| Ministerieel besluit inzake de kwaliteitszorg in de verenigingen voor gezinseducatie | Ministerieel besluit inzake de kwaliteitszorg in de verenigingen voor gezinseducatie |
|---|---|
| MINISTERIE VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP | MINISTERIE VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP |
| 26 JANUARI 2000. - Ministerieel besluit inzake de kwaliteitszorg in de | 26 JANUARI 2000. - Ministerieel besluit inzake de kwaliteitszorg in de |
| verenigingen voor gezinseducatie | verenigingen voor gezinseducatie |
| De Vlaamse minister van Welzijn, Gezondheid en Gelijke Kansen, | De Vlaamse minister van Welzijn, Gezondheid en Gelijke Kansen, |
| Gelet op het decreet van 29 april 1997 inzake de kwaliteitszorg in de | Gelet op het decreet van 29 april 1997 inzake de kwaliteitszorg in de |
| welzijnsvoorzieningen; | welzijnsvoorzieningen; |
| Gelet op het besluit van 24 juli 1997 van de Vlaamse regering tot | Gelet op het besluit van 24 juli 1997 van de Vlaamse regering tot |
| regeling van de erkenning en de subsidiëring van verenigingen voor | regeling van de erkenning en de subsidiëring van verenigingen voor |
| gezinseducatie; gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse regering van | gezinseducatie; gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse regering van |
| 10 december 1999; | 10 december 1999; |
| Gelet op het gunstig advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op | Gelet op het gunstig advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op |
| 19 augustus 1999; | 19 augustus 1999; |
| Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 13 juli 1999 tot | Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 13 juli 1999 tot |
| bepaling van de bevoegdheden van de leden van de Vlaamse regering, | bepaling van de bevoegdheden van de leden van de Vlaamse regering, |
| Besluit : | Besluit : |
Artikel 1.De sectorspecifieke minimale kwaliteitseisen voor de |
Artikel 1.De sectorspecifieke minimale kwaliteitseisen voor de |
| verenigingen voor Gezinseducatie worden vastgesteld zoals bepaald in | verenigingen voor Gezinseducatie worden vastgesteld zoals bepaald in |
| de bijlage 1, gevoegd bij dit besluit. | de bijlage 1, gevoegd bij dit besluit. |
Art. 2.Het kwaliteitshandboek moet minimaal de volgende elementen |
Art. 2.Het kwaliteitshandboek moet minimaal de volgende elementen |
| bevatten : | bevatten : |
| 1° een inleiding, met daarin de voorstelling van de voorziening | 1° een inleiding, met daarin de voorstelling van de voorziening |
| alsmede de opbouw en de structuur van de documentatie; | alsmede de opbouw en de structuur van de documentatie; |
| 2° een weergave van het kwaliteitsbeleid waarin de missie, de | 2° een weergave van het kwaliteitsbeleid waarin de missie, de |
| objectieven en de waarden, de opgave van de sectorspecifieke minimale | objectieven en de waarden, de opgave van de sectorspecifieke minimale |
| kwaliteitseisen zoals bepaald in artikel 1 van dit besluit, en de | kwaliteitseisen zoals bepaald in artikel 1 van dit besluit, en de |
| verlening van een machtiging aan de overheid tot verificatie en | verlening van een machtiging aan de overheid tot verificatie en |
| evaluatie van het gevoerde kwaliteitsbeleid is opgenomen; | evaluatie van het gevoerde kwaliteitsbeleid is opgenomen; |
| 3° een weergave van het kwaliteitssysteem. | 3° een weergave van het kwaliteitssysteem. |
