| Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 19 juni 2007, gesloten in het Paritair Comité voor de textielverzorging, betreffende de deeltijdse arbeid | Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 19 juni 2007, gesloten in het Paritair Comité voor de textielverzorging, betreffende de deeltijdse arbeid |
|---|---|
| FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG | FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG |
| 2 JUNI 2008. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt | 2 JUNI 2008. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt |
| verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 19 juni 2007, | verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 19 juni 2007, |
| gesloten in het Paritair Comité voor de textielverzorging, betreffende | gesloten in het Paritair Comité voor de textielverzorging, betreffende |
| de deeltijdse arbeid (1) | de deeltijdse arbeid (1) |
| ALBERT II, Koning der Belgen, | ALBERT II, Koning der Belgen, |
| Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. | Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. |
| Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve | Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve |
| arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel | arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel |
| 28; | 28; |
| Gelet op de arbeidswet van 16 maart 1971, inzonderheid op artikel 21, | Gelet op de arbeidswet van 16 maart 1971, inzonderheid op artikel 21, |
| vervangen bij wetvan 2 december 1989; | vervangen bij wetvan 2 december 1989; |
| Gelet op de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten, | Gelet op de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten, |
| inzonderheid op artikel 11bis, gewijzigd bij van 22 december 1989; | inzonderheid op artikel 11bis, gewijzigd bij van 22 december 1989; |
| Gelet op de programmawet van 22 december 1989, inzonderheid op artikel | Gelet op de programmawet van 22 december 1989, inzonderheid op artikel |
| 159; | 159; |
| Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de | Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de |
| textielverzorging; | textielverzorging; |
| Op de voordracht van de Minister van Werk, | Op de voordracht van de Minister van Werk, |
| Hebben Wij besloten en besluiten Wij : | Hebben Wij besloten en besluiten Wij : |
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage |
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage |
| overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 19 juni 2007, gesloten | overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 19 juni 2007, gesloten |
| in het Paritair Comité voor de textielverzorging, betreffende de | in het Paritair Comité voor de textielverzorging, betreffende de |
| deeltijdse arbeid. | deeltijdse arbeid. |
Art. 2.De Minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van |
Art. 2.De Minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van |
| dit besluit. | dit besluit. |
| Gegeven te Brussel, 2 juni 2008. | Gegeven te Brussel, 2 juni 2008. |
| ALBERT | ALBERT |
| Van Koningswege : | Van Koningswege : |
| De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, | De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, |
| Mevr. J. MILQUET | Mevr. J. MILQUET |
| _______ | _______ |
| Nota's | Nota's |
| (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : | (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : |
| Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. | Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. |
| Wet van 16 maart 1971, Belgisch Staatsblad van 30 maart 1971. | Wet van 16 maart 1971, Belgisch Staatsblad van 30 maart 1971. |
| Wet van 3 juli 1978, Belgisch Staatsblad van 22 augustus 1978. | Wet van 3 juli 1978, Belgisch Staatsblad van 22 augustus 1978. |
| Wet van 22 december 1989, Belgisch Staatsblad van 30 december 1989. | Wet van 22 december 1989, Belgisch Staatsblad van 30 december 1989. |
| Bijlage | Bijlage |
| Paritair Comité voor de textielverzorging | Paritair Comité voor de textielverzorging |
