Etaamb.openjustice.be
Meertalige weergave van Koninklijk Besluit van 03/08/2012
← Terug naar "Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 20 juli 2011, gesloten in het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid, betreffende de permanente vorming van de arbeiders van de bakkerijen en banketbakkerijen "
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 20 juli 2011, gesloten in het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid, betreffende de permanente vorming van de arbeiders van de bakkerijen en banketbakkerijen Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 20 juli 2011, gesloten in het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid, betreffende de permanente vorming van de arbeiders van de bakkerijen en banketbakkerijen
FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG
3 AUGUSTUS 2012. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend 3 AUGUSTUS 2012. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend
wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 20 juli 2011, wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 20 juli 2011,
gesloten in het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid, gesloten in het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid,
betreffende de permanente vorming van de arbeiders van de bakkerijen betreffende de permanente vorming van de arbeiders van de bakkerijen
en banketbakkerijen (1) en banketbakkerijen (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, ALBERT II, Koning der Belgen,
Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve
arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel
28; 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de
voedingsnijverheid; voedingsnijverheid;
Op de voordracht van de Minister van Werk, Op de voordracht van de Minister van Werk,
Hebben Wij besloten en besluiten Wij : Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage

overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 20 juli 2011, gesloten overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 20 juli 2011, gesloten
in het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid, betreffende de in het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid, betreffende de
permanente vorming van de arbeiders van de bakkerijen en permanente vorming van de arbeiders van de bakkerijen en
banketbakkerijen. banketbakkerijen.

Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van

Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van

dit besluit. dit besluit.
Gegeven te Châteauneuf-de-Grasse, 3 augustus 2012. Gegeven te Châteauneuf-de-Grasse, 3 augustus 2012.
ALBERT ALBERT
Van Koningswege : Van Koningswege :
De Minister van Werk, De Minister van Werk,
Mevr. M. DE CONINCK Mevr. M. DE CONINCK
_______ _______
Nota Nota
(1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad :
Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969.
Bijlage Bijlage
Paritair Comité voor de voedingsnijverheid Paritair Comité voor de voedingsnijverheid
Collectieve arbeidsovereenkomst van 20 juli 2011 Collectieve arbeidsovereenkomst van 20 juli 2011
Permanente vorming van de arbeiders van de bakkerijen en Permanente vorming van de arbeiders van de bakkerijen en
banketbakkerijen (Overeenkomst geregistreerd op 6 oktober 2011 onder banketbakkerijen (Overeenkomst geregistreerd op 6 oktober 2011 onder
het nummer 106095/CO/118) het nummer 106095/CO/118)
HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Artikel 1.§ 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing

Artikel 1.§ 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing

op de werkgevers en de arbeiders van de bakkerijen, de op de werkgevers en de arbeiders van de bakkerijen, de
banketbakkerijen die "verse" producten vervaardigen voor onmiddellijke banketbakkerijen die "verse" producten vervaardigen voor onmiddellijke
consumptie met zeer beperkte houdbaarheid en de verbruikszalen bij een consumptie met zeer beperkte houdbaarheid en de verbruikszalen bij een
banketbakkerij. banketbakkerij.
§ 2. Met "arbeiders" worden de mannelijke en de vrouwelijke arbeiders § 2. Met "arbeiders" worden de mannelijke en de vrouwelijke arbeiders
bedoeld. bedoeld.
HOOFDSTUK II. - Kader HOOFDSTUK II. - Kader

Art. 2.Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt afgesloten in

Art. 2.Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt afgesloten in

uitvoering van de collectieve arbeidsovereenkomst van 7 juni 2011 uitvoering van de collectieve arbeidsovereenkomst van 7 juni 2011
betreffende de sociale programmatie 2011-2012. betreffende de sociale programmatie 2011-2012.
HOOFDSTUK III. - Levenslange vorming HOOFDSTUK III. - Levenslange vorming