Art. 3.Het in artikel 2, 3° bedoelde kwaliteitssysteem moet minimaal |
Art. 3.Het in artikel 2, 3° bedoelde kwaliteitssysteem moet minimaal |
| de volgende elementen bevatten : | de volgende elementen bevatten : |
| 1° de beschrijving van de organisatiestructuur, met daarin opgenomen | 1° de beschrijving van de organisatiestructuur, met daarin opgenomen |
| het organigram en een omschrijving van de verantwoordelijkheden en | het organigram en een omschrijving van de verantwoordelijkheden en |
| bevoegdheden; | bevoegdheden; |
| 2° de aanduiding van de verantwoordelijke die met het kwaliteitsbeleid | 2° de aanduiding van de verantwoordelijke die met het kwaliteitsbeleid |
| is belast; | is belast; |
| 3° de situering van de gezinseducatie binnen de ruimere | 3° de situering van de gezinseducatie binnen de ruimere |
| organisatiestructuur; | organisatiestructuur; |
| 4° een beschrijving van de procedures. | 4° een beschrijving van de procedures. |
Art. 4.Minimaal moeten de volgende, in artikel 3, 4° bedoelde |
Art. 4.Minimaal moeten de volgende, in artikel 3, 4° bedoelde |
| procedures worden beschreven : | procedures worden beschreven : |
| Op landelijk vlak : | Op landelijk vlak : |
| 1. de procedure voor behoeftepeiling; | 1. de procedure voor behoeftepeiling; |
| 2. de procedure voor studie en onderzoek; | 2. de procedure voor studie en onderzoek; |
| 3. de procedure voor productontwikkeling; | 3. de procedure voor productontwikkeling; |
| 4. de procedure voor selectie van de medewerkers; | 4. de procedure voor selectie van de medewerkers; |
| 5. de procedure voor vorming en ondersteuning van de medewerkers, | 5. de procedure voor vorming en ondersteuning van de medewerkers, |
| zowel educatieve als nevenambtelijke medewerkers. | zowel educatieve als nevenambtelijke medewerkers. |
| Op landelijk vlak en lokaal vlak : | Op landelijk vlak en lokaal vlak : |
| 6. de procedure voor planning; | 6. de procedure voor planning; |
| 7. de procedure voor bekendmaking en promotie; | 7. de procedure voor bekendmaking en promotie; |
| 8. de procedure voor organisatie; | 8. de procedure voor organisatie; |
| 9. de procedure voor evaluatie en klachtenbehandeling; | 9. de procedure voor evaluatie en klachtenbehandeling; |
| 10. de procedure voor communicatie; | 10. de procedure voor communicatie; |
| 11. de procedure voor documentenbeheer; | 11. de procedure voor documentenbeheer; |
Art. 5.De kwaliteitsplanning bestaat minimaal uit de volgende |
Art. 5.De kwaliteitsplanning bestaat minimaal uit de volgende |
| onderdelen : | onderdelen : |
| 1° De samenvattende resultaten van metingen met betrekking tot de | 1° De samenvattende resultaten van metingen met betrekking tot de |
| sectorspecifieke minimale kwaliteitseisen; | sectorspecifieke minimale kwaliteitseisen; |
| 2° De evaluatie van het kwaliteitshandboek, kwaliteitssysteem en de | 2° De evaluatie van het kwaliteitshandboek, kwaliteitssysteem en de |
| resultaten van de metingen; | resultaten van de metingen; |
| 3° De opgave van de prioritaire werkgebieden voor de toekomst. Per | 3° De opgave van de prioritaire werkgebieden voor de toekomst. Per |
| werkgebied worden de volgende items bepaald : | werkgebied worden de volgende items bepaald : |
| a) het werkgebied, project en onderwerp; | a) het werkgebied, project en onderwerp; |
| b) het streefdoel; | b) het streefdoel; |
| c) de toewijzing van een verantwoordelijke; | c) de toewijzing van een verantwoordelijke; |
