Etaamb.openjustice.be
Meertalige weergave van Koninklijk Besluit van 03/08/2012
← Terug naar "Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 18 november 2010, gesloten in het Paritair Comité voor het bouwbedrijf, tot wijziging en coördinatie van de statuten van het "Fonds voor bestaanszekerheid van de werklieden uit het bouwbedrijf" "
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 18 november 2010, gesloten in het Paritair Comité voor het bouwbedrijf, tot wijziging en coördinatie van de statuten van het "Fonds voor bestaanszekerheid van de werklieden uit het bouwbedrijf" Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 18 november 2010, gesloten in het Paritair Comité voor het bouwbedrijf, tot wijziging en coördinatie van de statuten van het "Fonds voor bestaanszekerheid van de werklieden uit het bouwbedrijf"
FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG
3 AUGUSTUS 2012. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend 3 AUGUSTUS 2012. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend
wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 18 november wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 18 november
2010, gesloten in het Paritair Comité voor het bouwbedrijf, tot 2010, gesloten in het Paritair Comité voor het bouwbedrijf, tot
wijziging en coördinatie van de statuten van het "Fonds voor wijziging en coördinatie van de statuten van het "Fonds voor
bestaanszekerheid van de werklieden uit het bouwbedrijf" (1) bestaanszekerheid van de werklieden uit het bouwbedrijf" (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, ALBERT II, Koning der Belgen,
Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 7 januari 1958 betreffende de fondsen voor Gelet op de wet van 7 januari 1958 betreffende de fondsen voor
bestaanszekerheid, inzonderheid op artikel 2; bestaanszekerheid, inzonderheid op artikel 2;
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve
arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel
28; 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor het bouwbedrijf; Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor het bouwbedrijf;
Op de voordracht van de Minister van Werk, Op de voordracht van de Minister van Werk,
Hebben Wij besloten en besluiten Wij : Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage

overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 18 november 2010, overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 18 november 2010,
gesloten in het Paritair Comité voor het bouwbedrijf, tot wijziging en gesloten in het Paritair Comité voor het bouwbedrijf, tot wijziging en
coördinatie van de statuten van het "Fonds voor bestaanszekerheid van coördinatie van de statuten van het "Fonds voor bestaanszekerheid van
de werklieden uit het bouwbedrijf". de werklieden uit het bouwbedrijf".

Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van

Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van

dit besluit. dit besluit.
Gegeven te Châteauneuf-de-Grasse, 3 augustus 2012. Gegeven te Châteauneuf-de-Grasse, 3 augustus 2012.
ALBERT ALBERT
Van Koningswege : Van Koningswege :
De Minister van Werk, De Minister van Werk,
Mevr. M. DE CONINCK Mevr. M. DE CONINCK
_______ _______
Nota Nota
(1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad :
Wet van 7 januari 1958, Belgisch Staatsblad van 7 februari 1958. Wet van 7 januari 1958, Belgisch Staatsblad van 7 februari 1958.
Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969.
Bijlage Bijlage
Paritair Comité voor het bouwbedrijf Paritair Comité voor het bouwbedrijf
Collectieve arbeidsovereenkomst van 18 november 2010 Collectieve arbeidsovereenkomst van 18 november 2010
Wijziging en coördinatie van de statuten van het "Fonds voor Wijziging en coördinatie van de statuten van het "Fonds voor
bestaanszekerheid van de werklieden uit het bouwbedrijf" (Overeenkomst bestaanszekerheid van de werklieden uit het bouwbedrijf" (Overeenkomst
geregistreerd op 15 april 2011 onder het nummer 103902/CO/124) geregistreerd op 15 april 2011 onder het nummer 103902/CO/124)

Artikel 1.De statuten van het fonds voor bestaanszekerheid, "Fonds

Artikel 1.De statuten van het fonds voor bestaanszekerheid, "Fonds

voor bestaanszekerheid van de werklieden uit het bouwbedrijf" genaamd, voor bestaanszekerheid van de werklieden uit het bouwbedrijf" genaamd,
opgericht bij beslissing van 29 september 1960 van het Nationaal opgericht bij beslissing van 29 september 1960 van het Nationaal
Paritair Comité voor het bouwbedrijf, algemeen verbindend verklaard Paritair Comité voor het bouwbedrijf, algemeen verbindend verklaard
bij koninklijk besluit van 25 oktober 1960, zoals gewijzigd bij latere bij koninklijk besluit van 25 oktober 1960, zoals gewijzigd bij latere
algemeen verbindend verklaarde beslissingen en collectieve algemeen verbindend verklaarde beslissingen en collectieve
arbeidsovereenkomsten, worden gewijzigd en gecoördineerd zoals arbeidsovereenkomsten, worden gewijzigd en gecoördineerd zoals
opgenomen in de bijlage bij deze collectieve arbeidsovereenkomst. opgenomen in de bijlage bij deze collectieve arbeidsovereenkomst.

Art. 2.De als bijlage opgenomen statuten treden in werking op 1

Art. 2.De als bijlage opgenomen statuten treden in werking op 1

januari 2011. januari 2011.

Art. 3.Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten voor

Art. 3.Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten voor

onbepaalde duur en kan slechts opgezegd worden volgens de modaliteiten onbepaalde duur en kan slechts opgezegd worden volgens de modaliteiten
voorzien bij de initiële beslissing tot oprichting van het fonds voor voorzien bij de initiële beslissing tot oprichting van het fonds voor
bestaanszekerheid. bestaanszekerheid.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 3 augustus Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 3 augustus
2012. 2012.
De Minister van Werk, De Minister van Werk,
Mevr. M. DE CONINCK Mevr. M. DE CONINCK
Bijlage bij de collectieve arbeidsovereenkomst van 18 november 2010, Bijlage bij de collectieve arbeidsovereenkomst van 18 november 2010,
gesloten in het Paritair Comité voor het bouwbedrijf, houdende gesloten in het Paritair Comité voor het bouwbedrijf, houdende
wijziging en coördinatie van de statuten van het "Fonds voor wijziging en coördinatie van de statuten van het "Fonds voor
bestaanszekerheid van de werklieden uit het bouwbedrijf" bestaanszekerheid van de werklieden uit het bouwbedrijf"
HOOFDSTUK I. - Benaming en zetel HOOFDSTUK I. - Benaming en zetel

