← Terug naar "Koninklijk besluit tot goedkeuring van de gelijkstelling betreffende de toekenning van eervolle onderscheidingen in de Nationale Orden aan de personeelsleden van het Agentschap voor Buitenlandse Handel "
Koninklijk besluit tot goedkeuring van de gelijkstelling betreffende de toekenning van eervolle onderscheidingen in de Nationale Orden aan de personeelsleden van het Agentschap voor Buitenlandse Handel | Koninklijk besluit tot goedkeuring van de gelijkstelling betreffende de toekenning van eervolle onderscheidingen in de Nationale Orden aan de personeelsleden van het Agentschap voor Buitenlandse Handel |
---|---|
FEDERALE OVERHEIDSDIENST BUITENLANDSE ZAKEN, BUITENLANDSE HANDEL EN | FEDERALE OVERHEIDSDIENST BUITENLANDSE ZAKEN, BUITENLANDSE HANDEL EN |
ONTWIKKELINGSSAMENWERKING | ONTWIKKELINGSSAMENWERKING |
1 JULI 2012. - Koninklijk besluit tot goedkeuring van de | 1 JULI 2012. - Koninklijk besluit tot goedkeuring van de |
gelijkstelling betreffende de toekenning van eervolle onderscheidingen | gelijkstelling betreffende de toekenning van eervolle onderscheidingen |
in de Nationale Orden aan de personeelsleden van het Agentschap voor | in de Nationale Orden aan de personeelsleden van het Agentschap voor |
Buitenlandse Handel | Buitenlandse Handel |
ALBERT II, Koning der Belgen, | ALBERT II, Koning der Belgen, |
Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. | Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. |
Gelet op de wet van 1 mei 2006 betreffende de toekenning van eervolle | Gelet op de wet van 1 mei 2006 betreffende de toekenning van eervolle |
onderscheidingen in de Nationale Orden, artikel 3; | onderscheidingen in de Nationale Orden, artikel 3; |
Gelet op het koninklijk besluit van 13 oktober 2006 tot vaststelling | Gelet op het koninklijk besluit van 13 oktober 2006 tot vaststelling |
van de regels en de procedure tot toekenning van eervolle | van de regels en de procedure tot toekenning van eervolle |
onderscheidingen in de Nationale Orden, artikel 2; | onderscheidingen in de Nationale Orden, artikel 2; |
Gelet op de aanvraag van de Minister van Buitenlandse Zaken; | Gelet op de aanvraag van de Minister van Buitenlandse Zaken; |
Gelet op het advies van de Eerste Minister, gegeven op 15 juni 2010; | Gelet op het advies van de Eerste Minister, gegeven op 15 juni 2010; |
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 27 | Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 27 |
juli 2010; | juli 2010; |
Gelet op advies 48.731/4 van de Raad van State, gegeven op 13 oktober | Gelet op advies 48.731/4 van de Raad van State, gegeven op 13 oktober |
2010, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de | 2010, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de |
wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973; | wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973; |
Op de voordracht van de Minister van Buitenlandse Zaken, | Op de voordracht van de Minister van Buitenlandse Zaken, |
Hebben Wij besloten en besluiten Wij : | Hebben Wij besloten en besluiten Wij : |
Artikel 1.De bij dit besluit gevoegde gelijkstelling betreffende de |
Artikel 1.De bij dit besluit gevoegde gelijkstelling betreffende de |
toekenning van eervolle onderscheidingen in de Nationale Orden aan de | toekenning van eervolle onderscheidingen in de Nationale Orden aan de |
personeelsleden van het Agentschap voor Buitenlandse Handel, met het | personeelsleden van het Agentschap voor Buitenlandse Handel, met het |
Reglement betreffende de toekenning van eervolle onderscheidingen in | Reglement betreffende de toekenning van eervolle onderscheidingen in |
de Nationale Orden aan ambtenaren en bedienden van de federale | de Nationale Orden aan ambtenaren en bedienden van de federale |
openbare besturen, goedgekeurd bij het koninklijk besluit van 27 | openbare besturen, goedgekeurd bij het koninklijk besluit van 27 |
