Etaamb.openjustice.be
Meertalige weergave van Koninklijk Besluit van 02/03/2007
← Terug naar "Koninklijk besluit tot vaststelling van de officiële Duitse vertaling van het koninklijk besluit van 13 juni 2006 betreffende de na te leven procedure bij uitzendarbeid in het kader van een erkend tewerkstellingstraject "
Koninklijk besluit tot vaststelling van de officiële Duitse vertaling van het koninklijk besluit van 13 juni 2006 betreffende de na te leven procedure bij uitzendarbeid in het kader van een erkend tewerkstellingstraject Koninklijk besluit tot vaststelling van de officiële Duitse vertaling van het koninklijk besluit van 13 juni 2006 betreffende de na te leven procedure bij uitzendarbeid in het kader van een erkend tewerkstellingstraject
FEDERALE OVERHEIDSDIENST BINNENLANDSE ZAKEN FEDERALE OVERHEIDSDIENST BINNENLANDSE ZAKEN
2 MAART 2007. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de officiële 2 MAART 2007. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de officiële
Duitse vertaling van het koninklijk besluit van 13 juni 2006 Duitse vertaling van het koninklijk besluit van 13 juni 2006
betreffende de na te leven procedure bij uitzendarbeid in het kader betreffende de na te leven procedure bij uitzendarbeid in het kader
van een erkend tewerkstellingstraject van een erkend tewerkstellingstraject
ALBERT II, Koning der Belgen, ALBERT II, Koning der Belgen,
Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 31 december 1983 tot hervorming der instellingen Gelet op de wet van 31 december 1983 tot hervorming der instellingen
voor de Duitstalige Gemeenschap, inzonderheid op artikel 76, § 1, 1°, voor de Duitstalige Gemeenschap, inzonderheid op artikel 76, § 1, 1°,
en § 3, vervangen bij de wet van 18 juli 1990; en § 3, vervangen bij de wet van 18 juli 1990;
Gelet op het ontwerp van officiële Duitse vertaling van het koninklijk Gelet op het ontwerp van officiële Duitse vertaling van het koninklijk
besluit van 13 juni 2006 betreffende de na te leven procedure bij besluit van 13 juni 2006 betreffende de na te leven procedure bij
uitzendarbeid in het kader van een erkend tewerkstellingstraject, uitzendarbeid in het kader van een erkend tewerkstellingstraject,
opgemaakt door de Centrale dienst voor Duitse vertaling bij het opgemaakt door de Centrale dienst voor Duitse vertaling bij het
Adjunct-arrondissementscommissariaat in Malmedy; Adjunct-arrondissementscommissariaat in Malmedy;
Op de voordracht van Onze Minister van Binnenlandse Zaken, Op de voordracht van Onze Minister van Binnenlandse Zaken,
Hebben Wij besloten en besluiten Wij : Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.De bij dit besluit gevoegde tekst is de officiële Duitse

Artikel 1.De bij dit besluit gevoegde tekst is de officiële Duitse
vertaling van het koninklijk besluit van 13 juni 2006 betreffende de vertaling van het koninklijk besluit van 13 juni 2006 betreffende de
na te leven procedure bij uitzendarbeid in het kader van een erkend na te leven procedure bij uitzendarbeid in het kader van een erkend
tewerkstellingstraject. tewerkstellingstraject.

Art. 2.Onze Minister van Binnenlandse Zaken is belast met de

Art. 2.Onze Minister van Binnenlandse Zaken is belast met de
uitvoering van dit besluit. uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 2 maart 2007. Gegeven te Brussel, 2 maart 2007.
