Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 12 november 2018, gesloten in het Paritair Comité voor de gezondheidsinrichtingen en -diensten, betreffende de eindejaarspremie | Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 12 november 2018, gesloten in het Paritair Comité voor de gezondheidsinrichtingen en -diensten, betreffende de eindejaarspremie |
---|---|
FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG | FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG |
2 JUNI 2019. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt | 2 JUNI 2019. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt |
verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 12 november 2018, | verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 12 november 2018, |
gesloten in het Paritair Comité voor de gezondheidsinrichtingen en | gesloten in het Paritair Comité voor de gezondheidsinrichtingen en |
-diensten, betreffende de eindejaarspremie (1) | -diensten, betreffende de eindejaarspremie (1) |
FILIP, Koning der Belgen, | FILIP, Koning der Belgen, |
Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. | Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. |
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve | Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve |
arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel | arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel |
28; | 28; |
Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de | Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de |
gezondheidsinrichtingen en -diensten; | gezondheidsinrichtingen en -diensten; |
Op de voordracht van de Minister van Werk, | Op de voordracht van de Minister van Werk, |
Hebben Wij besloten en besluiten Wij : | Hebben Wij besloten en besluiten Wij : |
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage |
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage |
overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 12 november 2018, | overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 12 november 2018, |
gesloten in het Paritair Comité voor de gezondheidsinrichtingen en | gesloten in het Paritair Comité voor de gezondheidsinrichtingen en |
-diensten, betreffende de eindejaarspremie. | -diensten, betreffende de eindejaarspremie. |
Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van |
Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van |
dit besluit. | dit besluit. |
Gegeven te Brussel, 2 juni 2019. | Gegeven te Brussel, 2 juni 2019. |
FILIP | FILIP |
Van Koningswege : | Van Koningswege : |
De Minister van Werk, | De Minister van Werk, |
K. PEETERS | K. PEETERS |
_______ | _______ |
Nota | Nota |
(1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : | (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : |
Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. | Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. |
Bijlage | Bijlage |
Paritair Comité voor de gezondheidsinrichtingen en -diensten | Paritair Comité voor de gezondheidsinrichtingen en -diensten |
Collectieve arbeidsovereenkomst van 12 november 2018 | Collectieve arbeidsovereenkomst van 12 november 2018 |
Eindejaarspremie (Overeenkomst geregistreerd op 20 februari 2019 onder | Eindejaarspremie (Overeenkomst geregistreerd op 20 februari 2019 onder |
het nummer 150635/CO/330) | het nummer 150635/CO/330) |
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op |
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op |
de werkgevers en de werknemers die ressorteren onder het Paritair | de werkgevers en de werknemers die ressorteren onder het Paritair |
