Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 18 november 2010, gesloten in het Paritair Comité voor het bouwbedrijf, tot wijziging en coördinatie van de statuten van het "Fonds voor bestaanszekerheid van de werklieden uit het bouwbedrijf" | Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 18 november 2010, gesloten in het Paritair Comité voor het bouwbedrijf, tot wijziging en coördinatie van de statuten van het "Fonds voor bestaanszekerheid van de werklieden uit het bouwbedrijf" |
---|---|
FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG | FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG |
3 AUGUSTUS 2012. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend | 3 AUGUSTUS 2012. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend |
wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 18 november | wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 18 november |
2010, gesloten in het Paritair Comité voor het bouwbedrijf, tot | 2010, gesloten in het Paritair Comité voor het bouwbedrijf, tot |
wijziging en coördinatie van de statuten van het "Fonds voor | wijziging en coördinatie van de statuten van het "Fonds voor |
bestaanszekerheid van de werklieden uit het bouwbedrijf" (1) | bestaanszekerheid van de werklieden uit het bouwbedrijf" (1) |
ALBERT II, Koning der Belgen, | ALBERT II, Koning der Belgen, |
Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. | Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. |
Gelet op de wet van 7 januari 1958 betreffende de fondsen voor | Gelet op de wet van 7 januari 1958 betreffende de fondsen voor |
bestaanszekerheid, inzonderheid op artikel 2; | bestaanszekerheid, inzonderheid op artikel 2; |
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve | Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve |
arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel | arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel |
28; | 28; |
Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor het bouwbedrijf; | Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor het bouwbedrijf; |
Op de voordracht van de Minister van Werk, | Op de voordracht van de Minister van Werk, |
Hebben Wij besloten en besluiten Wij : | Hebben Wij besloten en besluiten Wij : |
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage |
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage |
overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 18 november 2010, | overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 18 november 2010, |
gesloten in het Paritair Comité voor het bouwbedrijf, tot wijziging en | gesloten in het Paritair Comité voor het bouwbedrijf, tot wijziging en |
coördinatie van de statuten van het "Fonds voor bestaanszekerheid van | coördinatie van de statuten van het "Fonds voor bestaanszekerheid van |
de werklieden uit het bouwbedrijf". | de werklieden uit het bouwbedrijf". |
Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van |
Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van |
dit besluit. | dit besluit. |
Gegeven te Châteauneuf-de-Grasse, 3 augustus 2012. | Gegeven te Châteauneuf-de-Grasse, 3 augustus 2012. |
ALBERT | ALBERT |
Van Koningswege : | Van Koningswege : |
De Minister van Werk, | De Minister van Werk, |
Mevr. M. DE CONINCK | Mevr. M. DE CONINCK |
_______ | _______ |
Nota | Nota |
(1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : | (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : |
Wet van 7 januari 1958, Belgisch Staatsblad van 7 februari 1958. | Wet van 7 januari 1958, Belgisch Staatsblad van 7 februari 1958. |
Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. | Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. |
Bijlage | Bijlage |
Paritair Comité voor het bouwbedrijf | Paritair Comité voor het bouwbedrijf |
Collectieve arbeidsovereenkomst van 18 november 2010 | Collectieve arbeidsovereenkomst van 18 november 2010 |
Wijziging en coördinatie van de statuten van het "Fonds voor | Wijziging en coördinatie van de statuten van het "Fonds voor |
bestaanszekerheid van de werklieden uit het bouwbedrijf" (Overeenkomst | bestaanszekerheid van de werklieden uit het bouwbedrijf" (Overeenkomst |
geregistreerd op 15 april 2011 onder het nummer 103902/CO/124) | geregistreerd op 15 april 2011 onder het nummer 103902/CO/124) |
Artikel 1.De statuten van het fonds voor bestaanszekerheid, "Fonds |
Artikel 1.De statuten van het fonds voor bestaanszekerheid, "Fonds |
voor bestaanszekerheid van de werklieden uit het bouwbedrijf" genaamd, | voor bestaanszekerheid van de werklieden uit het bouwbedrijf" genaamd, |
opgericht bij beslissing van 29 september 1960 van het Nationaal | opgericht bij beslissing van 29 september 1960 van het Nationaal |
Paritair Comité voor het bouwbedrijf, algemeen verbindend verklaard | Paritair Comité voor het bouwbedrijf, algemeen verbindend verklaard |
bij koninklijk besluit van 25 oktober 1960, zoals gewijzigd bij latere | bij koninklijk besluit van 25 oktober 1960, zoals gewijzigd bij latere |
algemeen verbindend verklaarde beslissingen en collectieve | algemeen verbindend verklaarde beslissingen en collectieve |
arbeidsovereenkomsten, worden gewijzigd en gecoördineerd zoals | arbeidsovereenkomsten, worden gewijzigd en gecoördineerd zoals |
opgenomen in de bijlage bij deze collectieve arbeidsovereenkomst. | opgenomen in de bijlage bij deze collectieve arbeidsovereenkomst. |
Art. 2.De als bijlage opgenomen statuten treden in werking op 1 |
Art. 2.De als bijlage opgenomen statuten treden in werking op 1 |
januari 2011. | januari 2011. |
Art. 3.Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten voor |
Art. 3.Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten voor |