| d) de fasering in de tijd; | d) de fasering in de tijd; |
| e) de voorziene tussentijdse evaluatiemomenten. | e) de voorziene tussentijdse evaluatiemomenten. |
Art. 6.Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2000 |
Art. 6.Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2000 |
| Brussel, 26 januari 2000. | Brussel, 26 januari 2000. |
| Mevr. M. VOGELS | Mevr. M. VOGELS |
| Bijlage | Bijlage |
| SECTORSPECIFIEKE MINIMALE KWALITEITSEISEN VOOR DE GEZINSEDUCATIE | SECTORSPECIFIEKE MINIMALE KWALITEITSEISEN VOOR DE GEZINSEDUCATIE |
| 1. De gezinseducatie gebeurt gebruikersgericht | 1. De gezinseducatie gebeurt gebruikersgericht |
| De gezinseducatie gebeurt gebruikersgericht, d.w.z. op maat van de | De gezinseducatie gebeurt gebruikersgericht, d.w.z. op maat van de |
| klant en rekening houdend met diens behoeften. Het aanbod wordt | klant en rekening houdend met diens behoeften. Het aanbod wordt |
| voldoende bekendgemaakt en is toegankelijk. De mogelijkheid tot het | voldoende bekendgemaakt en is toegankelijk. De mogelijkheid tot het |
| uiten van klachten is aanwezig evenals de garantie dat deze zullen | uiten van klachten is aanwezig evenals de garantie dat deze zullen |
| behandeld worden. | behandeld worden. |
| 1.1. Op maat | 1.1. Op maat |
| Dit betekent : | Dit betekent : |
| - Thema, inhoud en methode zijn aangepast aan het publiek | - Thema, inhoud en methode zijn aangepast aan het publiek |
| - Rekening houden met de omstandigheden van bespreekbaarheid | - Rekening houden met de omstandigheden van bespreekbaarheid |
| 1.2. Rekening houdend met de behoeften van de klant | 1.2. Rekening houdend met de behoeften van de klant |
| Dit betekent : | Dit betekent : |
| - Samenspraak met de klanten en partners in het proces | - Samenspraak met de klanten en partners in het proces |
| - Regelmatig behoefteanalyse uitvoeren | - Regelmatig behoefteanalyse uitvoeren |
| 1.3. Aanbod voldoende bekendgemaakt | 1.3. Aanbod voldoende bekendgemaakt |
| Dit betekent : | Dit betekent : |
| - Het aanbod zowel landelijk als lokaal aan de juiste doelgroep | - Het aanbod zowel landelijk als lokaal aan de juiste doelgroep |
| bekendmaken | bekendmaken |
| - Het aanbod tijdig bekend maken | - Het aanbod tijdig bekend maken |
| Voor de bekendmaking de gepaste media gebruiken | Voor de bekendmaking de gepaste media gebruiken |
| 1.4. Toegankelijkheid | 1.4. Toegankelijkheid |
| Dit betekent : | Dit betekent : |
| - De vormingsactiviteiten op geschikte plaats en tijdstip organiseren | - De vormingsactiviteiten op geschikte plaats en tijdstip organiseren |
| 1.5. met mogelijkheid tot het uiten van klachten | 1.5. met mogelijkheid tot het uiten van klachten |
| Dit betekent : | Dit betekent : |
| - Omschrijven op welke manier we zullen omgaan met klachten | - Omschrijven op welke manier we zullen omgaan met klachten |
| - Deze manier van omgaan met klachten communiceren naar de klanten | - Deze manier van omgaan met klachten communiceren naar de klanten |
| 2. De gezinseducatie gebeurt op een maatschappelijk aanvaardbare wijze | 2. De gezinseducatie gebeurt op een maatschappelijk aanvaardbare wijze |
| De gezinseducatie gebeurt op een maatschappelijk aanvaardbare wijze, | De gezinseducatie gebeurt op een maatschappelijk aanvaardbare wijze, |
| d.w.z. inspelend op en rekening houdend met maatschappelijke tendensen | d.w.z. inspelend op en rekening houdend met maatschappelijke tendensen |
