Koninklijk besluit tot vaststelling van het bijzonder reglement voor de rechtbank van eerste aanleg te Antwerpen | Koninklijk besluit tot vaststelling van het bijzonder reglement voor de rechtbank van eerste aanleg te Antwerpen |
---|---|
MINISTERIE VAN JUSTITIE | MINISTERIE VAN JUSTITIE |
2 APRIL 2002. - Koninklijk besluit tot vaststelling van het bijzonder | 2 APRIL 2002. - Koninklijk besluit tot vaststelling van het bijzonder |
reglement voor de rechtbank van eerste aanleg te Antwerpen | reglement voor de rechtbank van eerste aanleg te Antwerpen |
ALBERT II, Koning der Belgen, | ALBERT II, Koning der Belgen, |
Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. | Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. |
Gelet op het Gerechtelijk Wetboek, inzonderheid op artikel 76, | Gelet op het Gerechtelijk Wetboek, inzonderheid op artikel 76, |
gewijzigd bij de wet van 28 maart 2000, de artikelen 77 en 78, artikel | gewijzigd bij de wet van 28 maart 2000, de artikelen 77 en 78, artikel |
79, vervangen bij de wet van 18 juli 1991 en gewijzigd bij de wetten | 79, vervangen bij de wet van 18 juli 1991 en gewijzigd bij de wetten |
van 21 januari 1997 en 22 december 1998, artikel 80, vervangen bij de | van 21 januari 1997 en 22 december 1998, artikel 80, vervangen bij de |
wet van 22 december 1998, artikel 88, gewijzigd bij de wet van 15 juli | wet van 22 december 1998, artikel 88, gewijzigd bij de wet van 15 juli |
1970, artikel 89, vervangen bij de wet van 17 februari 1997, artikel | 1970, artikel 89, vervangen bij de wet van 17 februari 1997, artikel |
90, gewijzigd bij de wet van 22 december 1998, artikel 91, vervangen | 90, gewijzigd bij de wet van 22 december 1998, artikel 91, vervangen |
bij de wet van 3 augustus 1992 en gewijzigd bij de wetten van 11 juli | bij de wet van 3 augustus 1992 en gewijzigd bij de wetten van 11 juli |
1994 en 28 maart 2000, artikel 92, gewijzigd bij de wetten van 3 | 1994 en 28 maart 2000, artikel 92, gewijzigd bij de wetten van 3 |
augustus 1992 en 28 november 2000, artikel 93, artikel 94, gewijzigd | augustus 1992 en 28 november 2000, artikel 93, artikel 94, gewijzigd |
bij de wet van 12 maart 1998, de artikelen 95 tot 97, artikel 334, | bij de wet van 12 maart 1998, de artikelen 95 tot 97, artikel 334, |
artikel 335, gewijzigd bij de wet van 19 juli 1985 en op de artikelen | artikel 335, gewijzigd bij de wet van 19 juli 1985 en op de artikelen |
336, 337, 338 en 339; | 336, 337, 338 en 339; |
Gelet op het koninklijk besluit van 17 april 1986 tot vaststelling van | Gelet op het koninklijk besluit van 17 april 1986 tot vaststelling van |
het bijzonder reglement voor de rechtbank van eerste aanleg te | het bijzonder reglement voor de rechtbank van eerste aanleg te |
Antwerpen; | Antwerpen; |
Gelet op het advies van de eerste voorzitter van het Hof van Beroep te | Gelet op het advies van de eerste voorzitter van het Hof van Beroep te |
Antwerpen, van de eerste voorzitter van het Arbeidshof te Antwerpen, | Antwerpen, van de eerste voorzitter van het Arbeidshof te Antwerpen, |
van de procureur-generaal te Antwerpen, van de voorzitter van de | van de procureur-generaal te Antwerpen, van de voorzitter van de |
rechtbank van eerste aanleg te Antwerpen, van de procureur des Konings | rechtbank van eerste aanleg te Antwerpen, van de procureur des Konings |
te Antwerpen, van de hoofdgriffier van de rechtbank van eerste aanleg | te Antwerpen, van de hoofdgriffier van de rechtbank van eerste aanleg |
te Antwerpen en van de stafhouder van de Orde van advocaten te | te Antwerpen en van de stafhouder van de Orde van advocaten te |
Antwerpen; | Antwerpen; |
Op de voordracht van Onze Minister van Justitie, | Op de voordracht van Onze Minister van Justitie, |
Hebben Wij besloten en besluiten Wij : | Hebben Wij besloten en besluiten Wij : |
HOOFDSTUK I. - De algemene inrichting van de rechtbank van eerste | HOOFDSTUK I. - De algemene inrichting van de rechtbank van eerste |
aanleg te Antwerpen | aanleg te Antwerpen |
Artikel 1.§ 1. De rechtbank van eerste aanleg te Antwerpen is |
Artikel 1.§ 1. De rechtbank van eerste aanleg te Antwerpen is |
gevestigd en houdt zitting in het Gerechtsgebouw, Britselei 57, te | gevestigd en houdt zitting in het Gerechtsgebouw, Britselei 57, te |
2000 Antwerpen. | 2000 Antwerpen. |
De jeugdrechtbank houdt zitting aan Koningin Elisabethlei 18, te 2018 | De jeugdrechtbank houdt zitting aan Koningin Elisabethlei 18, te 2018 |
Antwerpen. | Antwerpen. |
§ 2. De rechtbank van eerste aanleg te Antwerpen bestaat uit vijf en | § 2. De rechtbank van eerste aanleg te Antwerpen bestaat uit vijf en |
dertig kamers : | dertig kamers : |
1° dertien kamers in burgerlijke zaken, namelijk de kamers 1B tot 3B | 1° dertien kamers in burgerlijke zaken, namelijk de kamers 1B tot 3B |
en 5B tot 14B; | en 5B tot 14B; |