onbepaalde duur en kan slechts opgezegd worden volgens de modaliteiten | onbepaalde duur en kan slechts opgezegd worden volgens de modaliteiten |
voorzien bij de initiële beslissing tot oprichting van het fonds voor | voorzien bij de initiële beslissing tot oprichting van het fonds voor |
bestaanszekerheid. | bestaanszekerheid. |
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 3 augustus | Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 3 augustus |
2012. | 2012. |
De Minister van Werk, | De Minister van Werk, |
Mevr. M. DE CONINCK | Mevr. M. DE CONINCK |
Bijlage bij de collectieve arbeidsovereenkomst van 18 november 2010, | Bijlage bij de collectieve arbeidsovereenkomst van 18 november 2010, |
gesloten in het Paritair Comité voor het bouwbedrijf, houdende | gesloten in het Paritair Comité voor het bouwbedrijf, houdende |
wijziging en coördinatie van de statuten van het "Fonds voor | wijziging en coördinatie van de statuten van het "Fonds voor |
bestaanszekerheid van de werklieden uit het bouwbedrijf" | bestaanszekerheid van de werklieden uit het bouwbedrijf" |
HOOFDSTUK I. - Benaming en zetel | HOOFDSTUK I. - Benaming en zetel |
Artikel 1.§ 1. In de bouwnijverheid wordt een fonds voor |
Artikel 1.§ 1. In de bouwnijverheid wordt een fonds voor |
bestaanszekerheid opgericht, genaamd "Fonds voor bestaanszekerheid van | bestaanszekerheid opgericht, genaamd "Fonds voor bestaanszekerheid van |
de werklieden uit het bouwbedrijf - fbz-fse Constructiv", afgekort | de werklieden uit het bouwbedrijf - fbz-fse Constructiv", afgekort |
"fbz-fse Constructiv", hierna genoemd "het fonds voor | "fbz-fse Constructiv", hierna genoemd "het fonds voor |
bestaanszekerheid". | bestaanszekerheid". |
§ 2. Deze benaming vervangt de vroegere benaming "Fonds voor | § 2. Deze benaming vervangt de vroegere benaming "Fonds voor |
bestaanszekerheid van de werklieden uit het bouwbedrijf" (afgekort : | bestaanszekerheid van de werklieden uit het bouwbedrijf" (afgekort : |
FBZ Bouw). | FBZ Bouw). |
Art. 2.De zetel van het fonds voor bestaanszekerheid is gevestigd te |
Art. 2.De zetel van het fonds voor bestaanszekerheid is gevestigd te |
1000 Brussel, Koningsstraat 132, bus 1. | 1000 Brussel, Koningsstraat 132, bus 1. |
HOOFDSTUK II. - Doel waarvoor het fonds, voor bestaanszekerheid wordt | HOOFDSTUK II. - Doel waarvoor het fonds, voor bestaanszekerheid wordt |
ingesteld | ingesteld |
Art. 3.Het onder artikel 1 beoogde fonds voor bestaanszekerheid heeft |
Art. 3.Het onder artikel 1 beoogde fonds voor bestaanszekerheid heeft |
tot doel de volgende sociale tegemoetkomingen te financieren, toe te | tot doel de volgende sociale tegemoetkomingen te financieren, toe te |
kennen en uit te betalen : | kennen en uit te betalen : |
1° aanvullende werkloosheidsuitkeringen; | 1° aanvullende werkloosheidsuitkeringen; |
2° een bijzondere aanvullende vergoeding die wordt toegekend aan de | 2° een bijzondere aanvullende vergoeding die wordt toegekend aan de |
arbeiders die werkloos werden gesteld wegens vorst of blijvende | arbeiders die werkloos werden gesteld wegens vorst of blijvende |
sneeuw; | sneeuw; |
3° een vakantiegeld aan sommige invalide arbeiders; | 3° een vakantiegeld aan sommige invalide arbeiders; |
4° een financiële tegemoetkoming in geval van arbeidsongevallen met | 4° een financiële tegemoetkoming in geval van arbeidsongevallen met |
ernstige of dodelijke afloop, beroepsziekte en gewone ziekte of een | ernstige of dodelijke afloop, beroepsziekte en gewone ziekte of een |
ongeval van gemeen recht; | ongeval van gemeen recht; |
5° een terugbetaling aan de werkgevers van de bijdragen verschuldigd | 5° een terugbetaling aan de werkgevers van de bijdragen verschuldigd |
aan het fonds; | aan het fonds; |
6° een promotievergoedingbouw; | 6° een promotievergoedingbouw; |
7° een vergoeding aan bepaalde arbeiders die hun arbeidsprestaties | 7° een vergoeding aan bepaalde arbeiders die hun arbeidsprestaties |
verder zetten na de leeftijd van 58 jaar; | verder zetten na de leeftijd van 58 jaar; |
8° een aanvullende uitkering aan de arbeiders die één van de | 8° een aanvullende uitkering aan de arbeiders die één van de |
regelingen van het conventioneel brugpensioen genieten; | regelingen van het conventioneel brugpensioen genieten; |
9° een aanvullende sociale uitkering aan de bejaarde arbeiders die | 9° een aanvullende sociale uitkering aan de bejaarde arbeiders die |
inactief blijven; | inactief blijven; |
10° de compensatie aan sommige werkgevers van het gewaarborgd loon dat | 10° de compensatie aan sommige werkgevers van het gewaarborgd loon dat |
verschuldigd is aan de arbeiders in geval van arbeidsongeschiktheid | verschuldigd is aan de arbeiders in geval van arbeidsongeschiktheid |
die het gevolg is van ziekte of een ongeval van gemeen recht; | die het gevolg is van ziekte of een ongeval van gemeen recht; |
11° de weerverletzegels en de getrouwheidszegels; | 11° de weerverletzegels en de getrouwheidszegels; |
12° een forfaitaire bezoldiging voor de rustdagen die worden toegekend | 12° een forfaitaire bezoldiging voor de rustdagen die worden toegekend |
in uitvoering van de arbeidsduurvermindering; | in uitvoering van de arbeidsduurvermindering; |
13° de toekenning van een jaarlijkse pensioenrente en voordelen voor | 13° de toekenning van een jaarlijkse pensioenrente en voordelen voor |
de weduwen in het kader van de overgangsregeling inzake pensioen ten | de weduwen in het kader van de overgangsregeling inzake pensioen ten |
voordele van de arbeiders van de bouwsector; | voordele van de arbeiders van de bouwsector; |
14° een sociaal voordeel aan de arbeiders aangesloten bij één van de | 14° een sociaal voordeel aan de arbeiders aangesloten bij één van de |
