Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 6 juni 2011, gesloten in het Paritair Subcomité voor de houthandel, betreffende de toekenning van bijkomende sociale voordelen ten laste van het "Fonds voor bestaanszekerheid van de houthandel" | Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 6 juni 2011, gesloten in het Paritair Subcomité voor de houthandel, betreffende de toekenning van bijkomende sociale voordelen ten laste van het "Fonds voor bestaanszekerheid van de houthandel" |
---|---|
FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG | FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG |
3 AUGUSTUS 2012. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend | 3 AUGUSTUS 2012. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend |
wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 6 juni 2011, | wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 6 juni 2011, |
gesloten in het Paritair Subcomité voor de houthandel, betreffende de | gesloten in het Paritair Subcomité voor de houthandel, betreffende de |
toekenning van bijkomende sociale voordelen ten laste van het "Fonds | toekenning van bijkomende sociale voordelen ten laste van het "Fonds |
voor bestaanszekerheid van de houthandel" (1) | voor bestaanszekerheid van de houthandel" (1) |
ALBERT II, Koning der Belgen, | ALBERT II, Koning der Belgen, |
Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. | Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. |
Gelet op de Gelet op de wet van 7 januari 1958 betreffende de fondsen | Gelet op de Gelet op de wet van 7 januari 1958 betreffende de fondsen |
voor bestaanszekerheid, inzonderheid op artikel 2; | voor bestaanszekerheid, inzonderheid op artikel 2; |
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve | Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve |
arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel | arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel |
28; | 28; |
Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor de houthandel; | Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor de houthandel; |
Op de voordracht van de Minister van Werk, | Op de voordracht van de Minister van Werk, |
Hebben Wij besloten en besluiten Wij : | Hebben Wij besloten en besluiten Wij : |
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage |
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage |
overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 6 juni 2011, gesloten | overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 6 juni 2011, gesloten |
in het Paritair Subcomité voor de houthandel, betreffende de | in het Paritair Subcomité voor de houthandel, betreffende de |
toekenning van bijkomende sociale voordelen ten laste van het "Fonds | toekenning van bijkomende sociale voordelen ten laste van het "Fonds |
voor bestaanszekerheid van de houthandel". | voor bestaanszekerheid van de houthandel". |
Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van |
Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van |
dit besluit. | dit besluit. |
Gegeven te Châteauneuf-de-Grasse, 3 augustus 2012. | Gegeven te Châteauneuf-de-Grasse, 3 augustus 2012. |
ALBERT | ALBERT |
Van Koningswege : | Van Koningswege : |
De Minister van Werk, | De Minister van Werk, |
Mevr. M. DE CONINCK | Mevr. M. DE CONINCK |
_______ | _______ |
Nota | Nota |
(1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : | (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : |
Wet van 7 januari 1958, Belgisch Staatsblad van 7 februari 1958. | Wet van 7 januari 1958, Belgisch Staatsblad van 7 februari 1958. |
Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. | Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. |
Bijlage | Bijlage |
Paritair Subcomité voor de houthandel | Paritair Subcomité voor de houthandel |
Collectieve arbeidsovereenkomst van 6 juni 2011 | Collectieve arbeidsovereenkomst van 6 juni 2011 |
Toekenning van bijkomende sociale voordelen ten laste van het "Fonds | Toekenning van bijkomende sociale voordelen ten laste van het "Fonds |
voor bestaanszekerheid van de houthandel" (Overeenkomst geregistreerd | voor bestaanszekerheid van de houthandel" (Overeenkomst geregistreerd |
op 13 juli 2011 onder het nummer 104775/CO/125.03) | op 13 juli 2011 onder het nummer 104775/CO/125.03) |
HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied | HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied |
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op |
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op |
de werkgevers die onder het Paritair Subcomité voor de houthandel | de werkgevers die onder het Paritair Subcomité voor de houthandel |
ressorteren alsook op hun werklieden. | ressorteren alsook op hun werklieden. |
Onder "werklieden" bedoelt men : de werklieden en werksters. | Onder "werklieden" bedoelt men : de werklieden en werksters. |
HOOFDSTUK II. - Algemene bepalingen | HOOFDSTUK II. - Algemene bepalingen |
Art. 2.Krachtens artikel 3 van de statuten van het "Fonds voor |
Art. 2.Krachtens artikel 3 van de statuten van het "Fonds voor |
bestaanszekerheid van de houthandel", opgericht bij de collectieve | bestaanszekerheid van de houthandel", opgericht bij de collectieve |
arbeidsovereenkomst van 30 april 1996, tot oprichting van een "Fonds | arbeidsovereenkomst van 30 april 1996, tot oprichting van een "Fonds |
voor bestaanszekerheid van de houthandel" en vaststelling van zijn | voor bestaanszekerheid van de houthandel" en vaststelling van zijn |
statuten, geregistreerd onder het nummer 41800/CO/125.03, worden de | statuten, geregistreerd onder het nummer 41800/CO/125.03, worden de |
bijkomende sociale voordelen vastgesteld bij deze collectieve | bijkomende sociale voordelen vastgesteld bij deze collectieve |
arbeidsovereenkomst toegekend aan de werklieden bedoeld onder artikel | arbeidsovereenkomst toegekend aan de werklieden bedoeld onder artikel |
1. | 1. |
De toekennings- en uitbetalingsmodaliteiten van deze voordelen worden | De toekennings- en uitbetalingsmodaliteiten van deze voordelen worden |
door het beheerscomité van het "Fonds voor bestaanszekerheid van de | door het beheerscomité van het "Fonds voor bestaanszekerheid van de |
houthandel" vastgesteld binnen de perken voortvloeiend uit deze | houthandel" vastgesteld binnen de perken voortvloeiend uit deze |
collectieve arbeidsovereenkomst. | collectieve arbeidsovereenkomst. |
HOOFDSTUK III. - Sociaal voordeel | HOOFDSTUK III. - Sociaal voordeel |
Art. 3.Het volgend sociaal voordeel wordt toegekend aan de werklieden |
Art. 3.Het volgend sociaal voordeel wordt toegekend aan de werklieden |
die tewerkgesteld werden tijdens het referentiejaar : 5,25 pct. van de | die tewerkgesteld werden tijdens het referentiejaar : 5,25 pct. van de |
brutolonen aan 108 pct., verdiend tijdens het refertejaar. | brutolonen aan 108 pct., verdiend tijdens het refertejaar. |
Onder "refertejaar" verstaat men : het kalenderjaar voorafgaand het | Onder "refertejaar" verstaat men : het kalenderjaar voorafgaand het |
toekenningsjaar van het sociaal voordeel. | toekenningsjaar van het sociaal voordeel. |
Art. 4.Om te kunnen genieten van het sociaal voordeel bedoeld in |
Art. 4.Om te kunnen genieten van het sociaal voordeel bedoeld in |
artikel 3, dienen de werklieden tewerkgesteld zijn op 30 juni van het | artikel 3, dienen de werklieden tewerkgesteld zijn op 30 juni van het |
toekenningsjaar. | toekenningsjaar. |
Art. 5.De werklieden die tussen 1 januari en 30 juni van het |
Art. 5.De werklieden die tussen 1 januari en 30 juni van het |
toekenningsjaar door de werkgever worden ontslagen, behalve om | toekenningsjaar door de werkgever worden ontslagen, behalve om |
dringende redenen, en die gedurende gans het vorige jaar ingeschreven | dringende redenen, en die gedurende gans het vorige jaar ingeschreven |
waren in het personeelsregister van één of meerdere onder artikel 1 | waren in het personeelsregister van één of meerdere onder artikel 1 |
bedoelde werkgevers kunnen evenwel ten laste van het "Fonds voor | bedoelde werkgevers kunnen evenwel ten laste van het "Fonds voor |
bestaanszekerheid van de houthandel" een forfaitair voordeel genieten. | bestaanszekerheid van de houthandel" een forfaitair voordeel genieten. |
De werklieden die na 1 januari in dienst treden en nog in dienst zijn | De werklieden die na 1 januari in dienst treden en nog in dienst zijn |
op 30 november genieten eveneens van het forfaitair voordeel. | op 30 november genieten eveneens van het forfaitair voordeel. |
Het forfaitair sociaal voordeel bedoeld in de vorige twee alinea's | Het forfaitair sociaal voordeel bedoeld in de vorige twee alinea's |
