| Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 24 juni 1999, gesloten in het Paritair Comité voor het hotelbedrijf, betreffende de bevordering van de tewerkstelling van risicogroepen | Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 24 juni 1999, gesloten in het Paritair Comité voor het hotelbedrijf, betreffende de bevordering van de tewerkstelling van risicogroepen |
|---|---|
| MINISTERIE VAN TEWERKSTELLING EN ARBEID | MINISTERIE VAN TEWERKSTELLING EN ARBEID |
| 2 MEI 2001. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt | 2 MEI 2001. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt |
| verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 24 juni 1999, | verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 24 juni 1999, |
| gesloten in het Paritair Comité voor het hotelbedrijf, betreffende de | gesloten in het Paritair Comité voor het hotelbedrijf, betreffende de |
| bevordering van de tewerkstelling van risicogroepen (1) | bevordering van de tewerkstelling van risicogroepen (1) |
| ALBERT II, Koning der Belgen, | ALBERT II, Koning der Belgen, |
| Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. | Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. |
| Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve | Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve |
| arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel | arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel |
| 28; | 28; |
| Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor het hotelbedrijf; | Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor het hotelbedrijf; |
| Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, | Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, |
| Hebben Wij besloten en besluiten Wij : | Hebben Wij besloten en besluiten Wij : |
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage |
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage |
| overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 24 juni 1999, gesloten | overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 24 juni 1999, gesloten |
| in het Paritair Comité voor het hotelbedrijf, betreffende de | in het Paritair Comité voor het hotelbedrijf, betreffende de |
| bevordering van de tewerkstelling van risicogroepen. | bevordering van de tewerkstelling van risicogroepen. |
Art. 2.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering |
Art. 2.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering |
| van dit besluit. | van dit besluit. |
| Gegeven te Brussel, 2 mei 2001. | Gegeven te Brussel, 2 mei 2001. |
| ALBERT | ALBERT |
| Van Koningswege : | Van Koningswege : |
| De Minister van Werkgelegenheid, | De Minister van Werkgelegenheid, |
| Mevr. L. ONKELINX | Mevr. L. ONKELINX |
| _______ | _______ |
| Nota | Nota |
| (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : | (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : |
| Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. | Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. |
| Bijlage | Bijlage |
| Paritair Comité voor het hotelbedrijf | Paritair Comité voor het hotelbedrijf |
| Collectieve arbeidsovereenkomst van 24juni 1999 | Collectieve arbeidsovereenkomst van 24juni 1999 |
| Bevordering van de tewerkstelling van risicogroepen (Overeenkomst | Bevordering van de tewerkstelling van risicogroepen (Overeenkomst |
| geregistreerd op 26 juli 1999 onder het nummer 51573/CO/302) | geregistreerd op 26 juli 1999 onder het nummer 51573/CO/302) |
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op |
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op |
| de werkgevers en de werknemers van de ondernemingen die ressorteren | de werkgevers en de werknemers van de ondernemingen die ressorteren |
| onder het Paritair Comité voor het hotelbedrijf. | onder het Paritair Comité voor het hotelbedrijf. |
| Voor de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt | Voor de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt |
| onder "werknemers" verstaan de mannelijke en vrouwelijke werknemers. | onder "werknemers" verstaan de mannelijke en vrouwelijke werknemers. |
Art. 2.Een bijdrage van 0,10 pct. wordt berekend op grond van het |
Art. 2.Een bijdrage van 0,10 pct. wordt berekend op grond van het |
| volledig loon van de werknemer zoals bedoeld in artikel 23 van de wet | volledig loon van de werknemer zoals bedoeld in artikel 23 van de wet |
| van 29 juni 1981 houdende de algemene beginselen van de sociale | van 29 juni 1981 houdende de algemene beginselen van de sociale |
| zekerheid voor werknemers, voor de jaren 1999 en 2000 gestort aan het | zekerheid voor werknemers, voor de jaren 1999 en 2000 gestort aan het |
| "Waarborg- en Sociaal Fonds voor de hotel-, restaurant-, café en | "Waarborg- en Sociaal Fonds voor de hotel-, restaurant-, café en |
| aanverwante bedrijven", opgericht bij de collectieve | aanverwante bedrijven", opgericht bij de collectieve |
| arbeidsovereenkomst van 26 juni 1979, gesloten in het Paritair Comité | arbeidsovereenkomst van 26 juni 1979, gesloten in het Paritair Comité |
