| Ministerieel besluit houdende goedkeuring van het huishoudelijk reglement van de raad van beroep voor leidende ambtenaren van sommige instellingen van openbaar nut | Ministerieel besluit houdende goedkeuring van het huishoudelijk reglement van de raad van beroep voor leidende ambtenaren van sommige instellingen van openbaar nut |
|---|---|
| FEDERALE OVERHEIDSDIENST PERSONEEL EN ORGANISATIE | FEDERALE OVERHEIDSDIENST PERSONEEL EN ORGANISATIE |
| 31 JANUARI 2006. - Ministerieel besluit houdende goedkeuring van het | 31 JANUARI 2006. - Ministerieel besluit houdende goedkeuring van het |
| huishoudelijk reglement van de raad van beroep voor leidende | huishoudelijk reglement van de raad van beroep voor leidende |
| ambtenaren van sommige instellingen van openbaar nut | ambtenaren van sommige instellingen van openbaar nut |
| De Minister van Ambtenarenzaken, | De Minister van Ambtenarenzaken, |
| Gelet op het koninklijk besluit van 2 oktober 1937 houdende het | Gelet op het koninklijk besluit van 2 oktober 1937 houdende het |
| statuut van het Rijkspersoneel, inzonderheid op artikel 95bis, tweede | statuut van het Rijkspersoneel, inzonderheid op artikel 95bis, tweede |
| lid; | lid; |
| Gelet op het koninklijk besluit van 8 januari 1973 tot vaststelling | Gelet op het koninklijk besluit van 8 januari 1973 tot vaststelling |
| van het statuut van het personeel van sommige instellingen van | van het statuut van het personeel van sommige instellingen van |
| openbaar nut, inzonderheid op de artikelen 3, § 1, 1°, en 22, § 2; | openbaar nut, inzonderheid op de artikelen 3, § 1, 1°, en 22, § 2; |
| Gelet op het koninklijk besluit van 24 januari 2002 houdende | Gelet op het koninklijk besluit van 24 januari 2002 houdende |
| vaststelling van het statuut van het personeel van de openbare | vaststelling van het statuut van het personeel van de openbare |
| instellingen van sociale zekerheid, inzonderheid op artikel 2, 1°; | instellingen van sociale zekerheid, inzonderheid op artikel 2, 1°; |
| Gelet op het ontwerp van huishoudelijk reglement, opgesteld door de | Gelet op het ontwerp van huishoudelijk reglement, opgesteld door de |
| voorzitter-magistraat van de Raad van beroep voor leidende ambtenaren, | voorzitter-magistraat van de Raad van beroep voor leidende ambtenaren, |
| Besluit : | Besluit : |
Artikel 1.Het bij dit besluit gevoegde huishoudelijk reglement van de |
Artikel 1.Het bij dit besluit gevoegde huishoudelijk reglement van de |
| Raad van beroep voor leidende ambtenaren van sommige instellingen van | Raad van beroep voor leidende ambtenaren van sommige instellingen van |
| openbaar nut wordt goedgekeurd. | openbaar nut wordt goedgekeurd. |
Art. 2.Dit besluit, met het bijgevoegde huishoudelijk reglement, |
Art. 2.Dit besluit, met het bijgevoegde huishoudelijk reglement, |
| treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt | treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt |
| bekendgemaakt. | bekendgemaakt. |
| Brussel, 31 januari 2006. | Brussel, 31 januari 2006. |
| C. DUPONT | C. DUPONT |
| Bijlage | Bijlage |
| Huishoudelijk Reglement van de Raad van beroep | Huishoudelijk Reglement van de Raad van beroep |
| voor leidende ambtenaren van sommige instellingen van openbaar nut | voor leidende ambtenaren van sommige instellingen van openbaar nut |
Artikel 1.Wanneer een beroep wordt ingesteld, maakt de minister |
Artikel 1.Wanneer een beroep wordt ingesteld, maakt de minister |
| waaronder de appellant ressorteert, of zijn gemachtigde, het volledig | waaronder de appellant ressorteert, of zijn gemachtigde, het volledig |
| geïnventariseerd dossier over aan de griffier-rapporteur bij de | geïnventariseerd dossier over aan de griffier-rapporteur bij de |
| interdepartementale raad van beroep. Dit dossier moet alle stukken | interdepartementale raad van beroep. Dit dossier moet alle stukken |
| betreffende de ten laste gelegde feiten bevatten. | betreffende de ten laste gelegde feiten bevatten. |
| De griffier-rapporteur maakt dit dossier op zijn beurt over aan de | De griffier-rapporteur maakt dit dossier op zijn beurt over aan de |
