Etaamb.openjustice.be
Ministerieel Besluit van 26 januari 2000
gepubliceerd op 09 maart 2000

Ministerieel besluit inzake de kwaliteitszorg in de verenigingen voor gezinseducatie

bron
ministerie van de vlaamse gemeenschap
numac
2000035217
pub.
09/03/2000
prom.
26/01/2000
ELI
eli/besluit/2000/01/26/2000035217/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

26 JANUARI 2000. - Ministerieel besluit inzake de kwaliteitszorg in de verenigingen voor gezinseducatie


De Vlaamse minister van Welzijn, Gezondheid en Gelijke Kansen, Gelet op het decreet van 29 april 1997 inzake de kwaliteitszorg in de welzijnsvoorzieningen;

Gelet op het besluit van 24 juli 1997 van de Vlaamse regering tot regeling van de erkenning en de subsidiëring van verenigingen voor gezinseducatie; gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse regering van 10 december 1999;

Gelet op het gunstig advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 19 augustus 1999;

Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 13 juli 1999 tot bepaling van de bevoegdheden van de leden van de Vlaamse regering, Besluit :

Artikel 1.De sectorspecifieke minimale kwaliteitseisen voor de verenigingen voor Gezinseducatie worden vastgesteld zoals bepaald in de bijlage 1, gevoegd bij dit besluit.

Art. 2.Het kwaliteitshandboek moet minimaal de volgende elementen bevatten : 1° een inleiding, met daarin de voorstelling van de voorziening alsmede de opbouw en de structuur van de documentatie;2° een weergave van het kwaliteitsbeleid waarin de missie, de objectieven en de waarden, de opgave van de sectorspecifieke minimale kwaliteitseisen zoals bepaald in artikel 1 van dit besluit, en de verlening van een machtiging aan de overheid tot verificatie en evaluatie van het gevoerde kwaliteitsbeleid is opgenomen;3° een weergave van het kwaliteitssysteem.

Art. 3.Het in artikel 2, 3° bedoelde kwaliteitssysteem moet minimaal de volgende elementen bevatten : 1° de beschrijving van de organisatiestructuur, met daarin opgenomen het organigram en een omschrijving van de verantwoordelijkheden en bevoegdheden;2° de aanduiding van de verantwoordelijke die met het kwaliteitsbeleid is belast;3° de situering van de gezinseducatie binnen de ruimere organisatiestructuur;4° een beschrijving van de procedures.

Art. 4.Minimaal moeten de volgende, in artikel 3, 4° bedoelde procedures worden beschreven : Op landelijk vlak : 1. de procedure voor behoeftepeiling;2. de procedure voor studie en onderzoek;3. de procedure voor productontwikkeling;4. de procedure voor selectie van de medewerkers;5. de procedure voor vorming en ondersteuning van de medewerkers, zowel educatieve als nevenambtelijke medewerkers. Op landelijk vlak en lokaal vlak : 6. de procedure voor planning;7. de procedure voor bekendmaking en promotie;8. de procedure voor organisatie;9. de procedure voor evaluatie en klachtenbehandeling;10. de procedure voor communicatie;11. de procedure voor documentenbeheer;

Art. 5.De kwaliteitsplanning bestaat minimaal uit de volgende onderdelen : 1° De samenvattende resultaten van metingen met betrekking tot de sectorspecifieke minimale kwaliteitseisen;2° De evaluatie van het kwaliteitshandboek, kwaliteitssysteem en de resultaten van de metingen;3° De opgave van de prioritaire werkgebieden voor de toekomst.Per werkgebied worden de volgende items bepaald : a) het werkgebied, project en onderwerp;b) het streefdoel;c) de toewijzing van een verantwoordelijke;d) de fasering in de tijd;e) de voorziene tussentijdse evaluatiemomenten.

Art. 6.Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2000 Brussel, 26 januari 2000.

