Etaamb.openjustice.be
Meertalige weergave van Koninklijk Besluit van 03/08/2012
← Terug naar "Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 27 juni 2011, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden van de textielnijverheid en het breiwerk, betreffende de toekenning van een aanvullende vergoeding ten gunste van sommige bejaarde bedienden met nachtprestaties die op het ogenblik van de beëindiging van de arbeidsovereenkomst 56 jaar of ouder zijn "
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 27 juni 2011, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden van de textielnijverheid en het breiwerk, betreffende de toekenning van een aanvullende vergoeding ten gunste van sommige bejaarde bedienden met nachtprestaties die op het ogenblik van de beëindiging van de arbeidsovereenkomst 56 jaar of ouder zijn Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 27 juni 2011, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden van de textielnijverheid en het breiwerk, betreffende de toekenning van een aanvullende vergoeding ten gunste van sommige bejaarde bedienden met nachtprestaties die op het ogenblik van de beëindiging van de arbeidsovereenkomst 56 jaar of ouder zijn
FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG
3 AUGUSTUS 2012. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend 3 AUGUSTUS 2012. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend
wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 27 juni 2011, wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 27 juni 2011,
gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden van de gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden van de
textielnijverheid en het breiwerk, betreffende de toekenning van een textielnijverheid en het breiwerk, betreffende de toekenning van een
aanvullende vergoeding ten gunste van sommige bejaarde bedienden met aanvullende vergoeding ten gunste van sommige bejaarde bedienden met
nachtprestaties die op het ogenblik van de beëindiging van de nachtprestaties die op het ogenblik van de beëindiging van de
arbeidsovereenkomst 56 jaar of ouder zijn (1) arbeidsovereenkomst 56 jaar of ouder zijn (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, ALBERT II, Koning der Belgen,
Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve
arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel
28; 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de bedienden van de Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de bedienden van de
textielnijverheid en het breiwerk; textielnijverheid en het breiwerk;
Op de voordracht van de Minister van Werk, Op de voordracht van de Minister van Werk,
Hebben Wij besloten en besluiten Wij : Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage

overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 27 juni 2011, gesloten overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 27 juni 2011, gesloten
in het Paritair Comité voor de bedienden van de textielnijverheid en in het Paritair Comité voor de bedienden van de textielnijverheid en
het breiwerk, betreffende de toekenning van een aanvullende vergoeding het breiwerk, betreffende de toekenning van een aanvullende vergoeding
ten gunste van sommige bejaarde bedienden met nachtprestaties die op ten gunste van sommige bejaarde bedienden met nachtprestaties die op
het ogenblik van de beëindiging van de arbeidsovereenkomst 56 jaar of het ogenblik van de beëindiging van de arbeidsovereenkomst 56 jaar of
ouder zijn. ouder zijn.

Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van

Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van

dit besluit. dit besluit.
Gegeven te Châteauneuf-de-Grasse, 3 augustus 2012. Gegeven te Châteauneuf-de-Grasse, 3 augustus 2012.
ALBERT ALBERT
Van Koningswege : Van Koningswege :
De Minister van Werk, De Minister van Werk,
Mevr. M. DE CONINCK Mevr. M. DE CONINCK
_______ _______
Nota Nota
(1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad :
Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969.
Bijlage Bijlage
Paritair Comité voor de bedienden van de textielnijverheid en het Paritair Comité voor de bedienden van de textielnijverheid en het
breiwerk breiwerk
Collectieve arbeidsovereenkomst van 27 juni 2011 Collectieve arbeidsovereenkomst van 27 juni 2011
Toekenning van een aanvullende vergoeding ten gunste van sommige Toekenning van een aanvullende vergoeding ten gunste van sommige
bejaarde bedienden met nachtprestaties die op het ogenblik van de bejaarde bedienden met nachtprestaties die op het ogenblik van de
beëindiging van de arbeidsovereenkomst 56 jaar of ouder zijn beëindiging van de arbeidsovereenkomst 56 jaar of ouder zijn
(Overeenkomst geregistreerd op 27 juli 2011 onder het nummer (Overeenkomst geregistreerd op 27 juli 2011 onder het nummer
104888/CO/214) 104888/CO/214)
HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied van de overeenkomst HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied van de overeenkomst

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op

alle textiel- en breigoedondernemingen die onder de bevoegdheid vallen alle textiel- en breigoedondernemingen die onder de bevoegdheid vallen
van het Paritair Comité voor de bedienden van de textielnijverheid en van het Paritair Comité voor de bedienden van de textielnijverheid en
het breiwerk en op de bedienden die zij tewerkstellen. het breiwerk en op de bedienden die zij tewerkstellen.
HOOFDSTUK II. - Rechthebbenden HOOFDSTUK II. - Rechthebbenden