januari 2008, wordt goedgekeurd. | januari 2008, wordt goedgekeurd. |
Art. 2.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van de beweging van 15 |
Art. 2.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van de beweging van 15 |
november 2003. | november 2003. |
Art. 3.De Minister bevoegd voor Buitenlandse Zaken is belast met de |
Art. 3.De Minister bevoegd voor Buitenlandse Zaken is belast met de |
uitvoering van dit besluit. | uitvoering van dit besluit. |
Gegeven te Brussel, 1 juli 2012. | Gegeven te Brussel, 1 juli 2012. |
ALBERT | ALBERT |
Van Koningswege : | Van Koningswege : |
De Minister van Buitenlandse Zaken, | De Minister van Buitenlandse Zaken, |
D. REYNDERS | D. REYNDERS |
Bijlage bij het koninklijk besluit tot goedkeuring van de | Bijlage bij het koninklijk besluit tot goedkeuring van de |
gelijkstelling betreffende de toekenning van eervolle onderscheidingen | gelijkstelling betreffende de toekenning van eervolle onderscheidingen |
in de Nationale Orden aan de personeelsleden van het Agentschap voor | in de Nationale Orden aan de personeelsleden van het Agentschap voor |
Buitenlandse Handel | Buitenlandse Handel |
Gelijkstelling betreffende de toekenning van eervolle onderscheidingen | Gelijkstelling betreffende de toekenning van eervolle onderscheidingen |
in de Nationale Orden aan de personeelsleden van het Agentschap voor | in de Nationale Orden aan de personeelsleden van het Agentschap voor |
Buitenlandse Handel | Buitenlandse Handel |
1. Deze gelijkstelling is van toepassing op de personeelsleden van het | 1. Deze gelijkstelling is van toepassing op de personeelsleden van het |
Agentschap voor Buitenlandse Handel. | Agentschap voor Buitenlandse Handel. |
2. In onderhavige gelijkstelling wordt de minimumleeftijd voor de | 2. In onderhavige gelijkstelling wordt de minimumleeftijd voor de |
opname in de Nationale Orden vastgesteld op 40 jaar. | opname in de Nationale Orden vastgesteld op 40 jaar. |
3. Een tijdsspanne van 10 jaar geldt tussen twee onderscheidingen in | 3. Een tijdsspanne van 10 jaar geldt tussen twee onderscheidingen in |
de Nationale Orden ten gunste van eenzelfde persoon, behalve wanneer | de Nationale Orden ten gunste van eenzelfde persoon, behalve wanneer |
het gaat om eretekens die toegekend worden voor oorlogsfeiten. | het gaat om eretekens die toegekend worden voor oorlogsfeiten. |
Die termijn kan, zo nodig, ingekort worden, zonder evenwel te kunnen | Die termijn kan, zo nodig, ingekort worden, zonder evenwel te kunnen |
teruggebracht worden tot minder dan 5 jaar, wanneer de vorige | teruggebracht worden tot minder dan 5 jaar, wanneer de vorige |
onderscheiding later toegekend werd dan op de minimumleeftijd die in | onderscheiding later toegekend werd dan op de minimumleeftijd die in |
die leeftijdsklasse voorzien is. | die leeftijdsklasse voorzien is. |
4. In elke leeftijdsklasse, van 40 tot 50, van 50 tot 60 en van 60 tot | 4. In elke leeftijdsklasse, van 40 tot 50, van 50 tot 60 en van 60 tot |
65 jaar, mag niemand meer dan eenmaal onderscheiden worden, | 65 jaar, mag niemand meer dan eenmaal onderscheiden worden, |
onverminderd de uitzondering die in de eerste alinea van voorgaand | onverminderd de uitzondering die in de eerste alinea van voorgaand |
artikel voorzien is. | artikel voorzien is. |
5. De personeelsleden van de rangen 16 tot en met 22, moeten | 5. De personeelsleden van de rangen 16 tot en met 22, moeten |
beschikken over 10 jaar dienstanciënniteit en gedurende minstens 2 | beschikken over 10 jaar dienstanciënniteit en gedurende minstens 2 |
jaar hun functie uitgeoefend hebben om aanspraak te kunnen maken op de | jaar hun functie uitgeoefend hebben om aanspraak te kunnen maken op de |
voorziene onderscheiding. Bovendien is voor het toekennen van de | voorziene onderscheiding. Bovendien is voor het toekennen van de |