in het Paritair Comité voor het bouwbedrijf vertegenwoordigde | in het Paritair Comité voor het bouwbedrijf vertegenwoordigde |
werknemersorganisaties; | werknemersorganisaties; |
15° een medisch plan ten voordele van de actieve arbeiders van de | 15° een medisch plan ten voordele van de actieve arbeiders van de |
bouwsector; | bouwsector; |
16° een hospitalisatieverzekering ten voordele van de gezinsleden van | 16° een hospitalisatieverzekering ten voordele van de gezinsleden van |
de actieve arbeiders van de bouwsector. | de actieve arbeiders van de bouwsector. |
Art. 4.§ 1. Het bij artikel 1 beoogde fonds voor bestaanszekerheid |
Art. 4.§ 1. Het bij artikel 1 beoogde fonds voor bestaanszekerheid |
neemt bovendien deel aan de financiering van : | neemt bovendien deel aan de financiering van : |
1° de werking van het "Fonds voor vakopleiding in de bouwnijverheid" | 1° de werking van het "Fonds voor vakopleiding in de bouwnijverheid" |
en het "Nationaal Actiecomité voor Veiligheid en hygiëne in het | en het "Nationaal Actiecomité voor Veiligheid en hygiëne in het |
Bouwbedrijf"; | Bouwbedrijf"; |
2° de syndicale en socio-professionele vorming van de arbeiders uit de | 2° de syndicale en socio-professionele vorming van de arbeiders uit de |
sector; | sector; |
3° de vakantieaccomodatie van de arbeiders uit de sector; | 3° de vakantieaccomodatie van de arbeiders uit de sector; |
4° een deel van het wettelijk vakantiegeld, zoals bepaald in artikel | 4° een deel van het wettelijk vakantiegeld, zoals bepaald in artikel |
65, § 2, van het koninklijk besluit van 28 juni 1971 houdende | 65, § 2, van het koninklijk besluit van 28 juni 1971 houdende |
aanpassing en coördinatie van de wetsbepalingen betreffende de | aanpassing en coördinatie van de wetsbepalingen betreffende de |
jaarlijkse vakantie van de werknemers (Belgisch Staatsblad van 30 | jaarlijkse vakantie van de werknemers (Belgisch Staatsblad van 30 |
september 1971); | september 1971); |
5° de informatie-initiatieven ten behoeve van de werkgevers met | 5° de informatie-initiatieven ten behoeve van de werkgevers met |
betrekking tot de toepassing van de wetten en sectorale conventies; | betrekking tot de toepassing van de wetten en sectorale conventies; |
6° nieuwe pensioen- en solidariteitstoezeggingen in het kader van de | 6° nieuwe pensioen- en solidariteitstoezeggingen in het kader van de |
wet van 28 april 2003 betreffende de aanvullende pensioenen en het | wet van 28 april 2003 betreffende de aanvullende pensioenen en het |
fiscaal stelsel ervan. De financieringsmodaliteiten van deze | fiscaal stelsel ervan. De financieringsmodaliteiten van deze |
toezegging zullen bepaald worden in een beheersovereenkomst gesloten | toezegging zullen bepaald worden in een beheersovereenkomst gesloten |
tussen het fonds voor bestaanszekerheid en de inrichter van het | tussen het fonds voor bestaanszekerheid en de inrichter van het |
sociaal sectoraal pensioenstelsel. | sociaal sectoraal pensioenstelsel. |
§ 2. In het kader van zijn taak beoogd onder artikel 4, § 1, 6° kan | § 2. In het kader van zijn taak beoogd onder artikel 4, § 1, 6° kan |
het fonds voor bestaanszekerheid in zijn hoedanigheid van paritaire | het fonds voor bestaanszekerheid in zijn hoedanigheid van paritaire |
instelling die betrokken is bij de omkadering van de sectorale | instelling die betrokken is bij de omkadering van de sectorale |
pensioentoezegging, ook steun verlenen in het kader van andere | pensioentoezegging, ook steun verlenen in het kader van andere |
sectorale pensioentoezeggingen. | sectorale pensioentoezeggingen. |
Deze steun vertaalt zich meer bepaald in het ter beschikking stellen | Deze steun vertaalt zich meer bepaald in het ter beschikking stellen |
van technische kennis, activiteiten en hulpmiddelen, in de concrete | van technische kennis, activiteiten en hulpmiddelen, in de concrete |
vorm van transparante juridische samenwerkingsstructuren. | vorm van transparante juridische samenwerkingsstructuren. |
HOOFDSTUK III. - Begunstigden, aard en toekenningsmodaliteiten van de | HOOFDSTUK III. - Begunstigden, aard en toekenningsmodaliteiten van de |
toegekende voordelen | toegekende voordelen |
Art. 5.De onder artikel 3 beoogde voordelen zijn van toepassing op de |
Art. 5.De onder artikel 3 beoogde voordelen zijn van toepassing op de |
werkgevers die ressorteren onder het Paritair Comité voor het | werkgevers die ressorteren onder het Paritair Comité voor het |
bouwbedrijf en de arbeiders die zij tewerkstellen. Bijzondere | bouwbedrijf en de arbeiders die zij tewerkstellen. Bijzondere |
collectieve arbeidsovereenkomsten, algemeen verbindend verklaard bij | collectieve arbeidsovereenkomsten, algemeen verbindend verklaard bij |
koninklijke besluiten, bepalen de personen die ze kunnen genieten, de | koninklijke besluiten, bepalen de personen die ze kunnen genieten, de |
aard van de voordelen en de modaliteiten van toekenning en uitkering. | aard van de voordelen en de modaliteiten van toekenning en uitkering. |
Art. 6.De wijze van deelname van het fonds voor bestaanszekerheid in |
Art. 6.De wijze van deelname van het fonds voor bestaanszekerheid in |
de onder artikel 4, 1°, 2° en 3° beoogde tegemoetkomingen wordt | de onder artikel 4, 1°, 2° en 3° beoogde tegemoetkomingen wordt |
eveneens vastgesteld in bij koninklijke besluiten algemeen verbindend | eveneens vastgesteld in bij koninklijke besluiten algemeen verbindend |
verklaarde, specifieke collectieve arbeidsovereenkomsten. | verklaarde, specifieke collectieve arbeidsovereenkomsten. |
Art. 7.De raad van bestuur van het fonds voor bestaanszekerheid wordt |
Art. 7.De raad van bestuur van het fonds voor bestaanszekerheid wordt |
belast met de uitvoering, de interpretatie en de toepassing van de in | belast met de uitvoering, de interpretatie en de toepassing van de in |