Art. 2.§ 1. De ontslagen bedienden, behalve om dringende reden, die

Art. 2.§ 1. De ontslagen bedienden, behalve om dringende reden, die

op het ogenblik van de beëindiging van de arbeidsovereenkomst en op het ogenblik van de beëindiging van de arbeidsovereenkomst en
tijdens de periode van 1 januari 2011 tot en met 31 december 2012, tijdens de periode van 1 januari 2011 tot en met 31 december 2012,
56 jaar of ouder zijn ontvangen een aanvullende vergoeding, zoals 56 jaar of ouder zijn ontvangen een aanvullende vergoeding, zoals
bedoeld in artikel 4, ten laste van de werkgever voor zover zij op dat bedoeld in artikel 4, ten laste van de werkgever voor zover zij op dat
ogenblik minimaal 20 jaar gewerkt hebben in een arbeidsregime zoals ogenblik minimaal 20 jaar gewerkt hebben in een arbeidsregime zoals
bedoeld in artikel 1 van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 46 bedoeld in artikel 1 van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 46
gesloten op 23 maart 1990 en algemeen verbindend verklaard bij gesloten op 23 maart 1990 en algemeen verbindend verklaard bij
koninklijk besluit van 10 mei 1990 en 33 jaar beroepsverleden als koninklijk besluit van 10 mei 1990 en 33 jaar beroepsverleden als
loontrekkende kunnen rechtvaardigen. loontrekkende kunnen rechtvaardigen.
§ 2. Onder "ogenblik van de beëindiging van de arbeidsovereenkomst" § 2. Onder "ogenblik van de beëindiging van de arbeidsovereenkomst"
wordt verstaan : het ogenblik dat de bediende uit dienst treedt na het wordt verstaan : het ogenblik dat de bediende uit dienst treedt na het
verstrijken van de opzeggingstermijn of, wanneer er geen opzegging verstrijken van de opzeggingstermijn of, wanneer er geen opzegging
werd betekend of wanneer aan de betekende opzeggingstermijn voortijdig werd betekend of wanneer aan de betekende opzeggingstermijn voortijdig
een einde wordt gemaakt, het ogenblik dat de bediende de onderneming een einde wordt gemaakt, het ogenblik dat de bediende de onderneming
verlaat. verlaat.
§ 3. In afwijking van § 1 hiervoor mag de opzeggingstermijn of de door § 3. In afwijking van § 1 hiervoor mag de opzeggingstermijn of de door
de opzeggingsvergoeding gedekte periode van de ontslagen bediende een de opzeggingsvergoeding gedekte periode van de ontslagen bediende een
einde nemen buiten de geldigheidsduur van de collectieve einde nemen buiten de geldigheidsduur van de collectieve
arbeidsovereenkomst, voor zover de opzeggingstermijn werd betekend of arbeidsovereenkomst, voor zover de opzeggingstermijn werd betekend of
de arbeidsovereenkomst werd verbroken tijdens de geldigheidsduur van de arbeidsovereenkomst werd verbroken tijdens de geldigheidsduur van
de collectieve arbeidsovereenkomst en voor zover de ontslagen bediende de collectieve arbeidsovereenkomst en voor zover de ontslagen bediende
de leeftijd voorzien in § 1 hiervoor bereikt heeft tijdens de de leeftijd voorzien in § 1 hiervoor bereikt heeft tijdens de
geldigheidsduur van de collectieve arbeidsovereenkomst. geldigheidsduur van de collectieve arbeidsovereenkomst.

Art. 3.Naast het vereiste beroepsverleden als loontrekkende en de

Art. 3.Naast het vereiste beroepsverleden als loontrekkende en de

vereiste tewerkstelling in een arbeidsregime zoals bedoeld in artikel vereiste tewerkstelling in een arbeidsregime zoals bedoeld in artikel
2 hiervoor, dienen de bedienden, om te kunnen genieten van het 2 hiervoor, dienen de bedienden, om te kunnen genieten van het
conventioneel brugpensioen, bovendien te voldoen aan één van de conventioneel brugpensioen, bovendien te voldoen aan één van de
volgende sectorale anciënniteitsvoorwaarden : volgende sectorale anciënniteitsvoorwaarden :
- ofwel 15 jaar loondienst in de sectoren textiel, breigoed, kleding, - ofwel 15 jaar loondienst in de sectoren textiel, breigoed, kleding,
confectie, vlasbereiding en/of jute; confectie, vlasbereiding en/of jute;
- ofwel 5 jaar loondienst in de sectoren textiel, breigoed, kleding, - ofwel 5 jaar loondienst in de sectoren textiel, breigoed, kleding,
confectie, vlasbereiding en/of jute tijdens de laatste 10 jaren confectie, vlasbereiding en/of jute tijdens de laatste 10 jaren
waarvan minstens 1 jaar in de laatste 2 jaren. waarvan minstens 1 jaar in de laatste 2 jaren.
Wat betreft de gelijkstelling met arbeidsdagen wordt verwezen naar de Wat betreft de gelijkstelling met arbeidsdagen wordt verwezen naar de
gelijkstellingen voor het beroepsverleden als loontrekkende. gelijkstellingen voor het beroepsverleden als loontrekkende.
HOOFDSTUK III. - Betaling van de aanvullende vergoeding HOOFDSTUK III. - Betaling van de aanvullende vergoeding

Art. 4.De in artikel 2 bedoelde aanvullende vergoeding behelst het

Art. 4.De in artikel 2 bedoelde aanvullende vergoeding behelst het

toekennen van gelijkaardige voordelen als voorzien door de collectieve toekennen van gelijkaardige voordelen als voorzien door de collectieve
arbeidsovereenkomst nr. 17 gesloten in de Nationale Arbeidsraad op 19 arbeidsovereenkomst nr. 17 gesloten in de Nationale Arbeidsraad op 19
december 1974. december 1974.