2° vier kamers in fiscale zaken, namelijk de kamers 1F tot 4F; | 2° vier kamers in fiscale zaken, namelijk de kamers 1F tot 4F; |
3° één kamer in kort geding en als in kort geding, namelijk de kamer | 3° één kamer in kort geding en als in kort geding, namelijk de kamer |
KGD; | KGD; |
4° één kamer in beslagzaken en middelen van tenuitvoerlegging, | 4° één kamer in beslagzaken en middelen van tenuitvoerlegging, |
namelijk de kamer BR; | namelijk de kamer BR; |
5° een kamer inzake rechtsbijstand bepaald in artikel 664 van het | 5° een kamer inzake rechtsbijstand bepaald in artikel 664 van het |
Gerechtelijk Wetboek en uitkeringen tot levensonderhoud op grond van | Gerechtelijk Wetboek en uitkeringen tot levensonderhoud op grond van |
artikel 336 van het Burgerlijk Wetboek, namelijk de kamer D; | artikel 336 van het Burgerlijk Wetboek, namelijk de kamer D; |
6° negen kamers in correctionele zaken, namelijk de kamers 1C tot en | 6° negen kamers in correctionele zaken, namelijk de kamers 1C tot en |
met 9C; | met 9C; |
7° zes kamers in jeugdzaken, namelijk de kamers 1JR tot en met 6JR. | 7° zes kamers in jeugdzaken, namelijk de kamers 1JR tot en met 6JR. |
§ 3. In de rechtbank van eerste aanleg zijn er elf onderzoeksrechters, | § 3. In de rechtbank van eerste aanleg zijn er elf onderzoeksrechters, |
zes jeugdrechters van wie één leidend jeugdrechter en vier | zes jeugdrechters van wie één leidend jeugdrechter en vier |
beslagrechters. | beslagrechters. |
Art. 2.De kamers van de rechtbank zijn samengesteld uit één rechter, |
Art. 2.De kamers van de rechtbank zijn samengesteld uit één rechter, |
uitgezonderd de kamers 5B, 6B, 4C, 5C, 6C, 8C en 2F die samengesteld | uitgezonderd de kamers 5B, 6B, 4C, 5C, 6C, 8C en 2F die samengesteld |
zijn uit drie rechters. | zijn uit drie rechters. |
Art. 3.In geval van dringende omstandigheden of wanneer een goede |
Art. 3.In geval van dringende omstandigheden of wanneer een goede |
rechtsbedeling dit vereist, kan de voorzitter van de rechtbank, na het | rechtsbedeling dit vereist, kan de voorzitter van de rechtbank, na het |
advies van de procureur des Konings en de hoofdgriffier te hebben | advies van de procureur des Konings en de hoofdgriffier te hebben |
ingewonnen, een voorlopige wijziging brengen aan het aantal kamers, | ingewonnen, een voorlopige wijziging brengen aan het aantal kamers, |
hun bevoegdheid en het aantal zittingen voor zover dat deze wijziging | hun bevoegdheid en het aantal zittingen voor zover dat deze wijziging |
niet de opheffing van de betrokken kamers tot gevolg heeft. | niet de opheffing van de betrokken kamers tot gevolg heeft. |
Indien de behoeften van de dienst het vereisen, kan de voorzitter van | Indien de behoeften van de dienst het vereisen, kan de voorzitter van |
de rechtbank, na het advies van de procureur des Konings en van de | de rechtbank, na het advies van de procureur des Konings en van de |
hoofdgriffier te hebben ingewonnen, beslissen dat één of meer kamers | hoofdgriffier te hebben ingewonnen, beslissen dat één of meer kamers |
bijkomende zittingen houden, op de dagen en uren die hij bepaalt. | bijkomende zittingen houden, op de dagen en uren die hij bepaalt. |
HOOFDSTUK II. - De burgerlijke rechtbank | HOOFDSTUK II. - De burgerlijke rechtbank |
Art. 4.De burgerlijke rechtbank bestaat uit de volgende |
Art. 4.De burgerlijke rechtbank bestaat uit de volgende |
onderafdelingen : | onderafdelingen : |
1° de onderafdeling « eerste en tweede kamer »; | 1° de onderafdeling « eerste en tweede kamer »; |
2° de onderafdeling « echtscheiding »; | 2° de onderafdeling « echtscheiding »; |
3° de onderafdeling « kamers met drie rechters »; | 3° de onderafdeling « kamers met drie rechters »; |
4° de onderafdeling « algemene kwalificatie in burgerlijke zaken »; | 4° de onderafdeling « algemene kwalificatie in burgerlijke zaken »; |
5° de onderafdeling « beslagrecht »; | 5° de onderafdeling « beslagrecht »; |
6° de onderafdeling « kort geding »; | 6° de onderafdeling « kort geding »; |
7° de onderafdeling « fiscaal recht ». | 7° de onderafdeling « fiscaal recht ». |
Per onderafdeling is er één inleidingskamer. | Per onderafdeling is er één inleidingskamer. |
Art. 5.§ 1. De onderafdeling « eerste en tweede kamer » bestaat uit |
Art. 5.§ 1. De onderafdeling « eerste en tweede kamer » bestaat uit |
de kamers 1B en 2B. | de kamers 1B en 2B. |
§ 2. De onderafdeling « eerste en tweede kamer » neemt kennis van de | § 2. De onderafdeling « eerste en tweede kamer » neemt kennis van de |
vorderingen inzake : | vorderingen inzake : |
1° de staat en de bekwaamheid van personen; | 1° de staat en de bekwaamheid van personen; |
2° erfenissen; | 2° erfenissen; |
3° schenkingen en testamenten; | 3° schenkingen en testamenten; |
4° homologaties van wijzigingen van het huwelijksvermogensstelsel; | 4° homologaties van wijzigingen van het huwelijksvermogensstelsel; |