Artikel 1.§ 1. In de bouwnijverheid wordt een fonds voor

Artikel 1.§ 1. In de bouwnijverheid wordt een fonds voor

bestaanszekerheid opgericht, genaamd "Fonds voor bestaanszekerheid van bestaanszekerheid opgericht, genaamd "Fonds voor bestaanszekerheid van
de werklieden uit het bouwbedrijf - fbz-fse Constructiv", afgekort de werklieden uit het bouwbedrijf - fbz-fse Constructiv", afgekort
"fbz-fse Constructiv", hierna genoemd "het fonds voor "fbz-fse Constructiv", hierna genoemd "het fonds voor
bestaanszekerheid". bestaanszekerheid".
§ 2. Deze benaming vervangt de vroegere benaming "Fonds voor § 2. Deze benaming vervangt de vroegere benaming "Fonds voor
bestaanszekerheid van de werklieden uit het bouwbedrijf" (afgekort : bestaanszekerheid van de werklieden uit het bouwbedrijf" (afgekort :
FBZ Bouw). FBZ Bouw).

Art. 2.De zetel van het fonds voor bestaanszekerheid is gevestigd te

Art. 2.De zetel van het fonds voor bestaanszekerheid is gevestigd te

1000 Brussel, Koningsstraat 132, bus 1. 1000 Brussel, Koningsstraat 132, bus 1.
HOOFDSTUK II. - Doel waarvoor het fonds, voor bestaanszekerheid wordt HOOFDSTUK II. - Doel waarvoor het fonds, voor bestaanszekerheid wordt
ingesteld ingesteld

Art. 3.Het onder artikel 1 beoogde fonds voor bestaanszekerheid heeft

Art. 3.Het onder artikel 1 beoogde fonds voor bestaanszekerheid heeft

tot doel de volgende sociale tegemoetkomingen te financieren, toe te tot doel de volgende sociale tegemoetkomingen te financieren, toe te
kennen en uit te betalen : kennen en uit te betalen :
1° aanvullende werkloosheidsuitkeringen; 1° aanvullende werkloosheidsuitkeringen;
2° een bijzondere aanvullende vergoeding die wordt toegekend aan de 2° een bijzondere aanvullende vergoeding die wordt toegekend aan de
arbeiders die werkloos werden gesteld wegens vorst of blijvende arbeiders die werkloos werden gesteld wegens vorst of blijvende
sneeuw; sneeuw;
3° een vakantiegeld aan sommige invalide arbeiders; 3° een vakantiegeld aan sommige invalide arbeiders;
4° een financiële tegemoetkoming in geval van arbeidsongevallen met 4° een financiële tegemoetkoming in geval van arbeidsongevallen met
ernstige of dodelijke afloop, beroepsziekte en gewone ziekte of een ernstige of dodelijke afloop, beroepsziekte en gewone ziekte of een
ongeval van gemeen recht; ongeval van gemeen recht;
5° een terugbetaling aan de werkgevers van de bijdragen verschuldigd 5° een terugbetaling aan de werkgevers van de bijdragen verschuldigd
aan het fonds; aan het fonds;
6° een promotievergoedingbouw; 6° een promotievergoedingbouw;
7° een vergoeding aan bepaalde arbeiders die hun arbeidsprestaties 7° een vergoeding aan bepaalde arbeiders die hun arbeidsprestaties
verder zetten na de leeftijd van 58 jaar; verder zetten na de leeftijd van 58 jaar;
8° een aanvullende uitkering aan de arbeiders die één van de 8° een aanvullende uitkering aan de arbeiders die één van de
regelingen van het conventioneel brugpensioen genieten; regelingen van het conventioneel brugpensioen genieten;
9° een aanvullende sociale uitkering aan de bejaarde arbeiders die 9° een aanvullende sociale uitkering aan de bejaarde arbeiders die
inactief blijven; inactief blijven;
10° de compensatie aan sommige werkgevers van het gewaarborgd loon dat 10° de compensatie aan sommige werkgevers van het gewaarborgd loon dat
verschuldigd is aan de arbeiders in geval van arbeidsongeschiktheid verschuldigd is aan de arbeiders in geval van arbeidsongeschiktheid
die het gevolg is van ziekte of een ongeval van gemeen recht; die het gevolg is van ziekte of een ongeval van gemeen recht;
11° de weerverletzegels en de getrouwheidszegels; 11° de weerverletzegels en de getrouwheidszegels;
12° een forfaitaire bezoldiging voor de rustdagen die worden toegekend 12° een forfaitaire bezoldiging voor de rustdagen die worden toegekend
in uitvoering van de arbeidsduurvermindering; in uitvoering van de arbeidsduurvermindering;
13° de toekenning van een jaarlijkse pensioenrente en voordelen voor 13° de toekenning van een jaarlijkse pensioenrente en voordelen voor
de weduwen in het kader van de overgangsregeling inzake pensioen ten de weduwen in het kader van de overgangsregeling inzake pensioen ten
voordele van de arbeiders van de bouwsector; voordele van de arbeiders van de bouwsector;
14° een sociaal voordeel aan de arbeiders aangesloten bij één van de 14° een sociaal voordeel aan de arbeiders aangesloten bij één van de
in het Paritair Comité voor het bouwbedrijf vertegenwoordigde in het Paritair Comité voor het bouwbedrijf vertegenwoordigde
werknemersorganisaties; werknemersorganisaties;
15° een medisch plan ten voordele van de actieve arbeiders van de 15° een medisch plan ten voordele van de actieve arbeiders van de
bouwsector; bouwsector;
16° een hospitalisatieverzekering ten voordele van de gezinsleden van 16° een hospitalisatieverzekering ten voordele van de gezinsleden van
de actieve arbeiders van de bouwsector. de actieve arbeiders van de bouwsector.