Art. 5.§ 1. Aan de bedienden bedoeld in de artikelen 2 tot en met 3

Art. 5.§ 1. Aan de bedienden bedoeld in de artikelen 2 tot en met 3

die in de periode van 1 januari 2011 tot en met 31 december 2012 tot die in de periode van 1 januari 2011 tot en met 31 december 2012 tot
dit brugpensioenstelsel toetreden, wordt de aanvullende vergoeding dit brugpensioenstelsel toetreden, wordt de aanvullende vergoeding
betaald door de werkgever, die het bedrag van de aanvullende betaald door de werkgever, die het bedrag van de aanvullende
vergoeding, beperkt tot het bedrag berekend overeenkomstig de vergoeding, beperkt tot het bedrag berekend overeenkomstig de
collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 van de Nationale Arbeidsraad, collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 van de Nationale Arbeidsraad,
maar onverminderd de toepassing van de garantieregeling bedoeld in maar onverminderd de toepassing van de garantieregeling bedoeld in
artikel 10, bij het fonds kan terugvorderen. artikel 10, bij het fonds kan terugvorderen.
De bijzondere werkgeversbijdragen opgelegd door de wettelijke De bijzondere werkgeversbijdragen opgelegd door de wettelijke
bepalingen en door de uitvoeringsbesluiten ter zake, worden eveneens bepalingen en door de uitvoeringsbesluiten ter zake, worden eveneens
door de werkgever betaald. door de werkgever betaald.
Het bedrag van deze bijzondere werkgeversbijdragen, verschuldigd op Het bedrag van deze bijzondere werkgeversbijdragen, verschuldigd op
het bedrag van de aanvullende vergoeding, berekend overeenkomstig de het bedrag van de aanvullende vergoeding, berekend overeenkomstig de
collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 van de Nationale Arbeidsraad, collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 van de Nationale Arbeidsraad,
maar onverminderd de toepassing van de garantieregeling bedoeld in maar onverminderd de toepassing van de garantieregeling bedoeld in
artikel 10, kan eveneens door de werkgever bij het fonds artikel 10, kan eveneens door de werkgever bij het fonds
teruggevorderd worden. teruggevorderd worden.
§ 2. In afwijking op § 1 hiervoor wordt, in uitvoering van en § 2. In afwijking op § 1 hiervoor wordt, in uitvoering van en
overeenkomstig de voorwaarden gesteld in artikel 52 van de wet van 26 overeenkomstig de voorwaarden gesteld in artikel 52 van de wet van 26
juni 2002 betreffende de sluiting van ondernemingen, de aanvullende juni 2002 betreffende de sluiting van ondernemingen, de aanvullende
vergoeding aan de bedienden die vanaf 50 jaar in de onderneming werden vergoeding aan de bedienden die vanaf 50 jaar in de onderneming werden
aangeworven, door het Fonds voor sluiting van ondernemingen betaald, aangeworven, door het Fonds voor sluiting van ondernemingen betaald,
vanaf de eerste dag van de maand volgend op deze waarop de bediende vanaf de eerste dag van de maand volgend op deze waarop de bediende
die gerechtigd is op deze aanvullende vergoeding bij brugpensioen de die gerechtigd is op deze aanvullende vergoeding bij brugpensioen de
leeftijd van 60 jaar heeft bereikt. leeftijd van 60 jaar heeft bereikt.

Art. 6.De in de artikelen 2 tot en met 3 bedoelde bedienden hebben,

Art. 6.De in de artikelen 2 tot en met 3 bedoelde bedienden hebben,

voorzover zij de wettelijke werkloosheidsuitkeringen ontvangen, recht voorzover zij de wettelijke werkloosheidsuitkeringen ontvangen, recht
op de aanvullende vergoeding tot op de datum dat zij de leeftijd op de aanvullende vergoeding tot op de datum dat zij de leeftijd
bereiken waarop zij wettelijk pensioengerechtigd zijn en binnen de bereiken waarop zij wettelijk pensioengerechtigd zijn en binnen de
voorwaarden zoals door deze pensioenreglementering vastgesteld. voorwaarden zoals door deze pensioenreglementering vastgesteld.
De regeling geldt eveneens voor de bedienden die tijdelijk uit het De regeling geldt eveneens voor de bedienden die tijdelijk uit het
stelsel zouden getreden zijn en die nadien opnieuw van de regeling stelsel zouden getreden zijn en die nadien opnieuw van de regeling
wensen te genieten, voorzover zij opnieuw de wettelijke wensen te genieten, voorzover zij opnieuw de wettelijke
werkloosheidsuitkeringen ontvangen. werkloosheidsuitkeringen ontvangen.