ALBERT ALBERT
Van Koningswege : Van Koningswege :
De Minister van Binnenlandse Zaken, De Minister van Binnenlandse Zaken,
P. DEWAEL P. DEWAEL
Bijlage Bijlage
FÖDERALER ÖFFENTLICHER DIENST BESCHÄFTIGUNG, ARBEIT UND SOZIALE FÖDERALER ÖFFENTLICHER DIENST BESCHÄFTIGUNG, ARBEIT UND SOZIALE
KONZERTIERUNG KONZERTIERUNG
13. JUNI 2006 - Königlicher Erlass in Bezug auf das einzuhaltende 13. JUNI 2006 - Königlicher Erlass in Bezug auf das einzuhaltende
Verfahren für Leiharbeit im Rahmen eines anerkannten Verfahren für Leiharbeit im Rahmen eines anerkannten
Beschäftigungswegs Beschäftigungswegs
ALBERT II., König der Belgier, ALBERT II., König der Belgier,
Allen Gegenwärtigen und Zukünftigen, Unser Gruss! Allen Gegenwärtigen und Zukünftigen, Unser Gruss!
Aufgrund des Gesetzes vom 24. Juli 1987 über die zeitweilige Arbeit, Aufgrund des Gesetzes vom 24. Juli 1987 über die zeitweilige Arbeit,
die Leiharbeit und die Arbeitnehmerüberlassung, insbesondere des die Leiharbeit und die Arbeitnehmerüberlassung, insbesondere des
Artikels 1 § 7 Absatz 1 und 2, eingefügt durch das Gesetz vom 23. Artikels 1 § 7 Absatz 1 und 2, eingefügt durch das Gesetz vom 23.
Dezember 2005; Dezember 2005;
Aufgrund des Gesetzes vom 23. Dezember 2005 über den Solidaritätspakt Aufgrund des Gesetzes vom 23. Dezember 2005 über den Solidaritätspakt
zwischen den Generationen, insbesondere des Artikels 71; zwischen den Generationen, insbesondere des Artikels 71;
Aufgrund des Gutachtens Nr. 40.157/1 des Staatsrates vom 20. April Aufgrund des Gutachtens Nr. 40.157/1 des Staatsrates vom 20. April
2006, abgegeben in Anwendung von Artikel 84 § 1 Absatz 1 Nr. 1 der 2006, abgegeben in Anwendung von Artikel 84 § 1 Absatz 1 Nr. 1 der
koordinierten Gesetze über den Staatsrat; koordinierten Gesetze über den Staatsrat;
Auf Vorschlag Unseres Ministers der Beschäftigung Auf Vorschlag Unseres Ministers der Beschäftigung
Haben Wir beschlossen und erlassen Wir: Haben Wir beschlossen und erlassen Wir:
KAPITEL I - Vorherige Notifikation der Leiharbeit im Rahmen eines KAPITEL I - Vorherige Notifikation der Leiharbeit im Rahmen eines
anerkannten Beschäftigungswegs anerkannten Beschäftigungswegs
Artikel 1 - § 1 - Leiharbeit im Rahmen eines anerkannten Artikel 1 - § 1 - Leiharbeit im Rahmen eines anerkannten
Beschäftigungswegs ist nur zugelassen, wenn sie der Beschäftigungswegs ist nur zugelassen, wenn sie der
Gewerkschaftsvertretung des Unternehmens des Entleihers vorab Gewerkschaftsvertretung des Unternehmens des Entleihers vorab
notifiziert wird. notifiziert wird.
Diese Notifikation muss schriftlich erfolgen und darin müssen der Name Diese Notifikation muss schriftlich erfolgen und darin müssen der Name
des betreffenden Leiharbeitnehmers, der Zeitraum, in dem die des betreffenden Leiharbeitnehmers, der Zeitraum, in dem die
Leiharbeit ausgeübt werden wird, und die Identifizierung des Leiharbeit ausgeübt werden wird, und die Identifizierung des
betreffenden Beschäftigungswegs vermerkt werden. betreffenden Beschäftigungswegs vermerkt werden.
