Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 3 juni 2003, gesloten in het Paritair Subcomité voor het vervaardigen van en de handel in zakken in jute of in vervangingsmaterialen, tot toekenning van een vrijwillig deeltijds arbeidsregime | Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 3 juni 2003, gesloten in het Paritair Subcomité voor het vervaardigen van en de handel in zakken in jute of in vervangingsmaterialen, tot toekenning van een vrijwillig deeltijds arbeidsregime |
---|---|
FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG | FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG |
1 OKTOBER 2003. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt | 1 OKTOBER 2003. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt |
verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 3 juni 2003, gesloten | verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 3 juni 2003, gesloten |
in het Paritair Subcomité voor het vervaardigen van en de handel in | in het Paritair Subcomité voor het vervaardigen van en de handel in |
zakken in jute of in vervangingsmaterialen, tot toekenning van een | zakken in jute of in vervangingsmaterialen, tot toekenning van een |
vrijwillig deeltijds arbeidsregime (1) | vrijwillig deeltijds arbeidsregime (1) |
ALBERT II, Koning der Belgen, | ALBERT II, Koning der Belgen, |
Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. | Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. |
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve | Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve |
arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel | arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel |
28; | 28; |
Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor het vervaardigen | Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor het vervaardigen |
van en de handel in zakken in jute of in vervangingsmaterialen; | van en de handel in zakken in jute of in vervangingsmaterialen; |
Op de voordracht van Onze Minister van Werk, | Op de voordracht van Onze Minister van Werk, |
Hebben Wij besloten en besluiten Wij : | Hebben Wij besloten en besluiten Wij : |
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage |
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage |
overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 3 juni 2003, gesloten | overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 3 juni 2003, gesloten |
in het Paritair Subcomité voor het vervaardigen van en de handel in | in het Paritair Subcomité voor het vervaardigen van en de handel in |
zakken in jute of in vervangingsmaterialen, tot toekenning van een | zakken in jute of in vervangingsmaterialen, tot toekenning van een |
vrijwillig deeltijds arbeidsregime. | vrijwillig deeltijds arbeidsregime. |
Art. 2.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit |
Art. 2.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit |
besluit. | besluit. |
Gegeven te Brussel, 1 oktober 2003. | Gegeven te Brussel, 1 oktober 2003. |
ALBERT | ALBERT |
Van Koningswege : | Van Koningswege : |
De Minister van Werk, | De Minister van Werk, |
F. VANDENBROUCKE | F. VANDENBROUCKE |
_______ | _______ |
Nota | Nota |
(1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : | (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : |
Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. | Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. |
Bijlage | Bijlage |
Paritair Subcomité voor het vervaardigen van en de handel in zakken in | Paritair Subcomité voor het vervaardigen van en de handel in zakken in |
jute of in vervangingsmaterialen | jute of in vervangingsmaterialen |
Collectieve arbeidsovereenkomst van 3 juni 2003 | Collectieve arbeidsovereenkomst van 3 juni 2003 |
Vrijwillige deeltijdse arbeid (Overeenkomst geregistreerd op 10 juli | Vrijwillige deeltijdse arbeid (Overeenkomst geregistreerd op 10 juli |
2003 onder het nummer 66748/CO/120.03) | 2003 onder het nummer 66748/CO/120.03) |
HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied | HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied |
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op |
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op |
de werkgevers en op de werklieden en werksters, hierna "werklieden" | de werkgevers en op de werklieden en werksters, hierna "werklieden" |
genoemd, van de ondernemingen die onder het Paritair Subcomité voor | genoemd, van de ondernemingen die onder het Paritair Subcomité voor |
het vervaardigen van en de handel in zakken in jute of in | het vervaardigen van en de handel in zakken in jute of in |
vervangingsmaterialen ressorteren. | vervangingsmaterialen ressorteren. |
Art. 2.Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten in |
Art. 2.Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten in |
uitvoering van de wet van 26 juli 1996 tot bevordering van de | uitvoering van de wet van 26 juli 1996 tot bevordering van de |
werkgelegenheid en tot preventieve vrijwaring van het | werkgelegenheid en tot preventieve vrijwaring van het |
concurrentievermogen (Belgisch Staatsblad van 1 augustus 1996) en het | concurrentievermogen (Belgisch Staatsblad van 1 augustus 1996) en het |