Art. 4.§ 1. Het bij artikel 1 beoogde fonds voor bestaanszekerheid

Art. 4.§ 1. Het bij artikel 1 beoogde fonds voor bestaanszekerheid

neemt bovendien deel aan de financiering van : neemt bovendien deel aan de financiering van :
1° de werking van het "Fonds voor vakopleiding in de bouwnijverheid" 1° de werking van het "Fonds voor vakopleiding in de bouwnijverheid"
en het "Nationaal Actiecomité voor Veiligheid en hygiëne in het en het "Nationaal Actiecomité voor Veiligheid en hygiëne in het
Bouwbedrijf"; Bouwbedrijf";
2° de syndicale en socio-professionele vorming van de arbeiders uit de 2° de syndicale en socio-professionele vorming van de arbeiders uit de
sector; sector;
3° de vakantieaccomodatie van de arbeiders uit de sector; 3° de vakantieaccomodatie van de arbeiders uit de sector;
4° een deel van het wettelijk vakantiegeld, zoals bepaald in artikel 4° een deel van het wettelijk vakantiegeld, zoals bepaald in artikel
65, § 2, van het koninklijk besluit van 28 juni 1971 houdende 65, § 2, van het koninklijk besluit van 28 juni 1971 houdende
aanpassing en coördinatie van de wetsbepalingen betreffende de aanpassing en coördinatie van de wetsbepalingen betreffende de
jaarlijkse vakantie van de werknemers (Belgisch Staatsblad van 30 jaarlijkse vakantie van de werknemers (Belgisch Staatsblad van 30
september 1971); september 1971);
5° de informatie-initiatieven ten behoeve van de werkgevers met 5° de informatie-initiatieven ten behoeve van de werkgevers met
betrekking tot de toepassing van de wetten en sectorale conventies; betrekking tot de toepassing van de wetten en sectorale conventies;
6° nieuwe pensioen- en solidariteitstoezeggingen in het kader van de 6° nieuwe pensioen- en solidariteitstoezeggingen in het kader van de
wet van 28 april 2003 betreffende de aanvullende pensioenen en het wet van 28 april 2003 betreffende de aanvullende pensioenen en het
fiscaal stelsel ervan. De financieringsmodaliteiten van deze fiscaal stelsel ervan. De financieringsmodaliteiten van deze
toezegging zullen bepaald worden in een beheersovereenkomst gesloten toezegging zullen bepaald worden in een beheersovereenkomst gesloten
tussen het fonds voor bestaanszekerheid en de inrichter van het tussen het fonds voor bestaanszekerheid en de inrichter van het
sociaal sectoraal pensioenstelsel. sociaal sectoraal pensioenstelsel.
§ 2. In het kader van zijn taak beoogd onder artikel 4, § 1, 6° kan § 2. In het kader van zijn taak beoogd onder artikel 4, § 1, 6° kan
het fonds voor bestaanszekerheid in zijn hoedanigheid van paritaire het fonds voor bestaanszekerheid in zijn hoedanigheid van paritaire
instelling die betrokken is bij de omkadering van de sectorale instelling die betrokken is bij de omkadering van de sectorale
pensioentoezegging, ook steun verlenen in het kader van andere pensioentoezegging, ook steun verlenen in het kader van andere
sectorale pensioentoezeggingen. sectorale pensioentoezeggingen.
Deze steun vertaalt zich meer bepaald in het ter beschikking stellen Deze steun vertaalt zich meer bepaald in het ter beschikking stellen
van technische kennis, activiteiten en hulpmiddelen, in de concrete van technische kennis, activiteiten en hulpmiddelen, in de concrete
vorm van transparante juridische samenwerkingsstructuren. vorm van transparante juridische samenwerkingsstructuren.
HOOFDSTUK III. - Begunstigden, aard en toekenningsmodaliteiten van de HOOFDSTUK III. - Begunstigden, aard en toekenningsmodaliteiten van de
toegekende voordelen toegekende voordelen

Art. 5.De onder artikel 3 beoogde voordelen zijn van toepassing op de

Art. 5.De onder artikel 3 beoogde voordelen zijn van toepassing op de

werkgevers die ressorteren onder het Paritair Comité voor het werkgevers die ressorteren onder het Paritair Comité voor het
bouwbedrijf en de arbeiders die zij tewerkstellen. Bijzondere bouwbedrijf en de arbeiders die zij tewerkstellen. Bijzondere
collectieve arbeidsovereenkomsten, algemeen verbindend verklaard bij collectieve arbeidsovereenkomsten, algemeen verbindend verklaard bij
koninklijke besluiten, bepalen de personen die ze kunnen genieten, de koninklijke besluiten, bepalen de personen die ze kunnen genieten, de
aard van de voordelen en de modaliteiten van toekenning en uitkering. aard van de voordelen en de modaliteiten van toekenning en uitkering.

Art. 6.De wijze van deelname van het fonds voor bestaanszekerheid in

Art. 6.De wijze van deelname van het fonds voor bestaanszekerheid in

de onder artikel 4, 1°, 2° en 3° beoogde tegemoetkomingen wordt de onder artikel 4, 1°, 2° en 3° beoogde tegemoetkomingen wordt
eveneens vastgesteld in bij koninklijke besluiten algemeen verbindend eveneens vastgesteld in bij koninklijke besluiten algemeen verbindend
verklaarde, specifieke collectieve arbeidsovereenkomsten. verklaarde, specifieke collectieve arbeidsovereenkomsten.

Art. 7.De raad van bestuur van het fonds voor bestaanszekerheid wordt

Art. 7.De raad van bestuur van het fonds voor bestaanszekerheid wordt

belast met de uitvoering, de interpretatie en de toepassing van de in belast met de uitvoering, de interpretatie en de toepassing van de in
de artikelen 5 en 6 beoogde collectieve arbeidsovereenkomsten. de artikelen 5 en 6 beoogde collectieve arbeidsovereenkomsten.
Hij evalueert ook regelmatig de activiteiten beoogd in artikel 4, § 2. Hij evalueert ook regelmatig de activiteiten beoogd in artikel 4, § 2.