Art. 7.In afwijking van artikel 6 hebben de in de artikelen 2 tot en

Art. 7.In afwijking van artikel 6 hebben de in de artikelen 2 tot en

met 3 bedoelde bedienden die hun hoofdverblijfplaats hebben in een met 3 bedoelde bedienden die hun hoofdverblijfplaats hebben in een
land van de Europese Economische Ruimte, ook recht op een aanvullende land van de Europese Economische Ruimte, ook recht op een aanvullende
vergoeding ten laste van hun werkgever voor zover zij geen vergoeding ten laste van hun werkgever voor zover zij geen
werkloosheidsuitkeringen kunnen genieten of kunnen blijven genieten in werkloosheidsuitkeringen kunnen genieten of kunnen blijven genieten in
het kader van de regelgeving inzake conventioneel brugpensioen, alleen het kader van de regelgeving inzake conventioneel brugpensioen, alleen
omdat zij hun hoofdverblijfplaats niet of niet meer in België hebben omdat zij hun hoofdverblijfplaats niet of niet meer in België hebben
in de zin van artikel 66 van het koninklijk besluit van 25 november in de zin van artikel 66 van het koninklijk besluit van 25 november
1991 houdende werkloosheidsreglementering en voor zover zij 1991 houdende werkloosheidsreglementering en voor zover zij
werkloosheidsuitkeringen genieten krachtens de wetgeving van hun werkloosheidsuitkeringen genieten krachtens de wetgeving van hun
woonland. woonland.
Die aanvullende vergoeding moet berekend worden alsof die bedienden Die aanvullende vergoeding moet berekend worden alsof die bedienden
werkloosheidsuitkeringen genieten op basis van de Belgische wetgeving. werkloosheidsuitkeringen genieten op basis van de Belgische wetgeving.

Art. 8.§ 1. In afwijking van de eerste alinea van artikel 6 en

Art. 8.§ 1. In afwijking van de eerste alinea van artikel 6 en

artikel 7 behouden de bedienden die zijn ontslagen in het kader van artikel 7 behouden de bedienden die zijn ontslagen in het kader van
deze collectieve overeenkomst het recht op de aanvullende vergoeding deze collectieve overeenkomst het recht op de aanvullende vergoeding
ten laste van de laatste werkgever, wanneer ze het werk hervatten als ten laste van de laatste werkgever, wanneer ze het werk hervatten als
loontrekkende bij een andere werkgever dan de werkgever die hen heeft loontrekkende bij een andere werkgever dan de werkgever die hen heeft
ontslagen en die niet behoort tot dezelfde technische bedrijfseenheid ontslagen en die niet behoort tot dezelfde technische bedrijfseenheid
als de werkgever die hen heeft ontslagen. als de werkgever die hen heeft ontslagen.
§ 2. In afwijking van de eerste alinea van artikel 6 en artikel 7 § 2. In afwijking van de eerste alinea van artikel 6 en artikel 7
behouden de bedienden die zijn ontslagen in het kader van deze behouden de bedienden die zijn ontslagen in het kader van deze
overeenkomst ook het recht op de aanvullende vergoeding ten laste van overeenkomst ook het recht op de aanvullende vergoeding ten laste van
de laatste werkgever, ingeval een zelfstandige activiteit in de laatste werkgever, ingeval een zelfstandige activiteit in
hoofdberoep wordt uitgeoefend op voorwaarde dat die activiteit niet hoofdberoep wordt uitgeoefend op voorwaarde dat die activiteit niet
wordt uitgeoefend voor rekening van de werkgever die hen heeft wordt uitgeoefend voor rekening van de werkgever die hen heeft
ontslagen of voor rekening van een werkgever die behoort tot dezelfde ontslagen of voor rekening van een werkgever die behoort tot dezelfde
technische bedrijfseenheid als de werkgever die hen heeft ontslagen. technische bedrijfseenheid als de werkgever die hen heeft ontslagen.
§ 3. In de in § 1 en § 2 bedoelde gevallen hebben de ontslagen § 3. In de in § 1 en § 2 bedoelde gevallen hebben de ontslagen
bedienden, wanneer ze het werk hervatten tijdens de door de bedienden, wanneer ze het werk hervatten tijdens de door de
opzeggingsvergoeding gedekte periode, op zijn vroegst maar recht op de opzeggingsvergoeding gedekte periode, op zijn vroegst maar recht op de
aanvullende vergoeding vanaf de dag waarop ze recht zouden hebben aanvullende vergoeding vanaf de dag waarop ze recht zouden hebben
gehad op werkloosheidsuitkeringen indien ze het werk niet hadden gehad op werkloosheidsuitkeringen indien ze het werk niet hadden
hervat. hervat.
§ 4. In de in § 1 en § 2 bedoelde gevallen blijft het recht op de § 4. In de in § 1 en § 2 bedoelde gevallen blijft het recht op de
aanvullende vergoeding bestaan tijdens de hele duur van de aanvullende vergoeding bestaan tijdens de hele duur van de
tewerkstelling op grond van een arbeidsovereenkomst of tijdens de hele tewerkstelling op grond van een arbeidsovereenkomst of tijdens de hele
duur van de uitoefening van een zelfstandige activiteit in hoofdberoep duur van de uitoefening van een zelfstandige activiteit in hoofdberoep
volgens de regels bepaald in deze collectieve arbeidsovereenkomst en volgens de regels bepaald in deze collectieve arbeidsovereenkomst en
voor heel de periode gedurende welke de bedienden die recht hebben op voor heel de periode gedurende welke de bedienden die recht hebben op
de aanvullende vergoeding geen werkloosheidsuitkeringen als volledig de aanvullende vergoeding geen werkloosheidsuitkeringen als volledig
uitkeringsgerechtigde werkloze meer genieten. uitkeringsgerechtigde werkloze meer genieten.
De in § 1 en § 2 bedoelde bedienden leveren aan hun laatste werkgever De in § 1 en § 2 bedoelde bedienden leveren aan hun laatste werkgever
het bewijs dat zij opnieuw in dienst zijn genomen op grond van een het bewijs dat zij opnieuw in dienst zijn genomen op grond van een
arbeidsovereenkomst of dat zij een zelfstandige activiteit in arbeidsovereenkomst of dat zij een zelfstandige activiteit in
hoofdberoep uitoefenen. hoofdberoep uitoefenen.
HOOFDSTUK IV. - Bedrag van de aanvullende vergoeding HOOFDSTUK IV. - Bedrag van de aanvullende vergoeding

