Etaamb.openjustice.be
Meertalige weergave van Koninklijk Besluit van 03/04/2013
← Terug naar "Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 9 juni 1999 betreffende de overgang binnen dezelfde personeelscategorie en de sociale promotie naar een hogere personeelscategorie "
Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 9 juni 1999 betreffende de overgang binnen dezelfde personeelscategorie en de sociale promotie naar een hogere personeelscategorie Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 9 juni 1999 betreffende de overgang binnen dezelfde personeelscategorie en de sociale promotie naar een hogere personeelscategorie
MINISTERIE VAN LANDSVERDEDIGING MINISTERIE VAN LANDSVERDEDIGING
3 APRIL 2013. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk 3 APRIL 2013. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk
besluit van 9 juni 1999 betreffende de overgang binnen dezelfde besluit van 9 juni 1999 betreffende de overgang binnen dezelfde
personeelscategorie en de sociale promotie naar een hogere personeelscategorie en de sociale promotie naar een hogere
personeelscategorie personeelscategorie
ALBERT II, Koning der Belgen, ALBERT II, Koning der Belgen,
Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 27 december 1961 betreffende het statuut van de Gelet op de wet van 27 december 1961 betreffende het statuut van de
onderofficieren van het actief kader van de krijgsmacht, artikel onderofficieren van het actief kader van de krijgsmacht, artikel
40quater, ingevoegd bij de wet van 13 juli 1976 en gewijzigd bij de 40quater, ingevoegd bij de wet van 13 juli 1976 en gewijzigd bij de
wet van 21 december 1990; wet van 21 december 1990;
Gelet op de wet van 21 december 1990 houdende statuut van de Gelet op de wet van 21 december 1990 houdende statuut van de
kandidaat-militairen van het actief kader, artikel 10, § 1, derde lid, kandidaat-militairen van het actief kader, artikel 10, § 1, derde lid,
vervangen bij de wet van 20 mei 1994; vervangen bij de wet van 20 mei 1994;
Gelet op het koninklijk besluit van 9 juni 1999 betreffende de Gelet op het koninklijk besluit van 9 juni 1999 betreffende de
overgang binnen dezelfde personeelscategorie en de sociale promotie overgang binnen dezelfde personeelscategorie en de sociale promotie
naar een hogere personeelscategorie; naar een hogere personeelscategorie;
Gelet op het protocol van onderhandelingen van het Gelet op het protocol van onderhandelingen van het
Onderhandelingscomité van het militair personeel, gesloten op 12 Onderhandelingscomité van het militair personeel, gesloten op 12
december 2012; december 2012;
Gelet op het advies 52.837/4 van de Raad van State, gegeven op 4 maart Gelet op het advies 52.837/4 van de Raad van State, gegeven op 4 maart
2013, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de 2013, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de
wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973; wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Op de voordracht van de Minister van Landsverdediging, Op de voordracht van de Minister van Landsverdediging,
Hebben Wij besloten en besluiten Wij : Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Artikel 34 van het koninklijk besluit van 9 juni 1999

