| Koninklijk besluit tot vaststelling van de wijze van benoeming, bevordering of mutatie van het personeel van de Rijksdienst voor pensioenen | Koninklijk besluit tot vaststelling van de wijze van benoeming, bevordering of mutatie van het personeel van de Rijksdienst voor pensioenen |
|---|---|
| MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN, VOLKSGEZONDHEID EN LEEFMILIEU | MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN, VOLKSGEZONDHEID EN LEEFMILIEU |
| 3 DECEMBER 1998. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de wijze | 3 DECEMBER 1998. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de wijze |
| van benoeming, bevordering of mutatie van het personeel van de | van benoeming, bevordering of mutatie van het personeel van de |
| Rijksdienst voor pensioenen | Rijksdienst voor pensioenen |
| ALBERT II, Koning der Belgen, | ALBERT II, Koning der Belgen, |
| Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. | Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. |
| Gelet de wet van 16 maart 1954 betreffende de controle op sommige | Gelet de wet van 16 maart 1954 betreffende de controle op sommige |
| instellingen van openbaar nut, inzonderheid op artikel 11, § 1; | instellingen van openbaar nut, inzonderheid op artikel 11, § 1; |
| Gelet op het koninklijk besluit nr. 50 van 24 oktober 1967 betreffende | Gelet op het koninklijk besluit nr. 50 van 24 oktober 1967 betreffende |
| het rust- en overlevingspensioen voor werknemers, inzonderheid op | het rust- en overlevingspensioen voor werknemers, inzonderheid op |
| artikel 48; | artikel 48; |
| Gelet op het advies van het Beheerscomité van de Rijksdienst voor | Gelet op het advies van het Beheerscomité van de Rijksdienst voor |
| pensioenen; | pensioenen; |
| Gelet op het akkoord van de Minister van Ambtenarenzaken, gegeven op | Gelet op het akkoord van de Minister van Ambtenarenzaken, gegeven op |
| 25 mei 1998; | 25 mei 1998; |
| Gelet op het protocol van 25 juni 1998 van het Sectorcomité | Gelet op het protocol van 25 juni 1998 van het Sectorcomité |
| XII-Sociale Zaken; | XII-Sociale Zaken; |
| Gelet op het besluit van de Ministerraad van 12 juni 1998 over de | Gelet op het besluit van de Ministerraad van 12 juni 1998 over de |
| adviesaanvraag binnen de termijn van een maand; | adviesaanvraag binnen de termijn van een maand; |
| Gelet op het advies van de Raad van State, gegeven op 12 november | Gelet op het advies van de Raad van State, gegeven op 12 november |
| 1998, met toepassing van artikel 84, eerste lid, 1°, van de wetten op | 1998, met toepassing van artikel 84, eerste lid, 1°, van de wetten op |
| de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, vervangen bij de | de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, vervangen bij de |
| wet van 4 augustus 1996; | wet van 4 augustus 1996; |
| Op de voordracht van Onze Minister van Pensioenen en op advies van | Op de voordracht van Onze Minister van Pensioenen en op advies van |
| Onze in Raad vergaderde Ministers, | Onze in Raad vergaderde Ministers, |
| Hebben Wij besloten en besluiten Wij : | Hebben Wij besloten en besluiten Wij : |
| TITEL I. - Inleidende bepaling | TITEL I. - Inleidende bepaling |
Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : |
Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : |
| - "bevordering", de twee soorten bevorderingen bedoeld in artikel 70, | - "bevordering", de twee soorten bevorderingen bedoeld in artikel 70, |
| § 1, van het koninklijk besluit van 2 oktober 1937, houdende het | § 1, van het koninklijk besluit van 2 oktober 1937, houdende het |
| statuut van het rijkspersoneel; | statuut van het rijkspersoneel; |
| - "werkdag", elke dag van de week, de zaterdagen, de zondagen, de | - "werkdag", elke dag van de week, de zaterdagen, de zondagen, de |
