| Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 7 mei 2003, gesloten in het Paritair Comité voor de scheikundige nijverheid, betreffende de syndicale vorming | Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 7 mei 2003, gesloten in het Paritair Comité voor de scheikundige nijverheid, betreffende de syndicale vorming |
|---|---|
| FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG | FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG |
| 1 OKTOBER 2003. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt | 1 OKTOBER 2003. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt |
| verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 7 mei 2003, gesloten | verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 7 mei 2003, gesloten |
| in het Paritair Comité voor de scheikundige nijverheid, betreffende de | in het Paritair Comité voor de scheikundige nijverheid, betreffende de |
| syndicale vorming (1) | syndicale vorming (1) |
| Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. | Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. |
| Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve | Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve |
| arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel | arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel |
| 28; | 28; |
| Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de scheikundige | Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de scheikundige |
| nijverheid; | nijverheid; |
| Op de voordracht van Onze Minister van Werk, | Op de voordracht van Onze Minister van Werk, |
| Hebben Wij besloten en besluiten Wij : | Hebben Wij besloten en besluiten Wij : |
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage |
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage |
| overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 7 mei 2003, gesloten | overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 7 mei 2003, gesloten |
| in het Paritair Comité voor de scheikundige nijverheid, betreffende de | in het Paritair Comité voor de scheikundige nijverheid, betreffende de |
| syndicale vorming. | syndicale vorming. |
Art. 2.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit |
Art. 2.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit |
| besluit. | besluit. |
| Gegeven te Brussel, 1 oktober 2003. | Gegeven te Brussel, 1 oktober 2003. |
| Van Koningswege : | Van Koningswege : |
| De Minister van Werk, | De Minister van Werk, |
| F. VANDENBROUCKE | F. VANDENBROUCKE |
| _______ | _______ |
| Nota | Nota |
| (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : | (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : |
| Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. | Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. |
| Bijlage | Bijlage |
| Paritair Comité voor de scheikundige nijverheid | Paritair Comité voor de scheikundige nijverheid |
| Collectieve arbeidsovereenkomst van 7 mei 2003 | Collectieve arbeidsovereenkomst van 7 mei 2003 |
| Syndicale vorming | Syndicale vorming |
| (Overeenkomst geregistreerd op 20 juni 2003, onder het nummer | (Overeenkomst geregistreerd op 20 juni 2003, onder het nummer |
| 66591/CO/116) | 66591/CO/116) |
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is toepasselijk op de |
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is toepasselijk op de |
| werkgevers en op de arbeiders van de ondernemingen die ressorteren | werkgevers en op de arbeiders van de ondernemingen die ressorteren |
| onder het Paritair Comité voor de scheikundige nijverheid. | onder het Paritair Comité voor de scheikundige nijverheid. |
| Met "arbeiders" wordt verstaan : de arbeiders en de arbeidsters. | Met "arbeiders" wordt verstaan : de arbeiders en de arbeidsters. |
Art. 2.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is gesloten in uitvoering |
Art. 2.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is gesloten in uitvoering |
| van punt 7 van het nationaal interprofessioneel akkoord van 15 juni | van punt 7 van het nationaal interprofessioneel akkoord van 15 juni |
| 1971. Zij bepaalt de criteria, de toepassingsmodaliteiten en de | 1971. Zij bepaalt de criteria, de toepassingsmodaliteiten en de |
| financieringswijze die toelaten een doelmatige vorming te verstrekken | financieringswijze die toelaten een doelmatige vorming te verstrekken |
| aan de effectieve of plaatsvervangende vertegenwoordigers van de | aan de effectieve of plaatsvervangende vertegenwoordigers van de |
