Ministerieel besluit tot vaststelling van de voorwaarden en procedureregels voor de aanvraag tot erkenning, tot hernieuwing van erkenning en tot intrekking van erkenning als stagemeester en stagedienst in de klinische orthopedagogiek | Ministerieel besluit tot vaststelling van de voorwaarden en procedureregels voor de aanvraag tot erkenning, tot hernieuwing van erkenning en tot intrekking van erkenning als stagemeester en stagedienst in de klinische orthopedagogiek |
---|---|
FEDERALE OVERHEIDSDIENST VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE | FEDERALE OVERHEIDSDIENST VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE |
VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU | VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU |
28 FEBRUARI 2020. - Ministerieel besluit tot vaststelling van de | 28 FEBRUARI 2020. - Ministerieel besluit tot vaststelling van de |
voorwaarden en procedureregels voor de aanvraag tot erkenning, tot | voorwaarden en procedureregels voor de aanvraag tot erkenning, tot |
hernieuwing van erkenning en tot intrekking van erkenning als | hernieuwing van erkenning en tot intrekking van erkenning als |
stagemeester en stagedienst in de klinische orthopedagogiek | stagemeester en stagedienst in de klinische orthopedagogiek |
De Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, | De Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, |
Gelet op de gecoördineerde wet van 10 mei 2015 betreffende de | Gelet op de gecoördineerde wet van 10 mei 2015 betreffende de |
uitoefening van de gezondheidsberoepen, artikel 68/2, § 2, eerste lid, | uitoefening van de gezondheidsberoepen, artikel 68/2, § 2, eerste lid, |
gewijzigd bij wet van 10 juli 2016, en § 4, vierde en zevende lid, | gewijzigd bij wet van 10 juli 2016, en § 4, vierde en zevende lid, |
ingevoegd bij wet van 10 juli 2016; | ingevoegd bij wet van 10 juli 2016; |
Gelet op het koninklijk besluit van 26 april 2019 tot vaststelling van | Gelet op het koninklijk besluit van 26 april 2019 tot vaststelling van |
de criteria voor de erkenning van klinisch orthopedagogen, alsmede van | de criteria voor de erkenning van klinisch orthopedagogen, alsmede van |
stagemeesters en stagediensten, artikel 44; | stagemeesters en stagediensten, artikel 44; |
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën gegeven op 10 | Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën gegeven op 10 |
december 2019; | december 2019; |
Gelet op het advies nr. 66.883/2 van de Raad van State gegeven op 3 | Gelet op het advies nr. 66.883/2 van de Raad van State gegeven op 3 |
februari 2020 met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van | februari 2020 met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van |
de gecoördineerde wetten op de Raad van de State, | de gecoördineerde wetten op de Raad van de State, |
Besluit : | Besluit : |
Artikel 1.§ 1. De indiening van de aanvraag tot erkenning als |
Artikel 1.§ 1. De indiening van de aanvraag tot erkenning als |
stagemeester en stagedienst gebeurt gezamenlijk aan de hand van een | stagemeester en stagedienst gebeurt gezamenlijk aan de hand van een |
uniek formulier. | uniek formulier. |
De aanvraag wordt ondertekend door de stagemeester alsook door de | De aanvraag wordt ondertekend door de stagemeester alsook door de |
verantwoordelijke van de organisatie waarvan de stagedienst deel | verantwoordelijke van de organisatie waarvan de stagedienst deel |
uitmaakt. | uitmaakt. |
De indiening van de erkenningsaanvraag gebeurt op elektronische wijze | De indiening van de erkenningsaanvraag gebeurt op elektronische wijze |
aan de hand van het uniek formulier als bedoeld in het eerste lid, | aan de hand van het uniek formulier als bedoeld in het eerste lid, |
waarvan het model door de FOD Volksgezondheid wordt uitgewerkt. | waarvan het model door de FOD Volksgezondheid wordt uitgewerkt. |
§ 2. De stagemeester voegt bij de erkenningsaanvraag alle gegevens toe | § 2. De stagemeester voegt bij de erkenningsaanvraag alle gegevens toe |