Art. 9.Het bedrag van de aanvullende vergoeding is gelijk aan de

Art. 9.Het bedrag van de aanvullende vergoeding is gelijk aan de

helft van het verschil tussen het nettoreferteloon en de helft van het verschil tussen het nettoreferteloon en de
werkloosheidsuitkering. werkloosheidsuitkering.

Art. 10.De aanvullende vergoeding, waarvan het brutobedrag lager is

Art. 10.De aanvullende vergoeding, waarvan het brutobedrag lager is

dan 99,16 EUR bruto per maand, toegekend in het kader van het dan 99,16 EUR bruto per maand, toegekend in het kader van het
conventioneel brugpensioen voor bedienden, wordt verhoogd tot 99,16 conventioneel brugpensioen voor bedienden, wordt verhoogd tot 99,16
EUR bruto per maand. Deze verhoging van het bedrag van de aanvullende EUR bruto per maand. Deze verhoging van het bedrag van de aanvullende
vergoeding kan evenwel niet tot gevolg hebben dat het totaal bruto vergoeding kan evenwel niet tot gevolg hebben dat het totaal bruto
maandbedrag van deze aanvullende vergoeding en de maandbedrag van deze aanvullende vergoeding en de
werkloosheidsuitkeringen samen hoger komt te liggen dan de drempel werkloosheidsuitkeringen samen hoger komt te liggen dan de drempel
voor de werknemer zonder gezinslast die in aanmerking wordt genomen voor de werknemer zonder gezinslast die in aanmerking wordt genomen
voor de berekening van de werknemersbijdrage van 6,5 pct., ingehouden voor de berekening van de werknemersbijdrage van 6,5 pct., ingehouden
op het geheel van de sociale uitkering en de aanvullende vergoeding. op het geheel van de sociale uitkering en de aanvullende vergoeding.

Art. 11.Het nettoreferteloon is gelijk aan het bruto maandloon

Art. 11.Het nettoreferteloon is gelijk aan het bruto maandloon

begrensd tot 940,14 EUR en verminderd met de persoonlijke sociale begrensd tot 940,14 EUR en verminderd met de persoonlijke sociale
zekerheidsbijdrage en de fiscale inhouding. Voor de berekening van de zekerheidsbijdrage en de fiscale inhouding. Voor de berekening van de
persoonlijke sociale zekerheidsbijdrage dient rekening gehouden te persoonlijke sociale zekerheidsbijdrage dient rekening gehouden te
worden met de bepalingen van de wet van 20 december 1999 tot worden met de bepalingen van de wet van 20 december 1999 tot
toekenning van een werkbonus onder de vorm van een vermindering van de toekenning van een werkbonus onder de vorm van een vermindering van de
persoonlijke bijdragen van sociale zekerheid aan werknemers met lage persoonlijke bijdragen van sociale zekerheid aan werknemers met lage
lonen en aan sommige werknemers die het slachtoffer waren van een lonen en aan sommige werknemers die het slachtoffer waren van een
herstructurering. herstructurering.
De grens van 940,14 EUR is gekoppeld aan het indexcijfer 134,52 (1971 De grens van 940,14 EUR is gekoppeld aan het indexcijfer 134,52 (1971
= 100) en bedraagt 3.554,13 EUR op 1 januari 2011. Zij is gebonden aan = 100) en bedraagt 3.554,13 EUR op 1 januari 2011. Zij is gebonden aan
de schommelingen van het indexcijfer der consumptieprijzen, de schommelingen van het indexcijfer der consumptieprijzen,
overeenkomstig de bepalingen van de wet van 2 augustus 1971 houdende overeenkomstig de bepalingen van de wet van 2 augustus 1971 houdende
inrichting van een stelsel van koppeling aan het indexcijfer der inrichting van een stelsel van koppeling aan het indexcijfer der
consumptieprijzen. Deze grens wordt daarenboven op 1 januari van elk consumptieprijzen. Deze grens wordt daarenboven op 1 januari van elk
jaar herzien in functie der regelingslonen overeenkomstig de jaar herzien in functie der regelingslonen overeenkomstig de
beslissing van de Nationale Arbeidsraad. beslissing van de Nationale Arbeidsraad.
Het nettoreferteloon wordt afgerond naar de hogere euro. Het nettoreferteloon wordt afgerond naar de hogere euro.