5° verdelingen en vereffeningen van huwelijksvermogensstelsels; | 5° verdelingen en vereffeningen van huwelijksvermogensstelsels; |
6° verdelingen en vereffeningen van ontbonden | 6° verdelingen en vereffeningen van ontbonden |
huwelijksvermogensstelsels door overlijden; | huwelijksvermogensstelsels door overlijden; |
7° koopovereenkomsten inzake onroerende goederen; | 7° koopovereenkomsten inzake onroerende goederen; |
8° zakenrecht, meer bepaald met betrekking tot mede-eigendom, | 8° zakenrecht, meer bepaald met betrekking tot mede-eigendom, |
burenhinder en recht van opstal; | burenhinder en recht van opstal; |
9° verenigingen zonder winstoogmerk; | 9° verenigingen zonder winstoogmerk; |
10° intellectuele rechten, in het bijzonder auteursrechten, octrooien, | 10° intellectuele rechten, in het bijzonder auteursrechten, octrooien, |
merken enz.; | merken enz.; |
11° vorderingen tot uitvoerbaarverklaring van beslissingen in | 11° vorderingen tot uitvoerbaarverklaring van beslissingen in |
burgerlijke zaken en handelszaken gewezen door buitenlandse gerechten; | burgerlijke zaken en handelszaken gewezen door buitenlandse gerechten; |
12° arbitrage; | 12° arbitrage; |
13° procedures op verzoekschrift, behoudens degene waarvan de | 13° procedures op verzoekschrift, behoudens degene waarvan de |
voorzitter van de rechtbank of de door hem aangewezen magistraat | voorzitter van de rechtbank of de door hem aangewezen magistraat |
kennis neemt. | kennis neemt. |
§ 3. De kamer 1B houdt zitting op maandag en vrijdag om 9 uur. | § 3. De kamer 1B houdt zitting op maandag en vrijdag om 9 uur. |
De kamer 2B houdt zitting op dinsdag en vrijdag om 9 uur. | De kamer 2B houdt zitting op dinsdag en vrijdag om 9 uur. |
De zaken worden ingeleid voor de kamer 1B op maandag om 9 uur. | De zaken worden ingeleid voor de kamer 1B op maandag om 9 uur. |
§ 4. Wanneer de omstandigheden of de behoeften van de dienst het | § 4. Wanneer de omstandigheden of de behoeften van de dienst het |
vereisen, kunnen de zaken die behoren tot de bevoegdheid van de | vereisen, kunnen de zaken die behoren tot de bevoegdheid van de |
onderafdeling « eerste en tweede kamer » worden toegewezen aan een | onderafdeling « eerste en tweede kamer » worden toegewezen aan een |
andere kamer van de burgerlijke rechtbank. | andere kamer van de burgerlijke rechtbank. |
Art. 6.§ 1. De onderafdeling « echtscheiding » bestaat uit de kamer |
Art. 6.§ 1. De onderafdeling « echtscheiding » bestaat uit de kamer |
3B. | 3B. |
§ 2. De onderafdeling « echtscheiding » neemt kennis van de | § 2. De onderafdeling « echtscheiding » neemt kennis van de |
vorderingen inzake : | vorderingen inzake : |
1° echtscheiding; | 1° echtscheiding; |
2° verklaring van nationaliteitskeuze (artikel 16 van het Wetboek van | 2° verklaring van nationaliteitskeuze (artikel 16 van het Wetboek van |
Belgische nationaliteit); | Belgische nationaliteit); |
3° scheiding van tafel en bed; | 3° scheiding van tafel en bed; |
4° vereffening en verdeling van huwelijksvermogensstelsels na | 4° vereffening en verdeling van huwelijksvermogensstelsels na |
echtscheiding. | echtscheiding. |
§ 3. De kamer 3B houdt zitting op maandag, dinsdag en donderdag om 9 | § 3. De kamer 3B houdt zitting op maandag, dinsdag en donderdag om 9 |
uur. | uur. |
De zaken bedoeld in § 2 worden ingeleid voor de kamer 3B op dinsdag om | De zaken bedoeld in § 2 worden ingeleid voor de kamer 3B op dinsdag om |
9 uur. | 9 uur. |
Art. 7.§ 1. De onderafdeling « burgerlijke kamers met drie rechters » |
Art. 7.§ 1. De onderafdeling « burgerlijke kamers met drie rechters » |
bestaat uit de kamers 5B en 6B. | bestaat uit de kamers 5B en 6B. |
§ 2. De kamer 5B neemt kennis van de vorderingen inzake : | § 2. De kamer 5B neemt kennis van de vorderingen inzake : |
1° hoger beroep tegen vonnissen gewezen door de vrederechters; | 1° hoger beroep tegen vonnissen gewezen door de vrederechters; |
2° drukpersmisdrijven; | 2° drukpersmisdrijven; |
3° het verbeteren van de akten van burgerlijke stand; | 3° het verbeteren van de akten van burgerlijke stand; |
4° de herroeping van gewijsde; | 4° de herroeping van gewijsde; |
5° tuchtzaken; | 5° tuchtzaken; |
6° burgerlijke zaken, na verwijzing naar een kamer met drie rechters | 6° burgerlijke zaken, na verwijzing naar een kamer met drie rechters |
behoudens deze betreffende het aansprakelijkheids- en | behoudens deze betreffende het aansprakelijkheids- en |
verzekeringsrecht. | verzekeringsrecht. |
§ 3. De kamer 6B neemt kennis van de vorderingen inzake : | § 3. De kamer 6B neemt kennis van de vorderingen inzake : |
1° hoger beroep tegen vonnissen gewezen door de politierechtbank in | 1° hoger beroep tegen vonnissen gewezen door de politierechtbank in |
burgerlijke zaken; | burgerlijke zaken; |
2° burgerlijke zaken betreffende het aansprakelijkheids- en | 2° burgerlijke zaken betreffende het aansprakelijkheids- en |