| Collectieve arbeidsovereenkomst van 19 juni 2007 | Collectieve arbeidsovereenkomst van 19 juni 2007 |
| Deeltijdse arbeid (Overeenkomst geregistreerd op 8 november 2007 onder | Deeltijdse arbeid (Overeenkomst geregistreerd op 8 november 2007 onder |
| het nummer 85634/CO/110) | het nummer 85634/CO/110) |
| HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied | HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied |
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op |
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op |
| de werkgevers, de werklieden en werksters van de ondernemingen die | de werkgevers, de werklieden en werksters van de ondernemingen die |
| ressorteren onder het Paritair Comité voor de textielverzorging. | ressorteren onder het Paritair Comité voor de textielverzorging. |
Art. 2.Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten in het |
Art. 2.Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten in het |
| kader van titel II, hoofdstukken IV en V van de programmawet van 22 | kader van titel II, hoofdstukken IV en V van de programmawet van 22 |
| december 1989. | december 1989. |
| Zij strekt ertoe de regels vast te leggen volgens de bepalingen van de | Zij strekt ertoe de regels vast te leggen volgens de bepalingen van de |
| artikelen 159, 182 en 189 van de programmawet van 22 december 1989, de | artikelen 159, 182 en 189 van de programmawet van 22 december 1989, de |
| artikelen 5, 6 en 7 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 27 | artikelen 5, 6 en 7 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 27 |
| februari 1981 betreffende sommige bepalingen van het arbeidsrecht ten | februari 1981 betreffende sommige bepalingen van het arbeidsrecht ten |
| aanzien van de deeltijdse arbeid en artikel 1, tweede lid van het | aanzien van de deeltijdse arbeid en artikel 1, tweede lid van het |
| koninklijk besluit van 25 juni 1990 tot gelijkstelling van sommige | koninklijk besluit van 25 juni 1990 tot gelijkstelling van sommige |
| prestaties van deeltijds tewerkgestelden met overwerk. | prestaties van deeltijds tewerkgestelden met overwerk. |
| HOOFDSTUK II. - Bepalingen | HOOFDSTUK II. - Bepalingen |
Art. 3.De bepalingen opgenomen in titel II, hoofdstukken IV en V van |
Art. 3.De bepalingen opgenomen in titel II, hoofdstukken IV en V van |
| de programmawet van 22 december 1989 inzake deeltijdse arbeid en de | de programmawet van 22 december 1989 inzake deeltijdse arbeid en de |
| bepalingen van titel II, hoofdstuk II, van de wet van 29 december 1990 | bepalingen van titel II, hoofdstuk II, van de wet van 29 december 1990 |
| zijn van toepassing op de in artikel 1 vermelde bedrijven, behalve de | zijn van toepassing op de in artikel 1 vermelde bedrijven, behalve de |
| afwijkingen zoals die kunnen worden toegestaan in de hierna volgende | afwijkingen zoals die kunnen worden toegestaan in de hierna volgende |
| artikelen van deze collectieve arbeidsovereenkomst. | artikelen van deze collectieve arbeidsovereenkomst. |
Art. 4.§ 1. Wanneer de werkgever voornemens is de afwijkingen, zoals |
Art. 4.§ 1. Wanneer de werkgever voornemens is de afwijkingen, zoals |
| worden voorzien in deze collectieve arbeidsovereenkomst, in te voeren, | worden voorzien in deze collectieve arbeidsovereenkomst, in te voeren, |
| moet hij voorafgaandelijk aan de werknemers schriftelijke informatie | moet hij voorafgaandelijk aan de werknemers schriftelijke informatie |
| verstrekken omtrent het soort afwijkingen. | verstrekken omtrent het soort afwijkingen. |
| § 2. Wanneer in de onderneming een ondernemingsraad bestaat, ontvangt | § 2. Wanneer in de onderneming een ondernemingsraad bestaat, ontvangt |
| de ondernemingsraad deze informatie. | de ondernemingsraad deze informatie. |
| Bij ontstentenis van een ondernemingsraad, wordt deze informatie | Bij ontstentenis van een ondernemingsraad, wordt deze informatie |
| verstrekt aan de syndicale afvaardiging. | verstrekt aan de syndicale afvaardiging. |
| § 3. In de bedrijven bedoeld bij § 2 van dit artikel, kunnen de | § 3. In de bedrijven bedoeld bij § 2 van dit artikel, kunnen de |
