← Terug naar "Ministerieel besluit betreffende de modaliteiten voor het indienen van een aanvraag tot machtiging voor de ingebruikneming van subsystemen van structurele aard die deel uitmaken van het trans-Europese hogesnelheidsspoorwegsysteem of het conventionele spoorwegsysteem "
| Ministerieel besluit betreffende de modaliteiten voor het indienen van een aanvraag tot machtiging voor de ingebruikneming van subsystemen van structurele aard die deel uitmaken van het trans-Europese hogesnelheidsspoorwegsysteem of het conventionele spoorwegsysteem | Ministerieel besluit betreffende de modaliteiten voor het indienen van een aanvraag tot machtiging voor de ingebruikneming van subsystemen van structurele aard die deel uitmaken van het trans-Europese hogesnelheidsspoorwegsysteem of het conventionele spoorwegsysteem |
|---|---|
| FEDERALE OVERHEIDSDIENST MOBILITEIT EN VERVOER | FEDERALE OVERHEIDSDIENST MOBILITEIT EN VERVOER |
| 30 OKTOBER 2008. - Ministerieel besluit betreffende de modaliteiten | 30 OKTOBER 2008. - Ministerieel besluit betreffende de modaliteiten |
| voor het indienen van een aanvraag tot machtiging voor de | voor het indienen van een aanvraag tot machtiging voor de |
| ingebruikneming van subsystemen van structurele aard die deel uitmaken | ingebruikneming van subsystemen van structurele aard die deel uitmaken |
| van het trans-Europese hogesnelheidsspoorwegsysteem of het | van het trans-Europese hogesnelheidsspoorwegsysteem of het |
| conventionele spoorwegsysteem | conventionele spoorwegsysteem |
| De Eerste Minister en de Staatssecretaris voor Mobiliteit, | De Eerste Minister en de Staatssecretaris voor Mobiliteit, |
| Gelet op de wet van 19 december 2006 betreffende de | Gelet op de wet van 19 december 2006 betreffende de |
| exploitatieveiligheid van de spoorwegen, artikel 6, § 2, derde lid; | exploitatieveiligheid van de spoorwegen, artikel 6, § 2, derde lid; |
| Gelet op het koninklijk besluit van 28 december 2006 betreffende de | Gelet op het koninklijk besluit van 28 december 2006 betreffende de |
| interoperabiliteit van het trans-Europese hogesnelheidsspoorwegsysteem | interoperabiliteit van het trans-Europese hogesnelheidsspoorwegsysteem |
| en van het conventionele spoorwegsysteem, artikel 25; | en van het conventionele spoorwegsysteem, artikel 25; |
| Gelet op het ministerieel besluit van 24 juli 2001 betreffende de | Gelet op het ministerieel besluit van 24 juli 2001 betreffende de |
| modaliteiten voor het indienen van een aanvraag tot machtiging voor de | modaliteiten voor het indienen van een aanvraag tot machtiging voor de |
| ingebruikneming van subsystemen van structurele aard die deel uitmaken | ingebruikneming van subsystemen van structurele aard die deel uitmaken |
| van het trans-Europees hogesnelheids-spoorwegsysteem; | van het trans-Europees hogesnelheids-spoorwegsysteem; |
| Gelet op het ministerieel besluit van 12 februari 2004 betreffende de | Gelet op het ministerieel besluit van 12 februari 2004 betreffende de |
| modaliteiten voor het indienen van een aanvraag tot machtiging voor de | modaliteiten voor het indienen van een aanvraag tot machtiging voor de |
| ingebruikneming van subsystemen van structurele aard die deel uitmaken | ingebruikneming van subsystemen van structurele aard die deel uitmaken |
| van het conventionele trans-Europese spoorwegsysteem; | van het conventionele trans-Europese spoorwegsysteem; |
| Gelet op de betrokkenheid van de gewestregeringen bij het ontwerpen | Gelet op de betrokkenheid van de gewestregeringen bij het ontwerpen |
| van dit besluit; | van dit besluit; |
| Gelet op advies nr 44.220/4 van de Raad van State, gegeven op 19 maart | Gelet op advies nr 44.220/4 van de Raad van State, gegeven op 19 maart |
| 2008, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1° van de | 2008, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1° van de |
| gecoördineerde wetten op de Raad van State, | gecoördineerde wetten op de Raad van State, |
| Besluiten : | Besluiten : |
Artikel 1.De aanvraag tot machtiging voor de ingebruikneming van een |
Artikel 1.De aanvraag tot machtiging voor de ingebruikneming van een |
| subsysteem van structurele aard dat deel uitmaakt van het | subsysteem van structurele aard dat deel uitmaakt van het |
| trans-Europese hogesnelheidsspoorwegsysteem of van het conventionele | trans-Europese hogesnelheidsspoorwegsysteem of van het conventionele |