de artikelen 5 en 6 beoogde collectieve arbeidsovereenkomsten. | de artikelen 5 en 6 beoogde collectieve arbeidsovereenkomsten. |
Hij evalueert ook regelmatig de activiteiten beoogd in artikel 4, § 2. | Hij evalueert ook regelmatig de activiteiten beoogd in artikel 4, § 2. |
Art. 8.Het Paritair Comité van het bouwbedrijf kan bij collectieve |
Art. 8.Het Paritair Comité van het bouwbedrijf kan bij collectieve |
arbeidsovereenkomst (een deel van) de administratieve organisatie van | arbeidsovereenkomst (een deel van) de administratieve organisatie van |
de taken beoogd onder artikel 3 toevertrouwen aan instellingen die | de taken beoogd onder artikel 3 toevertrouwen aan instellingen die |
uitdrukkelijk daartoe aangeduid werden | uitdrukkelijk daartoe aangeduid werden |
Het doel en de omvang van dit mandaat worden uitsluitend vastgelegd | Het doel en de omvang van dit mandaat worden uitsluitend vastgelegd |
volgens de modaliteiten en voorwaarden bepaald in onderlinge | volgens de modaliteiten en voorwaarden bepaald in onderlinge |
overeenstemming tussen de voornoemde instellingen en de raad van | overeenstemming tussen de voornoemde instellingen en de raad van |
bestuur van het fonds voor bestaanszekerheid. | bestuur van het fonds voor bestaanszekerheid. |
Art. 9.Het is het fonds voor bestaanszekerheid toegestaan de |
Art. 9.Het is het fonds voor bestaanszekerheid toegestaan de |
volledige of gedeeltelijke uitbetaling van de bij artikel 3, 1°, | volledige of gedeeltelijke uitbetaling van de bij artikel 3, 1°, |
beoogde aanvullende werkloosheidsuitkeringen toe te vertrouwen aan de | beoogde aanvullende werkloosheidsuitkeringen toe te vertrouwen aan de |
voor de betaling van de hoofdwerkloosheidsuitkeringen erkende | voor de betaling van de hoofdwerkloosheidsuitkeringen erkende |
uitbetalingsinstellingen, alsook aan de openbare instelling die voor | uitbetalingsinstellingen, alsook aan de openbare instelling die voor |
de betaling van deze uitkeringen instaat. | de betaling van deze uitkeringen instaat. |
Art. 10.In de bij artikel 5 beoogde collectieve arbeidsovereenkomsten |
Art. 10.In de bij artikel 5 beoogde collectieve arbeidsovereenkomsten |
kan worden bepaald dat de uitbetaling van de hierin vastgestelde | kan worden bepaald dat de uitbetaling van de hierin vastgestelde |
sociale voordelen toevertrouwd mag worden aan de | sociale voordelen toevertrouwd mag worden aan de |
uitbetalingsinstellingen die werden opgericht door de partijen die | uitbetalingsinstellingen die werden opgericht door de partijen die |
deze overeenkomsten hebben ondertekend. De raad van bestuur van het | deze overeenkomsten hebben ondertekend. De raad van bestuur van het |
fonds voor bestaanszekerheid beslist over de toekenning of de | fonds voor bestaanszekerheid beslist over de toekenning of de |
intrekking van de erkenning van deze instellingen. | intrekking van de erkenning van deze instellingen. |
Art. 11.De bij de artikelen 9 en 10 beoogde instellingen zijn |
Art. 11.De bij de artikelen 9 en 10 beoogde instellingen zijn |
aansprakelijk voor de door het fonds voor bestaanszekerheid | aansprakelijk voor de door het fonds voor bestaanszekerheid |
voorgeschoten bedragen en ze moeten de aanwending ervan verantwoorden. | voorgeschoten bedragen en ze moeten de aanwending ervan verantwoorden. |
Art. 12.De voorwaarden waaronder en de wijze waarop de bij de |
Art. 12.De voorwaarden waaronder en de wijze waarop de bij de |
artikelen 9 en 10 beoogde instellingen optreden, worden in onderlinge | artikelen 9 en 10 beoogde instellingen optreden, worden in onderlinge |
overeenstemming met het fonds voor bestaanszekerheid vastgesteld. | overeenstemming met het fonds voor bestaanszekerheid vastgesteld. |
Art. 13.De tegemoetkoming van het fonds voor bestaanszekerheid, |
Art. 13.De tegemoetkoming van het fonds voor bestaanszekerheid, |
beoogd bij artikel 4, 4°, gebeurt conform de wettelijke bepalingen ter | beoogd bij artikel 4, 4°, gebeurt conform de wettelijke bepalingen ter |
zake. | zake. |
HOOFDSTUK IV. - Financiering | HOOFDSTUK IV. - Financiering |
Art. 14.§ 1. De werkgevers, die conform het koninklijk besluit van 4 |
Art. 14.§ 1. De werkgevers, die conform het koninklijk besluit van 4 |
maart 1975 houdende oprichting, benaming en bevoegdheid van het | maart 1975 houdende oprichting, benaming en bevoegdheid van het |
Paritair Comité voor het bouwbedrijf, zoals het later werd gewijzigd, | Paritair Comité voor het bouwbedrijf, zoals het later werd gewijzigd, |
onder het Paritair Comité voor het bouwbedrijf ressorteren, zijn ertoe | onder het Paritair Comité voor het bouwbedrijf ressorteren, zijn ertoe |
gehouden voor de arbeiders die ze tewerkstellen, de bijdragen te | gehouden voor de arbeiders die ze tewerkstellen, de bijdragen te |
betalen die zijn vastgesteld voor de categorie waarin ze zijn | betalen die zijn vastgesteld voor de categorie waarin ze zijn |
gerangschikt, volgens de aard van hun activiteit en het aantal | gerangschikt, volgens de aard van hun activiteit en het aantal |
tewerkgestelde werknemers. | tewerkgestelde werknemers. |
§ 2. Overeenkomstig artikel 12 van de wet van 24 juli 1987 betreffende | § 2. Overeenkomstig artikel 12 van de wet van 24 juli 1987 betreffende |
de tijdelijke arbeid, de uitzendarbeid en het ter beschikking stellen | de tijdelijke arbeid, de uitzendarbeid en het ter beschikking stellen |
van werknemers ten behoeve van gebruikers, zijn de erkende | van werknemers ten behoeve van gebruikers, zijn de erkende |
uitzendkantoren die uitzendkrachten ter beschikking stellen van | uitzendkantoren die uitzendkrachten ter beschikking stellen van |