verzekeringsrecht na verwijzing naar een kamer met drie rechters. | verzekeringsrecht na verwijzing naar een kamer met drie rechters. |
§ 4. De kamer 5B houdt zitting op maandag, dinsdag, donderdag en | § 4. De kamer 5B houdt zitting op maandag, dinsdag, donderdag en |
vrijdag om 9 uur. | vrijdag om 9 uur. |
De kamer 6B houdt zitting op maandag, dinsdag, woensdag en donderdag | De kamer 6B houdt zitting op maandag, dinsdag, woensdag en donderdag |
om 9 uur. | om 9 uur. |
De zaken die tot de bevoegdheid behoren van deze kamers worden | De zaken die tot de bevoegdheid behoren van deze kamers worden |
ingeleid als volgt : | ingeleid als volgt : |
1° voor de kamer 5B, op dinsdag om 9 uur; | 1° voor de kamer 5B, op dinsdag om 9 uur; |
2° voor de kamer 6B, op dinsdag om 9 uur. | 2° voor de kamer 6B, op dinsdag om 9 uur. |
Art. 8.§ 1. De onderafdeling « algemene kwalificatie in burgerlijke |
Art. 8.§ 1. De onderafdeling « algemene kwalificatie in burgerlijke |
zaken » bestaat uit de kamers 7B tot en met 14B. | zaken » bestaat uit de kamers 7B tot en met 14B. |
§ 2. De onderafdeling « algemene kwalificatie in burgerlijke zaken » | § 2. De onderafdeling « algemene kwalificatie in burgerlijke zaken » |
neemt kennis van alle burgerlijke vorderingen behoudens die waarvoor | neemt kennis van alle burgerlijke vorderingen behoudens die waarvoor |
een andere onderafdeling bevoegd is. | een andere onderafdeling bevoegd is. |
§ 3. De zaken bedoeld in § 2 worden ingeleid voor de kamer 10B op | § 3. De zaken bedoeld in § 2 worden ingeleid voor de kamer 10B op |
maandag om 9 uur voor wat betreft de vorderingen beneden 6.250 EUR en | maandag om 9 uur voor wat betreft de vorderingen beneden 6.250 EUR en |
op woensdag om 9 uur voor wat betreft de vorderingen vanaf 6.250 EUR. | op woensdag om 9 uur voor wat betreft de vorderingen vanaf 6.250 EUR. |
§ 4. De kamer 7B neemt kennis van de vorderingen inzake : | § 4. De kamer 7B neemt kennis van de vorderingen inzake : |
1° aansprakelijkheid en de daarmee verband houdende terugvorderingen; | 1° aansprakelijkheid en de daarmee verband houdende terugvorderingen; |
2° verzekeringsrecht en de daarmee verband houdende terugvorderingen; | 2° verzekeringsrecht en de daarmee verband houdende terugvorderingen; |
3° koop- en huurovereenkomsten van roerende goederen (facturen, | 3° koop- en huurovereenkomsten van roerende goederen (facturen, |
leasing, overdracht van huur van handelsfondsen, enz.); | leasing, overdracht van huur van handelsfondsen, enz.); |
4° kredietverleningen, leningen, schuldbekentenissen, financierings- | 4° kredietverleningen, leningen, schuldbekentenissen, financierings- |
en afbetalingsovereenkomsten, cheques, wisselbrieven, enz.; | en afbetalingsovereenkomsten, cheques, wisselbrieven, enz.; |
5° borgstellingen. | 5° borgstellingen. |
De kamer 8B neemt kennis van vorderingen inzake : | De kamer 8B neemt kennis van vorderingen inzake : |
1° aansprakelijkheid en de daarmee verband houdende terugvorderingen; | 1° aansprakelijkheid en de daarmee verband houdende terugvorderingen; |
2° erelonen en beroepsaansprakelijkheid van notarissen, | 2° erelonen en beroepsaansprakelijkheid van notarissen, |
gerechtsdeurwaarders, advocaten, geneesheren, apothekers en | gerechtsdeurwaarders, advocaten, geneesheren, apothekers en |
bedrijfsrevisoren; | bedrijfsrevisoren; |
3° makelaarsovereenkomsten betreffende onroerende goederen. | 3° makelaarsovereenkomsten betreffende onroerende goederen. |
De kamers 9B, 11B en 14B nemen kennis van vorderingen inzake : | De kamers 9B, 11B en 14B nemen kennis van vorderingen inzake : |
1° koop- en huurovereenkomsten van roerende goederen, facturen, | 1° koop- en huurovereenkomsten van roerende goederen, facturen, |
leasing, overdracht van huur in handelszaken; | leasing, overdracht van huur in handelszaken; |
2° financiële zaken zoals leningen, schuldbekentenissen, alle soorten | 2° financiële zaken zoals leningen, schuldbekentenissen, alle soorten |
financierings- en afbetalingsovereenkomsten, cheques en wisselbrieven | financierings- en afbetalingsovereenkomsten, cheques en wisselbrieven |
enz.; | enz.; |
3° borgstellingen. | 3° borgstellingen. |
De kamer 12B neemt kennis van vorderingen inzake : | De kamer 12B neemt kennis van vorderingen inzake : |
1° bouwzaken; | 1° bouwzaken; |
2° ereloon en beroepsaansprakelijkheid van architecten en aannemers; | 2° ereloon en beroepsaansprakelijkheid van architecten en aannemers; |
3° overheidsopdrachten (wet van 24 december 1993) en private | 3° overheidsopdrachten (wet van 24 december 1993) en private |
aanbestedingen; | aanbestedingen; |
4° schadevergoeding in verband met onroerende goederen. | 4° schadevergoeding in verband met onroerende goederen. |
De kamer 13B neemt kennis van vorderingen inzake : | De kamer 13B neemt kennis van vorderingen inzake : |