| arbeiders in de ondernemingsraad, het comité voor preventie en | arbeiders in de ondernemingsraad, het comité voor preventie en |
| bescherming op het werk of de syndicale afvaardiging van de | bescherming op het werk of de syndicale afvaardiging van de |
| ondernemingen bedoeld in artikel 1. | ondernemingen bedoeld in artikel 1. |
| Deze bepalingen zijn eveneens van toepassing op de ondernemingen waar | Deze bepalingen zijn eveneens van toepassing op de ondernemingen waar |
| geen van voormelde organen bestaan en gelden voor de arbeiders die | geen van voormelde organen bestaan en gelden voor de arbeiders die |
| door de in het Paritair Comité voor de scheikundige nijverheid | door de in het Paritair Comité voor de scheikundige nijverheid |
| vertegenwoordigde werknemersorganisaties als afgevaardigden van de | vertegenwoordigde werknemersorganisaties als afgevaardigden van de |
| werknemers worden beschouwd, dit tot maximum twee per jaar en per | werknemers worden beschouwd, dit tot maximum twee per jaar en per |
| onderneming. | onderneming. |
Art. 3.Teneinde de dialoog tussen de werkgever en de |
Art. 3.Teneinde de dialoog tussen de werkgever en de |
| vertegenwoordigers van de arbeiders op het vlak van de onderneming te | vertegenwoordigers van de arbeiders op het vlak van de onderneming te |
| stimuleren, spannen de ondertekenende beroepsorganisaties zich in om | stimuleren, spannen de ondertekenende beroepsorganisaties zich in om |
| de syndicale vorming van de afgevaardigden der arbeiders te | de syndicale vorming van de afgevaardigden der arbeiders te |
| bevorderen, overeenkomstig artikel 2. | bevorderen, overeenkomstig artikel 2. |
Art. 4.De financiële bijdrage van de werkgevers inzake de syndicale |
Art. 4.De financiële bijdrage van de werkgevers inzake de syndicale |
| vorming wordt vastgesteld op 0,07 pct. van de onbegrensde brutolonen | vorming wordt vastgesteld op 0,07 pct. van de onbegrensde brutolonen |
| en wordt afgehouden op de bijdrage bepaald bij artikel 4 van de | en wordt afgehouden op de bijdrage bepaald bij artikel 4 van de |
| statuten van het "Sociaal Fonds van de scheikundige nijverheid" | statuten van het "Sociaal Fonds van de scheikundige nijverheid" |
| voorzien in de collectieve arbeidsovereenkomst van 12 april 1972, | voorzien in de collectieve arbeidsovereenkomst van 12 april 1972, |
| gesloten in het Nationaal Paritair Comité voor de scheikundige | gesloten in het Nationaal Paritair Comité voor de scheikundige |
| nijverheid, tot oprichting van een fonds voor bestaanszekerheid en tot | nijverheid, tot oprichting van een fonds voor bestaanszekerheid en tot |
| vaststelling van zijn statuten. | vaststelling van zijn statuten. |
| Wanneer er voor een bepaald boekjaar geen bijdrage geïnd wordt, wordt | Wanneer er voor een bepaald boekjaar geen bijdrage geïnd wordt, wordt |
| de financiële bijdrage op de reserves van het fonds geheven. Het | de financiële bijdrage op de reserves van het fonds geheven. Het |
| Paritair Comité voor de scheikundige nijverheid bepaalt de verdeling | Paritair Comité voor de scheikundige nijverheid bepaalt de verdeling |
| tussen de ondertekenende organisaties van het product van bedoelde | tussen de ondertekenende organisaties van het product van bedoelde |
| bijdrage, alsmede zijn begrenzing tot een bepaald bedrag. | bijdrage, alsmede zijn begrenzing tot een bepaald bedrag. |
| Een gedeelte van het product van de bijdrage waarover sprake in | Een gedeelte van het product van de bijdrage waarover sprake in |
| artikel 4 van bovengenoemde collectieve arbeidsovereenkomst wordt | artikel 4 van bovengenoemde collectieve arbeidsovereenkomst wordt |
| toegewezen aan de "Federatie van de Chemische Industrie van België" | toegewezen aan de "Federatie van de Chemische Industrie van België" |
| met het oog op het vervolmaken van de sociale vorming van de | met het oog op het vervolmaken van de sociale vorming van de |
| vertegenwoordigers van de werkgever in de sociale dialoog. | vertegenwoordigers van de werkgever in de sociale dialoog. |
| De verdeling en de begrenzing voorzien in alinea 2 van dit artikel | De verdeling en de begrenzing voorzien in alinea 2 van dit artikel |
| worden, met ingang van het jaar 2003, vastgelegd als volgt : | worden, met ingang van het jaar 2003, vastgelegd als volgt : |
| - begrenzing : 900.000 EUR per kalenderjaar vanaf 2003; | - begrenzing : 900.000 EUR per kalenderjaar vanaf 2003; |
| - verdeling : 750.000 EUR per kalenderjaar vanaf 2003 aan de | - verdeling : 750.000 EUR per kalenderjaar vanaf 2003 aan de |