laatste in de tabel voorkomende onderscheiding aan de personeelsleden | laatste in de tabel voorkomende onderscheiding aan de personeelsleden |
van niveau A (voormalig niveau 1), een niveauanciënniteit vereist van | van niveau A (voormalig niveau 1), een niveauanciënniteit vereist van |
25 jaar. Wanneer die anciënniteit niet zou bereikt zijn, kan een | 25 jaar. Wanneer die anciënniteit niet zou bereikt zijn, kan een |
lagere onderscheiding van een graad in de gezamenlijke rangorde van de | lagere onderscheiding van een graad in de gezamenlijke rangorde van de |
drie Orden toegekend worden. | drie Orden toegekend worden. |
6. De personeelsleden van de rangen 20 tot 30 moeten een | 6. De personeelsleden van de rangen 20 tot 30 moeten een |
administratieve loopbaan van minstens 20 jaar doorlopen hebben om | administratieve loopbaan van minstens 20 jaar doorlopen hebben om |
aanspraak te kunnen maken op de eerste onderscheiding. | aanspraak te kunnen maken op de eerste onderscheiding. |
7. Er wordt voor de toepassing van deze gelijkstelling geen rekening | 7. Er wordt voor de toepassing van deze gelijkstelling geen rekening |
gehouden met de tijdelijke waarneming van functies die tot een hogere | gehouden met de tijdelijke waarneming van functies die tot een hogere |
hiërarchische rang behoren dan de rang van het werkelijk beklede ambt. | hiërarchische rang behoren dan de rang van het werkelijk beklede ambt. |
8. Aan de personeelsleden van het Agentschap voor Buitenlandse Handel | 8. Aan de personeelsleden van het Agentschap voor Buitenlandse Handel |
mogen in geen andere hoedanigheid eretekens in de Nationale Orden | mogen in geen andere hoedanigheid eretekens in de Nationale Orden |
toegekend worden. | toegekend worden. |
Er wordt enkel uitzondering gemaakt wat betreft : | Er wordt enkel uitzondering gemaakt wat betreft : |
- eretekens wegens oorlogsfeiten; | - eretekens wegens oorlogsfeiten; |
- reserveofficieren, die mogen kiezen tussen het administratief | - reserveofficieren, die mogen kiezen tussen het administratief |
reglement en het militair reglement; deze keuze is bindend voor de | reglement en het militair reglement; deze keuze is bindend voor de |
hele duur van de inschrijving van de betrokkenen in het reservekader | hele duur van de inschrijving van de betrokkenen in het reservekader |
van het Leger. | van het Leger. |
9. De toekenning van een onderscheiding door een andere minister dan | 9. De toekenning van een onderscheiding door een andere minister dan |
de minister tot wiens administratie het personeelslid behoort, is | de minister tot wiens administratie het personeelslid behoort, is |
onderworpen aan de voorafgaande instemming van deze laatste. | onderworpen aan de voorafgaande instemming van deze laatste. |
Van deze regel wordt slechts afgeweken ingeval een belanghebbende zich | Van deze regel wordt slechts afgeweken ingeval een belanghebbende zich |
in oorlogstijd eventueel bij het Leger bevindt. | in oorlogstijd eventueel bij het Leger bevindt. |
10. Niet-statutaire personeelsleden worden niet onderscheiden. Nadat | 10. Niet-statutaire personeelsleden worden niet onderscheiden. Nadat |
zij benoemd zijn, wordt echter de tijd die zij aldus hebben | zij benoemd zijn, wordt echter de tijd die zij aldus hebben |
doorgebracht, aangerekend als tijd doorgebracht in een definitieve | doorgebracht, aangerekend als tijd doorgebracht in een definitieve |
betrekking. | betrekking. |
11. De tijd die gedurende de administratieve loopbaan onder de wapenen | 11. De tijd die gedurende de administratieve loopbaan onder de wapenen |
doorgebracht wordt, wordt er niet van afgetrokken. | doorgebracht wordt, wordt er niet van afgetrokken. |
12. Indien iemand in toepassing van artikel 7, § 1, van de wet van 1 | 12. Indien iemand in toepassing van artikel 7, § 1, van de wet van 1 |