1° onteigeningen en planschade; | 1° onteigeningen en planschade; |
2° aangelegenheden waarvoor de openbare centra voor maatschappelijk | 2° aangelegenheden waarvoor de openbare centra voor maatschappelijk |
welzijn bevoegd zijn; | welzijn bevoegd zijn; |
3° verzekeringsrecht en de daarmee verband houdende terugvorderingen; | 3° verzekeringsrecht en de daarmee verband houdende terugvorderingen; |
4° mindervaliden, met betrekking tot aangelegenheden waarvoor de | 4° mindervaliden, met betrekking tot aangelegenheden waarvoor de |
Minister belast met Sociale Zaken bevoegd is; | Minister belast met Sociale Zaken bevoegd is; |
5° pensioenen, met betrekking tot aangelegenheden waarvoor de Minister | 5° pensioenen, met betrekking tot aangelegenheden waarvoor de Minister |
belast met Financiën bevoegd is; | belast met Financiën bevoegd is; |
6° alle andere burgerlijke zaken. | 6° alle andere burgerlijke zaken. |
§ 5. De kamers houden zitting als volgt : | § 5. De kamers houden zitting als volgt : |
1° de kamer 7B, op woensdag om 9 uur; | 1° de kamer 7B, op woensdag om 9 uur; |
2° de kamer 8B, op donderdag en vrijdag om 9 uur; | 2° de kamer 8B, op donderdag en vrijdag om 9 uur; |
3° de kamer 9B, op dinsdag en woensdag om 9 uur; | 3° de kamer 9B, op dinsdag en woensdag om 9 uur; |
4° de kamer 10B, op maandag en woensdag om 9 uur; | 4° de kamer 10B, op maandag en woensdag om 9 uur; |
5° de kamer 11B, op donderdag en vrijdag om 9 uur; | 5° de kamer 11B, op donderdag en vrijdag om 9 uur; |
6° de kamer 12B, op maandag en donderdag om 9 uur; | 6° de kamer 12B, op maandag en donderdag om 9 uur; |
7° de kamer 13B, op maandag en dinsdag om 9 uur; | 7° de kamer 13B, op maandag en dinsdag om 9 uur; |
8° de kamer 14B, op donderdag en vrijdag om 9 uur. | 8° de kamer 14B, op donderdag en vrijdag om 9 uur. |
Art. 9.§ 1. De onderafdeling « beslagrecht » bestaat uit de kamer BR. |
Art. 9.§ 1. De onderafdeling « beslagrecht » bestaat uit de kamer BR. |
§ 2. De kamer BR neemt kennis van alle vorderingen betreffende de | § 2. De kamer BR neemt kennis van alle vorderingen betreffende de |
bewarende beslagen en de middelen tot tenuitvoerlegging overeenkomstig | bewarende beslagen en de middelen tot tenuitvoerlegging overeenkomstig |
deel V van het Gerechtelijk Wetboek, en de minnelijke schikkingen | deel V van het Gerechtelijk Wetboek, en de minnelijke schikkingen |
overeenkomstig artikel 59 van de wet van 4 augustus 1992 op het | overeenkomstig artikel 59 van de wet van 4 augustus 1992 op het |
hypothecair krediet. | hypothecair krediet. |
Deze zaken worden ingeleid op donderdag om 9 u. 30 m. en mits | Deze zaken worden ingeleid op donderdag om 9 u. 30 m. en mits |
voorafgaandelijke toelating van de beslagrechter op elke andere | voorafgaandelijke toelating van de beslagrechter op elke andere |
zitting. | zitting. |
§ 3. De kamer BR houdt zitting elke werkdag om 9 u. 30 m. | § 3. De kamer BR houdt zitting elke werkdag om 9 u. 30 m. |
§ 4. De voorzitter van de rechtbank of de door hem daartoe aangewezen | § 4. De voorzitter van de rechtbank of de door hem daartoe aangewezen |
magistraat bepaalt de dienstregeling van de beslagrechters en de | magistraat bepaalt de dienstregeling van de beslagrechters en de |
verdeling van de zaken onder hen. | verdeling van de zaken onder hen. |
Art. 10.§ 1. De onderafdeling « kort geding » bestaat uit de kamer |
Art. 10.§ 1. De onderafdeling « kort geding » bestaat uit de kamer |
KGD die in kort geding of zoals in kort geding zitting houdt. | KGD die in kort geding of zoals in kort geding zitting houdt. |
§ 2. De kamer KGD houdt zitting op dinsdag, woensdag, donderdag en | § 2. De kamer KGD houdt zitting op dinsdag, woensdag, donderdag en |
vrijdag om 9 u. 30 m. | vrijdag om 9 u. 30 m. |
§ 3. De zaken betreffende voorlopige maatregelen inzake echtscheiding | § 3. De zaken betreffende voorlopige maatregelen inzake echtscheiding |
of de familie worden ingeleid op woensdag of vrijdag om 9 u. 30 m. De | of de familie worden ingeleid op woensdag of vrijdag om 9 u. 30 m. De |
andere zaken worden ingeleid op dinsdag of donderdag om 9 u. 30 m. | andere zaken worden ingeleid op dinsdag of donderdag om 9 u. 30 m. |
Art. 11.§ 1. De onderafdeling « fiscaal recht » bestaat uit de kamers |
Art. 11.§ 1. De onderafdeling « fiscaal recht » bestaat uit de kamers |
1F tot 4F. | 1F tot 4F. |
§ 2. De onderafdeling « fiscaal recht » neemt kennis van alle | § 2. De onderafdeling « fiscaal recht » neemt kennis van alle |
vorderingen en betwistingen inzake fiscale zaken. | vorderingen en betwistingen inzake fiscale zaken. |
§ 3. De kamers houden zitting als volgt : | § 3. De kamers houden zitting als volgt : |
1° de kamer 1F, op vrijdag om 9 uur; | 1° de kamer 1F, op vrijdag om 9 uur; |
2° de kamer 2F (met drie rechters), op woensdag om 9 uur; | 2° de kamer 2F (met drie rechters), op woensdag om 9 uur; |