Mevr. M. VOGELS

Bijlage SECTORSPECIFIEKE MINIMALE KWALITEITSEISEN VOOR DE GEZINSEDUCATIE 1. De gezinseducatie gebeurt gebruikersgericht De gezinseducatie gebeurt gebruikersgericht, d.w.z. op maat van de klant en rekening houdend met diens behoeften. Het aanbod wordt voldoende bekendgemaakt en is toegankelijk. De mogelijkheid tot het uiten van klachten is aanwezig evenals de garantie dat deze zullen behandeld worden. 1.1. Op maat Dit betekent : - Thema, inhoud en methode zijn aangepast aan het publiek - Rekening houden met de omstandigheden van bespreekbaarheid 1.2. Rekening houdend met de behoeften van de klant Dit betekent : - Samenspraak met de klanten en partners in het proces - Regelmatig behoefteanalyse uitvoeren 1.3. Aanbod voldoende bekendgemaakt Dit betekent : - Het aanbod zowel landelijk als lokaal aan de juiste doelgroep bekendmaken - Het aanbod tijdig bekend maken Voor de bekendmaking de gepaste media gebruiken 1.4. Toegankelijkheid Dit betekent : - De vormingsactiviteiten op geschikte plaats en tijdstip organiseren 1.5. met mogelijkheid tot het uiten van klachten Dit betekent : - Omschrijven op welke manier we zullen omgaan met klachten - Deze manier van omgaan met klachten communiceren naar de klanten 2. De gezinseducatie gebeurt op een maatschappelijk aanvaardbare wijze De gezinseducatie gebeurt op een maatschappelijk aanvaardbare wijze, d.w.z. inspelend op en rekening houdend met maatschappelijke tendensen en met respect voor de opinie van elk individu. 2.1. inspelend op/ rekening houdend met maatschappelijke tendensen Dit betekent : - Een programma-aanbod gebaseerd op studie van de maatschappij-evolutie i.v.m. gezinsinteracties en het maatschappelijk functioneren van het gezin - Aandacht besteden aan de prioritaire thema's, voorgesteld door de overheid 2.2. met respect voor de opinie van elk individu Dit betekent : - Openstaant voor verschillende meningen - Tegelijk de groepsdynamica hanteren i.f.v. gestelde doelen 3. De gezinseducatie gebeurt doeltreffend De gezinseducatie gebeurt doeltreffend, d.w.z. op een doelgerichte wijze, met actieve betrokkenheid van de deelnemers en met het oog op de tevredenheid van de interne en externe klanten 3.1. Klantentevredenheid Dit betekent : - Tevredenheid van de leden nastreven - Tevredenheid van de medewerkers nastreven - Mogelijkheden voorzien voor het meten van klantentevredenheid en de resultaten van de metingen gebruiken 3.2. Doelgericht Dit betekent : - Per activiteit doelen formuleren, communiceren naar alle betrokkenen en evalueren 3.3. Betrokkenheid van de deelnemers Dit betekent : - Een minimale interactieve betrokkenheid van de deelnemers 4. De gezinseducatie verloopt doelmatigheid De gezinseducatie verloopt doelmatig, d.w.z. behoorlijk georganiseerd, met een juiste inzet van mensen en middelen, degelijke vormingspakketten en deskundig personeel. Er is regelmatige en duidelijke communicatie. 4.1. Degelijke organisatie Dit betekent : - Duidelijke toewijzing van opdrachten en verantwoordelijkheden 4.2. Deskundig personeel Dit betekent : - Werken met deskundige beroepskrachten en vormingsmedewerkers 4.3. Juiste inzet van mensen en middelen Dit betekent : - Een goed beheer van de organisatorische en administratieve processen - Uit de organisatiestructuur moet blijken dat minstens 1 persoon verantwoordelijk is voor het domein Gezinseducatie 4.4. Duidelijke en regelmatige communicatie Dit betekent : - Gerichte communicatie tussen beroepskrachten, nevenambtelijken en vrijwilligers tweerichtingscommunicatie 4.5. Degelijke vormingspakketten Dit betekent : - Voor elke activiteit moet er een pakket voorhanden zijn, voorbereid door een deskundige en bestaande uit : - Achtergrondinformatie - Algemeen kader - Inhoud - Methodieken 5. De gezinseducatie wordt continu verleend en de werking wordt continu georganiseerd De gezinseducatie wordt continu verleend, d.w.z. aansluitend bij de opdrachtsverklaring en gekaderd in een ruimere werking. Er wordt een permanent een gezinsopvoedkundig aanbod gegarandeerd. 5.1. Aansluitend bij de opdrachtverklaring Dit betekent : - Aansluitend bij de visie en doelstellingen van de organisatie 5.2. Cohesie Dit betekent : - Elke activiteit kadert in een ruimere werking 5.3. Permanent gezinsopvoedkundig aanbod Dit betekent : - Permanent een minimum aanbod voorzien - Het aanbod regelmatig actualiseren Gezien om gevoegd te worden bij het ministerieel besluit van 26 januari 2000 inzake de kwaliteitszorg in de verenigingen voor Gezinseducatie.

Brussel, 26 januari 2000.

De Vlaamse minister van Welzijn, Gezondheid en Gelijke Kansen, Mevr. M. VOGELS

^