waaruit blijkt dat hij beantwoordt aan de criteria van hoofdstuk 3 van | waaruit blijkt dat hij beantwoordt aan de criteria van hoofdstuk 3 van |
het koninklijk besluit van 26 april 2019 tot vaststelling van de | het koninklijk besluit van 26 april 2019 tot vaststelling van de |
criteria voor de erkenning van klinisch orthopedagogen, alsmede van | criteria voor de erkenning van klinisch orthopedagogen, alsmede van |
stagemeesters en stagediensten, alsook alle gegevens die de Federale | stagemeesters en stagediensten, alsook alle gegevens die de Federale |
Raad voor de geestelijke gezondheidzorgberoepen, hierna Federale Raad | Raad voor de geestelijke gezondheidzorgberoepen, hierna Federale Raad |
genoemd, en de Minister kunnen inlichten over zijn kwaliteiten als | genoemd, en de Minister kunnen inlichten over zijn kwaliteiten als |
stagemeester, zoals zijn titels, functies, publicaties, lezingen, | stagemeester, zoals zijn titels, functies, publicaties, lezingen, |
bedrijvigheid in wetenschappelijke verenigingen en zijn actieve | bedrijvigheid in wetenschappelijke verenigingen en zijn actieve |
medewerking aan congressen. Hij voegt eveneens een kopie van de | medewerking aan congressen. Hij voegt eveneens een kopie van de |
overeenkomst bedoeld in artikel 23 van het voormelde koninklijk | overeenkomst bedoeld in artikel 23 van het voormelde koninklijk |
besluit van 26 april 2019 toe. | besluit van 26 april 2019 toe. |
§ 3. De verantwoordelijke zoals bedoeld in paragraaf 1, tweede lid, | § 3. De verantwoordelijke zoals bedoeld in paragraaf 1, tweede lid, |
voegt bij de erkenningsaanvraag alle gegevens toe waaruit blijkt dat | voegt bij de erkenningsaanvraag alle gegevens toe waaruit blijkt dat |
de stagedienst beantwoordt aan de criteria van Hoofdstuk 4 van het | de stagedienst beantwoordt aan de criteria van Hoofdstuk 4 van het |
voormelde koninklijk besluit van 26 april 2019 alsook alle elementen | voormelde koninklijk besluit van 26 april 2019 alsook alle elementen |
die de Federale Raad en de Minister kunnen inlichten over de waarde | die de Federale Raad en de Minister kunnen inlichten over de waarde |
van de stagedienst, zoals statistische gegevens met betrekking tot de | van de stagedienst, zoals statistische gegevens met betrekking tot de |
klinische activiteit, de organisatie van de dienst en het | klinische activiteit, de organisatie van de dienst en het |
kwaliteitssysteem. | kwaliteitssysteem. |
Art. 2.De FOD Volksgezondheid onderzoekt de ontvankelijkheid en |
Art. 2.De FOD Volksgezondheid onderzoekt de ontvankelijkheid en |
volledigheid van de in artikel 1, § 1, bedoelde erkenningsaanvragen en | volledigheid van de in artikel 1, § 1, bedoelde erkenningsaanvragen en |
maakt deze vervolgens samen met de begeleidende dossiers voor advies | maakt deze vervolgens samen met de begeleidende dossiers voor advies |
over aan de Federale Raad. | over aan de Federale Raad. |
De Federale Raad kan een ad hoc werkgroep gelasten een onderzoek te | De Federale Raad kan een ad hoc werkgroep gelasten een onderzoek te |
verrichten en hierover verslag uit te brengen. Dat onderzoek kan zo | verrichten en hierover verslag uit te brengen. Dat onderzoek kan zo |
nodig ter plaatse gebeuren. | nodig ter plaatse gebeuren. |
Art. 3.§ 1. De Federale Raad doet uitspraak op stukken, onverminderd |
Art. 3.§ 1. De Federale Raad doet uitspraak op stukken, onverminderd |
de mogelijkheid voor de Federale Raad om te beslissen tot een | de mogelijkheid voor de Federale Raad om te beslissen tot een |
hoorzitting over te gaan. | hoorzitting over te gaan. |
§ 2. Is zijn advies niet gunstig dan wordt het in beraad gehouden. In | § 2. Is zijn advies niet gunstig dan wordt het in beraad gehouden. In |
dat geval wordt de kandidaat-stagemeester of de verantwoordelijke van | dat geval wordt de kandidaat-stagemeester of de verantwoordelijke van |
de organisatie waarvan de stagedienst deel uitmaakt ten minste | de organisatie waarvan de stagedienst deel uitmaakt ten minste |