| afwijkingen zoals vastgelegd in deze collectieve arbeidsovereenkomst | afwijkingen zoals vastgelegd in deze collectieve arbeidsovereenkomst |
| slechts worden ingevoerd nadat op het vlak van de onderneming een | slechts worden ingevoerd nadat op het vlak van de onderneming een |
| collectieve arbeidsovereenkomst is afgesloten overeenkomstig de wet | collectieve arbeidsovereenkomst is afgesloten overeenkomstig de wet |
| van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten | van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten |
| en de paritaire comités. | en de paritaire comités. |
| § 4. In de ondernemingen die niet vallen onder de bepalingen van §§ 2 | § 4. In de ondernemingen die niet vallen onder de bepalingen van §§ 2 |
| en 3 van dit artikel, wordt de volgende procedure vastgelegd : | en 3 van dit artikel, wordt de volgende procedure vastgelegd : |
| a) wanneer de werkgever voornemens is de afwijkingen zoals in deze | a) wanneer de werkgever voornemens is de afwijkingen zoals in deze |
| collectieve arbeidsovereenkomst vastgelegd in te voeren, dient hij dit | collectieve arbeidsovereenkomst vastgelegd in te voeren, dient hij dit |
| vier weken (28 kalenderdagen) voorafgaandelijk ter kennis te brengen | vier weken (28 kalenderdagen) voorafgaandelijk ter kennis te brengen |
| per aangetekend schrijven aan de voorzitter van het paritair comité. | per aangetekend schrijven aan de voorzitter van het paritair comité. |
| De postzegel geldt als aanvangsdatum; | De postzegel geldt als aanvangsdatum; |
| b) bij ontvangst van het aangetekend schrijven stelt de voorzitter van | b) bij ontvangst van het aangetekend schrijven stelt de voorzitter van |
| het paritair comité de in het paritair comité vertegenwoordigde | het paritair comité de in het paritair comité vertegenwoordigde |
| organisaties op de hoogte van deze kennisgeving; | organisaties op de hoogte van deze kennisgeving; |
| c) indien binnen de periode van 28 kalenderdagen volgend op het | c) indien binnen de periode van 28 kalenderdagen volgend op het |
| aangetekend schrijven de in het paritair comité vertegenwoordigde | aangetekend schrijven de in het paritair comité vertegenwoordigde |
| organisaties geen bemerkingen overmaken aan de voorzitter van het | organisaties geen bemerkingen overmaken aan de voorzitter van het |
| paritair comité, dan kan de betrokken werkgever de afwijkingen | paritair comité, dan kan de betrokken werkgever de afwijkingen |
| voorzien in deze collectieve arbeidsovereenkomst toepassen; | voorzien in deze collectieve arbeidsovereenkomst toepassen; |
| d) zodra binnen de periode van 28 kalenderdagen van één van de in het | d) zodra binnen de periode van 28 kalenderdagen van één van de in het |
| paritair comité vertegenwoordigde organisaties wel bemerkingen worden | paritair comité vertegenwoordigde organisaties wel bemerkingen worden |
| gemaakt op het invoeren van de afwijkingen voorzien in de collectieve | gemaakt op het invoeren van de afwijkingen voorzien in de collectieve |
| arbeidsovereenkomst, kan de werkgever de afwijkingen niet toepassen. | arbeidsovereenkomst, kan de werkgever de afwijkingen niet toepassen. |
| In dit geval doet het paritair comité bij hoogdringendheid en bij | In dit geval doet het paritair comité bij hoogdringendheid en bij |
| unanimiteit uitspraak over het invoeren van de afwijkingen. | unanimiteit uitspraak over het invoeren van de afwijkingen. |
Art. 5.§ 1. De functies zoals bepaald in de collectieve |
Art. 5.§ 1. De functies zoals bepaald in de collectieve |
| arbeidsovereenkomsten van 19 juni 2007 betreffende de classificatie | arbeidsovereenkomsten van 19 juni 2007 betreffende de classificatie |
| der functies, komen niet in aanmerking voor de afwijkingen zoals | der functies, komen niet in aanmerking voor de afwijkingen zoals |
| vastgesteld in dit artikel, met uitzondering van de kuststreek. | vastgesteld in dit artikel, met uitzondering van de kuststreek. |
| § 2. De afwijkende bepalingen vermeld in §§ 3, 4 en 5 van dit artikel | § 2. De afwijkende bepalingen vermeld in §§ 3, 4 en 5 van dit artikel |