Comité voor de gezondheidsinrichtingen en -diensten en die behoren tot | Comité voor de gezondheidsinrichtingen en -diensten en die behoren tot |
de onderstaande sectoren onder de bevoegdheid van de Vlaamse | de onderstaande sectoren onder de bevoegdheid van de Vlaamse |
Gemeenschap en/of de Vlaamse Gemeenschapscommissie van het Brussels | Gemeenschap en/of de Vlaamse Gemeenschapscommissie van het Brussels |
Hoofdstedelijk Gewest : | Hoofdstedelijk Gewest : |
- de categorale ziekenhuizen (dit is elk ziekenhuis dat uitsluitend | - de categorale ziekenhuizen (dit is elk ziekenhuis dat uitsluitend |
beschikt over een G-dienst (revalidatie van geriatrische patiënten) | beschikt over een G-dienst (revalidatie van geriatrische patiënten) |
en/of een Sp-dienst (gespecialiseerde dienst voor behandeling en | en/of een Sp-dienst (gespecialiseerde dienst voor behandeling en |
revalidatie) als vermeld in artikel 5, § 1, I, eerste lid, 3° en 4° | revalidatie) als vermeld in artikel 5, § 1, I, eerste lid, 3° en 4° |
van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der | van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der |
instellingen); | instellingen); |
- de rusthuizen voor bejaarden, de rust- en verzorgingstehuizen, de | - de rusthuizen voor bejaarden, de rust- en verzorgingstehuizen, de |
dagverzorgingscentra, de assistentiewoningen | dagverzorgingscentra, de assistentiewoningen |
(serviceflats/dienstencentra die verzorging verlenen ten gunste van | (serviceflats/dienstencentra die verzorging verlenen ten gunste van |
bejaarden), de centra voor kortverblijf voor bejaarden; | bejaarden), de centra voor kortverblijf voor bejaarden; |
- de psychiatrische verzorgingstehuizen; | - de psychiatrische verzorgingstehuizen; |
- de initiatieven voor beschut wonen; | - de initiatieven voor beschut wonen; |
- de revalidatiecentra, met uitsluiting van de instellingen waarmee | - de revalidatiecentra, met uitsluiting van de instellingen waarmee |
het Verzekeringscomité van het RIZIV op voorstel van het College van | het Verzekeringscomité van het RIZIV op voorstel van het College van |
geneesheren-directeurs, in uitvoering van artikel 22, 6° van de wet | geneesheren-directeurs, in uitvoering van artikel 22, 6° van de wet |
betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en | betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en |
uitkeringen gecoördineerd op 14 juli 1994, een overeenkomst heeft | uitkeringen gecoördineerd op 14 juli 1994, een overeenkomst heeft |
gesloten en die niet vallen onder de toepassing van artikel 5, § 1, I, | gesloten en die niet vallen onder de toepassing van artikel 5, § 1, I, |
5° van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming van de | 5° van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming van de |
instellingen. | instellingen. |
Onder "werknemers" wordt verstaan : het mannelijk en vrouwelijk | Onder "werknemers" wordt verstaan : het mannelijk en vrouwelijk |
werklieden- en bediendepersoneel. | werklieden- en bediendepersoneel. |
Art. 2.Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten in |
Art. 2.Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten in |
uitvoering van het Vlaams intersectoraal akkoord ("VIA 5") van 8 juni | uitvoering van het Vlaams intersectoraal akkoord ("VIA 5") van 8 juni |
2018, hoofdstuk 1.1.2.B., waarin wordt bepaald dat vanaf het | 2018, hoofdstuk 1.1.2.B., waarin wordt bepaald dat vanaf het |
kalenderjaar 2018 de eindejaarspremie en de attractiviteitspremie | kalenderjaar 2018 de eindejaarspremie en de attractiviteitspremie |
worden samengevoegd tot één stelsel van eindejaarspremie en het | worden samengevoegd tot één stelsel van eindejaarspremie en het |