vijftien dagen vóór de vergadering, behoudens ingeval van spoed, op | vijftien dagen vóór de vergadering, behoudens ingeval van spoed, op |
elektronische wijze in kennis gesteld van de dag en het uur van de | elektronische wijze in kennis gesteld van de dag en het uur van de |
vergadering van de Federale Raad, waarop zijn dossier wordt | vergadering van de Federale Raad, waarop zijn dossier wordt |
onderzocht. De betrokkene mag vragen persoonlijk gehoord te worden | onderzocht. De betrokkene mag vragen persoonlijk gehoord te worden |
door de Federale Raad ten einde alle nuttige inlichtingen te kunnen | door de Federale Raad ten einde alle nuttige inlichtingen te kunnen |
verstrekken. | verstrekken. |
Art. 4.§ 1. Binnen zestig dagen na ontvangst van het dossier stuurt |
Art. 4.§ 1. Binnen zestig dagen na ontvangst van het dossier stuurt |
de Federale Raad zijn met redenen omklede advies op elektronische | de Federale Raad zijn met redenen omklede advies op elektronische |
wijze naar de Minister en naar de belanghebbende. | wijze naar de Minister en naar de belanghebbende. |
§ 2. Na ontvangst van dit advies neemt de Minister een beslissing. | § 2. Na ontvangst van dit advies neemt de Minister een beslissing. |
Indien de Federale Raad geen advies heeft gegeven binnen de gestelde | Indien de Federale Raad geen advies heeft gegeven binnen de gestelde |
termijnen, kan de Minister een beslissing nemen zonder dat advies. | termijnen, kan de Minister een beslissing nemen zonder dat advies. |
§ 3. In de beslissing van de Minister wordt de juiste draagwijdte van | § 3. In de beslissing van de Minister wordt de juiste draagwijdte van |
de erkenning vermeld alsook de motieven in geval van een negatieve | de erkenning vermeld alsook de motieven in geval van een negatieve |
beslissing. | beslissing. |
Een afschrift van de beslissing wordt op elektronische wijze aan de | Een afschrift van de beslissing wordt op elektronische wijze aan de |
belanghebbende(n) overgemaakt. | belanghebbende(n) overgemaakt. |
Art. 5.De procedurevoorschriften voorzien in de artikelen 1 tot en |
Art. 5.De procedurevoorschriften voorzien in de artikelen 1 tot en |
met 4 gelden ook voor de aanvragen tot hernieuwing van erkenning. | met 4 gelden ook voor de aanvragen tot hernieuwing van erkenning. |
Art. 6.Ingeval van intrekking van de erkenning overeenkomstig artikel |
Art. 6.Ingeval van intrekking van de erkenning overeenkomstig artikel |
43 van het voormelde koninklijk besluit van 26 april 2019 moeten de | 43 van het voormelde koninklijk besluit van 26 april 2019 moeten de |
procedurevoorschriften voorzien in de artikelen 2 tot en met 4 worden | procedurevoorschriften voorzien in de artikelen 2 tot en met 4 worden |
nageleefd. | nageleefd. |
Art. 7.§ 1. De intrekking van de erkenning kan tevens plaatsvinden op |
Art. 7.§ 1. De intrekking van de erkenning kan tevens plaatsvinden op |
verzoek van de stagemeester of stagedienst. | verzoek van de stagemeester of stagedienst. |
§ 2. De stagemeester die zijn erkenning niet langer wenst te genieten, | § 2. De stagemeester die zijn erkenning niet langer wenst te genieten, |
brengt de Minister hiervan schriftelijk, op elektronische wijze op de | brengt de Minister hiervan schriftelijk, op elektronische wijze op de |
hoogte. | hoogte. |
In dat geval trekt de Minister de erkenning in. | In dat geval trekt de Minister de erkenning in. |
§ 3. Ingeval de stagedienst zijn erkenning niet langer wenst te | § 3. Ingeval de stagedienst zijn erkenning niet langer wenst te |
genieten, brengt de verantwoordelijke van de organisatie waarvan de | genieten, brengt de verantwoordelijke van de organisatie waarvan de |
stagedienst deel uitmaakt de Minister hiervan op elektronische wijze | stagedienst deel uitmaakt de Minister hiervan op elektronische wijze |
op de hoogte. | op de hoogte. |
In dat geval trekt de Minister de erkenning in. | In dat geval trekt de Minister de erkenning in. |