Art. 8.Het Paritair Comité van het bouwbedrijf kan bij collectieve

Art. 8.Het Paritair Comité van het bouwbedrijf kan bij collectieve

arbeidsovereenkomst (een deel van) de administratieve organisatie van arbeidsovereenkomst (een deel van) de administratieve organisatie van
de taken beoogd onder artikel 3 toevertrouwen aan instellingen die de taken beoogd onder artikel 3 toevertrouwen aan instellingen die
uitdrukkelijk daartoe aangeduid werden uitdrukkelijk daartoe aangeduid werden
Het doel en de omvang van dit mandaat worden uitsluitend vastgelegd Het doel en de omvang van dit mandaat worden uitsluitend vastgelegd
volgens de modaliteiten en voorwaarden bepaald in onderlinge volgens de modaliteiten en voorwaarden bepaald in onderlinge
overeenstemming tussen de voornoemde instellingen en de raad van overeenstemming tussen de voornoemde instellingen en de raad van
bestuur van het fonds voor bestaanszekerheid. bestuur van het fonds voor bestaanszekerheid.

Art. 9.Het is het fonds voor bestaanszekerheid toegestaan de

Art. 9.Het is het fonds voor bestaanszekerheid toegestaan de

volledige of gedeeltelijke uitbetaling van de bij artikel 3, 1°, volledige of gedeeltelijke uitbetaling van de bij artikel 3, 1°,
beoogde aanvullende werkloosheidsuitkeringen toe te vertrouwen aan de beoogde aanvullende werkloosheidsuitkeringen toe te vertrouwen aan de
voor de betaling van de hoofdwerkloosheidsuitkeringen erkende voor de betaling van de hoofdwerkloosheidsuitkeringen erkende
uitbetalingsinstellingen, alsook aan de openbare instelling die voor uitbetalingsinstellingen, alsook aan de openbare instelling die voor
de betaling van deze uitkeringen instaat. de betaling van deze uitkeringen instaat.

Art. 10.In de bij artikel 5 beoogde collectieve arbeidsovereenkomsten

Art. 10.In de bij artikel 5 beoogde collectieve arbeidsovereenkomsten

kan worden bepaald dat de uitbetaling van de hierin vastgestelde kan worden bepaald dat de uitbetaling van de hierin vastgestelde
sociale voordelen toevertrouwd mag worden aan de sociale voordelen toevertrouwd mag worden aan de
uitbetalingsinstellingen die werden opgericht door de partijen die uitbetalingsinstellingen die werden opgericht door de partijen die
deze overeenkomsten hebben ondertekend. De raad van bestuur van het deze overeenkomsten hebben ondertekend. De raad van bestuur van het
fonds voor bestaanszekerheid beslist over de toekenning of de fonds voor bestaanszekerheid beslist over de toekenning of de
intrekking van de erkenning van deze instellingen. intrekking van de erkenning van deze instellingen.

Art. 11.De bij de artikelen 9 en 10 beoogde instellingen zijn

Art. 11.De bij de artikelen 9 en 10 beoogde instellingen zijn

aansprakelijk voor de door het fonds voor bestaanszekerheid aansprakelijk voor de door het fonds voor bestaanszekerheid
voorgeschoten bedragen en ze moeten de aanwending ervan verantwoorden. voorgeschoten bedragen en ze moeten de aanwending ervan verantwoorden.

Art. 12.De voorwaarden waaronder en de wijze waarop de bij de

Art. 12.De voorwaarden waaronder en de wijze waarop de bij de

artikelen 9 en 10 beoogde instellingen optreden, worden in onderlinge artikelen 9 en 10 beoogde instellingen optreden, worden in onderlinge
overeenstemming met het fonds voor bestaanszekerheid vastgesteld. overeenstemming met het fonds voor bestaanszekerheid vastgesteld.

Art. 13.De tegemoetkoming van het fonds voor bestaanszekerheid,

Art. 13.De tegemoetkoming van het fonds voor bestaanszekerheid,

beoogd bij artikel 4, 4°, gebeurt conform de wettelijke bepalingen ter beoogd bij artikel 4, 4°, gebeurt conform de wettelijke bepalingen ter
zake. zake.
HOOFDSTUK IV. - Financiering HOOFDSTUK IV. - Financiering

Art. 14.§ 1. De werkgevers, die conform het koninklijk besluit van 4

Art. 14.§ 1. De werkgevers, die conform het koninklijk besluit van 4

maart 1975 houdende oprichting, benaming en bevoegdheid van het maart 1975 houdende oprichting, benaming en bevoegdheid van het
Paritair Comité voor het bouwbedrijf, zoals het later werd gewijzigd, Paritair Comité voor het bouwbedrijf, zoals het later werd gewijzigd,
onder het Paritair Comité voor het bouwbedrijf ressorteren, zijn ertoe onder het Paritair Comité voor het bouwbedrijf ressorteren, zijn ertoe
gehouden voor de arbeiders die ze tewerkstellen, de bijdragen te gehouden voor de arbeiders die ze tewerkstellen, de bijdragen te
betalen die zijn vastgesteld voor de categorie waarin ze zijn betalen die zijn vastgesteld voor de categorie waarin ze zijn
gerangschikt, volgens de aard van hun activiteit en het aantal gerangschikt, volgens de aard van hun activiteit en het aantal
tewerkgestelde werknemers. tewerkgestelde werknemers.
§ 2. Overeenkomstig artikel 12 van de wet van 24 juli 1987 betreffende § 2. Overeenkomstig artikel 12 van de wet van 24 juli 1987 betreffende
de tijdelijke arbeid, de uitzendarbeid en het ter beschikking stellen de tijdelijke arbeid, de uitzendarbeid en het ter beschikking stellen
van werknemers ten behoeve van gebruikers, zijn de erkende van werknemers ten behoeve van gebruikers, zijn de erkende
uitzendkantoren die uitzendkrachten ter beschikking stellen van uitzendkantoren die uitzendkrachten ter beschikking stellen van
bouwbedrijven ertoe gehouden voor de arbeiders die zij ter beschikking bouwbedrijven ertoe gehouden voor de arbeiders die zij ter beschikking
stellen, de bijdragen te betalen die geldig zijn voor die stellen, de bijdragen te betalen die geldig zijn voor die
bouwbedrijven, overeenkomstig de regel vastgesteld onder § 1. bouwbedrijven, overeenkomstig de regel vastgesteld onder § 1.