toepassingsgebied wordt uitgebreid met de werknemers in de | toepassingsgebied wordt uitgebreid met de werknemers in de |
assistentiewoningen en hun bestaande eindejaarspremie en twee | assistentiewoningen en hun bestaande eindejaarspremie en twee |
niet-geïndexeerde herfstpremies hierin worden geïntegreerd. | niet-geïndexeerde herfstpremies hierin worden geïntegreerd. |
De eerste uitbetaling van de eindejaarspremie, zoals bepaald in | De eerste uitbetaling van de eindejaarspremie, zoals bepaald in |
onderhavige collectieve arbeidsovereenkomst, vindt plaats in en met | onderhavige collectieve arbeidsovereenkomst, vindt plaats in en met |
betrekking tot het kalenderjaar 2018. | betrekking tot het kalenderjaar 2018. |
Art. 3.§ 1. Het bedrag van de eindejaarspremie bestaat uit een |
Art. 3.§ 1. Het bedrag van de eindejaarspremie bestaat uit een |
geïndexeerd forfaitair deel, verhoogd met een procentueel deel van het | geïndexeerd forfaitair deel, verhoogd met een procentueel deel van het |
geïndexeerd bruto jaarloon van de werknemer. | geïndexeerd bruto jaarloon van de werknemer. |
§ 2. Het geïndexeerd forfaitair deel van de eindejaarspremie van het | § 2. Het geïndexeerd forfaitair deel van de eindejaarspremie van het |
betrokken kalenderjaar van uitbetaling wordt berekend door het | betrokken kalenderjaar van uitbetaling wordt berekend door het |
forfaitair deel, toegekend in het voorgaande kalenderjaar van | forfaitair deel, toegekend in het voorgaande kalenderjaar van |
uitbetaling, te verhogen met een percentage dat afhangt van de | uitbetaling, te verhogen met een percentage dat afhangt van de |
evolutie van het indexcijfer van de consumptieprijzen. Dit percentage | evolutie van het indexcijfer van de consumptieprijzen. Dit percentage |
wordt bekomen door het indexcijfer dat van kracht is in oktober van | wordt bekomen door het indexcijfer dat van kracht is in oktober van |
het betrokken kalenderjaar van uitbetaling te delen door het | het betrokken kalenderjaar van uitbetaling te delen door het |
indexcijfer dat van kracht was in oktober van het voorgaande | indexcijfer dat van kracht was in oktober van het voorgaande |
kalenderjaar. Het percentage wordt berekend tot op vier decimalen en | kalenderjaar. Het percentage wordt berekend tot op vier decimalen en |
afgerond volgens de wiskundige regels. | afgerond volgens de wiskundige regels. |
Voor de berekening van het geïndexeerd forfaitair deel van het | Voor de berekening van het geïndexeerd forfaitair deel van het |
kalenderjaar 2018 van uitbetaling geldt het bedrag van 990,72 EUR, te | kalenderjaar 2018 van uitbetaling geldt het bedrag van 990,72 EUR, te |
verhogen met een percentage dat bekomen wordt door het indexcijfer dat | verhogen met een percentage dat bekomen wordt door het indexcijfer dat |
van kracht is in oktober 2018 te delen door het indexcijfer dat van | van kracht is in oktober 2018 te delen door het indexcijfer dat van |
kracht was in oktober 2017. Het percentage wordt berekend tot op vier | kracht was in oktober 2017. Het percentage wordt berekend tot op vier |
decimalen en afgerond volgens de wiskundige regels. | decimalen en afgerond volgens de wiskundige regels. |
Vanaf het betrokken kalenderjaar 2019 van uitbetaling wordt het bedrag | Vanaf het betrokken kalenderjaar 2019 van uitbetaling wordt het bedrag |
van het geïndexeerd forfaitair deel telkenmale berekend zoals bepaald | van het geïndexeerd forfaitair deel telkenmale berekend zoals bepaald |
in dit artikel 3, § 2, 1ste alinea. | in dit artikel 3, § 2, 1ste alinea. |
§ 3. Het procentueel deel van de eindejaarspremie bedraagt 3,03 pct. | § 3. Het procentueel deel van de eindejaarspremie bedraagt 3,03 pct. |
