Etaamb.openjustice.be
Meertalige weergave van Koninklijk Besluit van 03/04/2013
← Terug naar "Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 27 september 2011, gesloten in het Paritair Subcomité voor het bedrijf der grind- en zandgroeven welke in openlucht geëxploiteerd worden in de provincies Antwerpen, West-Vlaanderen, Oost-Vlaanderen, Limburg en Vlaams-Brabant, betreffende het brugpensioen op 56 jaar met 40 jaar beroepsverleden in de witzandexploitaties "
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 27 september 2011, gesloten in het Paritair Subcomité voor het bedrijf der grind- en zandgroeven welke in openlucht geëxploiteerd worden in de provincies Antwerpen, West-Vlaanderen, Oost-Vlaanderen, Limburg en Vlaams-Brabant, betreffende het brugpensioen op 56 jaar met 40 jaar beroepsverleden in de witzandexploitaties Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 27 september 2011, gesloten in het Paritair Subcomité voor het bedrijf der grind- en zandgroeven welke in openlucht geëxploiteerd worden in de provincies Antwerpen, West-Vlaanderen, Oost-Vlaanderen, Limburg en Vlaams-Brabant, betreffende het brugpensioen op 56 jaar met 40 jaar beroepsverleden in de witzandexploitaties
FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG
3 APRIL 2013. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt 3 APRIL 2013. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt
verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 27 september 2011, verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 27 september 2011,
gesloten in het Paritair Subcomité voor het bedrijf der grind- en gesloten in het Paritair Subcomité voor het bedrijf der grind- en
zandgroeven welke in openlucht geëxploiteerd worden in de provincies zandgroeven welke in openlucht geëxploiteerd worden in de provincies
Antwerpen, West-Vlaanderen, Oost-Vlaanderen, Limburg en Antwerpen, West-Vlaanderen, Oost-Vlaanderen, Limburg en
Vlaams-Brabant, betreffende het brugpensioen op 56 jaar met 40 jaar Vlaams-Brabant, betreffende het brugpensioen op 56 jaar met 40 jaar
beroepsverleden in de witzandexploitaties (1) beroepsverleden in de witzandexploitaties (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, ALBERT II, Koning der Belgen,
Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve
arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel
28; 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor het bedrijf der Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor het bedrijf der
grind- en zandgroeven welke in openlucht geëxploiteerd worden in de grind- en zandgroeven welke in openlucht geëxploiteerd worden in de
provincies Antwerpen, West-Vlaanderen, Oost-Vlaanderen, Limburg en provincies Antwerpen, West-Vlaanderen, Oost-Vlaanderen, Limburg en
Vlaams-Brabant; Vlaams-Brabant;
Op de voordracht van de Minister van Werk, Op de voordracht van de Minister van Werk,
Hebben Wij besloten en besluiten Wij : Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage

overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 27 september 2011, overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 27 september 2011,
gesloten in het Paritair Subcomité voor het bedrijf der grind- en gesloten in het Paritair Subcomité voor het bedrijf der grind- en
zandgroeven welke in openlucht geëxploiteerd worden in de provincies zandgroeven welke in openlucht geëxploiteerd worden in de provincies
Antwerpen, West-Vlaanderen, Oost-Vlaanderen, Limburg en Antwerpen, West-Vlaanderen, Oost-Vlaanderen, Limburg en
Vlaams-Brabant, betreffende het brugpensioen op 56 jaar met 40 jaar Vlaams-Brabant, betreffende het brugpensioen op 56 jaar met 40 jaar
beroepsverleden in de witzandexploitaties. beroepsverleden in de witzandexploitaties.

Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van

Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van

dit besluit. dit besluit.
Gegeven te Châteauneuf-de-Grasse, 3 april 2013. Gegeven te Châteauneuf-de-Grasse, 3 april 2013.
ALBERT ALBERT
Van Koningswege : Van Koningswege :
De Minister van Werk, De Minister van Werk,
Mevr. M. DE CONINCK Mevr. M. DE CONINCK
_______ _______
Nota Nota
(1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad :
Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969.
Bijlage Bijlage
Paritair Subcomité voor het bedrijf der grind- en zandgroeven welke in Paritair Subcomité voor het bedrijf der grind- en zandgroeven welke in
openlucht geëxploiteerd worden in de provincies Antwerpen, openlucht geëxploiteerd worden in de provincies Antwerpen,
West-Vlaanderen, Oost-Vlaanderen, Limburg en Vlaams-Brabant West-Vlaanderen, Oost-Vlaanderen, Limburg en Vlaams-Brabant
Collectieve arbeidsovereenkomst van 27 september 2011 Collectieve arbeidsovereenkomst van 27 september 2011
Brugpensioen op 56 jaar met 40 jaar beroepsverleden in de Brugpensioen op 56 jaar met 40 jaar beroepsverleden in de
witzandexploitaties (Overeenkomst geregistreerd op 19 oktober 2011 witzandexploitaties (Overeenkomst geregistreerd op 19 oktober 2011
onder het nummer 106470/CO/102.06) onder het nummer 106470/CO/102.06)

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is gesloten in

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is gesloten in

uitvoering van de wet van 12 april 2011 houdende aanpassing van de wet uitvoering van de wet van 12 april 2011 houdende aanpassing van de wet
van 1 februari 2011 houdende verlenging van de crisismaatregelen en van 1 februari 2011 houdende verlenging van de crisismaatregelen en
uitvoering van het interprofessioneel akkoord, en tot uitvoering van uitvoering van het interprofessioneel akkoord, en tot uitvoering van
het compromis van de Regering met betrekking tot het ontwerp van het compromis van de Regering met betrekking tot het ontwerp van
interprofessioneel akkoord (Belgisch Staatsblad van 28 april 2011). interprofessioneel akkoord (Belgisch Staatsblad van 28 april 2011).
Zij heeft tot doel een regeling van aanvullende vergoeding voor Zij heeft tot doel een regeling van aanvullende vergoeding voor
sommige oudere werknemers in te stellen volgens de navolgende nadere sommige oudere werknemers in te stellen volgens de navolgende nadere
regels. regels.

Art. 2.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de

Art. 2.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de

werkgevers en op de werklieden van de witzandexploitaties welke in werkgevers en op de werklieden van de witzandexploitaties welke in
openlucht geëxploiteerd worden in de provincies Antwerpen, openlucht geëxploiteerd worden in de provincies Antwerpen,
West-Vlaanderen, Oost-Vlaanderen, Limburg en Vlaams-Brabant. West-Vlaanderen, Oost-Vlaanderen, Limburg en Vlaams-Brabant.
Met "werklieden" worden de arbeiders en de arbeidsters bedoeld. Met "werklieden" worden de arbeiders en de arbeidsters bedoeld.

Art. 3.Onverminderd de bepalingen van het koninklijk besluit van 3

Art. 3.Onverminderd de bepalingen van het koninklijk besluit van 3

mei 2007 tot regeling van het conventioneel brugpensioen in het kader mei 2007 tot regeling van het conventioneel brugpensioen in het kader
van het Generatiepact (Belgisch Staatsblad van 8 juni 2007), wordt met van het Generatiepact (Belgisch Staatsblad van 8 juni 2007), wordt met
ingang van 1 januari 2011 het principe van de toepassing van een ingang van 1 januari 2011 het principe van de toepassing van een
regeling van conventioneel brugpensioen in deze sector aanvaard voor regeling van conventioneel brugpensioen in deze sector aanvaard voor
het werkend personeel dat voor deze formule opteert en tussen 1 het werkend personeel dat voor deze formule opteert en tussen 1
januari 2011 en 31 december 2012 de leeftijd van 56 jaar zal bereiken januari 2011 en 31 december 2012 de leeftijd van 56 jaar zal bereiken
of reeds bereikt heeft. of reeds bereikt heeft.