Art. 3.§ 1. De werkgever is eraan gehouden een volume professionele

Art. 3.§ 1. De werkgever is eraan gehouden een volume professionele

vorming te organiseren voor de arbeiders, overeenstemmend op jaarbasis vorming te organiseren voor de arbeiders, overeenstemmend op jaarbasis
met 1,10 pct. van het totaal volume van de gepresteerde arbeidstijd met 1,10 pct. van het totaal volume van de gepresteerde arbeidstijd
van alle arbeiders van de onderneming. van alle arbeiders van de onderneming.
§ 2. Zonder afbreuk te doen aan de toepassing van § 1 van artikel 3 § 2. Zonder afbreuk te doen aan de toepassing van § 1 van artikel 3
van de huidige overeenkomst en bij toepassing van artikel 30 van de van de huidige overeenkomst en bij toepassing van artikel 30 van de
wet van 23 december 2005 betreffende het Generatiepact en het wet van 23 december 2005 betreffende het Generatiepact en het
koninklijk besluit van 11 oktober 2007, komen de partijen overeen om koninklijk besluit van 11 oktober 2007, komen de partijen overeen om
de vormingsinspanningen in 2011 en 2012 te verhogen volgens de de vormingsinspanningen in 2011 en 2012 te verhogen volgens de
volgende modaliteiten : volgende modaliteiten :
- vanaf 1 januari 2011 is de werkgever eraan gehouden de - vanaf 1 januari 2011 is de werkgever eraan gehouden de
participatiegraad van de arbeiders aan de professionele vorming te participatiegraad van de arbeiders aan de professionele vorming te
verhogen met 5 procentpunten tegenover het jaar 2010; verhogen met 5 procentpunten tegenover het jaar 2010;
- vanaf 1 januari 2012 worden de vormingsinspanningen opgetrokken met - vanaf 1 januari 2012 worden de vormingsinspanningen opgetrokken met
0,10 pct. van de loonmassa door een verhoging van de bijdrage aan het 0,10 pct. van de loonmassa door een verhoging van de bijdrage aan het
sectoraal opleidingsfond IPV van 0,10 pct.. sectoraal opleidingsfond IPV van 0,10 pct..

Art. 4.Met de ondernemingsraad en bij ontstentenis de

Art. 4.Met de ondernemingsraad en bij ontstentenis de

vakbondsafvaardiging zal overlegd worden over de opstelling van een vakbondsafvaardiging zal overlegd worden over de opstelling van een
opleidingsplan om deze doelstelling te bereiken, waarbij beroep kan opleidingsplan om deze doelstelling te bereiken, waarbij beroep kan
gedaan worden op de ondersteuning door het IPV. In deze gedaan worden op de ondersteuning door het IPV. In deze
opleidingsplannen zal bijzondere aandacht uitgaan naar de opleidingsplannen zal bijzondere aandacht uitgaan naar de
risicogroepen. risicogroepen.