§ 4. De Minister brengt de FOD Volksgezondheid van de intrekkingen | § 4. De Minister brengt de FOD Volksgezondheid van de intrekkingen |
bedoeld in paragrafen 2 en 3 op de hoogte. | bedoeld in paragrafen 2 en 3 op de hoogte. |
De FOD Volksgezondheid brengt op zijn beurt de Federale Raad op de | De FOD Volksgezondheid brengt op zijn beurt de Federale Raad op de |
hoogte van deze intrekkingen. | hoogte van deze intrekkingen. |
Art. 8.§ 1. In geval van overlijden van de stagemeester, wanneer de |
Art. 8.§ 1. In geval van overlijden van de stagemeester, wanneer de |
stagemeester niet langer de verleende erkenning geniet of wanneer hij | stagemeester niet langer de verleende erkenning geniet of wanneer hij |
zijn ambt van stagemeester niet kan vervullen en niet wordt verwacht | zijn ambt van stagemeester niet kan vervullen en niet wordt verwacht |
dat hij het binnen een termijn van drie maanden terug zal kunnen | dat hij het binnen een termijn van drie maanden terug zal kunnen |
uitoefenen, wordt een verantwoordelijke voor de opleiding voorlopig | uitoefenen, wordt een verantwoordelijke voor de opleiding voorlopig |
erkend door de Federale Raad, ten einde de betrokken kandidaten toe te | erkend door de Federale Raad, ten einde de betrokken kandidaten toe te |
laten hun opleiding voort te zetten. | laten hun opleiding voort te zetten. |
Die erkenning kan verleend worden met afwijking van de | Die erkenning kan verleend worden met afwijking van de |
erkenningscriteria voor stagemeesters, zoals voorzien in hoofdstuk 3 | erkenningscriteria voor stagemeesters, zoals voorzien in hoofdstuk 3 |
van het voormelde koninklijk besluit van 26 april 2019 en van de | van het voormelde koninklijk besluit van 26 april 2019 en van de |
bepalingen van dit besluit. | bepalingen van dit besluit. |
Zij loopt ten einde, naar gelang van het geval, op het ogenblik dat de | Zij loopt ten einde, naar gelang van het geval, op het ogenblik dat de |
stagemeester wordt vervangen of dat de stagemeester zijn ambt opnieuw | stagemeester wordt vervangen of dat de stagemeester zijn ambt opnieuw |
waarneemt. | waarneemt. |
In ieder geval is de voorlopige erkenning enkel geldig voor het | In ieder geval is de voorlopige erkenning enkel geldig voor het |
lopende academiejaar. De Federale Raad kan de geldigheidsduur evenwel | lopende academiejaar. De Federale Raad kan de geldigheidsduur evenwel |
éénmalig verlengen tot het einde van het daaropvolgende academiejaar. | éénmalig verlengen tot het einde van het daaropvolgende academiejaar. |
§ 2. Wanneer een stagedienst niet langer de verleende erkenning | § 2. Wanneer een stagedienst niet langer de verleende erkenning |
geniet, worden een opleidingsdienst en, eventueel, een | geniet, worden een opleidingsdienst en, eventueel, een |
verantwoordelijke voor de opleiding voorlopig erkend door de Federale | verantwoordelijke voor de opleiding voorlopig erkend door de Federale |
Raad ten einde het de betrokken kandidaten mogelijk te maken hun | Raad ten einde het de betrokken kandidaten mogelijk te maken hun |
opleiding voort te zetten. | opleiding voort te zetten. |
Die erkenningen kunnen worden verleend met afwijking van de | Die erkenningen kunnen worden verleend met afwijking van de |
erkenningscriteria voor stagediensten, zoals voorzien in hoofdstuk 4 | erkenningscriteria voor stagediensten, zoals voorzien in hoofdstuk 4 |
van het voormelde koninklijk besluit van 26 april 2019 en van de | van het voormelde koninklijk besluit van 26 april 2019 en van de |
bepalingen van dit besluit. | bepalingen van dit besluit. |
Zij lopen hoe dan ook ten einde op het ogenblik dat de betrokken | Zij lopen hoe dan ook ten einde op het ogenblik dat de betrokken |
kandidaten hun opleiding in de voorlopig erkende stagedienst hebben | kandidaten hun opleiding in de voorlopig erkende stagedienst hebben |
afgerond. | afgerond. |
Brussel, 28 februari 2020. | Brussel, 28 februari 2020. |
De Minister van Volksgezondheid, | De Minister van Volksgezondheid, |
M. DE BLOCK | M. DE BLOCK |