Art. 4.De bruggepensioneerde ontvangt van hun laatste werkgever vanaf

Art. 4.De bruggepensioneerde ontvangt van hun laatste werkgever vanaf

hun uitdiensttreding tot en met de maand waarin hij/zij de leeftijd hun uitdiensttreding tot en met de maand waarin hij/zij de leeftijd
van 65 jaar bereiken maandelijks een aanvullende vergoeding. van 65 jaar bereiken maandelijks een aanvullende vergoeding.
a) De aanvullende vergoeding die wordt toegekend aan de a) De aanvullende vergoeding die wordt toegekend aan de
bruggepensioneerde werknemer is, individueel, tenminste gelijk aan de bruggepensioneerde werknemer is, individueel, tenminste gelijk aan de
vergoeding voorzien door de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 vergoeding voorzien door de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17
gesloten in de Nationale Arbeidsraad. Het is een brutobedrag, vóór gesloten in de Nationale Arbeidsraad. Het is een brutobedrag, vóór
sociale en/of fiscale afhoudingen. De nieuwe berekening van het netto- sociale en/of fiscale afhoudingen. De nieuwe berekening van het netto-
referteloon (aan 100 pct. voor de RSZ-afhoudingen) voor het bedrag referteloon (aan 100 pct. voor de RSZ-afhoudingen) voor het bedrag
brugpensioen gaat in voor zij die vanaf 1 januari 2003 op brugpensioen brugpensioen gaat in voor zij die vanaf 1 januari 2003 op brugpensioen
gaan. gaan.
b) De bruggepensioneerden ontvangen maandelijks een aanvullende b) De bruggepensioneerden ontvangen maandelijks een aanvullende
vergoeding bestaande uit 2 luiken : vergoeding bestaande uit 2 luiken :
- het eigenlijke brugpensioen berekend a rato van 50 pct. van het - het eigenlijke brugpensioen berekend a rato van 50 pct. van het
verschil tussen het nettoreferteloon ((basisuurloon + gemiddelde verschil tussen het nettoreferteloon ((basisuurloon + gemiddelde
ploegenpremie) x 37 uur x 52)/12) verminderd met de sociale en fiscale ploegenpremie) x 37 uur x 52)/12) verminderd met de sociale en fiscale
afhoudingen en de maandelijkse werkloosheidsvergoeding; afhoudingen en de maandelijkse werkloosheidsvergoeding;
- een supplement gelijk aan 6 EUR per gepresteerd dienstjaar in de - een supplement gelijk aan 6 EUR per gepresteerd dienstjaar in de
sector met een minimum van 24,79 EUR per maand. sector met een minimum van 24,79 EUR per maand.
De refertemaand voor de bepaling van het nettoreferteloon is de De refertemaand voor de bepaling van het nettoreferteloon is de
kalendermaand die de datum van de uitdiensttreding voorafgaat. kalendermaand die de datum van de uitdiensttreding voorafgaat.

