanciënniteit | graad van adjunct-adviseur die tenminste 9 jaar graadanciënniteit |
| hebben. | hebben. |
| Zij dienen bovendien ten minste vijf jaren ervaring inzake de | Zij dienen bovendien ten minste vijf jaren ervaring inzake de |
| toepassing van de pensioenwetgeving in niveau 1 te hebben verworven. | toepassing van de pensioenwetgeving in niveau 1 te hebben verworven. |
| Het betreft de ervaring opgedaan inzake betaling of toekenning van | Het betreft de ervaring opgedaan inzake betaling of toekenning van |
| pensioenen, de ervaring verworven bij de juridische dienst met | pensioenen, de ervaring verworven bij de juridische dienst met |
| betrekking tot de rechtspraak of het contentieux van pensioendossiers, | betrekking tot de rechtspraak of het contentieux van pensioendossiers, |
| of in voorkomend geval de ervaring opgedaan inzake pensioenwetgeving | of in voorkomend geval de ervaring opgedaan inzake pensioenwetgeving |
| door detachering bij het kabinet van de minister of staatssecretaris | door detachering bij het kabinet van de minister of staatssecretaris |
| tot wiens bevoegdheid de pensioenen behoren. | tot wiens bevoegdheid de pensioenen behoren. |
| § 2. De benoeming tot de graad van gewestelijk directeur geschiedt, | § 2. De benoeming tot de graad van gewestelijk directeur geschiedt, |
| overeenkomstig artikel 67 van het voornoemd koninklijk besluit van 7 | overeenkomstig artikel 67 van het voornoemd koninklijk besluit van 7 |
| augustus 1939. | augustus 1939. |
| § 3. De kandidaatstellingen van ambtenaren bekleed met de graad van | § 3. De kandidaatstellingen van ambtenaren bekleed met de graad van |
| gewestelijk directeur om op hun verzoek te worden gemuteerd naar een | gewestelijk directeur om op hun verzoek te worden gemuteerd naar een |
| betrekking van hun graad in een gewestelijk bureau van een zelfde of | betrekking van hun graad in een gewestelijk bureau van een zelfde of |
| een hogere klasse dan dat van hun bureau, hebben voorrang op de | een hogere klasse dan dat van hun bureau, hebben voorrang op de |
| toekenning van deze betrekkingen door verandering van graad tot de | toekenning van deze betrekkingen door verandering van graad tot de |
| graad van gewestelijk directeur. | graad van gewestelijk directeur. |
Art. 4.§ 1. De graad van inspecteur-directeur wordt toegekend volgens |
Art. 4.§ 1. De graad van inspecteur-directeur wordt toegekend volgens |
| de regelen van de bevordering door verhoging in graad aan de | de regelen van de bevordering door verhoging in graad aan de |
| ambtenaren titularis van de graad van gewestelijk directeur of | ambtenaren titularis van de graad van gewestelijk directeur of |
| adjunct-adviseur. | adjunct-adviseur. |
| § 2. In afwijking van artikel 41 van het voornoemd koninklijk besluit | § 2. In afwijking van artikel 41 van het voornoemd koninklijk besluit |
| van 7 augustus 1939, dienen de ambtenaren titularis van de graad van | van 7 augustus 1939, dienen de ambtenaren titularis van de graad van |
| gewestelijk directeur tenminste drie jaar graadanciënniteit en de | gewestelijk directeur tenminste drie jaar graadanciënniteit en de |
| ambtenaren titularis van de graad van adjunct-adviseur ten minste | ambtenaren titularis van de graad van adjunct-adviseur ten minste |
| twaalf jaar graadanciënniteit te hebben. | twaalf jaar graadanciënniteit te hebben. |
| Bovendien dienen zij tenminste acht jaar ervaring inzake toepassing | Bovendien dienen zij tenminste acht jaar ervaring inzake toepassing |
| van de pensioenwetgeving, in het niveau 1 te hebben verworven. Het | van de pensioenwetgeving, in het niveau 1 te hebben verworven. Het |
| betreft de ervaring opgedaan inzake de betaling of toekenning van | betreft de ervaring opgedaan inzake de betaling of toekenning van |
| pensioenen, de ervaring verworven bij de juridische dienst met | pensioenen, de ervaring verworven bij de juridische dienst met |
| betrekking tot de rechtspraak of het contentieux van de | betrekking tot de rechtspraak of het contentieux van de |
| pensioendossiers, of in voorkomend geval de ervaring opgedaan inzake | pensioendossiers, of in voorkomend geval de ervaring opgedaan inzake |
| pensioenwetgeving door detachering bij het kabinet van de minister of | pensioenwetgeving door detachering bij het kabinet van de minister of |
| staatssecretaris tot wiens bevoegdheid de pensioenen behoren. | staatssecretaris tot wiens bevoegdheid de pensioenen behoren. |
Art. 5.§ 1. De ambtenaren benoemd in de graad van gewestelijk |
Art. 5.§ 1. De ambtenaren benoemd in de graad van gewestelijk |
| directeur worden vanaf de datum van hun benoeming aangewezen voor een | directeur worden vanaf de datum van hun benoeming aangewezen voor een |
| gewestelijk bureau. | gewestelijk bureau. |
| De vijftien gewestelijke bureaus worden ingedeeld op grond van hun | De vijftien gewestelijke bureaus worden ingedeeld op grond van hun |
| werkvolume in een administratieve klasse, hierna in afnemende | werkvolume in een administratieve klasse, hierna in afnemende |
| klasseorde gerangschikt : | klasseorde gerangschikt : |
| 1e klasse : | 1e klasse : |
| Antwerpen | Antwerpen |
| Brabant-Français | Brabant-Français |
| Gent | Gent |
| Liège | Liège |
| Vlaams-Brabant | Vlaams-Brabant |
| 2e klasse : | 2e klasse : |
| Brugge | Brugge |
| Charleroi | Charleroi |
| Hasselt | Hasselt |
| Kortrijk | Kortrijk |
| Mons | Mons |
| Namur | Namur |
| 3e klasse : | 3e klasse : |
| Arlon | Arlon |
| Malmedy | Malmedy |
| Mouscron | Mouscron |
| Turnhout | Turnhout |
| § 2. De Minister van Pensioenen kan de klasse van de gewestelijke | § 2. De Minister van Pensioenen kan de klasse van de gewestelijke |
| bureaus wijzigen. | bureaus wijzigen. |
| Dit ministerieel besluit is onderworpen aan de administratieve en | Dit ministerieel besluit is onderworpen aan de administratieve en |
| begrotingscontrole. | begrotingscontrole. |
Art. 6.Dit besluit heeft uitwerking de eerste dag van de maand |
Art. 6.Dit besluit heeft uitwerking de eerste dag van de maand |
| volgend op zijn publicatie in het Belgisch Staatsblad, met | volgend op zijn publicatie in het Belgisch Staatsblad, met |
| uitzondering van de artikelen 1 en 2 die uitwerking hebben vanaf 1 | uitzondering van de artikelen 1 en 2 die uitwerking hebben vanaf 1 |
| januari 1998. | januari 1998. |
Art. 7.Onze Minister van Pensioenen is belast met de uitvoering van |
Art. 7.Onze Minister van Pensioenen is belast met de uitvoering van |
| dit besluit. | dit besluit. |
| Gegeven te Brussel, 3 december 1998. | Gegeven te Brussel, 3 december 1998. |
| ALBERT | ALBERT |
| Van Koningswege : | Van Koningswege : |
| De Minister van Volksgezondheid en Pensioenen, | De Minister van Volksgezondheid en Pensioenen, |
| M. COLLA | M. COLLA |