Art. 15.Het is deze werkgevers niet toegestaan de nietigheid van de

Art. 15.Het is deze werkgevers niet toegestaan de nietigheid van de

arbeidsovereenkomst in te roepen om de toepassing van artikel 14 te arbeidsovereenkomst in te roepen om de toepassing van artikel 14 te
omzeilen, meer bepaald wanneer deze nietigheid is ontstaan omdat ze, omzeilen, meer bepaald wanneer deze nietigheid is ontstaan omdat ze,
zelfs onvrijwillig, de wetten en besluiten betreffende de zelfs onvrijwillig, de wetten en besluiten betreffende de
arbeidspolitie en -reglementering hebben overtreden. arbeidspolitie en -reglementering hebben overtreden.
HOOFDSTUK V. - Bedrag en inning van de bijdragen HOOFDSTUK V. - Bedrag en inning van de bijdragen

Art. 16.Het bedrag van de bijdragen die de bij artikel 14 beoogde

Art. 16.Het bedrag van de bijdragen die de bij artikel 14 beoogde

werkgevers aan het fonds voor bestaanszekerheid verschuldigd zijn, werkgevers aan het fonds voor bestaanszekerheid verschuldigd zijn,
wordt vastgesteld bij bij koninklijk besluit algemeen verbindend wordt vastgesteld bij bij koninklijk besluit algemeen verbindend
verklaarde collectieve arbeidsovereenkomsten. Het gaat om het bedrag verklaarde collectieve arbeidsovereenkomsten. Het gaat om het bedrag
van : van :
1° de bijdragen ter financiering van het bij artikel 3, 10° bedoelde 1° de bijdragen ter financiering van het bij artikel 3, 10° bedoelde
voordeel en de bij artikel 4, 4° bedoelde tegemoetkoming; voordeel en de bij artikel 4, 4° bedoelde tegemoetkoming;
2° de bijdragen ter financiering van de bij artikel 3, 11° bedoelde 2° de bijdragen ter financiering van de bij artikel 3, 11° bedoelde
voordelen; voordelen;
3° de forfaitaire bijdrage ter financiering van de andere bij 3° de forfaitaire bijdrage ter financiering van de andere bij
artikelen 3 en 4, § 1 bedoelde voordelen en tegemoetkomingen. artikelen 3 en 4, § 1 bedoelde voordelen en tegemoetkomingen.

Art. 17.Voor de inning en de invordering van de bijdragen, bedoeld in

Art. 17.Voor de inning en de invordering van de bijdragen, bedoeld in

artikel 16, 1° en 3°, staat de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid in, artikel 16, 1° en 3°, staat de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid in,
volgens de regels eigen aan de instelling. volgens de regels eigen aan de instelling.

Art. 18.De Rijksdienst voor Sociale Zekerheid kent daartoe aan de bij

Art. 18.De Rijksdienst voor Sociale Zekerheid kent daartoe aan de bij

artikel 14 beoogde werkgevers een bouw-kencijfer toe dat overeenstemt artikel 14 beoogde werkgevers een bouw-kencijfer toe dat overeenstemt
met één van de vier categorieën waarin de onderneming is gerangschikt met één van de vier categorieën waarin de onderneming is gerangschikt
volgens de aard van haar activiteit, zoals vastgesteld bij een bij volgens de aard van haar activiteit, zoals vastgesteld bij een bij
koninklijk besluit algemeen verbindend verklaarde collectieve koninklijk besluit algemeen verbindend verklaarde collectieve
arbeidsovereenkomst. arbeidsovereenkomst.

Art. 19.De door de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid geïnde

Art. 19.De door de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid geïnde

bijdragen, bedoeld in artikel 16, 1°, worden berekend op basis van de bijdragen, bedoeld in artikel 16, 1°, worden berekend op basis van de
bezoldiging van de arbeiders waarmee rekening wordt gehouden bij de bezoldiging van de arbeiders waarmee rekening wordt gehouden bij de
berekening van de bijdrage die bestemd is voor de samenstelling van berekening van de bijdrage die bestemd is voor de samenstelling van
het vakantiegeld van de arbeiders, conform de wetten in verband met de het vakantiegeld van de arbeiders, conform de wetten in verband met de
jaarlijkse vakantie van de loontrekkenden. jaarlijkse vakantie van de loontrekkenden.

Art. 20.De inning en de invordering van de bijdragen bedoeld in

Art. 20.De inning en de invordering van de bijdragen bedoeld in

artikel 16, 2°, worden door de bij artikel 23 beoogde instelling artikel 16, 2°, worden door de bij artikel 23 beoogde instelling
verricht voor rekening van het fonds voor bestaanszekerheid, volgens verricht voor rekening van het fonds voor bestaanszekerheid, volgens
de modaliteiten vastgesteld bij een afzonderlijke, bij koninklijk de modaliteiten vastgesteld bij een afzonderlijke, bij koninklijk
besluit algemeen verbindend verklaarde collectieve besluit algemeen verbindend verklaarde collectieve
arbeidsovereenkomst. arbeidsovereenkomst.

Art. 21.De bij artikel 20 beoogde bijdragen moeten worden gestort

Art. 21.De bij artikel 20 beoogde bijdragen moeten worden gestort

binnen de maand die volgt op het kwartaal waarvoor ze verschuldigd binnen de maand die volgt op het kwartaal waarvoor ze verschuldigd
zijn. zijn.

Art. 22.Op de bijdragen die niet werden betaald binnen de bij artikel

Art. 22.Op de bijdragen die niet werden betaald binnen de bij artikel

21 vastgestelde termijnen dient de werkgever een bijdrageverhoging van 21 vastgestelde termijnen dient de werkgever een bijdrageverhoging van
10 pct. van dit bedrag te betalen, alsook een verwijlintrest waarvan 10 pct. van dit bedrag te betalen, alsook een verwijlintrest waarvan
het percentage overeenstemt met het voorziene percentage voor de het percentage overeenstemt met het voorziene percentage voor de
sociale zekerheidsbijdragen in toepassing van de wet van 27 juni 1969 sociale zekerheidsbijdragen in toepassing van de wet van 27 juni 1969
tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de
sociale zekerheid van de werknemers. De verwijlintrest is verschuldigd sociale zekerheid van de werknemers. De verwijlintrest is verschuldigd
vanaf het verstrijken van de bij artikel 21 vastgestelde termijnen tot vanaf het verstrijken van de bij artikel 21 vastgestelde termijnen tot
op de dag waarop de bijdragen worden betaald. op de dag waarop de bijdragen worden betaald.