| wettelijke of reglementaire feestdagen en de vastgestelde | wettelijke of reglementaire feestdagen en de vastgestelde |
| compensatiedagen uitgezonderd. | compensatiedagen uitgezonderd. |
| TITEL II. - Algemene bepalingen | TITEL II. - Algemene bepalingen |
| HOOFDSTUK I | HOOFDSTUK I |
| Toegang tot wervings- en bevorderingsgraden | Toegang tot wervings- en bevorderingsgraden |
Art. 2.Burgers van de Europese Unie die niet beschikken over de |
Art. 2.Burgers van de Europese Unie die niet beschikken over de |
| Belgische nationaliteit, worden uitgesloten van de betrekkingen van de | Belgische nationaliteit, worden uitgesloten van de betrekkingen van de |
| graden van administrateur-generaal en adjunct-administrateur-generaal. | graden van administrateur-generaal en adjunct-administrateur-generaal. |
| Alle andere bij de Rijksdienst voor pensioenen te begeven betrekkingen | Alle andere bij de Rijksdienst voor pensioenen te begeven betrekkingen |
| zijn toegankelijk voor Belgen en voor de andere burgers van de | zijn toegankelijk voor Belgen en voor de andere burgers van de |
| Europese Unie. | Europese Unie. |
Art. 3.Benoeming tot elk der graden voorkomend in kolom 2 van de |
Art. 3.Benoeming tot elk der graden voorkomend in kolom 2 van de |
| tabel gevoegd in bijlage I van dit besluit geschiedt onder de in de | tabel gevoegd in bijlage I van dit besluit geschiedt onder de in de |
| kolommen 3, 4, 5, 6 en 7 van dezelfde tabel vermelde voorwaarden. | kolommen 3, 4, 5, 6 en 7 van dezelfde tabel vermelde voorwaarden. |
| HOOFDSTUK II. - Ambtshalve kandidaatstelling | HOOFDSTUK II. - Ambtshalve kandidaatstelling |
| Afdeling I. - Begrip | Afdeling I. - Begrip |
Art. 4.§ 1. In afwijking van artikel 72, § 4, van het koninklijk |
Art. 4.§ 1. In afwijking van artikel 72, § 4, van het koninklijk |
| besluit van 2 oktober 1937 houdende het statuut van het rijkspersoneel | besluit van 2 oktober 1937 houdende het statuut van het rijkspersoneel |
| zijn alle ambtenaren die de reglementaire voorwaarden vervullen | zijn alle ambtenaren die de reglementaire voorwaarden vervullen |
| ambtshalve kandidaat voor de vacante betrekkingen die in hun | ambtshalve kandidaat voor de vacante betrekkingen die in hun |
| standplaats te begeven zijn. | standplaats te begeven zijn. |
| § 2. In afwijking van de vorige paragraaf en overeenkomstig artikel | § 2. In afwijking van de vorige paragraaf en overeenkomstig artikel |
| 72, § 2 van het koninklijk besluit van 2 oktober 1937 houdende het | 72, § 2 van het koninklijk besluit van 2 oktober 1937 houdende het |
| statuut van het rijkspersoneel dienen de vacante betrekkingen in de | statuut van het rijkspersoneel dienen de vacante betrekkingen in de |
| graden van de rangen 13 en hoger voorafgaandelijk vacant te worden | graden van de rangen 13 en hoger voorafgaandelijk vacant te worden |
| verklaard. | verklaard. |
| Het vorig lid is, bij gebrek aan kandidaten voor mutatie naar een | Het vorig lid is, bij gebrek aan kandidaten voor mutatie naar een |
| betrekking van hun graad in een ander gewestelijk bureau dan het hunne | betrekking van hun graad in een ander gewestelijk bureau dan het hunne |
| en die overeenkomstig artikel 3, § 3 van het koninklijk besluit van 3 | en die overeenkomstig artikel 3, § 3 van het koninklijk besluit van 3 |
| december 1998 houdende vereenvoudiging van de administratieve loopbaan | december 1998 houdende vereenvoudiging van de administratieve loopbaan |
| van bepaalde ambtenaren van de Rijksdienst voor pensioenen behorend | van bepaalde ambtenaren van de Rijksdienst voor pensioenen behorend |
| tot de niveaus 1 en 2+ voorrang hebben, eveneens van toepassing op de | tot de niveaus 1 en 2+ voorrang hebben, eveneens van toepassing op de |
| vacante betrekkingen van gewestelijk directeur. | vacante betrekkingen van gewestelijk directeur. |
| Afdeling II. - Voorafgaandelijke kandidaatstelling | Afdeling II. - Voorafgaandelijke kandidaatstelling |