| vakbondsorganisaties; 150.000 EUR per kalenderjaar vanaf 2003 aan de | vakbondsorganisaties; 150.000 EUR per kalenderjaar vanaf 2003 aan de |
| "Federatie van de Chemische Industrie van België" (Fedichem). | "Federatie van de Chemische Industrie van België" (Fedichem). |
Art. 5.a) De arbeiders die betrokken zijn bij de syndicale vorming |
Art. 5.a) De arbeiders die betrokken zijn bij de syndicale vorming |
| beoogd in deze collectieve arbeidsovereenkomst mogen op hun werk | beoogd in deze collectieve arbeidsovereenkomst mogen op hun werk |
| afwezig zijn om de door de in artikel 2 bedoelde | afwezig zijn om de door de in artikel 2 bedoelde |
| werknemersorganisaties georganiseerde vormingscycli te volgen. | werknemersorganisaties georganiseerde vormingscycli te volgen. |
| b) Elk jaar delen bedoelde werknemersorganisaties aan de "Federatie | b) Elk jaar delen bedoelde werknemersorganisaties aan de "Federatie |
| van de Chemische Industrie van België", het benaderend totaal aantal | van de Chemische Industrie van België", het benaderend totaal aantal |
| mede van de arbeiders van de sector voor wie de vormingscycli worden | mede van de arbeiders van de sector voor wie de vormingscycli worden |
| georganiseerd. | georganiseerd. |
| c) Bedoelde werknemersorganisaties verwittigen de werkgevers minstens | c) Bedoelde werknemersorganisaties verwittigen de werkgevers minstens |
| vier weken tevoren schriftelijk van de afwezigheid van hun leden. | vier weken tevoren schriftelijk van de afwezigheid van hun leden. |
| d) De arbeiders die worden uitgenodigd om aan deze vormingsdagen deel | d) De arbeiders die worden uitgenodigd om aan deze vormingsdagen deel |
| te nemen, staven, door middel van een bewijsstuk, dat zij er werkelijk | te nemen, staven, door middel van een bewijsstuk, dat zij er werkelijk |
| deel aan hebben genomen. | deel aan hebben genomen. |
| e) Gelet op de problemen inzake arbeidsorganisatie en om zoveel | e) Gelet op de problemen inzake arbeidsorganisatie en om zoveel |
| mogelijk elk productieverlies te vermijden, moeten bedoelde | mogelijk elk productieverlies te vermijden, moeten bedoelde |
| werknemersorganisaties trachten te vermijden dat een al te groot | werknemersorganisaties trachten te vermijden dat een al te groot |
| aantal van hun leden tegelijkertijd wordt aangewezen om samen | aantal van hun leden tegelijkertijd wordt aangewezen om samen |
| vormingscycli te volgen. Anderzijds, vergemakkelijken zij de | vormingscycli te volgen. Anderzijds, vergemakkelijken zij de |
| vervanging van de afwezige arbeiders. Sommige omstandigheden, zoals de | vervanging van de afwezige arbeiders. Sommige omstandigheden, zoals de |
| afwezigheid van de andere arbeiders op dezelfde post, kunnen de | afwezigheid van de andere arbeiders op dezelfde post, kunnen de |
| deelname aan de cycli onmogelijk maken, op straffe van de goede | deelname aan de cycli onmogelijk maken, op straffe van de goede |
| werking van de onderneming te desorganiseren. In dit geval verwittigt | werking van de onderneming te desorganiseren. In dit geval verwittigt |
| de werkgever de betrokken werknemersorganisatie. De geschillen die | de werkgever de betrokken werknemersorganisatie. De geschillen die |
| hieruit kunnen voortvloeien tussen de werkgever en de | hieruit kunnen voortvloeien tussen de werkgever en de |
| vakbondsafgevaardigden of de werknemersorganisaties bedoeld in artikel | vakbondsafgevaardigden of de werknemersorganisaties bedoeld in artikel |
| 2, maken het voorwerp uit van een bemiddeling tussen de "Federatie van | 2, maken het voorwerp uit van een bemiddeling tussen de "Federatie van |
| de Chemische Industrie van België" en de betrokken | de Chemische Industrie van België" en de betrokken |
| werknemersorganisatie. | werknemersorganisatie. |
| f) Telkenjare, na het afsluiten van de leergangen en uiterlijk tegen | f) Telkenjare, na het afsluiten van de leergangen en uiterlijk tegen |
| 31 december, sturen de werknemersorganisaties aan de "Federatie van de | 31 december, sturen de werknemersorganisaties aan de "Federatie van de |
| Chemische Industrie van België" een syntheseverslag, waarin de inhoud | Chemische Industrie van België" een syntheseverslag, waarin de inhoud |
| van de gegeven programma's wordt samengevat, en een staat met | van de gegeven programma's wordt samengevat, en een staat met |
| vermelding van het aantal arbeiders per cursusjaar, verdeeld per | vermelding van het aantal arbeiders per cursusjaar, verdeeld per |
| bedrijf (technische uitbatingseenheid). | bedrijf (technische uitbatingseenheid). |