Art. 23.§ 1. De controle en de administratieve, boekhoudkundige en

Art. 23.§ 1. De controle en de administratieve, boekhoudkundige en

financiële organisatie van de verrichtingen die betrekking hebben op financiële organisatie van de verrichtingen die betrekking hebben op
de toekenning van de bij artikel 3 beoogde sociale voordelen en de bij de toekenning van de bij artikel 3 beoogde sociale voordelen en de bij
artikel 4 beoogde tegemoetkomingen van het fonds voor artikel 4 beoogde tegemoetkomingen van het fonds voor
bestaanszekerheid, worden toevertrouwd aan de "Patronale Dienst voor bestaanszekerheid, worden toevertrouwd aan de "Patronale Dienst voor
Organisatie en Kontrole van de Bestaanszekerheidsstelsels", vereniging Organisatie en Kontrole van de Bestaanszekerheidsstelsels", vereniging
zonder winstoogmerk, waarvan de statuten werden gepubliceerd in de zonder winstoogmerk, waarvan de statuten werden gepubliceerd in de
bijlagen bij het Belgisch Staatsblad van 10 december 1987. bijlagen bij het Belgisch Staatsblad van 10 december 1987.
§ 2. De wijze waarop en de voorwaarden waaronder deze opdracht wordt § 2. De wijze waarop en de voorwaarden waaronder deze opdracht wordt
uitgevoerd, worden in onderlinge overeenstemming vastgesteld tussen uitgevoerd, worden in onderlinge overeenstemming vastgesteld tussen
deze instelling en de raad van bestuur van het fonds voor deze instelling en de raad van bestuur van het fonds voor
bestaanszekerheid. bestaanszekerheid.
HOOFDSTUK VI. - Wijze van benoeming, en bevoegdheden van de HOOFDSTUK VI. - Wijze van benoeming, en bevoegdheden van de
bestuurders bestuurders

Art. 24.§ 1. Het fonds voor bestaanszekerheid wordt bestuurd door een

Art. 24.§ 1. Het fonds voor bestaanszekerheid wordt bestuurd door een

raad van bestuur die is samengesteld uit tien leden die door en onder raad van bestuur die is samengesteld uit tien leden die door en onder
de leden van het Paritair Comité voor het bouwbedrijf worden de leden van het Paritair Comité voor het bouwbedrijf worden
aangeduid. aangeduid.
Deze leden worden voor de helft aangeduid door de organisaties die de Deze leden worden voor de helft aangeduid door de organisaties die de
werkgevers vertegenwoordigen en voor de andere helft door de werkgevers vertegenwoordigen en voor de andere helft door de
organisaties die de werknemers vertegenwoordigen : organisaties die de werknemers vertegenwoordigen :
1° vijf vertegenwoordigers van de werkgeversorganisaties, waarvan : 1° vijf vertegenwoordigers van de werkgeversorganisaties, waarvan :
a) vier aangeduid door de Nationale Confederatie van het Bouwbedrijf a) vier aangeduid door de Nationale Confederatie van het Bouwbedrijf
VZW; VZW;
b) één aangeduid door Bouwunie. b) één aangeduid door Bouwunie.
2° vijf vertegenwoordigers van de werknemersorganisaties, waarvan : 2° vijf vertegenwoordigers van de werknemersorganisaties, waarvan :
a) twee aangeduid door ACV Bouw - Industrie en Energie; a) twee aangeduid door ACV Bouw - Industrie en Energie;
b) twee aangeduid door ABVV - Algemene Centrale; b) twee aangeduid door ABVV - Algemene Centrale;
c) één aangeduid door de Algemene Centrale van Liberale Vakbonden van c) één aangeduid door de Algemene Centrale van Liberale Vakbonden van
België. België.
De raad van bestuur kan eender welke derde persoon uitnodigen tot het De raad van bestuur kan eender welke derde persoon uitnodigen tot het
bijwonen van de raad van bestuur. bijwonen van de raad van bestuur.
§ 2. Het mandaat van bestuurder heeft een duurtijd van drie jaar en is § 2. Het mandaat van bestuurder heeft een duurtijd van drie jaar en is
hernieuwbaar. Dit mandaat is onbezoldigd. hernieuwbaar. Dit mandaat is onbezoldigd.
§ 3. De raad van bestuur maakt een huishoudelijk reglement op dat moet § 3. De raad van bestuur maakt een huishoudelijk reglement op dat moet
goedgekeurd worden volgens de regels bepaald in artikel 26. goedgekeurd worden volgens de regels bepaald in artikel 26.

Art. 25.sect; 1. Het Paritair Comité voor het bouwbedrijf stelt om de

Art. 25.sect; 1. Het Paritair Comité voor het bouwbedrijf stelt om de

drie jaar de voorzitter van het fonds voor bestaanszekerheid aan, drie jaar de voorzitter van het fonds voor bestaanszekerheid aan,
waarbij de gekozen persoon deel uitmaakt van de raad van bestuur. Het waarbij de gekozen persoon deel uitmaakt van de raad van bestuur. Het
voorzitterschap wordt beurtelings waargenomen door de werkgevers- en voorzitterschap wordt beurtelings waargenomen door de werkgevers- en
werknemersorganisaties. werknemersorganisaties.
§ 2. Het Paritair Comité voor het bouwbedrijf duidt eveneens om de § 2. Het Paritair Comité voor het bouwbedrijf duidt eveneens om de
drie jaar twee ondervoorzitters aan onder de leden van de raad van drie jaar twee ondervoorzitters aan onder de leden van de raad van
bestuur, de ene op voorstel van de groep van de werknemers en de bestuur, de ene op voorstel van de groep van de werknemers en de
andere op voorstel van de groep van de werkgevers. andere op voorstel van de groep van de werkgevers.
Wanneer de voorzitter verhinderd is, nemen de twee ondervoorzitters Wanneer de voorzitter verhinderd is, nemen de twee ondervoorzitters
beurtelings zijn ambt waar. beurtelings zijn ambt waar.