| zijn alleen van toepassing voor : | zijn alleen van toepassing voor : |
| a) - het verlenen van diensten na aflevering van de gereinigde | a) - het verlenen van diensten na aflevering van de gereinigde |
| goederen bij de cliënt; | goederen bij de cliënt; |
| - het verstelwerk; | - het verstelwerk; |
| - de schoonmaak van lokalen. | - de schoonmaak van lokalen. |
| voor zover de totaliteit van de arbeid in deze taken, per | voor zover de totaliteit van de arbeid in deze taken, per |
| vestigingsplaats, op weekbasis minder dan 1/3 bedraagt van de | vestigingsplaats, op weekbasis minder dan 1/3 bedraagt van de |
| wekelijkse arbeidsduur van een voltijds tewerkgestelde werknemer die | wekelijkse arbeidsduur van een voltijds tewerkgestelde werknemer die |
| in de onderneming tot dezelfde categorie behoort of, bij ontstentenis | in de onderneming tot dezelfde categorie behoort of, bij ontstentenis |
| daarvan, de wekelijkse arbeidsduur die in de sector van toepassing is; | daarvan, de wekelijkse arbeidsduur die in de sector van toepassing is; |
| b) de functies bedoeld in § 1 van dit artikel voor de kuststreek. | b) de functies bedoeld in § 1 van dit artikel voor de kuststreek. |
| Onder "kuststreek" wordt verstaan : de gemeenten die niet verder dan 5 | Onder "kuststreek" wordt verstaan : de gemeenten die niet verder dan 5 |
| kilometer van de kust gelegen zijn. | kilometer van de kust gelegen zijn. |
| § 3. Voor de § 2 vernoemde taken bedraagt de duur van elke werkperiode | § 3. Voor de § 2 vernoemde taken bedraagt de duur van elke werkperiode |
| minstens één uur. | minstens één uur. |
| § 4. De wekelijkse arbeidsduur van de deeltijds tewerkgestelde | § 4. De wekelijkse arbeidsduur van de deeltijds tewerkgestelde |
| werknemer in de in § 2 vermelde taken mag minder bedragen dan 1/3 van | werknemer in de in § 2 vermelde taken mag minder bedragen dan 1/3 van |
| de wekelijkse arbeidsduur van de voltijds tewerkgestelde werknemers | de wekelijkse arbeidsduur van de voltijds tewerkgestelde werknemers |
| die in de onderneming tot dezelfde categorie behoren. Bij ontstentenis | die in de onderneming tot dezelfde categorie behoren. Bij ontstentenis |
| van voltijds tewerkgestelde werknemers die in de onderneming tot | van voltijds tewerkgestelde werknemers die in de onderneming tot |
| dezelfde categorie behoren moet men zich houden aan de arbeidsduur die | dezelfde categorie behoren moet men zich houden aan de arbeidsduur die |
| van toepassing is in de sector. | van toepassing is in de sector. |
| § 5. De werknemers tewerkgesteld in de taken zoals bepaald in § 2 | § 5. De werknemers tewerkgesteld in de taken zoals bepaald in § 2 |
| moeten niet voldoen aan artikel 7 van deze collectieve | moeten niet voldoen aan artikel 7 van deze collectieve |
| arbeidsovereenkomst. | arbeidsovereenkomst. |
Art. 6.Wanneer het werkrooster variabel is in de zin van artikel |
Art. 6.Wanneer het werkrooster variabel is in de zin van artikel |
| 11bis, van de wet op de arbeidsovereenkomsten van 3 juli 1978, worden | 11bis, van de wet op de arbeidsovereenkomsten van 3 juli 1978, worden |
| de dagelijkse werkroosters ten minste vijf werkdagen vooraf, door | de dagelijkse werkroosters ten minste vijf werkdagen vooraf, door |
| aanplakking van een gedateerd bericht, door de werkgever, zijn | aanplakking van een gedateerd bericht, door de werkgever, zijn |
| aangestelden of lasthebbers in de lokalen van de onderneming op de | aangestelden of lasthebbers in de lokalen van de onderneming op de |
| plaats bedoeld bij artikel 15 van de wet van 8 april 1965 tot | plaats bedoeld bij artikel 15 van de wet van 8 april 1965 tot |
| instelling van de arbeidsreglementen, ter kennis van de betrokken | instelling van de arbeidsreglementen, ter kennis van de betrokken |
| werknemers gebracht. Dit bericht moet voor iedere deeltijdse werknemer | werknemers gebracht. Dit bericht moet voor iedere deeltijdse werknemer |
| afzonderlijk het werkrooster bepalen. De termijn van 5 werkdagen kan | afzonderlijk het werkrooster bepalen. De termijn van 5 werkdagen kan |
