Koninklijk besluit tot vaststelling van de opzeggingstermijnen in de ondernemingen die onder het Paritair Subcomité voor de edele metalen ressorteren (1) | Koninklijk besluit tot vaststelling van de opzeggingstermijnen in de ondernemingen die onder het Paritair Subcomité voor de edele metalen ressorteren (1) |
---|---|
FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG | FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG |
1 SEPTEMBER 2012. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de | 1 SEPTEMBER 2012. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de |
opzeggingstermijnen in de ondernemingen die onder het Paritair | opzeggingstermijnen in de ondernemingen die onder het Paritair |
Subcomité voor de edele metalen ressorteren (PSC 149.03) (1) | Subcomité voor de edele metalen ressorteren (PSC 149.03) (1) |
ALBERT II, Koning der Belgen, | ALBERT II, Koning der Belgen, |
Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. | Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. |
Gelet op de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten, | Gelet op de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten, |
artikel 61, § 1, genummerd bij de wet van 20 juli 1991; | artikel 61, § 1, genummerd bij de wet van 20 juli 1991; |
Gelet op het koninklijk besluit van 22 juni 2003 tot vaststelling van | Gelet op het koninklijk besluit van 22 juni 2003 tot vaststelling van |
de opzeggingstermijnen in de ondernemingen die onder de bevoegdheid | de opzeggingstermijnen in de ondernemingen die onder de bevoegdheid |
van het Paritair Subcomité voor de edele metalen (PC 149.03) | van het Paritair Subcomité voor de edele metalen (PC 149.03) |
ressorteren; | ressorteren; |
Gelet op het voorstel van het Paritair Subcomité voor de edele metalen | Gelet op het voorstel van het Paritair Subcomité voor de edele metalen |
van 10 januari 2012; | van 10 januari 2012; |
Gelet op advies 51.476/1 van de Raad van State, gegeven op 28 juni | Gelet op advies 51.476/1 van de Raad van State, gegeven op 28 juni |
2012 met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de wetten | 2012 met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de wetten |
op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973; | op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973; |
Op de voordracht van de Minister van Werk, | Op de voordracht van de Minister van Werk, |
Hebben Wij besloten en besluiten Wij : | Hebben Wij besloten en besluiten Wij : |
Artikel 1.Dit besluit is van toepassing op de werkgevers en op de |
Artikel 1.Dit besluit is van toepassing op de werkgevers en op de |
werklieden van de ondernemingen die onder het Paritair Subcomité voor | werklieden van de ondernemingen die onder het Paritair Subcomité voor |
de edele metalen ressorteren. | de edele metalen ressorteren. |
Art. 2.Voor de toepassing van dit besluit, verstaat men onder |
Art. 2.Voor de toepassing van dit besluit, verstaat men onder |
werklieden, de werklieden en de werksters, met inbegrip van diegenen | werklieden, de werklieden en de werksters, met inbegrip van diegenen |
waarop artikel 65/1 van de wet van 3 juli 1978 betreffende de | waarop artikel 65/1 van de wet van 3 juli 1978 betreffende de |
arbeidsovereenkomsten van toepassing is. | arbeidsovereenkomsten van toepassing is. |
Art. 3.In afwijking van de bepalingen van artikel 59, tweede en derde |
Art. 3.In afwijking van de bepalingen van artikel 59, tweede en derde |
lid, van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten | lid, van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten |
wordt de te geven opzeggingstermijn bij het beëindigen van de | wordt de te geven opzeggingstermijn bij het beëindigen van de |
arbeidsovereenkomst voor werklieden, gesloten voor onbepaalde tijd, | arbeidsovereenkomst voor werklieden, gesloten voor onbepaalde tijd, |