Art. 12.1. Het brutoloon omvat de contractuele premies die

Art. 12.1. Het brutoloon omvat de contractuele premies die

rechtstreeks gebonden zijn aan de door de bedienden verrichte rechtstreeks gebonden zijn aan de door de bedienden verrichte
prestaties waarop inhoudingen voor sociale zekerheid worden gedaan en prestaties waarop inhoudingen voor sociale zekerheid worden gedaan en
waarvan de periodiciteit van betaling geen maand overschrijdt. waarvan de periodiciteit van betaling geen maand overschrijdt.
Het omvat ook de voordelen in natura die aan inhoudingen voor sociale Het omvat ook de voordelen in natura die aan inhoudingen voor sociale
zekerheid onderworpen zijn. zekerheid onderworpen zijn.
Daarentegen worden de premies of vergoedingen, die als tegenwaarde van Daarentegen worden de premies of vergoedingen, die als tegenwaarde van
werkelijke kosten worden verleend, niet in aanmerking genomen. werkelijke kosten worden verleend, niet in aanmerking genomen.
2. Voor de per maand betaalde bedienden wordt als brutoloon beschouwd 2. Voor de per maand betaalde bedienden wordt als brutoloon beschouwd
het loon dat zij gedurende de in navolgende punt 6 bepaalde het loon dat zij gedurende de in navolgende punt 6 bepaalde
refertemaand hebben verdiend. refertemaand hebben verdiend.
3. Voor de bedienden die niet per maand worden betaald, wordt het 3. Voor de bedienden die niet per maand worden betaald, wordt het
brutoloon berekend op grond van het normale uurloon. brutoloon berekend op grond van het normale uurloon.
Het normale uurloon wordt bekomen door het loon voor de normale Het normale uurloon wordt bekomen door het loon voor de normale
prestaties van de refertemaand te delen door het aantal tijdens die prestaties van de refertemaand te delen door het aantal tijdens die
periode gewerkte normale uren. Het aldus bekomen resultaat wordt periode gewerkte normale uren. Het aldus bekomen resultaat wordt
vermenigvuldigd met het aantal arbeidsuren, bepaald bij de wekelijkse vermenigvuldigd met het aantal arbeidsuren, bepaald bij de wekelijkse
arbeidstijdregeling van de werknemer; dat product, vermenigvuldigd met arbeidstijdregeling van de werknemer; dat product, vermenigvuldigd met
52 en gedeeld door 12, stemt overeen met het maandloon. 52 en gedeeld door 12, stemt overeen met het maandloon.
4. Het brutoloon van de bedienden die gedurende de ganse refertemaand 4. Het brutoloon van de bedienden die gedurende de ganse refertemaand
niet hebben gewerkt, wordt berekend alsof zij aanwezig waren geweest niet hebben gewerkt, wordt berekend alsof zij aanwezig waren geweest
op alle arbeidsdagen die in de beschouwde maand vallen. op alle arbeidsdagen die in de beschouwde maand vallen.
Indien de bedienden, krachtens de bepalingen van hun Indien de bedienden, krachtens de bepalingen van hun
arbeidsovereenkomst, slechts gedurende een gedeelte van de arbeidsovereenkomst, slechts gedurende een gedeelte van de
refertemaand moeten werken en zij al die tijd niet hebben gewerkt, refertemaand moeten werken en zij al die tijd niet hebben gewerkt,
wordt hun brutoloon berekend op grond van het aantal arbeidsdagen, dat wordt hun brutoloon berekend op grond van het aantal arbeidsdagen, dat
in de arbeidsovereenkomst is vastgesteld. in de arbeidsovereenkomst is vastgesteld.
5. Het door de bedienden verdiende brutoloon, ongeacht of het per 5. Het door de bedienden verdiende brutoloon, ongeacht of het per
maand of anders wordt betaald, wordt vermeerderd met een twaalfde van maand of anders wordt betaald, wordt vermeerderd met een twaalfde van
het totaal der contractuele premies en van de veranderlijke het totaal der contractuele premies en van de veranderlijke
bezoldiging waarvan de periodiciteit van betaling geen maand bezoldiging waarvan de periodiciteit van betaling geen maand
overschrijdt en door die bedienden in de loop van de twaalf maanden overschrijdt en door die bedienden in de loop van de twaalf maanden
die aan het ontslag voorafgaan afzonderlijk werden ontvangen. die aan het ontslag voorafgaan afzonderlijk werden ontvangen.
6. Naar aanleiding van het bij artikel 16 voorziene overleg, zal in 6. Naar aanleiding van het bij artikel 16 voorziene overleg, zal in
gemeen akkoord worden beslist met welke refertemaand rekening moet gemeen akkoord worden beslist met welke refertemaand rekening moet
worden gehouden. worden gehouden.
Indien geen refertemaand is vastgesteld, wordt de kalendermaand, die Indien geen refertemaand is vastgesteld, wordt de kalendermaand, die
de datum van het ontslag voorafgaat, in aanmerking genomen. de datum van het ontslag voorafgaat, in aanmerking genomen.
7. Voor de bedienden die in voltijds brugpensioen gaan, aansluitend op 7. Voor de bedienden die in voltijds brugpensioen gaan, aansluitend op
een 1/5e loopbaanvermindering of vermindering van de arbeidsprestaties een 1/5e loopbaanvermindering of vermindering van de arbeidsprestaties
tot een halftijdse betrekking zoals bedoeld in de collectieve tot een halftijdse betrekking zoals bedoeld in de collectieve
arbeidsovereenkomst nr. 77bis van de Nationale Arbeidsraad of die van arbeidsovereenkomst nr. 77bis van de Nationale Arbeidsraad of die van
halftijds naar voltijds brugpensioen overgaan, wordt de aanvullende halftijds naar voltijds brugpensioen overgaan, wordt de aanvullende
vergoeding berekend op het brutoloon voor voltijdse arbeidsprestaties. vergoeding berekend op het brutoloon voor voltijdse arbeidsprestaties.
HOOFDSTUK V. - Aanpassing van het bedrag van de aanvullende vergoeding HOOFDSTUK V. - Aanpassing van het bedrag van de aanvullende vergoeding