bouwbedrijven ertoe gehouden voor de arbeiders die zij ter beschikking | bouwbedrijven ertoe gehouden voor de arbeiders die zij ter beschikking |
stellen, de bijdragen te betalen die geldig zijn voor die | stellen, de bijdragen te betalen die geldig zijn voor die |
bouwbedrijven, overeenkomstig de regel vastgesteld onder § 1. | bouwbedrijven, overeenkomstig de regel vastgesteld onder § 1. |
Art. 15.Het is deze werkgevers niet toegestaan de nietigheid van de |
Art. 15.Het is deze werkgevers niet toegestaan de nietigheid van de |
arbeidsovereenkomst in te roepen om de toepassing van artikel 14 te | arbeidsovereenkomst in te roepen om de toepassing van artikel 14 te |
omzeilen, meer bepaald wanneer deze nietigheid is ontstaan omdat ze, | omzeilen, meer bepaald wanneer deze nietigheid is ontstaan omdat ze, |
zelfs onvrijwillig, de wetten en besluiten betreffende de | zelfs onvrijwillig, de wetten en besluiten betreffende de |
arbeidspolitie en -reglementering hebben overtreden. | arbeidspolitie en -reglementering hebben overtreden. |
HOOFDSTUK V. - Bedrag en inning van de bijdragen | HOOFDSTUK V. - Bedrag en inning van de bijdragen |
Art. 16.Het bedrag van de bijdragen die de bij artikel 14 beoogde |
Art. 16.Het bedrag van de bijdragen die de bij artikel 14 beoogde |
werkgevers aan het fonds voor bestaanszekerheid verschuldigd zijn, | werkgevers aan het fonds voor bestaanszekerheid verschuldigd zijn, |
wordt vastgesteld bij bij koninklijk besluit algemeen verbindend | wordt vastgesteld bij bij koninklijk besluit algemeen verbindend |
verklaarde collectieve arbeidsovereenkomsten. Het gaat om het bedrag | verklaarde collectieve arbeidsovereenkomsten. Het gaat om het bedrag |
van : | van : |
1° de bijdragen ter financiering van het bij artikel 3, 10° bedoelde | 1° de bijdragen ter financiering van het bij artikel 3, 10° bedoelde |
voordeel en de bij artikel 4, 4° bedoelde tegemoetkoming; | voordeel en de bij artikel 4, 4° bedoelde tegemoetkoming; |
2° de bijdragen ter financiering van de bij artikel 3, 11° bedoelde | 2° de bijdragen ter financiering van de bij artikel 3, 11° bedoelde |
voordelen; | voordelen; |
3° de forfaitaire bijdrage ter financiering van de andere bij | 3° de forfaitaire bijdrage ter financiering van de andere bij |
artikelen 3 en 4, § 1 bedoelde voordelen en tegemoetkomingen. | artikelen 3 en 4, § 1 bedoelde voordelen en tegemoetkomingen. |
Art. 17.Voor de inning en de invordering van de bijdragen, bedoeld in |
Art. 17.Voor de inning en de invordering van de bijdragen, bedoeld in |
artikel 16, 1° en 3°, staat de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid in, | artikel 16, 1° en 3°, staat de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid in, |
volgens de regels eigen aan de instelling. | volgens de regels eigen aan de instelling. |
Art. 18.De Rijksdienst voor Sociale Zekerheid kent daartoe aan de bij |
Art. 18.De Rijksdienst voor Sociale Zekerheid kent daartoe aan de bij |
artikel 14 beoogde werkgevers een bouw-kencijfer toe dat overeenstemt | artikel 14 beoogde werkgevers een bouw-kencijfer toe dat overeenstemt |
met één van de vier categorieën waarin de onderneming is gerangschikt | met één van de vier categorieën waarin de onderneming is gerangschikt |
volgens de aard van haar activiteit, zoals vastgesteld bij een bij | volgens de aard van haar activiteit, zoals vastgesteld bij een bij |
koninklijk besluit algemeen verbindend verklaarde collectieve | koninklijk besluit algemeen verbindend verklaarde collectieve |
arbeidsovereenkomst. | arbeidsovereenkomst. |
Art. 19.De door de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid geïnde |
Art. 19.De door de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid geïnde |
bijdragen, bedoeld in artikel 16, 1°, worden berekend op basis van de | bijdragen, bedoeld in artikel 16, 1°, worden berekend op basis van de |
bezoldiging van de arbeiders waarmee rekening wordt gehouden bij de | bezoldiging van de arbeiders waarmee rekening wordt gehouden bij de |
berekening van de bijdrage die bestemd is voor de samenstelling van | berekening van de bijdrage die bestemd is voor de samenstelling van |
het vakantiegeld van de arbeiders, conform de wetten in verband met de | het vakantiegeld van de arbeiders, conform de wetten in verband met de |
jaarlijkse vakantie van de loontrekkenden. | jaarlijkse vakantie van de loontrekkenden. |
Art. 20.De inning en de invordering van de bijdragen bedoeld in |
Art. 20.De inning en de invordering van de bijdragen bedoeld in |
artikel 16, 2°, worden door de bij artikel 23 beoogde instelling | artikel 16, 2°, worden door de bij artikel 23 beoogde instelling |
verricht voor rekening van het fonds voor bestaanszekerheid, volgens | verricht voor rekening van het fonds voor bestaanszekerheid, volgens |
de modaliteiten vastgesteld bij een afzonderlijke, bij koninklijk | de modaliteiten vastgesteld bij een afzonderlijke, bij koninklijk |
besluit algemeen verbindend verklaarde collectieve | besluit algemeen verbindend verklaarde collectieve |
arbeidsovereenkomst. | arbeidsovereenkomst. |
Art. 21.De bij artikel 20 beoogde bijdragen moeten worden gestort |
Art. 21.De bij artikel 20 beoogde bijdragen moeten worden gestort |
binnen de maand die volgt op het kwartaal waarvoor ze verschuldigd | binnen de maand die volgt op het kwartaal waarvoor ze verschuldigd |
zijn. | zijn. |
Art. 22.Op de bijdragen die niet werden betaald binnen de bij artikel |
Art. 22.Op de bijdragen die niet werden betaald binnen de bij artikel |
21 vastgestelde termijnen dient de werkgever een bijdrageverhoging van | 21 vastgestelde termijnen dient de werkgever een bijdrageverhoging van |
10 pct. van dit bedrag te betalen, alsook een verwijlintrest waarvan | 10 pct. van dit bedrag te betalen, alsook een verwijlintrest waarvan |