vastgesteld op : | vastgesteld op : |
- achtentwintig dagen wanneer de opzegging van de werkgever uitgaat en | - achtentwintig dagen wanneer de opzegging van de werkgever uitgaat en |
veertien dagen wanneer de opzegging van de werknemer uitgaat wat de | veertien dagen wanneer de opzegging van de werknemer uitgaat wat de |
werklieden betreft die minder dan zes maanden ononderbroken bij | werklieden betreft die minder dan zes maanden ononderbroken bij |
dezelfde onderneming in dienst zijn gebleven; | dezelfde onderneming in dienst zijn gebleven; |
- veertig dagen wanneer de opzegging van de werkgever uitgaat en | - veertig dagen wanneer de opzegging van de werkgever uitgaat en |
veertien dagen wanneer de opzegging van de werknemer uitgaat wat de | veertien dagen wanneer de opzegging van de werknemer uitgaat wat de |
werklieden betreft die tussen zes maanden en minder dan vijf jaren | werklieden betreft die tussen zes maanden en minder dan vijf jaren |
ononderbroken bij dezelfde onderneming in dienst zijn gebleven; | ononderbroken bij dezelfde onderneming in dienst zijn gebleven; |
- achtenveertig dagen wanneer de opzegging van de werkgever uitgaat en | - achtenveertig dagen wanneer de opzegging van de werkgever uitgaat en |
veertien dagen wanneer de opzegging van de werknemer uitgaat wat de | veertien dagen wanneer de opzegging van de werknemer uitgaat wat de |
werklieden betreft die tussen vijf en minder dan tien jaren | werklieden betreft die tussen vijf en minder dan tien jaren |
ononderbroken bij dezelfde onderneming in dienst zijn gebleven; | ononderbroken bij dezelfde onderneming in dienst zijn gebleven; |
- zeventig dagen wanneer de opzegging van de werkgever uitgaat en | - zeventig dagen wanneer de opzegging van de werkgever uitgaat en |
achtentwintig dagen wanneer de opzegging van de werknemer uitgaat wat | achtentwintig dagen wanneer de opzegging van de werknemer uitgaat wat |
de werklieden betreft die tussen tien en minder dan vijftien jaren | de werklieden betreft die tussen tien en minder dan vijftien jaren |
ononderbroken bij dezelfde onderneming in dienst zijn gebleven; | ononderbroken bij dezelfde onderneming in dienst zijn gebleven; |
- achtennegentig dagen wanneer de opzegging van de werkgever uitgaat | - achtennegentig dagen wanneer de opzegging van de werkgever uitgaat |
en achtentwintig dagen wanneer de opzegging van de werknemer uitgaat | en achtentwintig dagen wanneer de opzegging van de werknemer uitgaat |
wat de werklieden betreft die tussen vijftien en minder dan twintig | wat de werklieden betreft die tussen vijftien en minder dan twintig |
jaren ononderbroken bij dezelfde onderneming in dienst zijn gebleven. | jaren ononderbroken bij dezelfde onderneming in dienst zijn gebleven. |
- honderdnegenentwintig dagen wanneer de opzegging van de werkgever | - honderdnegenentwintig dagen wanneer de opzegging van de werkgever |
uitgaat en achtentwintig dagen wanneer de opzegging van de werknemer | uitgaat en achtentwintig dagen wanneer de opzegging van de werknemer |
uitgaat wat de werklieden betreft die tussen twintig en minder dan | uitgaat wat de werklieden betreft die tussen twintig en minder dan |
vijfentwintig jaren ononderbroken bij dezelfde onderneming in dienst | vijfentwintig jaren ononderbroken bij dezelfde onderneming in dienst |
zijn gebleven; | zijn gebleven; |
- honderdvierenvijftig dagen wanneer de opzegging van de werkgever | - honderdvierenvijftig dagen wanneer de opzegging van de werkgever |
uitgaat en achtentwintig dagen wanneer de opzegging van de werknemer | uitgaat en achtentwintig dagen wanneer de opzegging van de werknemer |
uitgaat wat de werklieden betreft die tussen vijfentwintig en minder | uitgaat wat de werklieden betreft die tussen vijfentwintig en minder |