| spoorwegsysteem wordt per aangetekende brief met ontvangstbewijs | spoorwegsysteem wordt per aangetekende brief met ontvangstbewijs |
| gestuurd naar de Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer, | gestuurd naar de Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer, |
| Directoraat-generaal Vervoer te Land, Dienst Veiligheid en | Directoraat-generaal Vervoer te Land, Dienst Veiligheid en |
| Interoperabiliteit van de Spoorwegen, Vooruitgangstraat 56, te 1210 | Interoperabiliteit van de Spoorwegen, Vooruitgangstraat 56, te 1210 |
| Brussel. | Brussel. |
Art. 2.De aanvraag tot machtiging voor ingebruikneming gaat vergezeld |
Art. 2.De aanvraag tot machtiging voor ingebruikneming gaat vergezeld |
| van het technisch dossier bedoeld in artikelen 22, § 3, 24, §§ 3 en 26 | van het technisch dossier bedoeld in artikelen 22, § 3, 24, §§ 3 en 26 |
| van het koninklijk besluit van 28 december 2006 betreffende de | van het koninklijk besluit van 28 december 2006 betreffende de |
| interoperabiliteit van het trans-Europese hogesnelheidsspoorwegsysteem | interoperabiliteit van het trans-Europese hogesnelheidsspoorwegsysteem |
| en van het conventionele spoorwegsysteem. | en van het conventionele spoorwegsysteem. |
Art. 3.De aanvrager verstrekt op verzoek van de Dienst Veiligheid en |
Art. 3.De aanvrager verstrekt op verzoek van de Dienst Veiligheid en |
| Interoperabiliteit van de Spoorwegen alle inlichtingen op basis | Interoperabiliteit van de Spoorwegen alle inlichtingen op basis |
| waarvan de conformiteit van een subsysteem van structurele aard dat | waarvan de conformiteit van een subsysteem van structurele aard dat |
| deel uitmaakt van het trans-Europese hogesnelheidsspoorwegsysteem en | deel uitmaakt van het trans-Europese hogesnelheidsspoorwegsysteem en |
| van het conventionele spoorwegsysteem met de bepalingen van het | van het conventionele spoorwegsysteem met de bepalingen van het |
| koninklijk besluit bedoeld in artikel 2 kan worden beoordeeld. | koninklijk besluit bedoeld in artikel 2 kan worden beoordeeld. |
Art. 4.Alle door de aanvrager in het kader van dit besluit |
Art. 4.Alle door de aanvrager in het kader van dit besluit |
| overgezonden documenten en stukken bestaan uit één ondertekend | overgezonden documenten en stukken bestaan uit één ondertekend |
| origineel en één kopie. | origineel en één kopie. |
| De zuiver technische specificaties in deze documenten mogen in het | De zuiver technische specificaties in deze documenten mogen in het |
| Engels worden opgesteld. | Engels worden opgesteld. |
| De documenten en stukken in een vreemde taal, met uitzondering van de | De documenten en stukken in een vreemde taal, met uitzondering van de |
| zuiver technische specificaties die in het Engels zijn opgesteld, gaan | zuiver technische specificaties die in het Engels zijn opgesteld, gaan |
| vergezeld van een vertaling in het Nederlands, in het Frans of in het | vergezeld van een vertaling in het Nederlands, in het Frans of in het |
| Duits, die op kosten van de aanvrager door een beëdigd vertaler is | Duits, die op kosten van de aanvrager door een beëdigd vertaler is |
| gemaakt. | gemaakt. |
Art. 5.Opgeheven worden : |
Art. 5.Opgeheven worden : |
| - het ministerieel besluit van 24 juli 2001 betreffende de | - het ministerieel besluit van 24 juli 2001 betreffende de |
| modaliteiten voor het indienen van een aanvraag tot machtiging voor de | modaliteiten voor het indienen van een aanvraag tot machtiging voor de |
| ingebruikneming van subsystemen van structurele aard die deel uitmaken | ingebruikneming van subsystemen van structurele aard die deel uitmaken |
| van het trans-Europese hogesnelheidsspoorwegsysteem; | van het trans-Europese hogesnelheidsspoorwegsysteem; |
| - het ministerieel besluit van 12 februari 2004 betreffende de | - het ministerieel besluit van 12 februari 2004 betreffende de |
| modaliteiten voor het indienen van een aanvraag tot machtiging voor de | modaliteiten voor het indienen van een aanvraag tot machtiging voor de |
| ingebruikneming van subsystemen van structurele aard die deel uitmaken | ingebruikneming van subsystemen van structurele aard die deel uitmaken |
| van het conventionele trans-Europese spoorwegsysteem. | van het conventionele trans-Europese spoorwegsysteem. |
| Brussel, 30 oktober 2008. | Brussel, 30 oktober 2008. |
| Y. LETERME | Y. LETERME |
| E. SCHOUPPE | E. SCHOUPPE |