3° de kamer 3F, op donderdag om 9 uur; | 3° de kamer 3F, op donderdag om 9 uur; |
4° de kamer 4F, op maandag en dinsdag om 9 uur. | 4° de kamer 4F, op maandag en dinsdag om 9 uur. |
§ 4. De zaken worden ingeleid voor de kamer 1F op vrijdag om 9 uur. | § 4. De zaken worden ingeleid voor de kamer 1F op vrijdag om 9 uur. |
Art. 12.De vorderingen tot levensonderhoud op grond van artikel 336 |
Art. 12.De vorderingen tot levensonderhoud op grond van artikel 336 |
van het Burgerlijk Wetboek worden gebracht voor de kamer D die zitting | van het Burgerlijk Wetboek worden gebracht voor de kamer D die zitting |
houdt op vrijdag om 9 uur. | houdt op vrijdag om 9 uur. |
De zaken en verzoeken om rechtsbijstand worden gebracht voor de kamer | De zaken en verzoeken om rechtsbijstand worden gebracht voor de kamer |
D die als bureau voor rechtsbijstand zitting houdt op vrijdag om 9 u. | D die als bureau voor rechtsbijstand zitting houdt op vrijdag om 9 u. |
30 m. | 30 m. |
Art. 13.De getuigenverhoren worden gehouden op dinsdag, woensdag en |
Art. 13.De getuigenverhoren worden gehouden op dinsdag, woensdag en |
donderdag om 14 uur. | donderdag om 14 uur. |
Art. 14.De verschijningen in verzoening inzake echtscheiding met |
Art. 14.De verschijningen in verzoening inzake echtscheiding met |
onderlinge toestemming worden gehouden op dinsdag en donderdag om 14 | onderlinge toestemming worden gehouden op dinsdag en donderdag om 14 |
uur. | uur. |
HOOFDSTUK III. - De correctionele rechtbank | HOOFDSTUK III. - De correctionele rechtbank |
Afdeling I. - De kamers in correctionele zaken | Afdeling I. - De kamers in correctionele zaken |
Art. 15.§ 1. De correctionele rechtbank bestaat uit negen kamers, |
Art. 15.§ 1. De correctionele rechtbank bestaat uit negen kamers, |
namelijk de kamers 1C tot 9C. | namelijk de kamers 1C tot 9C. |
§ 2. De kamers houden zitting als volgt : | § 2. De kamers houden zitting als volgt : |
1° de kamer 1C, op maandag en dinsdag, alsmede de eerste en de tweede | 1° de kamer 1C, op maandag en dinsdag, alsmede de eerste en de tweede |
woensdag van de maand om 9 uur; | woensdag van de maand om 9 uur; |
2° de kamer 2C, op maandag om 9 uur; | 2° de kamer 2C, op maandag om 9 uur; |
3° de kamer 3C, op dinsdag en vrijdag, alsmede de eerste en de tweede | 3° de kamer 3C, op dinsdag en vrijdag, alsmede de eerste en de tweede |
woensdag van de maand om 9 uur; | woensdag van de maand om 9 uur; |
4° de kamer 4C (met drie rechters), op maandag en dinsdag, alsmede de | 4° de kamer 4C (met drie rechters), op maandag en dinsdag, alsmede de |
derde, vierde en vijfde woensdag van de maand om 9 uur; | derde, vierde en vijfde woensdag van de maand om 9 uur; |
5° de kamer 5C, op donderdag en vrijdag om 9 uur; | 5° de kamer 5C, op donderdag en vrijdag om 9 uur; |
6° de kamer 6C (met drie rechters), als beroepskamer, op maandag, | 6° de kamer 6C (met drie rechters), als beroepskamer, op maandag, |
donderdag en vrijdag om 9 uur; | donderdag en vrijdag om 9 uur; |
7° de kamer 7C, als raadkamer in correctionele zaken, op maandag, | 7° de kamer 7C, als raadkamer in correctionele zaken, op maandag, |
dinsdag, woensdag, donderdag en vrijdag om 9 u. 30 m., op maandag en | dinsdag, woensdag, donderdag en vrijdag om 9 u. 30 m., op maandag en |
donderdag om 14 uur en de dag volgende op een wettelijke feestdag om | donderdag om 14 uur en de dag volgende op een wettelijke feestdag om |
14 uur; | 14 uur; |
8° de kamer 8C (met drie rechters), op woensdag, donderdag en vrijdag | 8° de kamer 8C (met drie rechters), op woensdag, donderdag en vrijdag |
om 9 uur; | om 9 uur; |
9° de kamer 9C, op woensdag om 9 uur. | 9° de kamer 9C, op woensdag om 9 uur. |
Art. 16.§ 1. De verdeling van de zaken tussen de kamers van de |
Art. 16.§ 1. De verdeling van de zaken tussen de kamers van de |
correctionele afdeling wordt vastgesteld door de voorzitter van de | correctionele afdeling wordt vastgesteld door de voorzitter van de |
rechtbank, na advies van de procureur des Konings, desgevallend de | rechtbank, na advies van de procureur des Konings, desgevallend de |
arbeidsauditeur, en de hoofdgriffier, in een overeenkomst tussen de | arbeidsauditeur, en de hoofdgriffier, in een overeenkomst tussen de |
voorzitter van de rechtbank en de procureur des Konings, desgevallend | voorzitter van de rechtbank en de procureur des Konings, desgevallend |
de arbeidsauditeur. Deze overeenkomst wordt ter kennis gebracht van de | de arbeidsauditeur. Deze overeenkomst wordt ter kennis gebracht van de |
eerste voorzitter van het Hof van Beroep, de stafhouder van de Orde | eerste voorzitter van het Hof van Beroep, de stafhouder van de Orde |
van advocaten, de hoofdgriffier en de syndicus-voorzitter van de Raad | van advocaten, de hoofdgriffier en de syndicus-voorzitter van de Raad |
van de arrondissementskamer. | van de arrondissementskamer. |