dan dertig jaren ononderbroken bij dezelfde onderneming in dienst zijn | dan dertig jaren ononderbroken bij dezelfde onderneming in dienst zijn |
gebleven; | gebleven; |
- honderdtweeëntachtig dagen wanneer de opzegging van de werkgever | - honderdtweeëntachtig dagen wanneer de opzegging van de werkgever |
uitgaat en achtentwintig dagen wanneer de opzegging van de werknemer | uitgaat en achtentwintig dagen wanneer de opzegging van de werknemer |
uitgaat wat de werklieden betreft die ten minste dertig jaren | uitgaat wat de werklieden betreft die ten minste dertig jaren |
ononderbroken bij dezelfde onderneming in dienst zijn gebleven; | ononderbroken bij dezelfde onderneming in dienst zijn gebleven; |
Art. 4.In geval van ontslag met het oog op brugpensioen wordt in |
Art. 4.In geval van ontslag met het oog op brugpensioen wordt in |
afwijking van de bepalingen van artikel 59, tweede en derde lid, van | afwijking van de bepalingen van artikel 59, tweede en derde lid, van |
de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten de te | de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten de te |
geven opzeggingstermijn bij het beëindigen van de arbeidsovereenkomst | geven opzeggingstermijn bij het beëindigen van de arbeidsovereenkomst |
voor werklieden, gesloten voor onbepaalde tijd, vastgesteld op : | voor werklieden, gesloten voor onbepaalde tijd, vastgesteld op : |
- achtentwintig dagen wat de werklieden betreft die minder dan twintig | - achtentwintig dagen wat de werklieden betreft die minder dan twintig |
jaren ononderbroken bij dezelfde onderneming in dienst zijn gebleven; | jaren ononderbroken bij dezelfde onderneming in dienst zijn gebleven; |
- zesenvijftig dagen wat de werklieden betreft die ten minste twintig | - zesenvijftig dagen wat de werklieden betreft die ten minste twintig |
jaren ononderbroken bij dezelfde onderneming in dienst zijn gebleven. | jaren ononderbroken bij dezelfde onderneming in dienst zijn gebleven. |
Art. 5.De opzeggingen betekend vóór de inwerkingtreding van dit |
Art. 5.De opzeggingen betekend vóór de inwerkingtreding van dit |
besluit blijven al hun gevolgen behouden. | besluit blijven al hun gevolgen behouden. |
Art. 6.Het koninklijk besluit van 22 juni 2003 tot vaststelling van |
Art. 6.Het koninklijk besluit van 22 juni 2003 tot vaststelling van |
de opzeggingstermijnen in de ondernemingen die onder de bevoegdheid | de opzeggingstermijnen in de ondernemingen die onder de bevoegdheid |
van het Paritair Subcomité voor de edele metalen (PC 149.03) | van het Paritair Subcomité voor de edele metalen (PC 149.03) |
ressorteren, wordt opgeheven. | ressorteren, wordt opgeheven. |
Art. 7.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het |
Art. 7.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het |
Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt. | Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt. |
Art. 8.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van |
Art. 8.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van |
dit besluit. | dit besluit. |
Gegeven te Brussel, 1 september 2012. | Gegeven te Brussel, 1 september 2012. |
ALBERT | ALBERT |
Van Koningswege : | Van Koningswege : |
De Minister van Werk, | De Minister van Werk, |
Mevr. M. DE CONINCK | Mevr. M. DE CONINCK |
_______ | _______ |
Nota | Nota |
(1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : | (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : |
Wet van 3 juli 1978, Belgisch Staatsblad van 22 augustus 1978. | Wet van 3 juli 1978, Belgisch Staatsblad van 22 augustus 1978. |
Wet van 20 juli 1991, Belgisch Staatsblad van 1 augustus 1991. | Wet van 20 juli 1991, Belgisch Staatsblad van 1 augustus 1991. |
Koninklijk besluit van 22 juni 2003, Belgisch Staatsblad van 28 juli | Koninklijk besluit van 22 juni 2003, Belgisch Staatsblad van 28 juli |
2003. | 2003. |