| worden teruggebracht tot minstens 24 uur mits naleving van artikel 4 | worden teruggebracht tot minstens 24 uur mits naleving van artikel 4 |
| van deze collectieve arbeidsovereenkomst. | van deze collectieve arbeidsovereenkomst. |
| De bepalingen van de artikelen 4 en 5 zijn niet van toepassing | De bepalingen van de artikelen 4 en 5 zijn niet van toepassing |
| gedurende de weken waarin een betaalde feestdag valt. | gedurende de weken waarin een betaalde feestdag valt. |
Art. 7.De wekelijkse arbeidsduur van de variabele uurroosters |
Art. 7.De wekelijkse arbeidsduur van de variabele uurroosters |
| berekend overeenkomstig de bepalingen vastgesteld door artikel 26bis, | berekend overeenkomstig de bepalingen vastgesteld door artikel 26bis, |
| § 1, vierde lid, van de arbeidswet van 16 maart 1971, moet echter | § 1, vierde lid, van de arbeidswet van 16 maart 1971, moet echter |
| gemiddeld worden gepresteerd over een periode van minimum drie | gemiddeld worden gepresteerd over een periode van minimum drie |
| maanden. Deze periode wordt op maximum één jaar gebracht mits naleving | maanden. Deze periode wordt op maximum één jaar gebracht mits naleving |
| van artikel 4 van deze collectieve arbeidsovereenkomst. | van artikel 4 van deze collectieve arbeidsovereenkomst. |
Art. 8.Voor de deeltijdse werknemers wordt als overwerk aanzien, in |
Art. 8.Voor de deeltijdse werknemers wordt als overwerk aanzien, in |
| de zin van de arbeidswet van 16 maart 1971, de uren die zij meer | de zin van de arbeidswet van 16 maart 1971, de uren die zij meer |
| presteren dan vastgelegd in de arbeidsovereenkomst en/of het | presteren dan vastgelegd in de arbeidsovereenkomst en/of het |
| arbeidsreglement. | arbeidsreglement. |
| Bij overwerk is overloon zoals voorzien in artikel 29, § 1, van de | Bij overwerk is overloon zoals voorzien in artikel 29, § 1, van de |
| arbeidswet niet verschuldigd wanneer men tewerkgesteld wordt in | arbeidswet niet verschuldigd wanneer men tewerkgesteld wordt in |
| systemen overeengekomen in het arbeidsreglement, dewelke goedgekeurd | systemen overeengekomen in het arbeidsreglement, dewelke goedgekeurd |
| zijn door de ondernemingsraad en/of syndicale delegatie. | zijn door de ondernemingsraad en/of syndicale delegatie. |
Art. 9.Indien de bijkomende uren gepresteerd op verzoek van de |
Art. 9.Indien de bijkomende uren gepresteerd op verzoek van de |
| werkgever gedurende een kwartaal gemiddeld tenminste 1 uur per week | werkgever gedurende een kwartaal gemiddeld tenminste 1 uur per week |
| bedragen heeft de deeltijdse werknemer op zijn verzoek recht op : | bedragen heeft de deeltijdse werknemer op zijn verzoek recht op : |
| - hetzij de herziening van de arbeidsovereenkomst; | - hetzij de herziening van de arbeidsovereenkomst; |
| - hetzij inhaalrust op voorwaarde dat de duur van de tijdens het | - hetzij inhaalrust op voorwaarde dat de duur van de tijdens het |
| kwartaal verrichte bijkomende uren gemiddeld 20 pct. van het | kwartaal verrichte bijkomende uren gemiddeld 20 pct. van het |
| overeengekomen vaste uurrooster bereikt. | overeengekomen vaste uurrooster bereikt. |
| Bijkomende uren verricht op verzoek van de werknemer kunnen geen | Bijkomende uren verricht op verzoek van de werknemer kunnen geen |
| aanleiding geven tot herziening van de arbeidsovereenkomst of tot | aanleiding geven tot herziening van de arbeidsovereenkomst of tot |
| inhaalrust. | inhaalrust. |
| HOOFDSTUK III. - Slotbepalingen | HOOFDSTUK III. - Slotbepalingen |
Art. 10.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 |
Art. 10.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 |
| januari 2007 en houdt op van kracht te zijn op 31 december 2008. | januari 2007 en houdt op van kracht te zijn op 31 december 2008. |
| Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 2 juni | Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 2 juni |
| 2008. | 2008. |
| De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, | De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, |
| Mevr. J. MILQUET | Mevr. J. MILQUET |