bedraagt 60 EUR per maand van inschrijving in het personeelsregister | bedraagt 60 EUR per maand van inschrijving in het personeelsregister |
gedurende de periode van 1 januari tot 30 juni van het | gedurende de periode van 1 januari tot 30 juni van het |
toekenningsjaar. | toekenningsjaar. |
Indien de overeenkomst vóór de zestiende van de maand een einde neemt, | Indien de overeenkomst vóór de zestiende van de maand een einde neemt, |
wordt deze maand als niet gepresteerd beschouwd. | wordt deze maand als niet gepresteerd beschouwd. |
Indien de overeenkomst ten vroegste op de zestiende van de maand een | Indien de overeenkomst ten vroegste op de zestiende van de maand een |
einde neemt, wordt deze maand als gepresteerd beschouwd. | einde neemt, wordt deze maand als gepresteerd beschouwd. |
De werknemer die zijn werk vrijwillig verlaat mag het genot van deze | De werknemer die zijn werk vrijwillig verlaat mag het genot van deze |
bepaling niet inroepen. | bepaling niet inroepen. |
Indien de overeenkomst een aanvang neemt vóór de zestiende van de | Indien de overeenkomst een aanvang neemt vóór de zestiende van de |
maand, wordt de maand als gepresteerd beschouwd. | maand, wordt de maand als gepresteerd beschouwd. |
Indien de overeenkomst aanvangt na de vijftiende van de maand, wordt | Indien de overeenkomst aanvangt na de vijftiende van de maand, wordt |
de maand als niet gepresteerd beschouwd. | de maand als niet gepresteerd beschouwd. |
HOOFDSTUK IV. - Bestaanszekerheid | HOOFDSTUK IV. - Bestaanszekerheid |
Art. 6.Voor de toepassing van dit hoofdstuk, wordt met "dag" : |
Art. 6.Voor de toepassing van dit hoofdstuk, wordt met "dag" : |
bedoeld iedere dag voor dewelke een wettelijke sociale vergoeding werd | bedoeld iedere dag voor dewelke een wettelijke sociale vergoeding werd |
toegekend tengevolge de schorsing van de arbeidsovereenkomst wegens | toegekend tengevolge de schorsing van de arbeidsovereenkomst wegens |
tijdelijke werkloosheid om economische redenen, wegens ziekte of | tijdelijke werkloosheid om economische redenen, wegens ziekte of |
arbeidsongeval. | arbeidsongeval. |
Art. 7.Een bijkomende bestaanszekerheidsvergoeding wordt toegekend : |
Art. 7.Een bijkomende bestaanszekerheidsvergoeding wordt toegekend : |
1) vanaf de 31ste dag tot de 343ste dag in geval van ziekte; | 1) vanaf de 31ste dag tot de 343ste dag in geval van ziekte; |
2) vanaf de 31ste dag tot de 120ste dag in geval van arbeidsongeval; | 2) vanaf de 31ste dag tot de 120ste dag in geval van arbeidsongeval; |
3) vanaf de 16ste dag tot de 120ste dag in geval van tijdelijke | 3) vanaf de 16ste dag tot de 120ste dag in geval van tijdelijke |
werkloosheid om economische redenen. | werkloosheid om economische redenen. |
Het totaal van de carenzperiode (periode waarin geen bestaanszekerheid | Het totaal van de carenzperiode (periode waarin geen bestaanszekerheid |
wordt toegekend) zal in een kalenderjaar nooit meer dan 30 | wordt toegekend) zal in een kalenderjaar nooit meer dan 30 |
kalenderdagen bedragen. | kalenderdagen bedragen. |
De berekening van de dagen geschiedt per kalenderjaar maar de | De berekening van de dagen geschiedt per kalenderjaar maar de |
carenzperiode voor ziekte en arbeidsongeval met een zelfde oorzaak, | carenzperiode voor ziekte en arbeidsongeval met een zelfde oorzaak, |
welke over twee kalenderjaren loopt, zal niet meer dan 30 | welke over twee kalenderjaren loopt, zal niet meer dan 30 |
kalenderdagen bedragen voor de twee kalenderjaren samen. | kalenderdagen bedragen voor de twee kalenderjaren samen. |
Art. 8.Het bedrag van de dagelijkse bestaanszekerheidsvergoeding is |
Art. 8.Het bedrag van de dagelijkse bestaanszekerheidsvergoeding is |
vanaf 1 januari 2010 vastgesteld op 5,28 EUR per dag. | vanaf 1 januari 2010 vastgesteld op 5,28 EUR per dag. |
HOOFDSTUK V. - Vergoeding permanente vorming | HOOFDSTUK V. - Vergoeding permanente vorming |
Art. 9.Het bedrag van de vergoeding permanente vorming is vastgesteld |
Art. 9.Het bedrag van de vergoeding permanente vorming is vastgesteld |
op 0,78 EUR per effectief gepresteerde dag en 0,60 EUR per | op 0,78 EUR per effectief gepresteerde dag en 0,60 EUR per |
gelijkgestelde dag ziekte, arbeidsongeval of tijdelijke werkloosheid. | gelijkgestelde dag ziekte, arbeidsongeval of tijdelijke werkloosheid. |
HOOFDSTUK VI. - Syndicale premie | HOOFDSTUK VI. - Syndicale premie |