Art. 13.Het bedrag van de uitgekeerde aanvullende vergoedingen wordt

Art. 13.Het bedrag van de uitgekeerde aanvullende vergoedingen wordt

gebonden aan de schommeling van het indexcijfer der consumptieprijzen, gebonden aan de schommeling van het indexcijfer der consumptieprijzen,
volgens de modaliteiten die van toepassing zijn inzake volgens de modaliteiten die van toepassing zijn inzake
werkloosheidsuitkeringen, overeenkomstig de bepalingen van de wet van werkloosheidsuitkeringen, overeenkomstig de bepalingen van de wet van
2 augustus 1971. 2 augustus 1971.
Het bedrag van deze vergoedingen wordt daarenboven elk jaar op 1 Het bedrag van deze vergoedingen wordt daarenboven elk jaar op 1
januari herzien in functie van de ontwikkeling van de regelingslonen januari herzien in functie van de ontwikkeling van de regelingslonen
overeenkomstig hetgeen dienaangaande wordt beslist in de Nationale overeenkomstig hetgeen dienaangaande wordt beslist in de Nationale
Arbeidsraad. Arbeidsraad.
Voor de bedienden die in de loop van het jaar tot de regeling Voor de bedienden die in de loop van het jaar tot de regeling
toetreden, wordt de aanpassing op grond van het verloop van de toetreden, wordt de aanpassing op grond van het verloop van de
regelingslonen verricht, rekening houdend met het ogenblik van het regelingslonen verricht, rekening houdend met het ogenblik van het
jaar waarop zij in het stelsel treden; elk kwartaal wordt in jaar waarop zij in het stelsel treden; elk kwartaal wordt in
aanmerking genomen voor de berekening van de aanpassing. aanmerking genomen voor de berekening van de aanpassing.
HOOFDSTUK VI. - Tijdstip van betaling van de aanvullende vergoeding HOOFDSTUK VI. - Tijdstip van betaling van de aanvullende vergoeding

Art. 14.De betaling van de aanvullende vergoeding moet om de

Art. 14.De betaling van de aanvullende vergoeding moet om de

kalendermaand gebeuren. kalendermaand gebeuren.
HOOFDSTUK VII. - Cumulatie van de aanvullende vergoeding met andere HOOFDSTUK VII. - Cumulatie van de aanvullende vergoeding met andere
voordelen voordelen

Art. 15.De aanvullende vergoeding mag niet worden gecumuleerd met

Art. 15.De aanvullende vergoeding mag niet worden gecumuleerd met

andere wegens afdanking verleende speciale vergoedingen of toeslagen, andere wegens afdanking verleende speciale vergoedingen of toeslagen,
die worden toegekend krachtens wettelijke of reglementaire bepalingen. die worden toegekend krachtens wettelijke of reglementaire bepalingen.
De bedienden, bedoeld in de artikelen 2 tot en met 3 zullen dus eerst De bedienden, bedoeld in de artikelen 2 tot en met 3 zullen dus eerst
de uit die bepalingen voortvloeiende rechten moeten uitputten, de uit die bepalingen voortvloeiende rechten moeten uitputten,
alvorens aanspraak te kunnen maken op de in artikel 4 voorziene alvorens aanspraak te kunnen maken op de in artikel 4 voorziene
aanvullende vergoeding. aanvullende vergoeding.
HOOFDSTUK VIII. - Overlegprocedure HOOFDSTUK VIII. - Overlegprocedure