| en met respect voor de opinie van elk individu. | en met respect voor de opinie van elk individu. |
| 2.1. inspelend op/ rekening houdend met maatschappelijke tendensen | 2.1. inspelend op/ rekening houdend met maatschappelijke tendensen |
| Dit betekent : | Dit betekent : |
| - Een programma-aanbod gebaseerd op studie van de | - Een programma-aanbod gebaseerd op studie van de |
| maatschappij-evolutie i.v.m. gezinsinteracties en het maatschappelijk | maatschappij-evolutie i.v.m. gezinsinteracties en het maatschappelijk |
| functioneren van het gezin | functioneren van het gezin |
| - Aandacht besteden aan de prioritaire thema's, voorgesteld door de | - Aandacht besteden aan de prioritaire thema's, voorgesteld door de |
| overheid | overheid |
| 2.2. met respect voor de opinie van elk individu | 2.2. met respect voor de opinie van elk individu |
| Dit betekent : | Dit betekent : |
| - Openstaant voor verschillende meningen | - Openstaant voor verschillende meningen |
| - Tegelijk de groepsdynamica hanteren i.f.v. gestelde doelen | - Tegelijk de groepsdynamica hanteren i.f.v. gestelde doelen |
| 3. De gezinseducatie gebeurt doeltreffend | 3. De gezinseducatie gebeurt doeltreffend |
| De gezinseducatie gebeurt doeltreffend, d.w.z. op een doelgerichte | De gezinseducatie gebeurt doeltreffend, d.w.z. op een doelgerichte |
| wijze, met actieve betrokkenheid van de deelnemers en met het oog op | wijze, met actieve betrokkenheid van de deelnemers en met het oog op |
| de tevredenheid van de interne en externe klanten | de tevredenheid van de interne en externe klanten |
| 3.1. Klantentevredenheid | 3.1. Klantentevredenheid |
| Dit betekent : | Dit betekent : |
| - Tevredenheid van de leden nastreven | - Tevredenheid van de leden nastreven |
| - Tevredenheid van de medewerkers nastreven | - Tevredenheid van de medewerkers nastreven |
| - Mogelijkheden voorzien voor het meten van klantentevredenheid en de | - Mogelijkheden voorzien voor het meten van klantentevredenheid en de |
| resultaten van de metingen gebruiken | resultaten van de metingen gebruiken |
| 3.2. Doelgericht | 3.2. Doelgericht |
| Dit betekent : | Dit betekent : |
| - Per activiteit doelen formuleren, communiceren naar alle betrokkenen | - Per activiteit doelen formuleren, communiceren naar alle betrokkenen |
| en evalueren | en evalueren |
| 3.3. Betrokkenheid van de deelnemers | 3.3. Betrokkenheid van de deelnemers |
| Dit betekent : | Dit betekent : |
| - Een minimale interactieve betrokkenheid van de deelnemers | - Een minimale interactieve betrokkenheid van de deelnemers |
| 4. De gezinseducatie verloopt doelmatigheid | 4. De gezinseducatie verloopt doelmatigheid |
| De gezinseducatie verloopt doelmatig, d.w.z. behoorlijk georganiseerd, | De gezinseducatie verloopt doelmatig, d.w.z. behoorlijk georganiseerd, |
| met een juiste inzet van mensen en middelen, degelijke | met een juiste inzet van mensen en middelen, degelijke |
| vormingspakketten en deskundig personeel. Er is regelmatige en | vormingspakketten en deskundig personeel. Er is regelmatige en |
| duidelijke communicatie. | duidelijke communicatie. |
| 4.1. Degelijke organisatie | 4.1. Degelijke organisatie |
| Dit betekent : | Dit betekent : |
| - Duidelijke toewijzing van opdrachten en verantwoordelijkheden | - Duidelijke toewijzing van opdrachten en verantwoordelijkheden |