het percentage overeenstemt met het voorziene percentage voor de | het percentage overeenstemt met het voorziene percentage voor de |
sociale zekerheidsbijdragen in toepassing van de wet van 27 juni 1969 | sociale zekerheidsbijdragen in toepassing van de wet van 27 juni 1969 |
tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de | tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de |
sociale zekerheid van de werknemers. De verwijlintrest is verschuldigd | sociale zekerheid van de werknemers. De verwijlintrest is verschuldigd |
vanaf het verstrijken van de bij artikel 21 vastgestelde termijnen tot | vanaf het verstrijken van de bij artikel 21 vastgestelde termijnen tot |
op de dag waarop de bijdragen worden betaald. | op de dag waarop de bijdragen worden betaald. |
Art. 23.§ 1. De controle en de administratieve, boekhoudkundige en |
Art. 23.§ 1. De controle en de administratieve, boekhoudkundige en |
financiële organisatie van de verrichtingen die betrekking hebben op | financiële organisatie van de verrichtingen die betrekking hebben op |
de toekenning van de bij artikel 3 beoogde sociale voordelen en de bij | de toekenning van de bij artikel 3 beoogde sociale voordelen en de bij |
artikel 4 beoogde tegemoetkomingen van het fonds voor | artikel 4 beoogde tegemoetkomingen van het fonds voor |
bestaanszekerheid, worden toevertrouwd aan de "Patronale Dienst voor | bestaanszekerheid, worden toevertrouwd aan de "Patronale Dienst voor |
Organisatie en Kontrole van de Bestaanszekerheidsstelsels", vereniging | Organisatie en Kontrole van de Bestaanszekerheidsstelsels", vereniging |
zonder winstoogmerk, waarvan de statuten werden gepubliceerd in de | zonder winstoogmerk, waarvan de statuten werden gepubliceerd in de |
bijlagen bij het Belgisch Staatsblad van 10 december 1987. | bijlagen bij het Belgisch Staatsblad van 10 december 1987. |
§ 2. De wijze waarop en de voorwaarden waaronder deze opdracht wordt | § 2. De wijze waarop en de voorwaarden waaronder deze opdracht wordt |
uitgevoerd, worden in onderlinge overeenstemming vastgesteld tussen | uitgevoerd, worden in onderlinge overeenstemming vastgesteld tussen |
deze instelling en de raad van bestuur van het fonds voor | deze instelling en de raad van bestuur van het fonds voor |
bestaanszekerheid. | bestaanszekerheid. |
HOOFDSTUK VI. - Wijze van benoeming, en bevoegdheden van de | HOOFDSTUK VI. - Wijze van benoeming, en bevoegdheden van de |
bestuurders | bestuurders |
Art. 24.§ 1. Het fonds voor bestaanszekerheid wordt bestuurd door een |
Art. 24.§ 1. Het fonds voor bestaanszekerheid wordt bestuurd door een |
raad van bestuur die is samengesteld uit tien leden die door en onder | raad van bestuur die is samengesteld uit tien leden die door en onder |
de leden van het Paritair Comité voor het bouwbedrijf worden | de leden van het Paritair Comité voor het bouwbedrijf worden |
aangeduid. | aangeduid. |
Deze leden worden voor de helft aangeduid door de organisaties die de | Deze leden worden voor de helft aangeduid door de organisaties die de |
werkgevers vertegenwoordigen en voor de andere helft door de | werkgevers vertegenwoordigen en voor de andere helft door de |
organisaties die de werknemers vertegenwoordigen : | organisaties die de werknemers vertegenwoordigen : |
1° vijf vertegenwoordigers van de werkgeversorganisaties, waarvan : | 1° vijf vertegenwoordigers van de werkgeversorganisaties, waarvan : |
a) vier aangeduid door de Nationale Confederatie van het Bouwbedrijf | a) vier aangeduid door de Nationale Confederatie van het Bouwbedrijf |
VZW; | VZW; |
b) één aangeduid door Bouwunie. | b) één aangeduid door Bouwunie. |
2° vijf vertegenwoordigers van de werknemersorganisaties, waarvan : | 2° vijf vertegenwoordigers van de werknemersorganisaties, waarvan : |
a) twee aangeduid door ACV Bouw - Industrie en Energie; | a) twee aangeduid door ACV Bouw - Industrie en Energie; |
b) twee aangeduid door ABVV - Algemene Centrale; | b) twee aangeduid door ABVV - Algemene Centrale; |
c) één aangeduid door de Algemene Centrale van Liberale Vakbonden van | c) één aangeduid door de Algemene Centrale van Liberale Vakbonden van |
België. | België. |
De raad van bestuur kan eender welke derde persoon uitnodigen tot het | De raad van bestuur kan eender welke derde persoon uitnodigen tot het |
bijwonen van de raad van bestuur. | bijwonen van de raad van bestuur. |
§ 2. Het mandaat van bestuurder heeft een duurtijd van drie jaar en is | § 2. Het mandaat van bestuurder heeft een duurtijd van drie jaar en is |
hernieuwbaar. Dit mandaat is onbezoldigd. | hernieuwbaar. Dit mandaat is onbezoldigd. |
§ 3. De raad van bestuur maakt een huishoudelijk reglement op dat moet | § 3. De raad van bestuur maakt een huishoudelijk reglement op dat moet |
goedgekeurd worden volgens de regels bepaald in artikel 26. | goedgekeurd worden volgens de regels bepaald in artikel 26. |
Art. 25.sect; 1. Het Paritair Comité voor het bouwbedrijf stelt om de |
Art. 25.sect; 1. Het Paritair Comité voor het bouwbedrijf stelt om de |
drie jaar de voorzitter van het fonds voor bestaanszekerheid aan, | drie jaar de voorzitter van het fonds voor bestaanszekerheid aan, |
waarbij de gekozen persoon deel uitmaakt van de raad van bestuur. Het | waarbij de gekozen persoon deel uitmaakt van de raad van bestuur. Het |
voorzitterschap wordt beurtelings waargenomen door de werkgevers- en | voorzitterschap wordt beurtelings waargenomen door de werkgevers- en |
werknemersorganisaties. | werknemersorganisaties. |
§ 2. Het Paritair Comité voor het bouwbedrijf duidt eveneens om de | § 2. Het Paritair Comité voor het bouwbedrijf duidt eveneens om de |
drie jaar twee ondervoorzitters aan onder de leden van de raad van | drie jaar twee ondervoorzitters aan onder de leden van de raad van |