§ 2. De hoger beroepen tegen de vonnissen gewezen door de | § 2. De hoger beroepen tegen de vonnissen gewezen door de |
politierechtbank in strafzaken worden gebracht voor de kamer 6C. | politierechtbank in strafzaken worden gebracht voor de kamer 6C. |
§ 3. De zaken in toepassing van de wet van 28 maart 2000 tot invoeging | § 3. De zaken in toepassing van de wet van 28 maart 2000 tot invoeging |
van een procedure van onmiddellijke verschijning in strafzaken en de | van een procedure van onmiddellijke verschijning in strafzaken en de |
wet van 28 maart 2000 tot wijziging van de rechterlijke organisatie | wet van 28 maart 2000 tot wijziging van de rechterlijke organisatie |
ten gevolge van de invoering van een procedure van onmiddellijke | ten gevolge van de invoering van een procedure van onmiddellijke |
verschijning worden uitsluitend gebracht voor de kamers met drie | verschijning worden uitsluitend gebracht voor de kamers met drie |
rechters, zijnde de kamers 4C, 5C en 8C. | rechters, zijnde de kamers 4C, 5C en 8C. |
§ 4. De rechtstreekse dagvaardingen door een burgerlijke partij worden | § 4. De rechtstreekse dagvaardingen door een burgerlijke partij worden |
uitsluitend gebracht : | uitsluitend gebracht : |
Voor de kamer 5C voor zaken die tot de bevoegdheid van een kamer met | Voor de kamer 5C voor zaken die tot de bevoegdheid van een kamer met |
drie rechters behoren; | drie rechters behoren; |
Voor de kamer 3C voor zaken die tot de bevoegdheid van een kamer met | Voor de kamer 3C voor zaken die tot de bevoegdheid van een kamer met |
één rechter behoren. | één rechter behoren. |
§ 5. De rechtspleging op verzet wordt ingeleid voor de kamer die het | § 5. De rechtspleging op verzet wordt ingeleid voor de kamer die het |
verstek heeft uitgesproken. | verstek heeft uitgesproken. |
§ 6. De voorzitter van de rechtbank kan een zaak naar een andere | § 6. De voorzitter van de rechtbank kan een zaak naar een andere |
correctionele kamer verwijzen. Hij kan in deze zijn bevoegdheid | correctionele kamer verwijzen. Hij kan in deze zijn bevoegdheid |
delegeren aan een ondervoorzitter. De voorzitter of de magistraat die | delegeren aan een ondervoorzitter. De voorzitter of de magistraat die |
daartoe door hem is gedelegeerd kan te allen tijde, zelfs mondeling, | daartoe door hem is gedelegeerd kan te allen tijde, zelfs mondeling, |
de toelating verlenen om voor een andere kamer te dagvaarden. | de toelating verlenen om voor een andere kamer te dagvaarden. |
Afdeling II. - De onderzoeksrechters | Afdeling II. - De onderzoeksrechters |
Art. 17.§ 1. De voorzitter van de rechtbank of de magistraat die |
Art. 17.§ 1. De voorzitter van de rechtbank of de magistraat die |
daartoe door hem is gedelegeerd verdeelt de zaken tussen de | daartoe door hem is gedelegeerd verdeelt de zaken tussen de |
onderzoeksrechters en richt hun dienst in. | onderzoeksrechters en richt hun dienst in. |
§ 2. De vorderingen van het openbaar ministerie worden gebracht voor | § 2. De vorderingen van het openbaar ministerie worden gebracht voor |
de onderzoeksrechter die van dienst is op de datum van de vorderingen, | de onderzoeksrechter die van dienst is op de datum van de vorderingen, |
tenzij reeds een andere onderzoeksrechter gevat is. | tenzij reeds een andere onderzoeksrechter gevat is. |
§ 3. De burgerlijke partijstellingen worden gebracht voor de | § 3. De burgerlijke partijstellingen worden gebracht voor de |
onderzoeksrechter wiens dienst juist is afgelopen of de | onderzoeksrechter wiens dienst juist is afgelopen of de |
onderzoeksrechter die hem vervangt. De voorzitter of de magistraat die | onderzoeksrechter die hem vervangt. De voorzitter of de magistraat die |
daartoe door hem is gedelegeerd bepaalt, op vordering van het openbaar | daartoe door hem is gedelegeerd bepaalt, op vordering van het openbaar |
ministerie, aan wie het onderzoek wordt toegewezen. | ministerie, aan wie het onderzoek wordt toegewezen. |
§ 4. De vorderingen van het openbaar ministerie in toepassing van | § 4. De vorderingen van het openbaar ministerie in toepassing van |
artikel 28septies van het Wetboek van strafvordering worden gebracht | artikel 28septies van het Wetboek van strafvordering worden gebracht |
voor de onderzoeksrechter van dienst. Verdere gelijkaardige | voor de onderzoeksrechter van dienst. Verdere gelijkaardige |
vorderingen in dezelfde zaak worden gebracht voor dezelfde | vorderingen in dezelfde zaak worden gebracht voor dezelfde |
onderzoeksrechter, ook wanneer deze niet van dienst is. | onderzoeksrechter, ook wanneer deze niet van dienst is. |
HOOFDSTUK IV. - De jeugdrechtbank | HOOFDSTUK IV. - De jeugdrechtbank |
Art. 18.§ 1. De jeugdrechtbank bestaat uit zes kamers, namelijk de |
Art. 18.§ 1. De jeugdrechtbank bestaat uit zes kamers, namelijk de |
kamers 1JR tot 6JR. | kamers 1JR tot 6JR. |