koninklijk besluit van 24 februari 1997 houdende nadere voorwaarden | koninklijk besluit van 24 februari 1997 houdende nadere voorwaarden |
tot de tewerkstellingsakkoorden (Belgisch Staatsblad van 11 maart | tot de tewerkstellingsakkoorden (Belgisch Staatsblad van 11 maart |
1997) in toepassing van de artikelen 7, § 2, 30, § 2 en 33, van de wet | 1997) in toepassing van de artikelen 7, § 2, 30, § 2 en 33, van de wet |
van 26 juli 1996 tot bevordering van de werkgelegenheid en tot | van 26 juli 1996 tot bevordering van de werkgelegenheid en tot |
preventieve vrijwaring van het concurrentievermogen. | preventieve vrijwaring van het concurrentievermogen. |
HOOFDSTUK II. - Algemene bepalingen | HOOFDSTUK II. - Algemene bepalingen |
Art. 3.De werklieden hebben het recht vrijwillig van een voltijdse |
Art. 3.De werklieden hebben het recht vrijwillig van een voltijdse |
arbeidsregeling over te stappen naar een deeltijds arbeidsregime of | arbeidsregeling over te stappen naar een deeltijds arbeidsregime of |
hun deeltijds arbeidsregime te verminderen. | hun deeltijds arbeidsregime te verminderen. |
Art. 4.Het deeltijds arbeidsregime kan de bij de wet toegestane |
Art. 4.Het deeltijds arbeidsregime kan de bij de wet toegestane |
vormen van arbeidsduurvermindering aannemen. | vormen van arbeidsduurvermindering aannemen. |
De arbeidstijd van de deeltijdse werklieden kan ook worden berekend op | De arbeidstijd van de deeltijdse werklieden kan ook worden berekend op |
jaarbasis, binnen het wettelijk raam. | jaarbasis, binnen het wettelijk raam. |
Overeenkomstig de bedrijfsorganisatorische mogelijkheden zal de keuze | Overeenkomstig de bedrijfsorganisatorische mogelijkheden zal de keuze |
van het arbeidsregime vastgesteld worden tussen de werkgever en de | van het arbeidsregime vastgesteld worden tussen de werkgever en de |
werklieden. | werklieden. |
Art. 5.De individuele arbeidsovereenkomst wordt schriftelijk |
Art. 5.De individuele arbeidsovereenkomst wordt schriftelijk |
gewijzigd en de normale wettelijke regels inzake deeltijdse arbeid | gewijzigd en de normale wettelijke regels inzake deeltijdse arbeid |
blijven van kracht. De wijziging aan de arbeidsovereenkomst is van | blijven van kracht. De wijziging aan de arbeidsovereenkomst is van |
bepaalde of onbepaalde duur. | bepaalde of onbepaalde duur. |
Art. 6.De werkgever heeft de verplichting een vervanger aan te werven |
Art. 6.De werkgever heeft de verplichting een vervanger aan te werven |
zodra het equivalent van een voltijdse tewerkstelling wegvalt, tenzij | zodra het equivalent van een voltijdse tewerkstelling wegvalt, tenzij |
hij aantoont dat door deze maatregel tijdelijke werkloosheid of | hij aantoont dat door deze maatregel tijdelijke werkloosheid of |
ontslagen kunnen worden vermeden. | ontslagen kunnen worden vermeden. |
Art. 7.De werklieden die gebruik wensen te maken van de in artikel 3 |
Art. 7.De werklieden die gebruik wensen te maken van de in artikel 3 |
gegeven mogelijkheid, zullen de werkgever hiervan schriftelijk op de | gegeven mogelijkheid, zullen de werkgever hiervan schriftelijk op de |
hoogte stellen vier maanden voor de aanvang van de vermindering van de | hoogte stellen vier maanden voor de aanvang van de vermindering van de |
arbeidsduur. | arbeidsduur. |
De aanvraag zal de aanvang en de periode vermelden tijdens dewelke de | De aanvraag zal de aanvang en de periode vermelden tijdens dewelke de |
arbeider de arbeidsduur wenst te verminderen, alsook het gewenste | arbeider de arbeidsduur wenst te verminderen, alsook het gewenste |
arbeidsregime. | arbeidsregime. |
Art. 8.Het recht op de vermindering van de arbeidsduur dient te |
Art. 8.Het recht op de vermindering van de arbeidsduur dient te |
worden afgestemd op de noden in de bedrijfsorganisatie. | worden afgestemd op de noden in de bedrijfsorganisatie. |
De werkgever zal zijn toestemming slechts kunnen weigeren indien meer | De werkgever zal zijn toestemming slechts kunnen weigeren indien meer |
dan een vijfde van de werklieden in een afdeling of in een functie of | dan een vijfde van de werklieden in een afdeling of in een functie of |
in het bedrijf, tegelijkertijd om deze wijziging verzoekt. | in het bedrijf, tegelijkertijd om deze wijziging verzoekt. |
Uiterlijk twee maanden na de aanvraag zal de werkgever schriftelijk | Uiterlijk twee maanden na de aanvraag zal de werkgever schriftelijk |
zijn beslissing meedelen. | zijn beslissing meedelen. |
HOOFDSTUK III. - Geldigheidsduur | HOOFDSTUK III. - Geldigheidsduur |
Art. 9.Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten voor een |
Art. 9.Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten voor een |
bepaalde duur en treedt in werking op 1 januari 2003 en houdt op van | bepaalde duur en treedt in werking op 1 januari 2003 en houdt op van |
kracht te zijn op 31 december 2004. | kracht te zijn op 31 december 2004. |
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 1 oktober | Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 1 oktober |
2003. | 2003. |
De Minister van Werk, | De Minister van Werk, |
F. VANDENBROUCKE | F. VANDENBROUCKE |