bestuur, de ene op voorstel van de groep van de werknemers en de | bestuur, de ene op voorstel van de groep van de werknemers en de |
andere op voorstel van de groep van de werkgevers. | andere op voorstel van de groep van de werkgevers. |
Wanneer de voorzitter verhinderd is, nemen de twee ondervoorzitters | Wanneer de voorzitter verhinderd is, nemen de twee ondervoorzitters |
beurtelings zijn ambt waar. | beurtelings zijn ambt waar. |
Art. 26.§ 1. De raad van bestuur vergadert in regel één keer per |
Art. 26.§ 1. De raad van bestuur vergadert in regel één keer per |
maand op uitnodiging van de voorzitter, die er tevens toe gehouden is | maand op uitnodiging van de voorzitter, die er tevens toe gehouden is |
de raad van bestuur samen te roepen op verzoek van één van zijn leden. | de raad van bestuur samen te roepen op verzoek van één van zijn leden. |
§ 2. De uitnodigingen worden ten laatste acht dagen vóór de | § 2. De uitnodigingen worden ten laatste acht dagen vóór de |
vergaderdatum per post of elektronisch aan de raad van bestuur | vergaderdatum per post of elektronisch aan de raad van bestuur |
verzonden. | verzonden. |
§ 3. Behoudens overmacht kan de raad van bestuur slechts geldig | § 3. Behoudens overmacht kan de raad van bestuur slechts geldig |
beraadslagen wanneer, naast de voorzitter, tenminste één lid van de | beraadslagen wanneer, naast de voorzitter, tenminste één lid van de |
groep van de werkgevers en ten minste één lid van de groep van de | groep van de werkgevers en ten minste één lid van de groep van de |
werknemers aanwezig zijn. | werknemers aanwezig zijn. |
§ 4. De beslissingen worden met eenparigheid van stemmen genomen. | § 4. De beslissingen worden met eenparigheid van stemmen genomen. |
Art. 27.§ 1. De raad van bestuur is belast met de uitvoering van de |
Art. 27.§ 1. De raad van bestuur is belast met de uitvoering van de |
richtlijnen van het Paritair Comité voor het bouwbedrijf en is | richtlijnen van het Paritair Comité voor het bouwbedrijf en is |
verantwoordelijk voor zijn activiteiten tegenover deze laatste, | verantwoordelijk voor zijn activiteiten tegenover deze laatste, |
waaraan een jaarverslag moet worden voorgelegd ten laatste zes maanden | waaraan een jaarverslag moet worden voorgelegd ten laatste zes maanden |
na het einde van het boekjaar. | na het einde van het boekjaar. |
§ 2. Hij beschikt over de ruimste bevoegdheden in verband met het | § 2. Hij beschikt over de ruimste bevoegdheden in verband met het |
beheer en het bestuur van het fonds voor bestaanszekerheid en de | beheer en het bestuur van het fonds voor bestaanszekerheid en de |
verwezenlijking van zijn doel. | verwezenlijking van zijn doel. |
§ 3. Onder zijn bevoegdheid vallen alle handelingen die niet | § 3. Onder zijn bevoegdheid vallen alle handelingen die niet |
uitdrukkelijk door de wet of door deze statuten aan het Paritair | uitdrukkelijk door de wet of door deze statuten aan het Paritair |
Comité voor het bouwbedrijf zijn voorbehouden. | Comité voor het bouwbedrijf zijn voorbehouden. |
Art. 28.§ 1. De raad van bestuur benoemt een directeur-generaal |
Art. 28.§ 1. De raad van bestuur benoemt een directeur-generaal |
belast met het dagelijks beheer van het fonds voor bestaanszekerheid. | belast met het dagelijks beheer van het fonds voor bestaanszekerheid. |
Het dagelijks beheer is beschreven in het huishoudelijk reglement | Het dagelijks beheer is beschreven in het huishoudelijk reglement |
beoogd onder artikel 24, § 3. | beoogd onder artikel 24, § 3. |
§ 2. Hij mag eveneens alle speciale volmachten toevertrouwen aan | § 2. Hij mag eveneens alle speciale volmachten toevertrouwen aan |
iedere/alle door hem gekozen gevolmachtigde(n). | iedere/alle door hem gekozen gevolmachtigde(n). |
Art. 29.De bestuurders gaan geen enkele persoonlijke verplichting aan |
Art. 29.De bestuurders gaan geen enkele persoonlijke verplichting aan |
met betrekking tot de verbintenissen van het fonds voor | met betrekking tot de verbintenissen van het fonds voor |
bestaanszekerheid, daar hun aansprakelijkheid beperkt is tot de | bestaanszekerheid, daar hun aansprakelijkheid beperkt is tot de |
uitoefening van het ontvangen mandaat. | uitoefening van het ontvangen mandaat. |
Art. 30.§ 1. De voorzitter leidt de debatten, roept de leden samen, |
Art. 30.§ 1. De voorzitter leidt de debatten, roept de leden samen, |
legt de notulen ter goedkeuring voor en zorgt voor de goede werking | legt de notulen ter goedkeuring voor en zorgt voor de goede werking |
van het fonds voor bestaanszekerheid. | van het fonds voor bestaanszekerheid. |
§ 2. De goedgekeurde notulen van de vergaderingen worden bewaard op de | § 2. De goedgekeurde notulen van de vergaderingen worden bewaard op de |
zetel van het fonds voor bestaanszekerheid en kunnen door alle | zetel van het fonds voor bestaanszekerheid en kunnen door alle |
bestuurders geraadpleegd worden. | bestuurders geraadpleegd worden. |
Art. 31.Behoudens in geval van een door de raad van bestuur gegeven |
Art. 31.Behoudens in geval van een door de raad van bestuur gegeven |
bijzondere volmacht worden de handelingen die het fonds voor | bijzondere volmacht worden de handelingen die het fonds voor |
bestaanszekerheid verbinden, met uitzondering van die van dagelijks of | bestaanszekerheid verbinden, met uitzondering van die van dagelijks of |
gewoon bestuur, ondertekend door de voorzitter en door een lid van de | gewoon bestuur, ondertekend door de voorzitter en door een lid van de |
raad van bestuur van elke groep waarvan sprake in artikel 24, § 1. | raad van bestuur van elke groep waarvan sprake in artikel 24, § 1. |
Art. 32.De rechtsvorderingen als eisende dan wel verwerende partij |
