← Terug naar "Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 27 april 1993 betreffende de minnelijke schikking bij inbreuken op de wet van 14 juli 1991 betreffende de handelspraktijken en de voorlichting en bescherming van de consument "
Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 27 april 1993 betreffende de minnelijke schikking bij inbreuken op de wet van 14 juli 1991 betreffende de handelspraktijken en de voorlichting en bescherming van de consument | Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 27 april 1993 betreffende de minnelijke schikking bij inbreuken op de wet van 14 juli 1991 betreffende de handelspraktijken en de voorlichting en bescherming van de consument |
---|---|
MINISTERIE VAN TEWERKSTELLING EN ARBEID | MINISTERIE VAN TEWERKSTELLING EN ARBEID |
1 MAART 2000. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk | 1 MAART 2000. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk |
besluit van 27 april 1993 betreffende de minnelijke schikking bij | besluit van 27 april 1993 betreffende de minnelijke schikking bij |
inbreuken op de wet van 14 juli 1991 betreffende de handelspraktijken | inbreuken op de wet van 14 juli 1991 betreffende de handelspraktijken |
en de voorlichting en bescherming van de consument | en de voorlichting en bescherming van de consument |
ALBERT II, Koning der Belgen, | ALBERT II, Koning der Belgen, |
Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. | Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. |
Gelet op de wet van 14 juli 1991 betreffende de handelspraktijken en | Gelet op de wet van 14 juli 1991 betreffende de handelspraktijken en |
de voorlichting en bescherming van de consument, inzonderheid op | de voorlichting en bescherming van de consument, inzonderheid op |
artikel 116, tweede lid; | artikel 116, tweede lid; |
Gelet op het koninklijk besluit van 27 april 1993 betreffende de | Gelet op het koninklijk besluit van 27 april 1993 betreffende de |
minnelijke schikking bij inbreuken op de wet van 14 juli 1991 | minnelijke schikking bij inbreuken op de wet van 14 juli 1991 |
betreffende de handelspraktijken en de voorlichting en bescherming van | betreffende de handelspraktijken en de voorlichting en bescherming van |
de consument, inzonderheid op artikel 2, gewijzigd bij het koninklijk | de consument, inzonderheid op artikel 2, gewijzigd bij het koninklijk |
besluit van 2 juli 1999; | besluit van 2 juli 1999; |
Gelet op het verzoek om spoedbehandeling, gemotiveerd door de | Gelet op het verzoek om spoedbehandeling, gemotiveerd door de |
omstandigheid dat bij het koninklijk besluit van 2 juli 1999 tot | omstandigheid dat bij het koninklijk besluit van 2 juli 1999 tot |
wijziging van het koninklijk besluit van 27 april 1993 betreffende de | wijziging van het koninklijk besluit van 27 april 1993 betreffende de |
minnelijke schikking bij inbreuken op de wet van 14 juli 1991 | minnelijke schikking bij inbreuken op de wet van 14 juli 1991 |
betreffende de handelspraktijken en de voorlichting en bescherming van | betreffende de handelspraktijken en de voorlichting en bescherming van |
de consument de maximumbedragen die bij wijze van minnelijke schikking | de consument de maximumbedragen die bij wijze van minnelijke schikking |
kunnen voorgesteld worden, verhoogd werden; | kunnen voorgesteld worden, verhoogd werden; |
Overwegende dat het voornoemde koninklijk besluit van 2 juli 1999 in | Overwegende dat het voornoemde koninklijk besluit van 2 juli 1999 in |
werking treedt op 1 oktober 1999; | werking treedt op 1 oktober 1999; |
Overwegende dat het maximumbedrag dat bij wijze van minnelijke | Overwegende dat het maximumbedrag dat bij wijze van minnelijke |
schikking kan voorgesteld worden bij samenloop van verscheidene | schikking kan voorgesteld worden bij samenloop van verscheidene |
inbreuken echter niet verhoogd werd, zodat er een tegenstrijdigheid | inbreuken echter niet verhoogd werd, zodat er een tegenstrijdigheid |
bestaat tussen enerzijds de maximumbedragen vermeld in artikel 2, | bestaat tussen enerzijds de maximumbedragen vermeld in artikel 2, |
eerste lid, van het voornoemde koninklijk besluit van 27 april 1993 en | eerste lid, van het voornoemde koninklijk besluit van 27 april 1993 en |
anderzijds het maximumbedrag vermeld in artikel 2, tweede lid, van | anderzijds het maximumbedrag vermeld in artikel 2, tweede lid, van |
hetzelfde besluit; | hetzelfde besluit; |
Overwegende dat deze tegenstrijdigheid zo spoedig mogelijk dient | Overwegende dat deze tegenstrijdigheid zo spoedig mogelijk dient |
rechtgezet te worden; | rechtgezet te worden; |
Gelet op het advies van de Raad van State, gegeven op 9 december 1999, | Gelet op het advies van de Raad van State, gegeven op 9 december 1999, |
met toepassing van artikel 84, eerste lid, 2°, van de gecoördineerde | met toepassing van artikel 84, eerste lid, 2°, van de gecoördineerde |
wetten op de Raad van State; | wetten op de Raad van State; |
Op de voordracht van Onze Minister van Consumentenzaken en Onze | Op de voordracht van Onze Minister van Consumentenzaken en Onze |
Minister van Economie, | Minister van Economie, |
Hebben Wij besloten en besluiten Wij : | Hebben Wij besloten en besluiten Wij : |
Artikel 1.In artikel 2, tweede lid, van het koninklijk besluit van 27 |
Artikel 1.In artikel 2, tweede lid, van het koninklijk besluit van 27 |
april 1993 betreffende de minnelijke schikking bij inbreuken op de wet | april 1993 betreffende de minnelijke schikking bij inbreuken op de wet |
van 14 juli 1991 betreffende de handelspraktijken en de voorlichting | van 14 juli 1991 betreffende de handelspraktijken en de voorlichting |
en bescherming van de consument worden de woorden "één miljoen frank" | en bescherming van de consument worden de woorden "één miljoen frank" |
vervangen door de woorden "vier miljoen frank". | vervangen door de woorden "vier miljoen frank". |
Art. 2.Onze Minister van Consumentenzaken en Onze Minister van |
Art. 2.Onze Minister van Consumentenzaken en Onze Minister van |
Economie zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit | Economie zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit |
besluit. | besluit. |
Gegeven te Châteauneuf-de-Grasse, 1 maart 2000. | Gegeven te Châteauneuf-de-Grasse, 1 maart 2000. |
ALBERT | ALBERT |
Van Koningswege : | Van Koningswege : |
De Minister van Consumentenzaken, | De Minister van Consumentenzaken, |
Mevr. M. AELVOET | Mevr. M. AELVOET |
De Minister van Economie, | De Minister van Economie, |
R. DEMOTTE | R. DEMOTTE |