Art. 5.De werkgever dient de informatie over de toepassing van deze

Art. 5.De werkgever dient de informatie over de toepassing van deze

maatregel te organiseren zoals artikel 8 van collectieve maatregel te organiseren zoals artikel 8 van collectieve
arbeidsovereenkomst nummer 9 en de reglementering betreffende de arbeidsovereenkomst nummer 9 en de reglementering betreffende de
sociale balans het voorschrijven. sociale balans het voorschrijven.
Paritaire commentaar : Paritaire commentaar :
De werkgever zal op het einde van elk jaar moeten kunnen bewijzen dat De werkgever zal op het einde van elk jaar moeten kunnen bewijzen dat
hij een aantal uren vorming georganiseerd heeft ten belope van 1,10 hij een aantal uren vorming georganiseerd heeft ten belope van 1,10
pct. van het totaal van gepresteerde arbeidsuren van alle arbeiders pct. van het totaal van gepresteerde arbeidsuren van alle arbeiders
samen en dat de participatiegraad van de arbeiders aan de opleidingen samen en dat de participatiegraad van de arbeiders aan de opleidingen
het niveau behaalt zoals vastgelegd door artikel 3, § 2. het niveau behaalt zoals vastgelegd door artikel 3, § 2.
De sociale partners raden aan deze berekeningen te laten De sociale partners raden aan deze berekeningen te laten
overeenstemmen met deze van de sociale balans. overeenstemmen met deze van de sociale balans.
Het totaal volume arbeidstijd komt overeen met het aantal gepresteerde Het totaal volume arbeidstijd komt overeen met het aantal gepresteerde
uren opgegeven in de sociale balans onder de rubriek 101. Het aantal uren opgegeven in de sociale balans onder de rubriek 101. Het aantal
opleidingsuren staat onder de rubrieken 5802/5812, 5822/5832 en opleidingsuren staat onder de rubrieken 5802/5812, 5822/5832 en
5842/5852. 5842/5852.
De participatiegraad aan de vorming is terug te vinden onder de De participatiegraad aan de vorming is terug te vinden onder de
rubrieken 5801/5811,5821/5831 en 5841/5851 van de sociale balans. rubrieken 5801/5811,5821/5831 en 5841/5851 van de sociale balans.
Voor het begrip professionele vorming verwijzen we naar de definitie Voor het begrip professionele vorming verwijzen we naar de definitie
in de toelichtingsnota van de Nationale Bank met betrekking tot de in de toelichtingsnota van de Nationale Bank met betrekking tot de
opleidingsactiviteiten opgenomen in de sociale balans. Onder deze opleidingsactiviteiten opgenomen in de sociale balans. Onder deze
opleidingsactiviteiten vallen zowel de formele en de minder formele en opleidingsactiviteiten vallen zowel de formele en de minder formele en
informele voortgezette beroepsopleiding als de initiële informele voortgezette beroepsopleiding als de initiële
beroepsopleidingsinitiatieven ten laste van de werkgever. beroepsopleidingsinitiatieven ten laste van de werkgever.
De tijd besteed aan professionele vorming dient beschouwd te worden De tijd besteed aan professionele vorming dient beschouwd te worden
als arbeidstijd vermits de arbeider ter beschikking van de werkgever als arbeidstijd vermits de arbeider ter beschikking van de werkgever
staat. staat.
HOOFDSTUK IV. - Onthaal van werknemers HOOFDSTUK IV. - Onthaal van werknemers

Art. 6.§ 1. Partijen herinneren aan het koninklijk besluit van 25

Art. 6.§ 1. Partijen herinneren aan het koninklijk besluit van 25

april 2007 betreffende het onthaal en de begeleiding van werknemers april 2007 betreffende het onthaal en de begeleiding van werknemers
met betrekking tot de bescherming van het welzijn bij de uitvoering met betrekking tot de bescherming van het welzijn bij de uitvoering
van hun werk. van hun werk.
§ 2. Met de ondernemingsraad en bij ontstentenis de § 2. Met de ondernemingsraad en bij ontstentenis de
vakbondsafvaardiging zal overlegd worden over de praktische toepassing vakbondsafvaardiging zal overlegd worden over de praktische toepassing
van dit koninklijk besluit in de onderneming en met name over de van dit koninklijk besluit in de onderneming en met name over de
faciliteiten en opleiding van de ervaren werknemers die worden faciliteiten en opleiding van de ervaren werknemers die worden
aangeduid voor de begeleiding van de beginnende werknemer. Het IPV zal aangeduid voor de begeleiding van de beginnende werknemer. Het IPV zal
een kosteloze training aanbieden om deze ervaren werknemers op te een kosteloze training aanbieden om deze ervaren werknemers op te
leiden voor deze taak. leiden voor deze taak.
HOOFDSTUK V. - Financiering HOOFDSTUK V. - Financiering

Art. 7.§ 1. De sociale partners stellen de financiering van de

Art. 7.§ 1. De sociale partners stellen de financiering van de

vormingsinspanningen vast op 0,10 pct. van de brutolonen bestemd voor vormingsinspanningen vast op 0,10 pct. van de brutolonen bestemd voor
de Initiatieven voor Professionele Vorming (IPV). de Initiatieven voor Professionele Vorming (IPV).
§ 2. Vanaf 1 januari 2012 en dit voor onbepaalde duur, is de bijdrage § 2. Vanaf 1 januari 2012 en dit voor onbepaalde duur, is de bijdrage
van de werkgever per arbeider vastgesteld op 0,20 pct. van de van de werkgever per arbeider vastgesteld op 0,20 pct. van de
brutolonen. brutolonen.
HOOFDSTUK VI. - Risicogroepen HOOFDSTUK VI. - Risicogroepen