van het geïndexeerd bruto jaarloon van de werknemer. Het percentage | van het geïndexeerd bruto jaarloon van de werknemer. Het percentage |
wordt berekend tot op vier decimalen en afgerond volgens de wiskundige | wordt berekend tot op vier decimalen en afgerond volgens de wiskundige |
regels. | regels. |
Onder "geïndexeerd bruto jaarloon van de werknemer" wordt verstaan : | Onder "geïndexeerd bruto jaarloon van de werknemer" wordt verstaan : |
de uitkomst van de vermenigvuldiging met twaalf van het geïndexeerd | de uitkomst van de vermenigvuldiging met twaalf van het geïndexeerd |
baremiek brutoloon, aan de betrokken werknemer verschuldigd voor de | baremiek brutoloon, aan de betrokken werknemer verschuldigd voor de |
maand oktober in het betrokken kalenderjaar van uitbetaling, in | maand oktober in het betrokken kalenderjaar van uitbetaling, in |
voorkomend geval met inbegrip van de haard- of standplaatstoelage, | voorkomend geval met inbegrip van de haard- of standplaatstoelage, |
maar met uitsluiting van andere premies, toeslagen of vergoedingen. | maar met uitsluiting van andere premies, toeslagen of vergoedingen. |
Art. 4.Het volledig bedrag van de eindejaarspremie wordt toegekend |
Art. 4.Het volledig bedrag van de eindejaarspremie wordt toegekend |
aan de werknemer die een functie uitoefent die het uitvoeren van | aan de werknemer die een functie uitoefent die het uitvoeren van |
werkelijke of daarmee gelijkgestelde arbeidsprestaties omvat en die | werkelijke of daarmee gelijkgestelde arbeidsprestaties omvat en die |
zijn gehele loon heeft of zou hebben genoten tijdens de gehele | zijn gehele loon heeft of zou hebben genoten tijdens de gehele |
referentieperiode. | referentieperiode. |
De gelijkgestelde arbeidsprestaties zijn deze bedoeld in de artikelen | De gelijkgestelde arbeidsprestaties zijn deze bedoeld in de artikelen |
16 en 41 van het koninklijk besluit van 30 maart 1967 tot bepaling van | 16 en 41 van het koninklijk besluit van 30 maart 1967 tot bepaling van |
de algemene uitvoeringsmodaliteiten van de wetten betreffende de | de algemene uitvoeringsmodaliteiten van de wetten betreffende de |
jaarlijkse vakantie der loonarbeiders. | jaarlijkse vakantie der loonarbeiders. |
De referentieperiode is de periode van 1 januari tot en met 30 | De referentieperiode is de periode van 1 januari tot en met 30 |
september van het betrokken kalenderjaar van uitbetaling. | september van het betrokken kalenderjaar van uitbetaling. |
Iedere gepresteerde of daarmee gelijkgestelde maand tijdens de | Iedere gepresteerde of daarmee gelijkgestelde maand tijdens de |
referentieperiode geeft recht op een negende van de overeenkomstig de | referentieperiode geeft recht op een negende van de overeenkomstig de |
bepalingen van artikel 3 toegekende eindejaarspremie. | bepalingen van artikel 3 toegekende eindejaarspremie. |
Onder "maand" wordt verstaan : elke verbintenis die is aangegaan vóór | Onder "maand" wordt verstaan : elke verbintenis die is aangegaan vóór |
de zestiende kalenderdag van de lopende maand. | de zestiende kalenderdag van de lopende maand. |
Als de werknemer de gehele eindejaarspremie niet kan genieten in het | Als de werknemer de gehele eindejaarspremie niet kan genieten in het |
raam van volledige arbeidsprestaties omdat hij in dienst werd genomen | raam van volledige arbeidsprestaties omdat hij in dienst werd genomen |
of de instelling heeft verlaten in de loop van de referentieperiode, | of de instelling heeft verlaten in de loop van de referentieperiode, |
wordt het bedrag van de eindejaarspremie vastgesteld naar rata van de | wordt het bedrag van de eindejaarspremie vastgesteld naar rata van de |