§ 2 - In Ermangelung einer Gewerkschaftsvertretung im Unternehmen des § 2 - In Ermangelung einer Gewerkschaftsvertretung im Unternehmen des
Entleihers muss die in § 1 erwähnte vorherige Notifikation an den Entleihers muss die in § 1 erwähnte vorherige Notifikation an den
Sozialfonds für Leiharbeitnehmer gerichtet werden. Sozialfonds für Leiharbeitnehmer gerichtet werden.
In diesem Fall umfasst die Notifikation ebenfalls den Namen und die In diesem Fall umfasst die Notifikation ebenfalls den Namen und die
Adresse des Entleihers sowie die Nummer der paritätischen Kommission, Adresse des Entleihers sowie die Nummer der paritätischen Kommission,
dem Letzterer untersteht. dem Letzterer untersteht.
Art. 2 - Eine Abschrift der in Artikel 1 erwähnten Notifikation muss Art. 2 - Eine Abschrift der in Artikel 1 erwähnten Notifikation muss
dem zuständigen Inspektor-Distriktchef der Generaldirektion Kontrolle dem zuständigen Inspektor-Distriktchef der Generaldirektion Kontrolle
der Sozialgesetze des Föderalen Öffentlichen Dienstes Beschäftigung, der Sozialgesetze des Föderalen Öffentlichen Dienstes Beschäftigung,
Arbeit und Soziale Konzertierung binnen drei Werktagen nach Beginn der Arbeit und Soziale Konzertierung binnen drei Werktagen nach Beginn der
Leiharbeit im Rahmen eines anerkannten Beschäftigungswegs zugesandt Leiharbeit im Rahmen eines anerkannten Beschäftigungswegs zugesandt
werden. werden.
KAPITEL II - Verlängerung der Leiharbeit im Rahmen eines anerkannten KAPITEL II - Verlängerung der Leiharbeit im Rahmen eines anerkannten
Beschäftigungswegs Beschäftigungswegs
Art. 3 - Die Verlängerung des Zeitraums der Leiharbeit im Rahmen eines Art. 3 - Die Verlängerung des Zeitraums der Leiharbeit im Rahmen eines
anerkannten Beschäftigungswegs ist nur zugelassen, sofern für diese anerkannten Beschäftigungswegs ist nur zugelassen, sofern für diese
Verlängerung das in Kapitel I des vorliegenden Erlasses erwähnte Verlängerung das in Kapitel I des vorliegenden Erlasses erwähnte
Verfahren erneut eingehalten worden ist. Verfahren erneut eingehalten worden ist.
KAPITEL III - Allgemeine Bestimmungen KAPITEL III - Allgemeine Bestimmungen
Art. 4 - Am 1. August 2006 treten in Kraft: Art. 4 - Am 1. August 2006 treten in Kraft:
1. Artikel 56 des Gesetzes vom 23. Dezember 2005 über den 1. Artikel 56 des Gesetzes vom 23. Dezember 2005 über den
Solidaritätspakt zwischen den Generationen, Solidaritätspakt zwischen den Generationen,
2. der vorliegende Erlass. 2. der vorliegende Erlass.
Art. 5 - Unser Minister der Beschäftigung ist mit der Ausführung des Art. 5 - Unser Minister der Beschäftigung ist mit der Ausführung des
vorliegenden Erlasses beauftragt. vorliegenden Erlasses beauftragt.
Gegeben zu Brüssel, den 13. Juni 2006 Gegeben zu Brüssel, den 13. Juni 2006
ALBERT ALBERT
Von Königs wegen: Von Königs wegen:
Der Minister der Beschäftigung Der Minister der Beschäftigung
P. VANVELTHOVEN P. VANVELTHOVEN
Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 2 maart 2007. Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 2 maart 2007.
ALBERT ALBERT
Van Koningswege : Van Koningswege :
De Minister van Binnenlandse Zaken, De Minister van Binnenlandse Zaken,
P. DEWAEL P. DEWAEL
^