Art. 5.§ 1. Voor betrekkingen die elders dan in hun huidige |
Art. 5.§ 1. Voor betrekkingen die elders dan in hun huidige |
| standplaats openvallen kunnen in afwijking van artikel 72 van het | standplaats openvallen kunnen in afwijking van artikel 72 van het |
| koninklijk besluit van 2 oktober 1937 houdende het statuut van het | koninklijk besluit van 2 oktober 1937 houdende het statuut van het |
| rijkspersoneel slechts ambtshalve kandidaat zijn de ambtenaren die | rijkspersoneel slechts ambtshalve kandidaat zijn de ambtenaren die |
| voorkomen op een permanent door de personeelsdienst bijgehouden en | voorkomen op een permanent door de personeelsdienst bijgehouden en |
| driemaandelijks door het Beheerscomité gevalideerde lijst. | driemaandelijks door het Beheerscomité gevalideerde lijst. |
| Na verloop van een termijn van tien werkdagen, te rekenen vanaf de | Na verloop van een termijn van tien werkdagen, te rekenen vanaf de |
| datum van hun kandidatuur, vastgesteld overeenkomstig § 3 van dit | datum van hun kandidatuur, vastgesteld overeenkomstig § 3 van dit |
| artikel, worden alle ambtenaren die zich voorafgaandelijk kandidaat | artikel, worden alle ambtenaren die zich voorafgaandelijk kandidaat |
| hebben gesteld, op de lijst vermeld. | hebben gesteld, op de lijst vermeld. |
| Het document dient de standplaats(en) te vermelden, andere dan de | Het document dient de standplaats(en) te vermelden, andere dan de |
| huidige, waarin de ambtenaar zich voor om het even welke vacante | huidige, waarin de ambtenaar zich voor om het even welke vacante |
| betrekking, die door bevordering te begeven is, kandidaat stelt. | betrekking, die door bevordering te begeven is, kandidaat stelt. |
| § 2. Bij zijn indiensttreding wordt elke ambtenaar uitdrukkelijk | § 2. Bij zijn indiensttreding wordt elke ambtenaar uitdrukkelijk |
| gevraagd op de bedoelde lijst de standplaats(en) aan te duiden ten | gevraagd op de bedoelde lijst de standplaats(en) aan te duiden ten |
| aanzien van dewelke hij kandidaat is voor de daarin openvallende | aanzien van dewelke hij kandidaat is voor de daarin openvallende |
| betrekkingen. | betrekkingen. |
| § 3. De ambtenaar die zich bij de indiensttreding niet of slechts in | § 3. De ambtenaar die zich bij de indiensttreding niet of slechts in |
| beperkte mate heeft kandidaat gesteld voor enige betrekking die | beperkte mate heeft kandidaat gesteld voor enige betrekking die |
| openvalt in een andere standplaats dan de zijne mag zich later steeds | openvalt in een andere standplaats dan de zijne mag zich later steeds |
| kandidaat stellen of zijn kandidaatstelling steeds uitbreiden mits dit | kandidaat stellen of zijn kandidaatstelling steeds uitbreiden mits dit |
| schriftelijk aan de administrateur-generaal, hetzij tegen | schriftelijk aan de administrateur-generaal, hetzij tegen |
| ontvangstbewijs, hetzij bij een ter post aangetekende brief te kennen | ontvangstbewijs, hetzij bij een ter post aangetekende brief te kennen |
| te geven. | te geven. |
| § 4. De op de lijst geregistreerde kandidaturen blijven onbeperkt | § 4. De op de lijst geregistreerde kandidaturen blijven onbeperkt |
| geldig, behoudens bij schriftelijke intrekking. | geldig, behoudens bij schriftelijke intrekking. |
| Deze lijst is ter beschikking op de personeelsdienst. | Deze lijst is ter beschikking op de personeelsdienst. |
| Afdeling III. - Bekendmaking van de voorstellen na ambtshalve | Afdeling III. - Bekendmaking van de voorstellen na ambtshalve |
| kandidaatstelling | kandidaatstelling |
Art. 6.§ 1. De administrateur-generaal deelt de kandidaten de |
Art. 6.§ 1. De administrateur-generaal deelt de kandidaten de |
| voorstellen tot benoeming en bevordering mee tegen een gedagtekend | voorstellen tot benoeming en bevordering mee tegen een gedagtekend |