tijdens de referentieperiode verrichte of daarmee gelijkgestelde | tijdens de referentieperiode verrichte of daarmee gelijkgestelde |
arbeidsprestaties. | arbeidsprestaties. |
Het bedrag van de eindejaarspremie voor de deeltijds tewerkgestelde | Het bedrag van de eindejaarspremie voor de deeltijds tewerkgestelde |
werknemer wordt berekend naar rata van de duur van de contractuele | werknemer wordt berekend naar rata van de duur van de contractuele |
arbeidsprestaties die de werknemer in de loop van de referentieperiode | arbeidsprestaties die de werknemer in de loop van de referentieperiode |
heeft of zou hebben gepresteerd. | heeft of zou hebben gepresteerd. |
Art. 5.De eindejaarspremie wordt in één maal uitbetaald in de loop |
Art. 5.De eindejaarspremie wordt in één maal uitbetaald in de loop |
van de maand december van het betrokken kalenderjaar van uitbetaling | van de maand december van het betrokken kalenderjaar van uitbetaling |
of in de maand waarin de werknemer uit dienst treedt. | of in de maand waarin de werknemer uit dienst treedt. |
Art. 6.De eindejaarspremie is niet verschuldigd aan om dringende |
Art. 6.De eindejaarspremie is niet verschuldigd aan om dringende |
reden ontslagen werknemers, noch voor arbeidsprestaties die zijn | reden ontslagen werknemers, noch voor arbeidsprestaties die zijn |
verricht tijdens een proefperiode waaraan een einde werd gemaakt, noch | verricht tijdens een proefperiode waaraan een einde werd gemaakt, noch |
voor arbeidsprestaties verricht in het raam van een studentencontract | voor arbeidsprestaties verricht in het raam van een studentencontract |
of een vervangingscontract voor het gedeelte waarvoor de vervangen | of een vervangingscontract voor het gedeelte waarvoor de vervangen |
werknemer de eindejaarpremie ontvangt. | werknemer de eindejaarpremie ontvangt. |
De werknemers die zich in een proefperiode bevinden op het ogenblik | De werknemers die zich in een proefperiode bevinden op het ogenblik |
van de betaling van de premie van het in aanmerking genomen jaar, | van de betaling van de premie van het in aanmerking genomen jaar, |
hebben geen recht op de premie. | hebben geen recht op de premie. |
Art. 7.Onderhavige collectieve arbeidsovereenkomst doet geen afbreuk |
Art. 7.Onderhavige collectieve arbeidsovereenkomst doet geen afbreuk |
aan reeds voordeligere regelingen inzake de eindejaarspremie, of | aan reeds voordeligere regelingen inzake de eindejaarspremie, of |
attractiviteitspremie, samen de eindejaarstoelage, waar deze in | attractiviteitspremie, samen de eindejaarstoelage, waar deze in |
voorkomend geval op ondernemingsvlak bestaan of toekomstig zouden | voorkomend geval op ondernemingsvlak bestaan of toekomstig zouden |
worden ingesteld. | worden ingesteld. |
In dat geval zal onderhavige collectieve arbeidsovereenkomst niet van | In dat geval zal onderhavige collectieve arbeidsovereenkomst niet van |
toepassing zijn op de werknemers die reeds een dergelijke | toepassing zijn op de werknemers die reeds een dergelijke |
eindejaarstoelage genieten die tenminste gelijkwaardig is aan deze | eindejaarstoelage genieten die tenminste gelijkwaardig is aan deze |
bedongen in deze collectieve arbeidsovereenkomst. | bedongen in deze collectieve arbeidsovereenkomst. |
Art. 8.Onderhavige collectieve arbeidsovereenkomst vervangt vanaf |
Art. 8.Onderhavige collectieve arbeidsovereenkomst vervangt vanaf |
haar ingangsdatum en uitsluitend voor wat betreft haar overeenkomstig | haar ingangsdatum en uitsluitend voor wat betreft haar overeenkomstig |
toepassingsgebied zoals bepaald in artikel 1 : | toepassingsgebied zoals bepaald in artikel 1 : |
- de toepassing van de collectieve arbeidsovereenkomst van 25 | - de toepassing van de collectieve arbeidsovereenkomst van 25 |