mei 2006 betreffende de toekenning van eervolle onderscheidingen in de | mei 2006 betreffende de toekenning van eervolle onderscheidingen in de |
Nationale Orden ten minste het ereteken bezit dat voor zijn toestand | Nationale Orden ten minste het ereteken bezit dat voor zijn toestand |
is voorzien, wordt hem geen ereteken toegekend. Van deze regel wordt | is voorzien, wordt hem geen ereteken toegekend. Van deze regel wordt |
slechts afgeweken indien het gaat om eretekens verworven voor | slechts afgeweken indien het gaat om eretekens verworven voor |
oorlogsfeiten; in dit geval mag de betrokken persoon de onderscheiding | oorlogsfeiten; in dit geval mag de betrokken persoon de onderscheiding |
ontvangen die, in de gezamenlijke hiërarchie der Orden, onmiddellijk | ontvangen die, in de gezamenlijke hiërarchie der Orden, onmiddellijk |
hoger is dan die welke hem (haar) werd toegekend. Iedere eventualiteit | hoger is dan die welke hem (haar) werd toegekend. Iedere eventualiteit |
buiten dit geval geeft aanleiding tot toepassing van artikel 18. | buiten dit geval geeft aanleiding tot toepassing van artikel 18. |
13. Niemand mag gedecoreerd worden indien hij een evaluatie « | 13. Niemand mag gedecoreerd worden indien hij een evaluatie « |
onvoldoende » heeft gekregen. In dat geval gebeurt de toekenning van | onvoldoende » heeft gekregen. In dat geval gebeurt de toekenning van |
een onderscheiding tijdens de eerstvolgende beweging na een evaluatie | een onderscheiding tijdens de eerstvolgende beweging na een evaluatie |
waarvan de eindvermelding « goed » is. | waarvan de eindvermelding « goed » is. |
14. Elke toekenning vindt plaats bij gelegenheid van de promotie die | 14. Elke toekenning vindt plaats bij gelegenheid van de promotie die |
het ogenblijk voorafgaat waarop de betrokken persoon werkelijk aan de | het ogenblijk voorafgaat waarop de betrokken persoon werkelijk aan de |
voorwaarden zou voldoen om gedecoreerd te worden. | voorwaarden zou voldoen om gedecoreerd te worden. |
15. Geen enkele termijn is vereist tussen de toekenning van een | 15. Geen enkele termijn is vereist tussen de toekenning van een |
onderscheiding in de Nationale Orden en de toekenning van een ereteken | onderscheiding in de Nationale Orden en de toekenning van een ereteken |
van een andere aard. | van een andere aard. |
16. a) Dienst- en niveauanciënniteit worden berekend volgens de | 16. a) Dienst- en niveauanciënniteit worden berekend volgens de |
principes van het personeelsstatuut van het Agentschap voor | principes van het personeelsstatuut van het Agentschap voor |
Buitenlandse Handel. | Buitenlandse Handel. |
b) Afwezigheidsperioden die gelijkgesteld worden met non-activiteit | b) Afwezigheidsperioden die gelijkgesteld worden met non-activiteit |
komen niet in aanmerking voor de toekenning van een onderscheiding. | komen niet in aanmerking voor de toekenning van een onderscheiding. |
17. Tuchtstraffen. | 17. Tuchtstraffen. |
Vertragingen van de hieronder aangeduide duur, volgen uit de | Vertragingen van de hieronder aangeduide duur, volgen uit de |
navolgende tuchtstraffen : | navolgende tuchtstraffen : |
- terechtwijzing : 6 maanden | - terechtwijzing : 6 maanden |
- blaam : 9 maanden | - blaam : 9 maanden |
- inhouding van wedde : 12 maanden | - inhouding van wedde : 12 maanden |
- tuchtschorsing : 24 maanden | - tuchtschorsing : 24 maanden |
- terugzetting in graad : 36 maanden. | - terugzetting in graad : 36 maanden. |
Deze termijnen nemen een aanvang op de dag dat de straf uitgesproken | Deze termijnen nemen een aanvang op de dag dat de straf uitgesproken |
wordt. In die gevallen gebeurt de toekenning van een onderscheiding | wordt. In die gevallen gebeurt de toekenning van een onderscheiding |
tijdens de eerstvolgende beweging na de bovenvermelde termijn. | tijdens de eerstvolgende beweging na de bovenvermelde termijn. |