| griffier die voor deze zaak werd aangewezen door de minister die de | griffier die voor deze zaak werd aangewezen door de minister die de |
| ambtenarenzaken onder zijn bevoegdheid heeft. | ambtenarenzaken onder zijn bevoegdheid heeft. |
Art. 2.Uiterlijk de vijfde werkdag na de ontvangst van het dossier, |
Art. 2.Uiterlijk de vijfde werkdag na de ontvangst van het dossier, |
| bevestigt de griffier deze ontvangst aan de betrokken minister, of aan | bevestigt de griffier deze ontvangst aan de betrokken minister, of aan |
| diens gemachtigde. | diens gemachtigde. |
| Desgevallend vraagt hij bijkomende stukken op in opdracht van de | Desgevallend vraagt hij bijkomende stukken op in opdracht van de |
| voorzitter. | voorzitter. |
Art. 3.De raad van beroep voor leidende ambtenaren vergadert op de |
Art. 3.De raad van beroep voor leidende ambtenaren vergadert op de |
| datum door de voorzitter bepaald, die onmiddellijk wordt meegedeeld | datum door de voorzitter bepaald, die onmiddellijk wordt meegedeeld |
| aan de betrokken minister, of aan diens gemachtigde. | aan de betrokken minister, of aan diens gemachtigde. |
| De zitting moet plaatshebben uiterlijk een maand nadat de zaak bij de | De zitting moet plaatshebben uiterlijk een maand nadat de zaak bij de |
| raad van beroep voor leidende ambtenaren aanhangig werd gemaakt; | raad van beroep voor leidende ambtenaren aanhangig werd gemaakt; |
| ingeval van vertraging deelt de voorzitter de reden hiervan mee aan de | ingeval van vertraging deelt de voorzitter de reden hiervan mee aan de |
| minister of aan diens gemachtigde. | minister of aan diens gemachtigde. |
| Zodra de voorzitter de datum van de zitting heeft bepaald, roept de | Zodra de voorzitter de datum van de zitting heeft bepaald, roept de |
| griffier de assessoren en de appellant op om ter zitting te | griffier de assessoren en de appellant op om ter zitting te |
| verschijnen. | verschijnen. |
| Tussen deze oproeping en de datum van de zitting moeten minstens tien | Tussen deze oproeping en de datum van de zitting moeten minstens tien |
| werkdagen liggen. De oproeping vermeldt dat het dossier ter inzage | werkdagen liggen. De oproeping vermeldt dat het dossier ter inzage |
| ligt op de griffie van de interdepartementale raad van beroep. De | ligt op de griffie van de interdepartementale raad van beroep. De |
| oproeping vermeldt tevens de tekst van artikel 5, dan wel artikel 7, | oproeping vermeldt tevens de tekst van artikel 5, dan wel artikel 7, |
| naargelang de oproeping wordt gericht aan de assessoren, dan wel aan | naargelang de oproeping wordt gericht aan de assessoren, dan wel aan |
| de appellant. | de appellant. |
Art. 4.De voorzitter stelt een van de assessoren aan als rapporteur, |
Art. 4.De voorzitter stelt een van de assessoren aan als rapporteur, |
| aan wie het dossier wordt meegedeeld. | aan wie het dossier wordt meegedeeld. |
| Deze rapporteur beschikt over een door de voorzitter vastgestelde | Deze rapporteur beschikt over een door de voorzitter vastgestelde |
| termijn om het verslag op te maken en neer te leggen bij de griffier. | termijn om het verslag op te maken en neer te leggen bij de griffier. |
| De griffier deelt het verslag onmiddellijk mee aan de voorzitter, de | De griffier deelt het verslag onmiddellijk mee aan de voorzitter, de |
| assessoren, en aan de appellant en diens verdediger. | assessoren, en aan de appellant en diens verdediger. |
Art. 5.De opgeroepen assessoren zijn verplicht de zitting bij te |
Art. 5.De opgeroepen assessoren zijn verplicht de zitting bij te |
| wonen. | wonen. |
| Indien de assessoren een wettige reden van verhindering hebben, moeten | Indien de assessoren een wettige reden van verhindering hebben, moeten |
| zij aan de voorzitter, via de griffier, schriftelijk de reden van hun | zij aan de voorzitter, via de griffier, schriftelijk de reden van hun |
| afwezigheid meedelen binnen drie werkdagen volgend op de datum van de | afwezigheid meedelen binnen drie werkdagen volgend op de datum van de |
| oproeping. | oproeping. |
| Binnen dezelfde termijn brengen opgeroepen assessoren die zouden | Binnen dezelfde termijn brengen opgeroepen assessoren die zouden |