Art. 5.Met toepassing van de artikelen 4bis, 4ter en 4quater van de

Art. 5.Met toepassing van de artikelen 4bis, 4ter en 4quater van de

collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17, zoals gewijzigd door de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17, zoals gewijzigd door de
collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17tricies van 19 december 2006, collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17tricies van 19 december 2006,
wordt het recht op de aanvullende vergoeding, toegekend aan de wordt het recht op de aanvullende vergoeding, toegekend aan de
werknemers die ontslagen werden in het kader van deze collectieve werknemers die ontslagen werden in het kader van deze collectieve
arbeidsovereenkomst, behouden ten laste van de vorige werkgever, arbeidsovereenkomst, behouden ten laste van de vorige werkgever,
wanneer deze werknemers het werk als loontrekkende hervatten bij een wanneer deze werknemers het werk als loontrekkende hervatten bij een
andere werkgever dan die welke hen ontslagen heeft en die niet behoort andere werkgever dan die welke hen ontslagen heeft en die niet behoort
tot dezelfde technische bedrijfseenheid als de werkgever die hen tot dezelfde technische bedrijfseenheid als de werkgever die hen
ontslagen heeft. ontslagen heeft.
Het recht op de aanvullende vergoeding toegekend aan de werknemers die Het recht op de aanvullende vergoeding toegekend aan de werknemers die
ontslagen zijn in het kader van deze collectieve arbeidsovereenkomst ontslagen zijn in het kader van deze collectieve arbeidsovereenkomst
wordt eveneens behouden ten laste van de vorige werkgever in geval van wordt eveneens behouden ten laste van de vorige werkgever in geval van
uitoefening van een zelfstandige hoofdactiviteit, op voorwaarde dat uitoefening van een zelfstandige hoofdactiviteit, op voorwaarde dat
deze activiteit niet uitgeoefend wordt voor rekening van de werkgever deze activiteit niet uitgeoefend wordt voor rekening van de werkgever
die hen ontslagen heeft of voor rekening van een werkgever die behoort die hen ontslagen heeft of voor rekening van een werkgever die behoort
tot dezelfde technische bedrijfseenheid als de werkgever die hen tot dezelfde technische bedrijfseenheid als de werkgever die hen
ontslagen heeft. ontslagen heeft.
De werknemers beoogd in dit artikel behouden het recht op de De werknemers beoogd in dit artikel behouden het recht op de
aanvullende vergoeding zodra een einde werd gemaakt aan hun aanvullende vergoeding zodra een einde werd gemaakt aan hun
tewerkstelling in het kader van een arbeidsovereenkomst of aan de tewerkstelling in het kader van een arbeidsovereenkomst of aan de
uitoefening van een zelfstandige hoofdactiviteit. Zij leveren in dit uitoefening van een zelfstandige hoofdactiviteit. Zij leveren in dit
geval aan hun vorige werkgever (in de zin van de eerste paragraaf van geval aan hun vorige werkgever (in de zin van de eerste paragraaf van
dit artikel) het bewijs van hun recht op werkloosheidsuitkeringen. dit artikel) het bewijs van hun recht op werkloosheidsuitkeringen.
In het geval beoogd in de vorige paragraaf mogen werknemers geen twee In het geval beoogd in de vorige paragraaf mogen werknemers geen twee
of meer aanvullende stelsels cumuleren. Wanneer zij zich in de of meer aanvullende stelsels cumuleren. Wanneer zij zich in de
omstandigheden bevinden om verscheidene aanvullende stelsels te omstandigheden bevinden om verscheidene aanvullende stelsels te
genieten, behouden zij het recht op het stelsel dat toegekend werd genieten, behouden zij het recht op het stelsel dat toegekend werd
door de werkgever die hen ontslagen heeft (in de zin van de eerste door de werkgever die hen ontslagen heeft (in de zin van de eerste
paragraaf van dit artikel). paragraaf van dit artikel).

Art. 6.De syndicale premie wordt betaald tot de leeftijd van 65 jaar.

Art. 6.De syndicale premie wordt betaald tot de leeftijd van 65 jaar.

Art. 7.De in artikel 4 bedoelde bedragen worden samengevoegd tot een

Art. 7.De in artikel 4 bedoelde bedragen worden samengevoegd tot een

vast maandbedrag geldig voor de duur van het brugpensioen. vast maandbedrag geldig voor de duur van het brugpensioen.

Art. 8.De betaling geschiedt op het einde van de maand door storting

Art. 8.De betaling geschiedt op het einde van de maand door storting

op de bankrekening van de begunstigde. op de bankrekening van de begunstigde.

Art. 9.De werkgever verbindt er zich toe het brugpensioen ten gepaste

Art. 9.De werkgever verbindt er zich toe het brugpensioen ten gepaste

tijde voor te stellen aan de werknemer die de vrije keuze heeft. tijde voor te stellen aan de werknemer die de vrije keuze heeft.

Art. 10.Het vertrek met brugpensioen houdt in dat de werknemer de

Art. 10.Het vertrek met brugpensioen houdt in dat de werknemer de

wettelijke opzeggingstermijn moet uitdoen. wettelijke opzeggingstermijn moet uitdoen.

Art. 11.De bruggepensioneerde zal worden ontvangen in zoverre de

Art. 11.De bruggepensioneerde zal worden ontvangen in zoverre de

wettelijke verplichting hiervoor van toepassing is. wettelijke verplichting hiervoor van toepassing is.

Art. 12.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1

Art. 12.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1

januari 2011 en treedt buiten werking op 31 december 2012. januari 2011 en treedt buiten werking op 31 december 2012.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 3 april Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 3 april
2013. 2013.
De Minister van Werk, De Minister van Werk,
Mevr. M. DE CONINCK Mevr. M. DE CONINCK
^