Art. 10.De bij een vakbond aangesloten werklieden die van het in |
Art. 10.De bij een vakbond aangesloten werklieden die van het in |
artikel 3 bedoelde sociaal voordeel genieten ontvangen een syndicale | artikel 3 bedoelde sociaal voordeel genieten ontvangen een syndicale |
premie van 135 EUR per jaar. | premie van 135 EUR per jaar. |
De bij een vakbond aangesloten werklieden die van het in artikel 5 | De bij een vakbond aangesloten werklieden die van het in artikel 5 |
bedoeld forfaitair voordeel genieten ontvangen een syndicale premie | bedoeld forfaitair voordeel genieten ontvangen een syndicale premie |
van 11,25 EUR per maand gedekt door dit forfaitair voordeel. | van 11,25 EUR per maand gedekt door dit forfaitair voordeel. |
De bij een vakbond aangesloten werklieden die van de bijkomende | De bij een vakbond aangesloten werklieden die van de bijkomende |
vergoeding brugpensioen genieten, vastgesteld bij de collectieve | vergoeding brugpensioen genieten, vastgesteld bij de collectieve |
arbeidsovereenkomst van 12 april 2007 betreffende het brugpensioen op | arbeidsovereenkomst van 12 april 2007 betreffende het brugpensioen op |
58 jaar, ontvangen een syndicale premie van 11,25 EUR per maand voor | 58 jaar, ontvangen een syndicale premie van 11,25 EUR per maand voor |
dewelke zij een bijkomende vergoeding ontvangen. | dewelke zij een bijkomende vergoeding ontvangen. |
De bij een vakbond aangesloten werklieden en die van het bijkomend | De bij een vakbond aangesloten werklieden en die van het bijkomend |
pensioen bedoeld in artikel 11 genieten, ontvangen een syndicale | pensioen bedoeld in artikel 11 genieten, ontvangen een syndicale |
premie van 11,25 EUR per maand. | premie van 11,25 EUR per maand. |
HOOFDSTUK VII. - Bijkomend pensioen voor de werklieden van 60 jaar en | HOOFDSTUK VII. - Bijkomend pensioen voor de werklieden van 60 jaar en |
meer die op pensioen gaan | meer die op pensioen gaan |
Art. 11.De werklieden die de leeftijd van 60 bereikt hebben na 1 |
Art. 11.De werklieden die de leeftijd van 60 bereikt hebben na 1 |
januari 2008 en die het gent van een pensioen aanvragen, zullen geen | januari 2008 en die het gent van een pensioen aanvragen, zullen geen |
beroep kunnen doen van een bijkomend pensioen. | beroep kunnen doen van een bijkomend pensioen. |
De werklieden die de leeftijd van 60 jaar bereikten vóór 1 januari | De werklieden die de leeftijd van 60 jaar bereikten vóór 1 januari |
2008 en voor deze datum met pensioen waren, blijven genieten van het | 2008 en voor deze datum met pensioen waren, blijven genieten van het |
bijkomend pensioen van 200 EUR per maand voor zover hun dossier | bijkomend pensioen van 200 EUR per maand voor zover hun dossier |
goedgekeurd werd door het fonds voor bestaanszekerheid. | goedgekeurd werd door het fonds voor bestaanszekerheid. |
HOOFDSTUK VIII. - Slotbepalingen en geldigheidsduur | HOOFDSTUK VIII. - Slotbepalingen en geldigheidsduur |
Art. 12.Deze collectieve arbeidsovereenkomst vervangt deze van 6 mei |
Art. 12.Deze collectieve arbeidsovereenkomst vervangt deze van 6 mei |
2010, betreffende de toekenning van bijkomende sociale voordelen ten | 2010, betreffende de toekenning van bijkomende sociale voordelen ten |
laste van het "Fonds voor bestaanszekerheid van de houthandel", | laste van het "Fonds voor bestaanszekerheid van de houthandel", |
geregistreerd onder het nummer 99963/CO/125.03. | geregistreerd onder het nummer 99963/CO/125.03. |
Art. 13.Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met |
Art. 13.Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met |
ingang van 1 januari 2011 en is gesloten voor onbepaalde duur. | ingang van 1 januari 2011 en is gesloten voor onbepaalde duur. |
Zij kan worden opgezegd door iedere partij mits een opzeggingstermijn | Zij kan worden opgezegd door iedere partij mits een opzeggingstermijn |
van drie maanden betekend bij aangetekende brief, gericht aan de | van drie maanden betekend bij aangetekende brief, gericht aan de |
voorzitter van het Paritair Subcomité voor de houthandel. | voorzitter van het Paritair Subcomité voor de houthandel. |
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 3 augustus | Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 3 augustus |
2012. | 2012. |
De Minister van Werk, | De Minister van Werk, |
Mevr. M. DE CONINCK | Mevr. M. DE CONINCK |