Artikel 1.Artikel 34 van het koninklijk besluit van 9 juni 1999

betreffende de overgang binnen dezelfde personeelscategorie en de betreffende de overgang binnen dezelfde personeelscategorie en de
sociale promotie naar een hogere personeelscategorie, gewijzigd bij de sociale promotie naar een hogere personeelscategorie, gewijzigd bij de
koninklijke besluiten van 8 mei 2003 en 23 juni 2005, waarvan de koninklijke besluiten van 8 mei 2003 en 23 juni 2005, waarvan de
bestaande tekst paragraaf 1 zal vormen, wordt aangevuld met een bestaande tekst paragraaf 1 zal vormen, wordt aangevuld met een
paragraaf 2, luidende : paragraaf 2, luidende :
« § 2. Tot 31 december 2014 kan de onderofficier houder van een « § 2. Tot 31 december 2014 kan de onderofficier houder van een
diploma van master in kinesitherapie, die ouder is dan 35 jaar op 31 diploma van master in kinesitherapie, die ouder is dan 35 jaar op 31
december van het jaar van zijn aanvaarding, evenwel door de minister december van het jaar van zijn aanvaarding, evenwel door de minister
aanvaard worden als kandidaat-aanvullingsofficier, indien hij, naast aanvaard worden als kandidaat-aanvullingsofficier, indien hij, naast
het voldoen aan de voorwaarde bedoeld in artikel 10, § 1, eerste lid, het voldoen aan de voorwaarde bedoeld in artikel 10, § 1, eerste lid,
2°, van de wet van 21 december 1990 houdende statuut van de 2°, van de wet van 21 december 1990 houdende statuut van de
kandidaat-militairen van het actief kader, ook voldoet aan volgende kandidaat-militairen van het actief kader, ook voldoet aan volgende
voorwaarden : voorwaarden :
1° dat hij voor de staat van officier onontbeerlijke morele, 1° dat hij voor de staat van officier onontbeerlijke morele,
karakteriële en fysieke hoedanigheden bezit; karakteriële en fysieke hoedanigheden bezit;
2° dat hij batig gerangschikt wordt bij de overgangsproef voor de 2° dat hij batig gerangschikt wordt bij de overgangsproef voor de
opname van de beroepsonderofficier in de hoedanigheid van opname van de beroepsonderofficier in de hoedanigheid van
aanvullingsofficier, binnen de grenzen van het aantal opengestelde aanvullingsofficier, binnen de grenzen van het aantal opengestelde
plaatsen. plaatsen.
De overgangsproef bedoeld in het eerste lid, 3°, omvat het slagen voor De overgangsproef bedoeld in het eerste lid, 3°, omvat het slagen voor
de militaire tests van lichamelijke geschiktheid volgens de criteria de militaire tests van lichamelijke geschiktheid volgens de criteria
bepaald door de minister, voor psychotechnische proeven, voor het bepaald door de minister, voor psychotechnische proeven, voor het
examen over de grondige kennis van de Nederlandse of van de Franse examen over de grondige kennis van de Nederlandse of van de Franse
taal en voor het examen over de wezenlijke kennis van de andere taal, taal en voor het examen over de wezenlijke kennis van de andere taal,
evenals de beoordeling van de waarde van de kandidaat door een evenals de beoordeling van de waarde van de kandidaat door een
selectiecomité. ». selectiecomité. ».

Art. 2.In artikel 35, eerste lid, van het zelfde besluit, worden de

Art. 2.In artikel 35, eerste lid, van het zelfde besluit, worden de

woorden "in artikel 34, eerste lid, 1° tot 3° en 6° " vervangen door woorden "in artikel 34, eerste lid, 1° tot 3° en 6° " vervangen door
de woorden ", naargelang het geval, in artikel 34, § 1, eerste lid, 1° de woorden ", naargelang het geval, in artikel 34, § 1, eerste lid, 1°
tot 3° en 6°, of in artikel 34, § 2, eerste lid, 1° en 2° ". tot 3° en 6°, of in artikel 34, § 2, eerste lid, 1° en 2° ".

Art. 3.In artikel 41, § 1, van het zelfde besluit, wordt tussen het

Art. 3.In artikel 41, § 1, van het zelfde besluit, wordt tussen het

eerste en het tweede lid een lid ingevoegd, luidende : eerste en het tweede lid een lid ingevoegd, luidende :
« De duur van de vorming van de onderofficier houder van een diploma « De duur van de vorming van de onderofficier houder van een diploma
van master in kinesitherapie bedoeld in artikel 34, § 2, is evenwel van master in kinesitherapie bedoeld in artikel 34, § 2, is evenwel
zes maanden. ». zes maanden. ».

Art. 4.Onze Minister van Landsverdediging is belast met de uitvoering

Art. 4.Onze Minister van Landsverdediging is belast met de uitvoering

van dit besluit. van dit besluit.
Gegeven te Châteauneuf-de-Grasse, 3 april 2013. Gegeven te Châteauneuf-de-Grasse, 3 april 2013.
ALBERT ALBERT
Van Koningswege : Van Koningswege :
De Minister van Landsverdediging, De Minister van Landsverdediging,
P. DE CREM P. DE CREM
^