| ontvangstbewijs, hetzij bij een aangetekende brief. | ontvangstbewijs, hetzij bij een aangetekende brief. |
| Wanneer de ambtenaar, om welke reden dan ook, tijdelijk afwezig is | Wanneer de ambtenaar, om welke reden dan ook, tijdelijk afwezig is |
| worden de voorstellen tot benoeming en bevordering per aangetekende | worden de voorstellen tot benoeming en bevordering per aangetekende |
| brief aan het door betrokkene laatst medegedeeld adres in België | brief aan het door betrokkene laatst medegedeeld adres in België |
| toegezonden. | toegezonden. |
| § 2. De in paragraaf 1 bedoelde ambtenaren kunnen, niettegenstaande | § 2. De in paragraaf 1 bedoelde ambtenaren kunnen, niettegenstaande |
| zij ambtshalve kandidaat waren, de benoeming of de bevordering | zij ambtshalve kandidaat waren, de benoeming of de bevordering |
| weigeren per aangetekende brief binnen een termijn van tien werkdagen, | weigeren per aangetekende brief binnen een termijn van tien werkdagen, |
| die ingaat op de eerste werkdag volgend op die van de bekendmaking der | die ingaat op de eerste werkdag volgend op die van de bekendmaking der |
| voorstellen. | voorstellen. |
| In afwijking van het eerste lid kan de ambtenaar die dienstprestaties | In afwijking van het eerste lid kan de ambtenaar die dienstprestaties |
| te Brussel levert eveneens binnen de tien werkdagen zijn weigering | te Brussel levert eveneens binnen de tien werkdagen zijn weigering |
| tegen ontvangstbewijs neerleggen bij de personeelsdienst. | tegen ontvangstbewijs neerleggen bij de personeelsdienst. |
| Afdeling IV. - Ambtshalve bevordering bij weigering van alle | Afdeling IV. - Ambtshalve bevordering bij weigering van alle |
| kandidaten of bij ontstentenis van kandidaten | kandidaten of bij ontstentenis van kandidaten |
Art. 7.§ 1. Bij weigering van alle kandidaten kan het Beheerscomité |
Art. 7.§ 1. Bij weigering van alle kandidaten kan het Beheerscomité |
| een ambtenaar, die de gestelde voorwaarden vervult, ambtshalve | een ambtenaar, die de gestelde voorwaarden vervult, ambtshalve |
| bevorderen door verhoging in graad of door verhoging in weddeschaal. | bevorderen door verhoging in graad of door verhoging in weddeschaal. |
| § 2. Bij ontstentenis van kandidaten, die de gestelde voorwaarden | § 2. Bij ontstentenis van kandidaten, die de gestelde voorwaarden |
| inzake anciënniteit vervullen, kan het Beheerscomité of de | inzake anciënniteit vervullen, kan het Beheerscomité of de |
| administrateur-generaal, van die voorwaarden afwijken om de | administrateur-generaal, van die voorwaarden afwijken om de |
| bevordering te verlenen door verhoging in graad of door verhoging in | bevordering te verlenen door verhoging in graad of door verhoging in |
| weddeschaal. | weddeschaal. |
| Die afwijking bestaat er vooreerst in de vereiste anciënniteit met een | Die afwijking bestaat er vooreerst in de vereiste anciënniteit met een |
| derde te verminderen.Indien het aantal jaren geen meervoud van drie | derde te verminderen.Indien het aantal jaren geen meervoud van drie |
| maar een meervoud van twee is, wordt de mogelijke afwijking tot een | maar een meervoud van twee is, wordt de mogelijke afwijking tot een |
| vierde beperkt. | vierde beperkt. |
| Bij ontstentenis van kandidaten die voor deze vermindering in | Bij ontstentenis van kandidaten die voor deze vermindering in |
| aanmerking kunnen komen, kan de anciënniteit, volgens de in het tweede | aanmerking kunnen komen, kan de anciënniteit, volgens de in het tweede |
| lid bedoelde gevallen, met twee derden of met de helft worden | lid bedoelde gevallen, met twee derden of met de helft worden |
| verminderd. | verminderd. |
| De beslissing van het Beheerscomité of van de administrateur-generaal, | De beslissing van het Beheerscomité of van de administrateur-generaal, |