september 2002 betreffende de eindejaarstoelage (geregistreerd op 10 | september 2002 betreffende de eindejaarstoelage (geregistreerd op 10 |
oktober 2002 onder het nummer 64174/CO/305), zoals gewijzigd bij | oktober 2002 onder het nummer 64174/CO/305), zoals gewijzigd bij |
collectieve arbeidsovereenkomst van 12 februari 2007 (geregistreerd op | collectieve arbeidsovereenkomst van 12 februari 2007 (geregistreerd op |
6 juli 2007 onder het nummer 83644/CO/305) en overgenomen door het | 6 juli 2007 onder het nummer 83644/CO/305) en overgenomen door het |
Paritair Comité voor de gezondheidsinrichtingen en -diensten bij | Paritair Comité voor de gezondheidsinrichtingen en -diensten bij |
bijzondere collectieve arbeidsovereenkomst van 10 december 2007 | bijzondere collectieve arbeidsovereenkomst van 10 december 2007 |
(geregistreerd onder het nummer 85666/CO/330); | (geregistreerd onder het nummer 85666/CO/330); |
- de toepassing van de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 juni | - de toepassing van de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 juni |
2006 tot toekenning van de attractiviteitspremie (geregistreerd op 23 | 2006 tot toekenning van de attractiviteitspremie (geregistreerd op 23 |
juli 2007 onder het nummer 83937/CO/305), overgenomen door het | juli 2007 onder het nummer 83937/CO/305), overgenomen door het |
Paritair Comité voor de gezondheidsinrichtingen en -diensten bij | Paritair Comité voor de gezondheidsinrichtingen en -diensten bij |
bijzondere collectieve arbeidsovereenkomst van 10 december 2007 | bijzondere collectieve arbeidsovereenkomst van 10 december 2007 |
(geregistreerd onder het nummer 85666/CO/330) en gewijzigd bij | (geregistreerd onder het nummer 85666/CO/330) en gewijzigd bij |
collectieve arbeidsovereenkomst van 13 juli 2011 (geregistreerd op 21 | collectieve arbeidsovereenkomst van 13 juli 2011 (geregistreerd op 21 |
september 2011 onder het nummer 105845/CO/330). | september 2011 onder het nummer 105845/CO/330). |
Onderhavige collectieve arbeidsovereenkomst vervangt vanaf haar | Onderhavige collectieve arbeidsovereenkomst vervangt vanaf haar |
ingangsdatum en voor wat betreft de assistentiewoningen | ingangsdatum en voor wat betreft de assistentiewoningen |
(serviceflats/dienstencentra die verzorging verlenen ten gunste van | (serviceflats/dienstencentra die verzorging verlenen ten gunste van |
bejaarden) de collectieve arbeidsovereenkomsten van 7 december 2000 | bejaarden) de collectieve arbeidsovereenkomsten van 7 december 2000 |
houdende de toekenning van respectievelijk een premie van 148,74 EUR | houdende de toekenning van respectievelijk een premie van 148,74 EUR |
(geregistreerd op 19 april 2001 onder het nummer 57027/CO/305) en een | (geregistreerd op 19 april 2001 onder het nummer 57027/CO/305) en een |
premie van 12,67 EUR (geregistreerd op 19 april 2001 onder het nummer | premie van 12,67 EUR (geregistreerd op 19 april 2001 onder het nummer |
57028/CO/305), overgenomen door het Paritair Comité voor de | 57028/CO/305), overgenomen door het Paritair Comité voor de |
gezondheidsinrichtingen en -diensten bij bijzondere collectieve | gezondheidsinrichtingen en -diensten bij bijzondere collectieve |
arbeidsovereenkomst van 10 december 2007 (geregistreerd onder het | arbeidsovereenkomst van 10 december 2007 (geregistreerd onder het |
nummer 85666/CO/330). | nummer 85666/CO/330). |
Art. 9.Gelet op het Vlaams intersectoraal akkoord (VIA 5) van 8 juni |
Art. 9.Gelet op het Vlaams intersectoraal akkoord (VIA 5) van 8 juni |
2018 voor de social/non-profitsectoren, inleiding punt 3, 4de alinea, | 2018 voor de social/non-profitsectoren, inleiding punt 3, 4de alinea, |