Art. 16.Vooraleer een of meerdere bedienden bedoeld bij de artikelen

Art. 16.Vooraleer een of meerdere bedienden bedoeld bij de artikelen

2 tot en met 3 te ontslaan, pleegt de werkgever overleg met de 2 tot en met 3 te ontslaan, pleegt de werkgever overleg met de
vertegenwoordigers van het personeel in de ondernemingsraad of, bij vertegenwoordigers van het personeel in de ondernemingsraad of, bij
ontstentenis daarvan, met de syndicale afvaardiging. Onverminderd de ontstentenis daarvan, met de syndicale afvaardiging. Onverminderd de
bepalingen van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 9 van 9 maart bepalingen van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 9 van 9 maart
1972, inzonderheid van artikel 12, heeft deze beraadslaging tot doel 1972, inzonderheid van artikel 12, heeft deze beraadslaging tot doel
in gemeen overleg te beslissen of, afgezien van de in de onderneming in gemeen overleg te beslissen of, afgezien van de in de onderneming
van kracht zijnde afdankingscriteria, werklieden die aan het in van kracht zijnde afdankingscriteria, werklieden die aan het in
artikel 2, § 1 bepaalde leeftijdscriterium voldoen, bij voorrang artikel 2, § 1 bepaalde leeftijdscriterium voldoen, bij voorrang
kunnen worden ontslagen en derhalve het voordeel van de aanvullende kunnen worden ontslagen en derhalve het voordeel van de aanvullende
regeling kunnen genieten. regeling kunnen genieten.
Bij ontstentenis van ondernemingsraad of van syndicale afvaardiging, Bij ontstentenis van ondernemingsraad of van syndicale afvaardiging,
heeft dit overleg plaats met de vertegenwoordigers van de heeft dit overleg plaats met de vertegenwoordigers van de
representatieve werknemersorganisaties of, bij ontstentenis, met de representatieve werknemersorganisaties of, bij ontstentenis, met de
bedienden van de onderneming. bedienden van de onderneming.
Vooraleer een beslissing tot ontslag te nemen, nodigt de werkgever Vooraleer een beslissing tot ontslag te nemen, nodigt de werkgever
daarenboven de betrokken bedienden bij aangetekende brief uit tot een daarenboven de betrokken bedienden bij aangetekende brief uit tot een
onderhoud tijdens de werkuren op de zetel van de onderneming. Dit onderhoud tijdens de werkuren op de zetel van de onderneming. Dit
onderhoud heeft tot doel aan de bedienden de gelegenheid te geven hun onderhoud heeft tot doel aan de bedienden de gelegenheid te geven hun
bezwaren tegen het door de werkgever voorgenomen ontslag kenbaar te bezwaren tegen het door de werkgever voorgenomen ontslag kenbaar te
maken. maken.
Overeenkomstig de collectieve arbeidsovereenkomst van 3 mei 1972, Overeenkomstig de collectieve arbeidsovereenkomst van 3 mei 1972,
inzonderheid artikel 7, kunnen de bedienden zich bij dit onderhoud inzonderheid artikel 7, kunnen de bedienden zich bij dit onderhoud
laten bijstaan door de syndicale afgevaardigde. De opzegging kan ten laten bijstaan door de syndicale afgevaardigde. De opzegging kan ten
vroegste geschieden de tweede werkdag na de dag waarop dit onderhoud vroegste geschieden de tweede werkdag na de dag waarop dit onderhoud
plaats had of waarop dit onderhoud voorzien was. plaats had of waarop dit onderhoud voorzien was.
De ontslagen bedienden hebben de mogelijkheid de aanvullende regeling De ontslagen bedienden hebben de mogelijkheid de aanvullende regeling
te aanvaarden of deze te weigeren en derhalve deel uit te maken van de te aanvaarden of deze te weigeren en derhalve deel uit te maken van de
arbeidsreserve. arbeidsreserve.
HOOFDSTUK IX. - Eindbepalingen HOOFDSTUK IX. - Eindbepalingen

Art. 17.De administratieve formaliteiten nodig voor de uitvoering van

Art. 17.De administratieve formaliteiten nodig voor de uitvoering van

deze overeenkomst worden door de raad van beheer van het fonds deze overeenkomst worden door de raad van beheer van het fonds
vastgesteld. De administratieve richtlijnen van de raad van beheer van vastgesteld. De administratieve richtlijnen van de raad van beheer van
het fonds moeten door de werkgever nageleefd worden. het fonds moeten door de werkgever nageleefd worden.

Art. 18.De algemene interpretatiemoeilijkheden van deze collectieve

Art. 18.De algemene interpretatiemoeilijkheden van deze collectieve

arbeidsovereenkomst worden door de raad van beheer van het fonds arbeidsovereenkomst worden door de raad van beheer van het fonds
beslecht in de geest van en refererend naar de collectieve beslecht in de geest van en refererend naar de collectieve
arbeidsovereenkomst nr. 17 van de Nationale Arbeidsraad. arbeidsovereenkomst nr. 17 van de Nationale Arbeidsraad.

Art. 19.Deze overeenkomst is van toepassing vanaf 1 januari 2011 tot

Art. 19.Deze overeenkomst is van toepassing vanaf 1 januari 2011 tot

en met 31 december 2012. en met 31 december 2012.

Art. 20.De ondertekenende partijen vragen dat deze collectieve

Art. 20.De ondertekenende partijen vragen dat deze collectieve

arbeidsovereenkomst algemeen verbindend zou verklaard worden bij arbeidsovereenkomst algemeen verbindend zou verklaard worden bij
koninklijk besluit. koninklijk besluit.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 3 augustus Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 3 augustus
2012. 2012.
De Minister van Werk, De Minister van Werk,
Mevr. M. DE CONINCK Mevr. M. DE CONINCK
^