| moet worden vermeld in het voorstel voor benoeming of bevordering, | moet worden vermeld in het voorstel voor benoeming of bevordering, |
| alsmede in de benoemingsakte. | alsmede in de benoemingsakte. |
| Afdeling V. -Bekendmaking van de bevorderingsbesluiten | Afdeling V. -Bekendmaking van de bevorderingsbesluiten |
Art. 8.De beslissingen tot bevordering worden door de |
Art. 8.De beslissingen tot bevordering worden door de |
| administrateur-generaal medegedeeld aan alle ambtenaren die zich in de | administrateur-generaal medegedeeld aan alle ambtenaren die zich in de |
| vereiste voorwaarden bevonden. | vereiste voorwaarden bevonden. |
| HOOFDSTUK III. - Kandidaatstelling en bevordering door verhoging in | HOOFDSTUK III. - Kandidaatstelling en bevordering door verhoging in |
| graad of door verandering van graad in niveau 1 | graad of door verandering van graad in niveau 1 |
Art. 9.§ 1. De vacante betrekkingen in de graden van het niveau 1, |
Art. 9.§ 1. De vacante betrekkingen in de graden van het niveau 1, |
| die behoren tot de rangen 13 en hoger, evenals deze in de graad van | die behoren tot de rangen 13 en hoger, evenals deze in de graad van |
| gewestelijk directeur die ingedeeld is in de rang 10 en voor zover er | gewestelijk directeur die ingedeeld is in de rang 10 en voor zover er |
| geen kandidaten voor de mutatie zijn die voorrang hebben op de | geen kandidaten voor de mutatie zijn die voorrang hebben op de |
| graadverandering, dienen te worden bekendgemaakt aan de hand van een | graadverandering, dienen te worden bekendgemaakt aan de hand van een |
| oproep tot de kandidaten. | oproep tot de kandidaten. |
| De bekendmaking van vacante betrekking wordt elk der belanghebbenden | De bekendmaking van vacante betrekking wordt elk der belanghebbenden |
| hetzij tegen ontvangstbewijs overhandigd, hetzij per aangetekende | hetzij tegen ontvangstbewijs overhandigd, hetzij per aangetekende |
| brief op het laatst door betrokkene medegedeeld adres in België | brief op het laatst door betrokkene medegedeeld adres in België |
| toegezonden. | toegezonden. |
| § 2. Slechts kandidaatstellingen van ambtenaren die aan de | § 2. Slechts kandidaatstellingen van ambtenaren die aan de |
| administrateur-generaal binnen de tien werkdagen na bekendmaking per | administrateur-generaal binnen de tien werkdagen na bekendmaking per |
| aangetekend schrijven zijn verzonden, komen in aanmerking. | aangetekend schrijven zijn verzonden, komen in aanmerking. |
| In afwijking van het eerste lid kan de ambtenaar die dienstprestaties | In afwijking van het eerste lid kan de ambtenaar die dienstprestaties |
| te Brussel levert eveneens binnen de tien werkdagen zijn | te Brussel levert eveneens binnen de tien werkdagen zijn |
| kandidaatstelling neerleggen bij de personeelsdienst tegen | kandidaatstelling neerleggen bij de personeelsdienst tegen |
| ontvangstbewijs. | ontvangstbewijs. |
| De ambtenaren zijn gerechtigd vooraf te dingen naar elke betrekking | De ambtenaren zijn gerechtigd vooraf te dingen naar elke betrekking |
| die tijdens hun afwezigheid zou openvallen.De geldigheid van zulke | die tijdens hun afwezigheid zou openvallen.De geldigheid van zulke |
| kandidaatstelling wordt evenwel tot een maand beperkt. | kandidaatstelling wordt evenwel tot een maand beperkt. |
| § 3. De in paragraaf 2 beoogde termijn van tien werkdagen begint te | § 3. De in paragraaf 2 beoogde termijn van tien werkdagen begint te |
| lopen vanaf de eerste werkdag volgend op die waarop de bekendmaking | lopen vanaf de eerste werkdag volgend op die waarop de bekendmaking |
| van vacante betrekking aan de belanghebbende werd afgegeven of ter | van vacante betrekking aan de belanghebbende werd afgegeven of ter |
| post werd neergelegd. | post werd neergelegd. |
| § 4. Het voorstel tot bevordering wordt overeenkomstig de bij | § 4. Het voorstel tot bevordering wordt overeenkomstig de bij |