Art. 6.a) Elk jaar maken de werknemersorganisaties bedoeld in artikel |
Art. 6.a) Elk jaar maken de werknemersorganisaties bedoeld in artikel |
| 2 aan de "Federatie van de Chemische Industrie van België" de inhoud | 2 aan de "Federatie van de Chemische Industrie van België" de inhoud |
| bekend van de vormingsprogramma's, die ook het niveau is waarop ze | bekend van de vormingsprogramma's, die ook het niveau is waarop ze |
| worden georganiseerd. | worden georganiseerd. |
| b) De vorming beoogt de economische en sociale problemen, teneinde de | b) De vorming beoogt de economische en sociale problemen, teneinde de |
| vertegenwoordigers van de arbeiders in de gelegenheid te stellen in | vertegenwoordigers van de arbeiders in de gelegenheid te stellen in |
| het belang van alle partijen hun taak te vervullen in de schoot van de | het belang van alle partijen hun taak te vervullen in de schoot van de |
| onderneming. | onderneming. |
Art. 7.De arbeiders ontvangen geen loon van de werkgever tijdens de |
Art. 7.De arbeiders ontvangen geen loon van de werkgever tijdens de |
| periode gedurende welke zij aan vormingscycli deelnemen. De werkgever | periode gedurende welke zij aan vormingscycli deelnemen. De werkgever |
| is er echter toe gehouden deze afwezigheidsdagen te erkennen als | is er echter toe gehouden deze afwezigheidsdagen te erkennen als |
| gerechtvaardigde afwezigheidsdagen, en ze als dusdanig te beschouwen | gerechtvaardigde afwezigheidsdagen, en ze als dusdanig te beschouwen |
| voor de toepassing van de sociale wetgeving en van de in de | voor de toepassing van de sociale wetgeving en van de in de |
| scheikundige nijverheid en op het vlak van de onderneming van kracht | scheikundige nijverheid en op het vlak van de onderneming van kracht |
| zijnde collectieve arbeidsovereenkomsten. | zijnde collectieve arbeidsovereenkomsten. |
Art. 8.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is gesloten voor een |
Art. 8.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is gesloten voor een |
| onbepaalde tijd. Zij vervangt de collectieve arbeidsovereenkomst | onbepaalde tijd. Zij vervangt de collectieve arbeidsovereenkomst |
| gesloten in het Paritair Comité voor de scheikundige nijverheid op 30 | gesloten in het Paritair Comité voor de scheikundige nijverheid op 30 |
| mei 2001 betreffende de syndicale vorming, algemeen verbindend | mei 2001 betreffende de syndicale vorming, algemeen verbindend |
| verklaard bij koninklijk besluit van 12 juni 2002 (Belgisch Staatsblad | verklaard bij koninklijk besluit van 12 juni 2002 (Belgisch Staatsblad |
| 6 augustus 2002) en treedt in werking op 1 januari 2003. | 6 augustus 2002) en treedt in werking op 1 januari 2003. |
| Zij kan in gemeenschappelijk akkoord worden herzien tussen de partijen | Zij kan in gemeenschappelijk akkoord worden herzien tussen de partijen |
| en door één van die partijen worden opgezegd mits een opzegging van | en door één van die partijen worden opgezegd mits een opzegging van |
| drie maanden, betekend bij een ter post aangetekende brief, gericht | drie maanden, betekend bij een ter post aangetekende brief, gericht |
| aan de voorzitter van het Paritair Comité voor de scheikundige | aan de voorzitter van het Paritair Comité voor de scheikundige |
| nijverheid. De termijn van drie maanden begint te lopen vanaf de datum | nijverheid. De termijn van drie maanden begint te lopen vanaf de datum |
| waarop de aangetekende brief aan de voorzitter wordt toegezonden. De | waarop de aangetekende brief aan de voorzitter wordt toegezonden. De |
| poststempel geldt als bewijs. De organisatie die daartoe het | poststempel geldt als bewijs. De organisatie die daartoe het |
| initiatief neemt, vermeldt de redenen van zijn opzegging en dient | initiatief neemt, vermeldt de redenen van zijn opzegging en dient |
| gelijktijdig amendementsvoorstellen in. | gelijktijdig amendementsvoorstellen in. |
| De ondertekenende partijen verbinden er zich toe deze voorstellen in | De ondertekenende partijen verbinden er zich toe deze voorstellen in |
| het Paritair Comité voor de scheikundige nijverheid te bespreken | het Paritair Comité voor de scheikundige nijverheid te bespreken |
| binnen een termijn van één maand na hun ontvangst. | binnen een termijn van één maand na hun ontvangst. |
| Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 1 oktober | Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 1 oktober |
| 2003. | 2003. |
| De Minister van Werk, | De Minister van Werk, |
| F. VANDENBROUCKE | F. VANDENBROUCKE |