Art. 32.De rechtsvorderingen als eisende dan wel verwerende partij |
worden ingesteld op aanvraag van de voorzitter. | worden ingesteld op aanvraag van de voorzitter. |
HOOFDSTUK VII. - Controle | HOOFDSTUK VII. - Controle |
Art. 33.§ 1. Het boekjaar vangt aan op 1 januari en wordt afgesloten |
Art. 33.§ 1. Het boekjaar vangt aan op 1 januari en wordt afgesloten |
op 31 december. | op 31 december. |
§ 2. Elk jaar keurt de raad van bestuur de begroting voor het volgende | § 2. Elk jaar keurt de raad van bestuur de begroting voor het volgende |
boekjaar goed, evenals de jaarrekening van het afgelopen boekjaar. | boekjaar goed, evenals de jaarrekening van het afgelopen boekjaar. |
Art. 34.§ 1. Op het beheer van het fonds voor bestaanszekerheid wordt |
Art. 34.§ 1. Op het beheer van het fonds voor bestaanszekerheid wordt |
een controle uitgevoerd door vier commissarissen die worden aangeduid | een controle uitgevoerd door vier commissarissen die worden aangeduid |
door de representatieve organisaties die in de raad van bestuur | door de representatieve organisaties die in de raad van bestuur |
zetelen. | zetelen. |
§ 2. De controle-opdrachten gebeuren volgens de regels die zijn | § 2. De controle-opdrachten gebeuren volgens de regels die zijn |
vastgelegd in het huishoudelijk reglement voorzien in artikel 24, § 3. | vastgelegd in het huishoudelijk reglement voorzien in artikel 24, § 3. |
Art. 35.Er wordt een verslag opgemaakt met de vaststellingen van de |
Art. 35.Er wordt een verslag opgemaakt met de vaststellingen van de |
commissarissen. Dit verslag wordt geïntegreerd in het jaarverslag van | commissarissen. Dit verslag wordt geïntegreerd in het jaarverslag van |
de interne audit dat voorgesteld wordt aan de raad van bestuur. | de interne audit dat voorgesteld wordt aan de raad van bestuur. |
Art. 36.§ 1. Bij het verstrijken van een boekjaar worden de |
Art. 36.§ 1. Bij het verstrijken van een boekjaar worden de |
jaarrekening alsook het jaarverslag van de interne auditor overgemaakt | jaarrekening alsook het jaarverslag van de interne auditor overgemaakt |
aan een door het Paritair Comité voor het bouwbedrijf aangeduide | aan een door het Paritair Comité voor het bouwbedrijf aangeduide |
bedrijfsrevisor. | bedrijfsrevisor. |
§ 2. De revisor gaat over tot het nazicht van de documenten die hem | § 2. De revisor gaat over tot het nazicht van de documenten die hem |
werden overgemaakt. | werden overgemaakt. |
§ 3. Hij beschikt daarvoor over een onbeperkt recht van toezicht op en | § 3. Hij beschikt daarvoor over een onbeperkt recht van toezicht op en |
onderzoek van alle boekhoudkundige verrichtingen van het fonds voor | onderzoek van alle boekhoudkundige verrichtingen van het fonds voor |
bestaanszekerheid, doch hij mag zich nooit met het bestuur ervan | bestaanszekerheid, doch hij mag zich nooit met het bestuur ervan |
inlaten. | inlaten. |
§ 4. Hij kan ter plaatse inzage nemen in de boeken, de briefwisseling, | § 4. Hij kan ter plaatse inzage nemen in de boeken, de briefwisseling, |
de notulen en om het even welk geschrift van het fonds voor | de notulen en om het even welk geschrift van het fonds voor |
bestaanszekerheid. | bestaanszekerheid. |
Art. 37.§ 1. Wanneer zijn opdracht is volbracht, brengt de revisor |
Art. 37.§ 1. Wanneer zijn opdracht is volbracht, brengt de revisor |
verslag uit aan de raad van bestuur van het fonds voor | verslag uit aan de raad van bestuur van het fonds voor |
bestaanszekerheid. | bestaanszekerheid. |
§ 2. Een kopie van dit verslag wordt door het fonds voor | § 2. Een kopie van dit verslag wordt door het fonds voor |
bestaanszekerheid overgemaakt aan het Paritair Comité voor het | bestaanszekerheid overgemaakt aan het Paritair Comité voor het |
bouwbedrijf. | bouwbedrijf. |
HOOFDSTUK VIII. - Wijze van ontbinding, vereffening en aanwending van | HOOFDSTUK VIII. - Wijze van ontbinding, vereffening en aanwending van |
het vermogen | het vermogen |
Art. 38.Elke wijziging aan deze statuten kan slechts het onderwerp |
Art. 38.Elke wijziging aan deze statuten kan slechts het onderwerp |
uitmaken van een beraadslaging indien zij uitdrukkelijk aangekondigd | uitmaken van een beraadslaging indien zij uitdrukkelijk aangekondigd |
werd in de agenda van de uitnodiging voor de vergadering van het | werd in de agenda van de uitnodiging voor de vergadering van het |
Paritair Comité voor het bouwbedrijf. | Paritair Comité voor het bouwbedrijf. |
Art. 39.In geval van vrijwillige ontbinding van het fonds voor |
Art. 39.In geval van vrijwillige ontbinding van het fonds voor |
bestaanszekerheid zal het paritair comité dat over deze ontbinding | bestaanszekerheid zal het paritair comité dat over deze ontbinding |
beslist zal hebben zo nodig vereffenaars benoemen, hun bevoegdheden | beslist zal hebben zo nodig vereffenaars benoemen, hun bevoegdheden |
vaststellen en beslissen over de bestemming van de goederen en de | vaststellen en beslissen over de bestemming van de goederen en de |
waarden van het fonds voor bestaanszekerheid, na vereffening van de | waarden van het fonds voor bestaanszekerheid, na vereffening van de |
schulden, en aan deze goederen en waarden een bestemming geven die het | schulden, en aan deze goederen en waarden een bestemming geven die het |
doel met het oog waarop het ontbonden fonds voor bestaanszekerheid | doel met het oog waarop het ontbonden fonds voor bestaanszekerheid |
werd opgericht, zo dicht mogelijk benadert. | werd opgericht, zo dicht mogelijk benadert. |
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 3 augustus | Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 3 augustus |
2012. | 2012. |
De Minister van Werk, | De Minister van Werk, |
Mevr. M. DE CONINCK | Mevr. M. DE CONINCK |