Art. 26.§ 1. De raad van bestuur vergadert in regel één keer per

Art. 26.§ 1. De raad van bestuur vergadert in regel één keer per

maand op uitnodiging van de voorzitter, die er tevens toe gehouden is maand op uitnodiging van de voorzitter, die er tevens toe gehouden is
de raad van bestuur samen te roepen op verzoek van één van zijn leden. de raad van bestuur samen te roepen op verzoek van één van zijn leden.
§ 2. De uitnodigingen worden ten laatste acht dagen vóór de § 2. De uitnodigingen worden ten laatste acht dagen vóór de
vergaderdatum per post of elektronisch aan de raad van bestuur vergaderdatum per post of elektronisch aan de raad van bestuur
verzonden. verzonden.
§ 3. Behoudens overmacht kan de raad van bestuur slechts geldig § 3. Behoudens overmacht kan de raad van bestuur slechts geldig
beraadslagen wanneer, naast de voorzitter, tenminste één lid van de beraadslagen wanneer, naast de voorzitter, tenminste één lid van de
groep van de werkgevers en ten minste één lid van de groep van de groep van de werkgevers en ten minste één lid van de groep van de
werknemers aanwezig zijn. werknemers aanwezig zijn.
§ 4. De beslissingen worden met eenparigheid van stemmen genomen. § 4. De beslissingen worden met eenparigheid van stemmen genomen.

Art. 27.§ 1. De raad van bestuur is belast met de uitvoering van de

Art. 27.§ 1. De raad van bestuur is belast met de uitvoering van de

richtlijnen van het Paritair Comité voor het bouwbedrijf en is richtlijnen van het Paritair Comité voor het bouwbedrijf en is
verantwoordelijk voor zijn activiteiten tegenover deze laatste, verantwoordelijk voor zijn activiteiten tegenover deze laatste,
waaraan een jaarverslag moet worden voorgelegd ten laatste zes maanden waaraan een jaarverslag moet worden voorgelegd ten laatste zes maanden
na het einde van het boekjaar. na het einde van het boekjaar.
§ 2. Hij beschikt over de ruimste bevoegdheden in verband met het § 2. Hij beschikt over de ruimste bevoegdheden in verband met het
beheer en het bestuur van het fonds voor bestaanszekerheid en de beheer en het bestuur van het fonds voor bestaanszekerheid en de
verwezenlijking van zijn doel. verwezenlijking van zijn doel.
§ 3. Onder zijn bevoegdheid vallen alle handelingen die niet § 3. Onder zijn bevoegdheid vallen alle handelingen die niet
uitdrukkelijk door de wet of door deze statuten aan het Paritair uitdrukkelijk door de wet of door deze statuten aan het Paritair
Comité voor het bouwbedrijf zijn voorbehouden. Comité voor het bouwbedrijf zijn voorbehouden.

Art. 28.§ 1. De raad van bestuur benoemt een directeur-generaal

Art. 28.§ 1. De raad van bestuur benoemt een directeur-generaal

belast met het dagelijks beheer van het fonds voor bestaanszekerheid. belast met het dagelijks beheer van het fonds voor bestaanszekerheid.
Het dagelijks beheer is beschreven in het huishoudelijk reglement Het dagelijks beheer is beschreven in het huishoudelijk reglement
beoogd onder artikel 24, § 3. beoogd onder artikel 24, § 3.
§ 2. Hij mag eveneens alle speciale volmachten toevertrouwen aan § 2. Hij mag eveneens alle speciale volmachten toevertrouwen aan
iedere/alle door hem gekozen gevolmachtigde(n). iedere/alle door hem gekozen gevolmachtigde(n).

Art. 29.De bestuurders gaan geen enkele persoonlijke verplichting aan

Art. 29.De bestuurders gaan geen enkele persoonlijke verplichting aan

met betrekking tot de verbintenissen van het fonds voor met betrekking tot de verbintenissen van het fonds voor
bestaanszekerheid, daar hun aansprakelijkheid beperkt is tot de bestaanszekerheid, daar hun aansprakelijkheid beperkt is tot de
uitoefening van het ontvangen mandaat. uitoefening van het ontvangen mandaat.

Art. 30.§ 1. De voorzitter leidt de debatten, roept de leden samen,

Art. 30.§ 1. De voorzitter leidt de debatten, roept de leden samen,

legt de notulen ter goedkeuring voor en zorgt voor de goede werking legt de notulen ter goedkeuring voor en zorgt voor de goede werking
van het fonds voor bestaanszekerheid. van het fonds voor bestaanszekerheid.
§ 2. De goedgekeurde notulen van de vergaderingen worden bewaard op de § 2. De goedgekeurde notulen van de vergaderingen worden bewaard op de
zetel van het fonds voor bestaanszekerheid en kunnen door alle zetel van het fonds voor bestaanszekerheid en kunnen door alle
bestuurders geraadpleegd worden. bestuurders geraadpleegd worden.

Art. 31.Behoudens in geval van een door de raad van bestuur gegeven

Art. 31.Behoudens in geval van een door de raad van bestuur gegeven

bijzondere volmacht worden de handelingen die het fonds voor bijzondere volmacht worden de handelingen die het fonds voor
bestaanszekerheid verbinden, met uitzondering van die van dagelijks of bestaanszekerheid verbinden, met uitzondering van die van dagelijks of
gewoon bestuur, ondertekend door de voorzitter en door een lid van de gewoon bestuur, ondertekend door de voorzitter en door een lid van de
raad van bestuur van elke groep waarvan sprake in artikel 24, § 1. raad van bestuur van elke groep waarvan sprake in artikel 24, § 1.