| meegewerkt hebben aan de totstandkoming van het voorstel of de | meegewerkt hebben aan de totstandkoming van het voorstel of de |
| maatregel waartegen beroep wordt ingesteld of die bij enige | maatregel waartegen beroep wordt ingesteld of die bij enige |
| voorafgaande onderzoeksdaad zouden betrokken geweest zijn, hetzij als | voorafgaande onderzoeksdaad zouden betrokken geweest zijn, hetzij als |
| hiërarchische meerdere, hetzij als lid van de directieraad, hetzij in | hiërarchische meerdere, hetzij als lid van de directieraad, hetzij in |
| welke hoedanigheid dan ook, hiervan de griffier op de hoogte, die de | welke hoedanigheid dan ook, hiervan de griffier op de hoogte, die de |
| voorzitter hierover informeert. | voorzitter hierover informeert. |
Art. 6.De raad van beroep voor leidende ambtenaren kan slechts geldig |
Art. 6.De raad van beroep voor leidende ambtenaren kan slechts geldig |
| beraadslagen en beslissen wanneer er ten minste twee assessoren ter | beraadslagen en beslissen wanneer er ten minste twee assessoren ter |
| zitting aanwezig zijn. | zitting aanwezig zijn. |
Art. 7.De appellant verschijnt persoonlijk voor de raad van beroep |
Art. 7.De appellant verschijnt persoonlijk voor de raad van beroep |
| voor leidende ambtenaren; hij mag worden bijgestaan door een | voor leidende ambtenaren; hij mag worden bijgestaan door een |
| verdediger naar zijn keuze, die geen deel mag uitmaken van de raad. | verdediger naar zijn keuze, die geen deel mag uitmaken van de raad. |
| De naam van de verdediger moet binnen drie werkdagen volgend op de | De naam van de verdediger moet binnen drie werkdagen volgend op de |
| datum van de oproeping aan de griffier worden meegedeeld. | datum van de oproeping aan de griffier worden meegedeeld. |
Art. 8.De voorzitter van de raad van beroep voor leidende ambtenaren |
Art. 8.De voorzitter van de raad van beroep voor leidende ambtenaren |
| leidt de debatten. | leidt de debatten. |
| Er worden geen notulen opgemaakt. | Er worden geen notulen opgemaakt. |
Art. 9.Het advies van de raad van beroep voor leidende ambtenaren |
Art. 9.Het advies van de raad van beroep voor leidende ambtenaren |
| vermeldt het resultaat van de geheime stemming, met opgave van het | vermeldt het resultaat van de geheime stemming, met opgave van het |
| aantal positieve en negatieve stemmen. | aantal positieve en negatieve stemmen. |
| Het gemotiveerd advies, ondertekend door de voorzitter en de griffier, | Het gemotiveerd advies, ondertekend door de voorzitter en de griffier, |
| wordt uiterlijk één maand na de zitting aan de betrokken minister, of | wordt uiterlijk één maand na de zitting aan de betrokken minister, of |
| aan diens gemachtigde, ter kennis gebracht. | aan diens gemachtigde, ter kennis gebracht. |
| Tezelfdertijd wordt aan appellant, zijn verdediger, en aan de | Tezelfdertijd wordt aan appellant, zijn verdediger, en aan de |
| assessoren, een afschrift van het advies meegedeeld. | assessoren, een afschrift van het advies meegedeeld. |
Art. 10.Het secretariaat en het archief van de raad van beroep voor |
Art. 10.Het secretariaat en het archief van de raad van beroep voor |
| leidende ambtenaren worden opgedragen aan de griffie van de | leidende ambtenaren worden opgedragen aan de griffie van de |
| interdepartementale raad van beroep, gevestigd in de FOD Personeel en | interdepartementale raad van beroep, gevestigd in de FOD Personeel en |
| Organisatie, waar de belanghebbenden inzage kunnen nemen. | Organisatie, waar de belanghebbenden inzage kunnen nemen. |
| Gezien om te worden gevoegd bij het ministerieel besluit van 31 | Gezien om te worden gevoegd bij het ministerieel besluit van 31 |
| januari 2006 houdende goedkeuring van het huishoudelijk reglement van | januari 2006 houdende goedkeuring van het huishoudelijk reglement van |
| de Raad van beroep voor leidende ambtenaren van sommige instellingen | de Raad van beroep voor leidende ambtenaren van sommige instellingen |
| van openbaar nut. | van openbaar nut. |
| Brussel, 31 januari 2006. | Brussel, 31 januari 2006. |
| De Minister van Ambtenarenzaken, | De Minister van Ambtenarenzaken, |
| C. DUPONT | C. DUPONT |