18. Elke afwijking van deze gelijkstelling dient het voorwerp uit te | 18. Elke afwijking van deze gelijkstelling dient het voorwerp uit te |
maken van de procedure voorzien in artikelen 6 en 13 van de wet van 1 | maken van de procedure voorzien in artikelen 6 en 13 van de wet van 1 |
mei 2006 betreffende de toekenning van eervolle onderscheidingen in de | mei 2006 betreffende de toekenning van eervolle onderscheidingen in de |
Nationale Orden. | Nationale Orden. |
Tabel betreffende de toekenning van eervolle onderscheidingen in de | Tabel betreffende de toekenning van eervolle onderscheidingen in de |
Nationale Orden aan de personeelsleden van het Agentschap voor | Nationale Orden aan de personeelsleden van het Agentschap voor |
Buitenlandse Handel | Buitenlandse Handel |
Federale rang | Federale rang |
Agentschap voor buitenlandse Handel | Agentschap voor buitenlandse Handel |
Van 40 tot 50 jaar | Van 40 tot 50 jaar |
Van 50 tot 60 jaar | Van 50 tot 60 jaar |
Van 60 tot 65 jaar | Van 60 tot 65 jaar |
16 | 16 |
A13 - Directeur-generaal | A13 - Directeur-generaal |
Commandeur in de Orde van Leopold II | Commandeur in de Orde van Leopold II |
Commandeur in de Leopoldsorde | Commandeur in de Leopoldsorde |
Grootofficier in de Kroonorde | Grootofficier in de Kroonorde |
15 | 15 |
A12 - Adjunct-directeur-generaal, | A12 - Adjunct-directeur-generaal, |
Directeur + 9 jaar schaalanciënniteit | Directeur + 9 jaar schaalanciënniteit |
Officier in de Leopoldsorde | Officier in de Leopoldsorde |
Commandeur in de Kroonorde | Commandeur in de Kroonorde |
Grootofficier in de Orde van Leopold II | Grootofficier in de Orde van Leopold II |
13 | 13 |
A11 - directeur | A11 - directeur |
Officier in de Kroonorde | Officier in de Kroonorde |
Commandeur in de Orde van Leopold II | Commandeur in de Orde van Leopold II |
Commandeur in de Leopoldsorde | Commandeur in de Leopoldsorde |
10 | 10 |
A04, A03, A02, A01 Informaticus, attaché | A04, A03, A02, A01 Informaticus, attaché |
Ridder in de Leopoldsorde | Ridder in de Leopoldsorde |
Officier in de Kroonorde | Officier in de Kroonorde |
Commandeur in de Orde van Leopold II | Commandeur in de Orde van Leopold II |
28 | 28 |
B03 - Expert | B03 - Expert |
Ridder in de Kroonorde | Ridder in de Kroonorde |
Ridder in de Leopoldsorde | Ridder in de Leopoldsorde |
Officier in de Orde van Leopold II | Officier in de Orde van Leopold II |
26 | 26 |
B02, B01 - Expert | B02, B01 - Expert |
Ridder in de Orde van Leopold II | Ridder in de Orde van Leopold II |
Ridder in de Kroonorde | Ridder in de Kroonorde |
Ridder in de Leopoldsorde | Ridder in de Leopoldsorde |
22 | 22 |
C03 - Assistent | C03 - Assistent |
Ridder in de Orde van Leopold II | Ridder in de Orde van Leopold II |
Ridder in de Kroonorde | Ridder in de Kroonorde |
Ridder in de Leopoldsorde | Ridder in de Leopoldsorde |
20 | 20 |
C02, C01 - Assistent | C02, C01 - Assistent |
- | - |
Ridder in de Orde van Leopold II | Ridder in de Orde van Leopold II |
Ridder in de Kroonorde | Ridder in de Kroonorde |
32-30 | 32-30 |
D03, D02, D01 - | D03, D02, D01 - |
Administratief bediende | Administratief bediende |
- | - |
Gouden Palmen in de Kroonorde | Gouden Palmen in de Kroonorde |
Ridder in de Orde van Leopold II | Ridder in de Orde van Leopold II |
Gezien om gevoegd te worden bij ons besluit van 1 juli 2012 tot | Gezien om gevoegd te worden bij ons besluit van 1 juli 2012 tot |
goedkeuring van de gelijkstelling betreffende de toekenning van | goedkeuring van de gelijkstelling betreffende de toekenning van |
eervolle onderscheidingen in de Nationale Orden aan de personeelsleden | eervolle onderscheidingen in de Nationale Orden aan de personeelsleden |
van het Agentschap voor Buitenlandse Handel. | van het Agentschap voor Buitenlandse Handel. |
ALBERT | ALBERT |
Van Koningswege : | Van Koningswege : |
De Minister van Buitenlandse Zaken, | De Minister van Buitenlandse Zaken, |
D. REYNDERS | D. REYNDERS |