waarin is bepaald dat wat betreft de sectoren die conform de 6de | waarin is bepaald dat wat betreft de sectoren die conform de 6de |
staatshervorming deel uitmaken van het toepassingsgebied van VIA 5 de | staatshervorming deel uitmaken van het toepassingsgebied van VIA 5 de |
continuïteit wordt gegarandeerd van de afspraken die het voorwerp zijn | continuïteit wordt gegarandeerd van de afspraken die het voorwerp zijn |
van de sociale akkoorden en van de collectieve arbeidsovereenkomsten | van de sociale akkoorden en van de collectieve arbeidsovereenkomsten |
die betrekking hebben op deze sectoren, komen partijen uitdrukkelijk | die betrekking hebben op deze sectoren, komen partijen uitdrukkelijk |
overeen dat de voordelen in onderhavige collectieve | overeen dat de voordelen in onderhavige collectieve |
arbeidsovereenkomst toegekend worden aan de werknemers voor zover de | arbeidsovereenkomst toegekend worden aan de werknemers voor zover de |
bevoegde overheid de financiële middelen recurrent garandeert en ter | bevoegde overheid de financiële middelen recurrent garandeert en ter |
beschikking stelt. | beschikking stelt. |
Gelet op de bepaling in het Vlaams intersectoraal akkoord (VIA 5) van | Gelet op de bepaling in het Vlaams intersectoraal akkoord (VIA 5) van |
8 juni 2018 voor de social/non-profitsectoren, deel 3.4.1., deelsector | 8 juni 2018 voor de social/non-profitsectoren, deel 3.4.1., deelsector |
ouderenzorg onder titel ii "Hervorming derde luik - | ouderenzorg onder titel ii "Hervorming derde luik - |
bovennormpersoneel", waarin de continuïteit van de financiering van de | bovennormpersoneel", waarin de continuïteit van de financiering van de |
voorzieningen en collectieve arbeidsovereenkomsten wordt gegarandeerd, | voorzieningen en collectieve arbeidsovereenkomsten wordt gegarandeerd, |
is bij hogergenoemde hervorming de garantie van de continuïteit van de | is bij hogergenoemde hervorming de garantie van de continuïteit van de |
financiering eveneens van toepassing. | financiering eveneens van toepassing. |
Art. 10.Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met |
Art. 10.Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met |
ingang vanaf 1 januari 2018. | ingang vanaf 1 januari 2018. |
Zij is gesloten voor onbepaalde tijd en kan worden opgezegd door elk | Zij is gesloten voor onbepaalde tijd en kan worden opgezegd door elk |
van de partijen, mits een opzeggingstermijn van zes maanden, bij een | van de partijen, mits een opzeggingstermijn van zes maanden, bij een |
ter post aangetekende brief gericht aan de voorzitter van het Paritair | ter post aangetekende brief gericht aan de voorzitter van het Paritair |
Comité voor de gezondheidsinrichtingen en -diensten, die alle | Comité voor de gezondheidsinrichtingen en -diensten, die alle |
ondertekenende organisaties hiervan in kennis stelt. | ondertekenende organisaties hiervan in kennis stelt. |
De opzeggingstermijn begint te lopen vanaf de eerste dag van de maand | De opzeggingstermijn begint te lopen vanaf de eerste dag van de maand |
die volgt op de datum waarop de voorzitter van het Paritair Comité | die volgt op de datum waarop de voorzitter van het Paritair Comité |
voor de gezondheidsinrichtingen en -diensten de betrokken organisaties | voor de gezondheidsinrichtingen en -diensten de betrokken organisaties |
in kennis heeft gesteld van de opzegging. | in kennis heeft gesteld van de opzegging. |
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 2 juni | Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 2 juni |
2019. | 2019. |
De Minister van Werk, | De Minister van Werk, |
K. PEETERS | K. PEETERS |