Art. 8.§ 1. Huidig artikel wordt gesloten in toepassing van titel

Art. 8.§ 1. Huidig artikel wordt gesloten in toepassing van titel

XIII, hoofdstuk VIII, afdeling 1 van de wet van 27 december 2006 XIII, hoofdstuk VIII, afdeling 1 van de wet van 27 december 2006
houdende diverse bepalingen, laatst gewijzigd door de wet van 1 houdende diverse bepalingen, laatst gewijzigd door de wet van 1
februari 2011 houdende verlenging van de crisismaatregelen en februari 2011 houdende verlenging van de crisismaatregelen en
uitvoering van het IPA (Belgisch Staatsblad van 7 februari 2011). uitvoering van het IPA (Belgisch Staatsblad van 7 februari 2011).
§ 2. Gedurende de jaren 2011 en 2012 zal de sector van de bakkerijen § 2. Gedurende de jaren 2011 en 2012 zal de sector van de bakkerijen
0,10 pct. van de brutolonen besteden aan de vorming van werkzoekenden 0,10 pct. van de brutolonen besteden aan de vorming van werkzoekenden
en werkenden uit risicogroepen. en werkenden uit risicogroepen.
§ 3. Onder risicogroepen verstaan de partijen : § 3. Onder risicogroepen verstaan de partijen :
- de werklozen in het algemeen en werklozen jonger dan 30 jaar in het - de werklozen in het algemeen en werklozen jonger dan 30 jaar in het
bijzonder; bijzonder;
- de laaggeschoolde werknemers; - de laaggeschoolde werknemers;
- de werknemers ouder dan 50 jaar; - de werknemers ouder dan 50 jaar;
- de werknemers bedreigd door een herstructurering, een collectief - de werknemers bedreigd door een herstructurering, een collectief
ontslag of een sluiting van onderneming; ontslag of een sluiting van onderneming;
- de ontslagen werknemers; - de ontslagen werknemers;
- de gehandicapten; - de gehandicapten;
- De allochtonen. - De allochtonen.
HOOFDSTUK VII. - Geldigheid HOOFDSTUK VII. - Geldigheid

Art. 9.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1

Art. 9.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1

januari 2011 en geldt voor onbepaalde tijd. januari 2011 en geldt voor onbepaalde tijd.
Zij vervangt de collectieve arbeidsovereenkomst van 28 mei 2009, Zij vervangt de collectieve arbeidsovereenkomst van 28 mei 2009,
gesloten in het paritair Comité voor de voedingsnijverheid, gesloten in het paritair Comité voor de voedingsnijverheid,
betreffende de levenslange vorming van de arbeiders van de bakkerijen betreffende de levenslange vorming van de arbeiders van de bakkerijen
en banketbakkerijen, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk en banketbakkerijen, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk
besluit van 28 april 2010 (Belgisch Staatsblad van 2 juli 2010). besluit van 28 april 2010 (Belgisch Staatsblad van 2 juli 2010).
De collectieve arbeidsovereenkomst kan opgezegd worden door één der De collectieve arbeidsovereenkomst kan opgezegd worden door één der
partijen, met opzegging van drie maanden betekend bij een ter post partijen, met opzegging van drie maanden betekend bij een ter post
aangetekende brief gericht aan de voorzitter van het Paritair Comité aangetekende brief gericht aan de voorzitter van het Paritair Comité
voor de voedingsnijverheid en aan de erin vertegenwoordigde voor de voedingsnijverheid en aan de erin vertegenwoordigde
organisaties. organisaties.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 3 augustus Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 3 augustus
2012. 2012.
De Minister van Werk, De Minister van Werk,
Mevr. M. DE CONINCK Mevr. M. DE CONINCK
^