| paragraaf 1 van dit artikel bedoelde procedure ter kennis gebracht. | paragraaf 1 van dit artikel bedoelde procedure ter kennis gebracht. |
| TITEL III. - Mutatiestelsel | TITEL III. - Mutatiestelsel |
Art. 10.§ 1. Zonder afbreuk te doen aan de andere reglementaire |
Art. 10.§ 1. Zonder afbreuk te doen aan de andere reglementaire |
| voorwaarden, kan de ambtenaar op zijn verzoek door mutatie worden | voorwaarden, kan de ambtenaar op zijn verzoek door mutatie worden |
| aangewezen voor een betrekking die overeenstemt met zijn graad en die | aangewezen voor een betrekking die overeenstemt met zijn graad en die |
| vacant is in een dienst van de Rijksdienst voor pensioenen met een | vacant is in een dienst van de Rijksdienst voor pensioenen met een |
| andere standplaats dan de zijne. Voor de bevorderingsgraden heeft de | andere standplaats dan de zijne. Voor de bevorderingsgraden heeft de |
| mutatie voorrang op de bevordering door verhoging in graad. | mutatie voorrang op de bevordering door verhoging in graad. |
| Een ambtenaar, titularis van de graad van gewestelijk directeur, kan | Een ambtenaar, titularis van de graad van gewestelijk directeur, kan |
| zich slechts geldig kandidaat stellen voor mutatie in zijn graad naar | zich slechts geldig kandidaat stellen voor mutatie in zijn graad naar |
| een ander gewestelijk bureau, mits het bureau waar de betrekking te | een ander gewestelijk bureau, mits het bureau waar de betrekking te |
| begeven is ingedeeld in dezelfde of een hogere klasse dan dat waarvan | begeven is ingedeeld in dezelfde of een hogere klasse dan dat waarvan |
| hij de leiding heeft. | hij de leiding heeft. |
| Overeenkomstig artikel 3, § 3 van het koninklijk besluit van 3 | Overeenkomstig artikel 3, § 3 van het koninklijk besluit van 3 |
| december 1998 houdende vereenvoudiging van de administratieve loopbaan | december 1998 houdende vereenvoudiging van de administratieve loopbaan |
| van bepaalde ambtenaren van de Rijksdienst voor pensioenen behorend | van bepaalde ambtenaren van de Rijksdienst voor pensioenen behorend |
| tot de niveaus 1 en 2+ hebben de mutatieaanvragen van gewestelijk | tot de niveaus 1 en 2+ hebben de mutatieaanvragen van gewestelijk |
| directeurs naar een gewestelijk bureau van eenzelfde of een hogere | directeurs naar een gewestelijk bureau van eenzelfde of een hogere |
| klasse dan de hunne voorrang op de verandering van graad. | klasse dan de hunne voorrang op de verandering van graad. |
| § 2. Het verzoek van ambtenaren van alle niveaus wordt ingeschreven op | § 2. Het verzoek van ambtenaren van alle niveaus wordt ingeschreven op |
| een lijst, die volgens artikel 5, § 1, tweede lid en §§ 2 tot 4 van | een lijst, die volgens artikel 5, § 1, tweede lid en §§ 2 tot 4 van |
| dit besluit wordt bijgehouden. | dit besluit wordt bijgehouden. |
| Alleen de kandidaatstellingen die op de lijst voorkomen op de dag dat | Alleen de kandidaatstellingen die op de lijst voorkomen op de dag dat |
| de administrateur-generaal besluit een bepaalde betrekking bij wege | de administrateur-generaal besluit een bepaalde betrekking bij wege |
| van mutatie te doen begeven, worden gerangschikt. | van mutatie te doen begeven, worden gerangschikt. |
| Deze lijst wordt permanent door de personeelsdienst bijgehouden en | Deze lijst wordt permanent door de personeelsdienst bijgehouden en |
| driemaandelijks door het Beheerscomité gevalideerd. | driemaandelijks door het Beheerscomité gevalideerd. |
| § 3. Onverminderd de toepassing van artikel 75, § 3 van het koninklijk | § 3. Onverminderd de toepassing van artikel 75, § 3 van het koninklijk |
| besluit van 2 oktober 1937 houdende het statuut van het rijkspersoneel | besluit van 2 oktober 1937 houdende het statuut van het rijkspersoneel |
| worden de kandidaten voor overplaatsing overeenkomstig artikel 12, § 3 | worden de kandidaten voor overplaatsing overeenkomstig artikel 12, § 3 |