Art. 32.De rechtsvorderingen als eisende dan wel verwerende partij

Art. 32.De rechtsvorderingen als eisende dan wel verwerende partij

worden ingesteld op aanvraag van de voorzitter. worden ingesteld op aanvraag van de voorzitter.
HOOFDSTUK VII. - Controle HOOFDSTUK VII. - Controle

Art. 33.§ 1. Het boekjaar vangt aan op 1 januari en wordt afgesloten

Art. 33.§ 1. Het boekjaar vangt aan op 1 januari en wordt afgesloten

op 31 december. op 31 december.
§ 2. Elk jaar keurt de raad van bestuur de begroting voor het volgende § 2. Elk jaar keurt de raad van bestuur de begroting voor het volgende
boekjaar goed, evenals de jaarrekening van het afgelopen boekjaar. boekjaar goed, evenals de jaarrekening van het afgelopen boekjaar.

Art. 34.§ 1. Op het beheer van het fonds voor bestaanszekerheid wordt

Art. 34.§ 1. Op het beheer van het fonds voor bestaanszekerheid wordt

een controle uitgevoerd door vier commissarissen die worden aangeduid een controle uitgevoerd door vier commissarissen die worden aangeduid
door de representatieve organisaties die in de raad van bestuur door de representatieve organisaties die in de raad van bestuur
zetelen. zetelen.
§ 2. De controle-opdrachten gebeuren volgens de regels die zijn § 2. De controle-opdrachten gebeuren volgens de regels die zijn
vastgelegd in het huishoudelijk reglement voorzien in artikel 24, § 3. vastgelegd in het huishoudelijk reglement voorzien in artikel 24, § 3.

Art. 35.Er wordt een verslag opgemaakt met de vaststellingen van de

Art. 35.Er wordt een verslag opgemaakt met de vaststellingen van de

commissarissen. Dit verslag wordt geïntegreerd in het jaarverslag van commissarissen. Dit verslag wordt geïntegreerd in het jaarverslag van
de interne audit dat voorgesteld wordt aan de raad van bestuur. de interne audit dat voorgesteld wordt aan de raad van bestuur.

Art. 36.§ 1. Bij het verstrijken van een boekjaar worden de

Art. 36.§ 1. Bij het verstrijken van een boekjaar worden de

jaarrekening alsook het jaarverslag van de interne auditor overgemaakt jaarrekening alsook het jaarverslag van de interne auditor overgemaakt
aan een door het Paritair Comité voor het bouwbedrijf aangeduide aan een door het Paritair Comité voor het bouwbedrijf aangeduide
bedrijfsrevisor. bedrijfsrevisor.
§ 2. De revisor gaat over tot het nazicht van de documenten die hem § 2. De revisor gaat over tot het nazicht van de documenten die hem
werden overgemaakt. werden overgemaakt.
§ 3. Hij beschikt daarvoor over een onbeperkt recht van toezicht op en § 3. Hij beschikt daarvoor over een onbeperkt recht van toezicht op en
onderzoek van alle boekhoudkundige verrichtingen van het fonds voor onderzoek van alle boekhoudkundige verrichtingen van het fonds voor
bestaanszekerheid, doch hij mag zich nooit met het bestuur ervan bestaanszekerheid, doch hij mag zich nooit met het bestuur ervan
inlaten. inlaten.
§ 4. Hij kan ter plaatse inzage nemen in de boeken, de briefwisseling, § 4. Hij kan ter plaatse inzage nemen in de boeken, de briefwisseling,
de notulen en om het even welk geschrift van het fonds voor de notulen en om het even welk geschrift van het fonds voor
bestaanszekerheid. bestaanszekerheid.

Art. 37.§ 1. Wanneer zijn opdracht is volbracht, brengt de revisor

Art. 37.§ 1. Wanneer zijn opdracht is volbracht, brengt de revisor

verslag uit aan de raad van bestuur van het fonds voor verslag uit aan de raad van bestuur van het fonds voor
bestaanszekerheid. bestaanszekerheid.
§ 2. Een kopie van dit verslag wordt door het fonds voor § 2. Een kopie van dit verslag wordt door het fonds voor
bestaanszekerheid overgemaakt aan het Paritair Comité voor het bestaanszekerheid overgemaakt aan het Paritair Comité voor het
bouwbedrijf. bouwbedrijf.
HOOFDSTUK VIII. - Wijze van ontbinding, vereffening en aanwending van HOOFDSTUK VIII. - Wijze van ontbinding, vereffening en aanwending van
het vermogen het vermogen

Art. 38.Elke wijziging aan deze statuten kan slechts het onderwerp

Art. 38.Elke wijziging aan deze statuten kan slechts het onderwerp

uitmaken van een beraadslaging indien zij uitdrukkelijk aangekondigd uitmaken van een beraadslaging indien zij uitdrukkelijk aangekondigd
werd in de agenda van de uitnodiging voor de vergadering van het werd in de agenda van de uitnodiging voor de vergadering van het
Paritair Comité voor het bouwbedrijf. Paritair Comité voor het bouwbedrijf.

Art. 39.In geval van vrijwillige ontbinding van het fonds voor

Art. 39.In geval van vrijwillige ontbinding van het fonds voor

bestaanszekerheid zal het paritair comité dat over deze ontbinding bestaanszekerheid zal het paritair comité dat over deze ontbinding
beslist zal hebben zo nodig vereffenaars benoemen, hun bevoegdheden beslist zal hebben zo nodig vereffenaars benoemen, hun bevoegdheden
vaststellen en beslissen over de bestemming van de goederen en de vaststellen en beslissen over de bestemming van de goederen en de
waarden van het fonds voor bestaanszekerheid, na vereffening van de waarden van het fonds voor bestaanszekerheid, na vereffening van de
schulden, en aan deze goederen en waarden een bestemming geven die het schulden, en aan deze goederen en waarden een bestemming geven die het
doel met het oog waarop het ontbonden fonds voor bestaanszekerheid doel met het oog waarop het ontbonden fonds voor bestaanszekerheid
werd opgericht, zo dicht mogelijk benadert. werd opgericht, zo dicht mogelijk benadert.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 3 augustus Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 3 augustus
2012. 2012.
De Minister van Werk, De Minister van Werk,
Mevr. M. DE CONINCK Mevr. M. DE CONINCK
^