| voor het hotelbedrijf, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk | voor het hotelbedrijf, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk |
| besluit van 22 oktober 1979. | besluit van 22 oktober 1979. |
Art. 3.De in artikel 2 vermelde bijdrage zal aangewend worden ter |
Art. 3.De in artikel 2 vermelde bijdrage zal aangewend worden ter |
| ondersteuning van vormings- en opleidingsinitiatieven van personen uit | ondersteuning van vormings- en opleidingsinitiatieven van personen uit |
| risicogroepen en van werkzoekenden die het begeleidingsplan voor | risicogroepen en van werkzoekenden die het begeleidingsplan voor |
| werklozen hebben gevolgd. | werklozen hebben gevolgd. |
Art. 4.Onder risicogroepen worden onder meer beschouwd : |
Art. 4.Onder risicogroepen worden onder meer beschouwd : |
| § 1. De categorieën van werkzoekenden en werknemers zoals bepaald in | § 1. De categorieën van werkzoekenden en werknemers zoals bepaald in |
| artikel 173 van de wet van 29 december 1990 houdende sociale | artikel 173 van de wet van 29 december 1990 houdende sociale |
| bepalingen en nader omschreven bij koninklijk besluit van 12 april | bepalingen en nader omschreven bij koninklijk besluit van 12 april |
| 1991 tot uitvoering van artikel 173 van de voormelde wet. | 1991 tot uitvoering van artikel 173 van de voormelde wet. |
| In dit kader wordt het begrip "laaggeschoold" als volgt gedefinieerd : | In dit kader wordt het begrip "laaggeschoold" als volgt gedefinieerd : |
| Zij worden beschouwd als laaggeschoolden die geen houder zijn van : | Zij worden beschouwd als laaggeschoolden die geen houder zijn van : |
| 1) hetzij een universitair diploma; | 1) hetzij een universitair diploma; |
| 2) hetzij een diploma of getuigschrift van hoger onderwijs; | 2) hetzij een diploma of getuigschrift van hoger onderwijs; |
| 3) hetzij een getuigschrift van het hoger secundair onderwijs van een | 3) hetzij een getuigschrift van het hoger secundair onderwijs van een |
| hotelafdeling. | hotelafdeling. |
| § 2. In uitvoering van artikel 105, onderafdeling 1 - "Inspanningen | § 2. In uitvoering van artikel 105, onderafdeling 1 - "Inspanningen |
| ten voordele van de werklozen", van afdeling VI, hoofdstuk III van de | ten voordele van de werklozen", van afdeling VI, hoofdstuk III van de |
| wet van 26 maart 1999 betreffende het Belgisch actieplan voor de | wet van 26 maart 1999 betreffende het Belgisch actieplan voor de |
| werkgelegenheid 1998 en houdende diverse bepalingen, worden werknemers | werkgelegenheid 1998 en houdende diverse bepalingen, worden werknemers |
| die tengevolge van de toepassing van nieuwe technologieën een bij- of | die tengevolge van de toepassing van nieuwe technologieën een bij- of |
| omscholing moeten ontvangen beschouwd als risicogroepen, ongeacht hun | omscholing moeten ontvangen beschouwd als risicogroepen, ongeacht hun |
| voordien genoten opleiding. | voordien genoten opleiding. |
Art. 5.De V.Z.W. Centrum voor Vorming en Vervolmaking in de |
Art. 5.De V.Z.W. Centrum voor Vorming en Vervolmaking in de |
| Horecasector wordt belast met de coördinatie, de opvolging en de | Horecasector wordt belast met de coördinatie, de opvolging en de |
| evaluatie van de in artikel 3 vermelde initiatieven. | evaluatie van de in artikel 3 vermelde initiatieven. |
Art. 6.Deze collectieve arbeidsovereenkomst werd gesloten in |
Art. 6.Deze collectieve arbeidsovereenkomst werd gesloten in |
| uitvoering van artikel 106, § 1, onderafdeling I - "Inspanningen ten | uitvoering van artikel 106, § 1, onderafdeling I - "Inspanningen ten |
| voordele van de werklozen", van afdeling VI, hoofdstuk III van de wet | voordele van de werklozen", van afdeling VI, hoofdstuk III van de wet |
| van 26 maart 1999 betreffende het Belgisch actieplan voor de | van 26 maart 1999 betreffende het Belgisch actieplan voor de |
| werkgelegenheid 1998 en houdende diverse bepalingen. | werkgelegenheid 1998 en houdende diverse bepalingen. |
| Zij vervangt de collectieve arbeidsovereenkomst van 25 juni 1997, | Zij vervangt de collectieve arbeidsovereenkomst van 25 juni 1997, |
| gesloten in het Paritair Comité voor het hotelbedrijf, tot bevordering | gesloten in het Paritair Comité voor het hotelbedrijf, tot bevordering |
| van de tewerkstelling van risicogroepen, algemeen verbindend verklaard | van de tewerkstelling van risicogroepen, algemeen verbindend verklaard |
| bij koninklijk besluit van 23 juni 1998. | bij koninklijk besluit van 23 juni 1998. |
Art. 7.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 |
Art. 7.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 |
| januari 1999 en houdt op van kracht te zijn op 31 december 2000. | januari 1999 en houdt op van kracht te zijn op 31 december 2000. |
| Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 2 mei 2001. | Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 2 mei 2001. |
| De Minister van Werkgelegenheid, | De Minister van Werkgelegenheid, |
| Mevr. L. ONKELINX | Mevr. L. ONKELINX |