| van hetzelfde besluit, gerangschikt. | van hetzelfde besluit, gerangschikt. |
| TITEL IV. - Instelling van een vlakke uitdovingsloopbaan | TITEL IV. - Instelling van een vlakke uitdovingsloopbaan |
Art. 11.Bij het centraal bestuur van de Rijksdienst voor pensioenen |
Art. 11.Bij het centraal bestuur van de Rijksdienst voor pensioenen |
| wordt in het niveau 1 een vlakke uitdovingsloopbaan ingesteld ten | wordt in het niveau 1 een vlakke uitdovingsloopbaan ingesteld ten |
| gunste van de ambtenaren, titularis van de volgende graad en in dienst | gunste van de ambtenaren, titularis van de volgende graad en in dienst |
| op 1 januari 1998 : | op 1 januari 1998 : |
| Vertaler-revisor (R10) |Zy Vertaler directeur (R13) | Vertaler-revisor (R10) |Zy Vertaler directeur (R13) |
| Benoeming tot de bevorderingsgraad(vlakke loopbaan in uitdoving) | Benoeming tot de bevorderingsgraad(vlakke loopbaan in uitdoving) |
| geschiedt onder de in de kolommen 4 en 7 van de in bijlage II van dit | geschiedt onder de in de kolommen 4 en 7 van de in bijlage II van dit |
| besluit vermelde voorwaarden. | besluit vermelde voorwaarden. |
| TITEL V. - Opheffings- en slotbepalingen | TITEL V. - Opheffings- en slotbepalingen |
Art. 12.Het ministerieel besluit van 21 juni 1996 tot vaststelling |
Art. 12.Het ministerieel besluit van 21 juni 1996 tot vaststelling |
| van de wijze van benoeming, bevordering of mutatie van het personeel | van de wijze van benoeming, bevordering of mutatie van het personeel |
| van de Rijksdienst voor pensioenen wordt opgeheven. | van de Rijksdienst voor pensioenen wordt opgeheven. |
Art. 13.De Minister van Pensioenen kan de bepalingen van dit besluit, |
Art. 13.De Minister van Pensioenen kan de bepalingen van dit besluit, |
| de artikelen 2, eerste lid, 4, 5 en 10 uitgezonderd, wijzigen of | de artikelen 2, eerste lid, 4, 5 en 10 uitgezonderd, wijzigen of |
| opheffen. | opheffen. |
Art. 14.Dit besluit heeft uitwerking op de eerste dag van de maand |
Art. 14.Dit besluit heeft uitwerking op de eerste dag van de maand |
| volgend op zijn publicatie in het Belgisch Staatsblad, uitgezonderd | volgend op zijn publicatie in het Belgisch Staatsblad, uitgezonderd |
| artikel 11 dat uitwerking heeft vanaf 1 januari 1998. | artikel 11 dat uitwerking heeft vanaf 1 januari 1998. |
Art. 15.Onze Minister van Pensioenen is belast met de uitvoering van |
Art. 15.Onze Minister van Pensioenen is belast met de uitvoering van |
| dit besluit. | dit besluit. |
| Gegeven te Brussel, 3 december 1998. | Gegeven te Brussel, 3 december 1998. |
| ALBERT | ALBERT |
| Van Koningswege : | Van Koningswege : |
| De Minister van Volksgezondheid en Pensioenen, | De Minister van Volksgezondheid en Pensioenen, |
| M. COLLA | M. COLLA |
| BIJLAGE I BIJ HET KONINKLIJK BESLUIT VAN 3 DECEMBER 1998 | BIJLAGE I BIJ HET KONINKLIJK BESLUIT VAN 3 DECEMBER 1998 |
| Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld | Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld |
| Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 3 december 1998. | Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 3 december 1998. |
| ALBERT | ALBERT |
| De Minister van Volksgezondheid en Pensioenen, | De Minister van Volksgezondheid en Pensioenen, |
| M. COLLA | M. COLLA |
| BIJLAGE II BIJ HET KONININKLIJK BESLUIT VAN 3 DECEMBER 1998 | BIJLAGE II BIJ HET KONININKLIJK BESLUIT VAN 3 DECEMBER 1998 |
| Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld | Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld |
| Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 3 december 1998. | Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 3 december 1998. |
| ALBERT | ALBERT |
| Le Ministre de la Santé publique et des Pensions, | Le Ministre de la Santé publique et des Pensions, |
| M. COLLA | M. COLLA |