| 4.2. Deskundig personeel | 4.2. Deskundig personeel |
| Dit betekent : | Dit betekent : |
| - Werken met deskundige beroepskrachten en vormingsmedewerkers | - Werken met deskundige beroepskrachten en vormingsmedewerkers |
| 4.3. Juiste inzet van mensen en middelen | 4.3. Juiste inzet van mensen en middelen |
| Dit betekent : | Dit betekent : |
| - Een goed beheer van de organisatorische en administratieve processen | - Een goed beheer van de organisatorische en administratieve processen |
| - Uit de organisatiestructuur moet blijken dat minstens 1 persoon | - Uit de organisatiestructuur moet blijken dat minstens 1 persoon |
| verantwoordelijk is voor het domein Gezinseducatie | verantwoordelijk is voor het domein Gezinseducatie |
| 4.4. Duidelijke en regelmatige communicatie | 4.4. Duidelijke en regelmatige communicatie |
| Dit betekent : | Dit betekent : |
| - Gerichte communicatie tussen beroepskrachten, nevenambtelijken en | - Gerichte communicatie tussen beroepskrachten, nevenambtelijken en |
| vrijwilligers | vrijwilligers |
| tweerichtingscommunicatie | tweerichtingscommunicatie |
| 4.5. Degelijke vormingspakketten | 4.5. Degelijke vormingspakketten |
| Dit betekent : | Dit betekent : |
| - Voor elke activiteit moet er een pakket voorhanden zijn, voorbereid | - Voor elke activiteit moet er een pakket voorhanden zijn, voorbereid |
| door een deskundige en bestaande uit : | door een deskundige en bestaande uit : |
| - Achtergrondinformatie | - Achtergrondinformatie |
| - Algemeen kader | - Algemeen kader |
| - Inhoud | - Inhoud |
| - Methodieken | - Methodieken |
| 5. De gezinseducatie wordt continu verleend en de werking wordt | 5. De gezinseducatie wordt continu verleend en de werking wordt |
| continu georganiseerd | continu georganiseerd |
| De gezinseducatie wordt continu verleend, d.w.z. aansluitend bij de | De gezinseducatie wordt continu verleend, d.w.z. aansluitend bij de |
| opdrachtsverklaring en gekaderd in een ruimere werking. Er wordt een | opdrachtsverklaring en gekaderd in een ruimere werking. Er wordt een |
| permanent een gezinsopvoedkundig aanbod gegarandeerd. | permanent een gezinsopvoedkundig aanbod gegarandeerd. |
| 5.1. Aansluitend bij de opdrachtverklaring | 5.1. Aansluitend bij de opdrachtverklaring |
| Dit betekent : | Dit betekent : |
| - Aansluitend bij de visie en doelstellingen van de organisatie | - Aansluitend bij de visie en doelstellingen van de organisatie |
| 5.2. Cohesie | 5.2. Cohesie |
| Dit betekent : | Dit betekent : |
| - Elke activiteit kadert in een ruimere werking | - Elke activiteit kadert in een ruimere werking |
| 5.3. Permanent gezinsopvoedkundig aanbod | 5.3. Permanent gezinsopvoedkundig aanbod |
| Dit betekent : | Dit betekent : |
| - Permanent een minimum aanbod voorzien | - Permanent een minimum aanbod voorzien |
| - Het aanbod regelmatig actualiseren | - Het aanbod regelmatig actualiseren |
| Gezien om gevoegd te worden bij het ministerieel besluit van 26 | Gezien om gevoegd te worden bij het ministerieel besluit van 26 |
| januari 2000 inzake de kwaliteitszorg in de verenigingen voor | januari 2000 inzake de kwaliteitszorg in de verenigingen voor |
| Gezinseducatie. | Gezinseducatie. |
| Brussel, 26 januari 2000. | Brussel, 26 januari 2000. |
| De Vlaamse minister van Welzijn, Gezondheid en Gelijke Kansen, | De Vlaamse minister van Welzijn, Gezondheid en Gelijke Kansen, |
| Mevr. M. VOGELS | Mevr. M. VOGELS |