§ 2. De jeugdrechtbank houdt zitting als volgt : | § 2. De jeugdrechtbank houdt zitting als volgt : |
de kamer 1JR, op woensdag om 9 uur; | de kamer 1JR, op woensdag om 9 uur; |
de kamer 2JR, op dinsdag om 9 uur; | de kamer 2JR, op dinsdag om 9 uur; |
de kamer 3JR, op donderdag om 9 uur; | de kamer 3JR, op donderdag om 9 uur; |
de kamer 4JR, op dinsdag om 9 uur; | de kamer 4JR, op dinsdag om 9 uur; |
de kamer 5JR, op vrijdag om 9 uur; | de kamer 5JR, op vrijdag om 9 uur; |
de kamer 6JR, op maandag om 9 uur. | de kamer 6JR, op maandag om 9 uur. |
Elke kamer houdt om de veertien dagen afwisselend een zitting volgens | Elke kamer houdt om de veertien dagen afwisselend een zitting volgens |
de burgerlijke procedure en een zitting volgens de strafprocedure. | de burgerlijke procedure en een zitting volgens de strafprocedure. |
§ 3. De leidend jeugdrechter verdeelt de zaken tussen de jeugdrechters | § 3. De leidend jeugdrechter verdeelt de zaken tussen de jeugdrechters |
en richt hun dienst in. | en richt hun dienst in. |
§ 4. De zittingen vangen aan om 9 uur. | § 4. De zittingen vangen aan om 9 uur. |
De burgerlijke zaken worden om 9 uur bij verzoekschrift ingeleid. | De burgerlijke zaken worden om 9 uur bij verzoekschrift ingeleid. |
De zaken volgens de strafprocedure worden gedagvaard op de | De zaken volgens de strafprocedure worden gedagvaard op de |
vastgestelde uren vanaf 9 uur. | vastgestelde uren vanaf 9 uur. |
§ 5. De vorderingen van het openbaar ministerie worden gebracht voor | § 5. De vorderingen van het openbaar ministerie worden gebracht voor |
de jeugdrechter die van dienst is op de datum van de vorderingen. | de jeugdrechter die van dienst is op de datum van de vorderingen. |
De interne dienstregeling duidt de jeugdrechter aan die belast is met | De interne dienstregeling duidt de jeugdrechter aan die belast is met |
de verdere behandeling van de zaak. | de verdere behandeling van de zaak. |
HOOFDSTUK V. - Slotbepalingen | HOOFDSTUK V. - Slotbepalingen |
Art. 19.De voorzitter van de rechtbank bepaalt, na het advies van de |
Art. 19.De voorzitter van de rechtbank bepaalt, na het advies van de |
procureur des Konings en van de hoofdgriffier te hebben ingewonnen, de | procureur des Konings en van de hoofdgriffier te hebben ingewonnen, de |
dagen en uren van de vakantiezittingen in overeenstemming met de | dagen en uren van de vakantiezittingen in overeenstemming met de |
artikelen 334 en 339 van het Gerechtelijk Wetboek. | artikelen 334 en 339 van het Gerechtelijk Wetboek. |
Hij maakt de dienstregeling op van de magistraten die er zitting | Hij maakt de dienstregeling op van de magistraten die er zitting |
houden. | houden. |
De voorzitter van de rechtbank kan te allen tijde die dienstregeling | De voorzitter van de rechtbank kan te allen tijde die dienstregeling |
wijzigen, met het oog op de behoeften van de dienst. | wijzigen, met het oog op de behoeften van de dienst. |
Art. 20.De beschikkingen die de voorzitter van de rechtbank neemt op |
Art. 20.De beschikkingen die de voorzitter van de rechtbank neemt op |
grond van de artikelen 89 en 90 van het Gerechtelijk Wetboek of op | grond van de artikelen 89 en 90 van het Gerechtelijk Wetboek of op |
grond van dit reglement, worden ter griffie van de rechtbank | grond van dit reglement, worden ter griffie van de rechtbank |
aangeplakt. Deze beschikkingen worden onmiddellijk ter kennis gebracht | aangeplakt. Deze beschikkingen worden onmiddellijk ter kennis gebracht |
van de eerste voorzitter van het Hof van Beroep, van de procureur des | van de eerste voorzitter van het Hof van Beroep, van de procureur des |
Konings, van de stafhouder van de Orde van advocaten, van de | Konings, van de stafhouder van de Orde van advocaten, van de |
hoofdgriffier van de rechtbank en van de syndicus-voorzitter van de | hoofdgriffier van de rechtbank en van de syndicus-voorzitter van de |
Raad van de arrondissementskamer van de gerechtsdeurwaarders van | Raad van de arrondissementskamer van de gerechtsdeurwaarders van |
Antwerpen. | Antwerpen. |
Art. 21.Het koninklijk besluit van 17 april 1986 tot vaststelling van |
Art. 21.Het koninklijk besluit van 17 april 1986 tot vaststelling van |
het bijzonder reglement voor de rechtbank van eerste aanleg te | het bijzonder reglement voor de rechtbank van eerste aanleg te |
Antwerpen wordt opgeheven. | Antwerpen wordt opgeheven. |
Art. 22.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2002. |
Art. 22.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2002. |
Art. 23.Onze Minister van Justitie is belast met de uitvoering van |
Art. 23.Onze Minister van Justitie is belast met de uitvoering van |
dit besluit. | dit besluit. |
Gegeven te Nice, 2 april 2002. | Gegeven te Nice, 2 april 2002. |
ALBERT | ALBERT |
Van Koningswege : | Van Koningswege : |
De Minister van Justitie, | De Minister van Justitie, |
M. VERWILGHEN | M. VERWILGHEN |