Ministerieel besluit tot goedkeuring van het huishoudelijk reglement van de Vaste operationele Commissie van de Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het Werk | Ministerieel besluit tot goedkeuring van het huishoudelijk reglement van de Vaste operationele Commissie van de Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het Werk |
---|---|
FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG | FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG |
16 JUNI 2014. - Ministerieel besluit tot goedkeuring van het | 16 JUNI 2014. - Ministerieel besluit tot goedkeuring van het |
huishoudelijk reglement van de Vaste operationele Commissie van de | huishoudelijk reglement van de Vaste operationele Commissie van de |
Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het Werk (1) | Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het Werk (1) |
Gelet op de wet van 4 augustus 1996 betreffende het welzijn van de | Gelet op de wet van 4 augustus 1996 betreffende het welzijn van de |
werknemers bij de uitvoering van hun werk, artikel 47bis; | werknemers bij de uitvoering van hun werk, artikel 47bis; |
Gelet op het koninklijk besluit van 27 oktober 2006 betreffende de | Gelet op het koninklijk besluit van 27 oktober 2006 betreffende de |
Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het Werk, artikel 35; | Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het Werk, artikel 35; |
Overwegende dat de vaste operationele Commissie van de Hoge Raad voor | Overwegende dat de vaste operationele Commissie van de Hoge Raad voor |
Preventie en Bescherming op het Werk haar huishoudelijk reglement | Preventie en Bescherming op het Werk haar huishoudelijk reglement |
heeft goedgekeurd op 26 november 2013, | heeft goedgekeurd op 26 november 2013, |
Besluit : | Besluit : |
Artikel 1.Het huishoudelijk reglement van de vaste operationele |
Artikel 1.Het huishoudelijk reglement van de vaste operationele |
Commissie van de Hoge Raad voor Preventie en bescherming op het Werk, | Commissie van de Hoge Raad voor Preventie en bescherming op het Werk, |
gevoegd in bijlage bij dit besluit, wordt goedgekeurd. | gevoegd in bijlage bij dit besluit, wordt goedgekeurd. |
Art. 2.Opgeheven worden : |
Art. 2.Opgeheven worden : |
1° het ministerieel besluit van 28 oktober 1999 tot goedkeuring van | 1° het ministerieel besluit van 28 oktober 1999 tot goedkeuring van |
het huishoudelijk reglement van de Opvolgingscommissie voor de externe | het huishoudelijk reglement van de Opvolgingscommissie voor de externe |
diensten voor preventie en bescherming op het werk; | diensten voor preventie en bescherming op het werk; |
2° het ministerieel besluit van 17 januari 2001 tot goedkeuring van | 2° het ministerieel besluit van 17 januari 2001 tot goedkeuring van |
het huishoudelijk reglement van de Opvolgingscommissie voor de externe | het huishoudelijk reglement van de Opvolgingscommissie voor de externe |
diensten voor technische controles op de werkplaats; | diensten voor technische controles op de werkplaats; |
3° het ministerieel besluit van 21 januari 2004 tot goedkeuring van | 3° het ministerieel besluit van 21 januari 2004 tot goedkeuring van |
het huishoudelijk reglement van de Opvolgingscommissie voor de | het huishoudelijk reglement van de Opvolgingscommissie voor de |
controlegeneeskunde. | controlegeneeskunde. |
Brussel, 16 juni 2014. | Brussel, 16 juni 2014. |
De Minister van Werk, | De Minister van Werk, |
Mevr. M. DE CONINCK | Mevr. M. DE CONINCK |
Bijlage | Bijlage |
Huishoudelijk reglement van de vaste operationele Commissie van de | Huishoudelijk reglement van de vaste operationele Commissie van de |
Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het Werk | Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het Werk |
Afdeling 1. - Definities | Afdeling 1. - Definities |
Artikel 1.Voor de toepassing van dit huishoudelijk reglement wordt |
Artikel 1.Voor de toepassing van dit huishoudelijk reglement wordt |
verstaan onder : | verstaan onder : |
1° VOC : vaste operationele Commissie bedoeld in artikel 30 van het | 1° VOC : vaste operationele Commissie bedoeld in artikel 30 van het |
koninklijk besluit van 27 oktober 2006 betreffende de Hoge Raad voor | koninklijk besluit van 27 oktober 2006 betreffende de Hoge Raad voor |
Preventie en Bescherming op het Werk; | Preventie en Bescherming op het Werk; |
2° de leden : de personen bedoeld in artikel 31 van het koninklijk | 2° de leden : de personen bedoeld in artikel 31 van het koninklijk |
besluit van 27 oktober 2006 betreffende de Hoge Raad voor Preventie en | besluit van 27 oktober 2006 betreffende de Hoge Raad voor Preventie en |
Bescherming op het Werk; | Bescherming op het Werk; |
3° de Hoge Raad : de Hoge Raad voor Preventie en bescherming op het | 3° de Hoge Raad : de Hoge Raad voor Preventie en bescherming op het |
Werk. | Werk. |
Afdeling 2. - Opdrachten van de VOC | Afdeling 2. - Opdrachten van de VOC |
Art. 2.De VOC oefent de specifieke opdrachten uit bedoeld in artikel |
Art. 2.De VOC oefent de specifieke opdrachten uit bedoeld in artikel |
47bis, tweede lid, van de wet van 4 augustus 1996 betreffende het | 47bis, tweede lid, van de wet van 4 augustus 1996 betreffende het |
welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk in het kader | welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk in het kader |
van de toepassing van voormelde wet en van artikel 30 van het | van de toepassing van voormelde wet en van artikel 30 van het |
koninklijk besluit van 27 oktober 2006 betreffende de Hoge Raad voor | koninklijk besluit van 27 oktober 2006 betreffende de Hoge Raad voor |
Preventie en Bescherming op het Werk alsmede in het kader van de | Preventie en Bescherming op het Werk alsmede in het kader van de |
toepassing van andere wetten en besluiten die verband houden met het | toepassing van andere wetten en besluiten die verband houden met het |
welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk en die | welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk en die |
behoren tot de bevoegdheid van de minister bevoegd voor Arbeid. | behoren tot de bevoegdheid van de minister bevoegd voor Arbeid. |
Art. 3.De werking van de VOC, gebeurt volgens de regels voorzien in |
Art. 3.De werking van de VOC, gebeurt volgens de regels voorzien in |
Hoofdstuk 3 van het huishoudelijk reglement van de Hoge Raad | Hoofdstuk 3 van het huishoudelijk reglement van de Hoge Raad |
betreffende de totstandkoming van de adviezen van de Hoge Raad van 29 | betreffende de totstandkoming van de adviezen van de Hoge Raad van 29 |
mei 2013, tenzij er in dit huishoudelijk reglement wordt vanaf | mei 2013, tenzij er in dit huishoudelijk reglement wordt vanaf |
geweken. | geweken. |
Afdeling 3. - Zetel van de VOC | Afdeling 3. - Zetel van de VOC |
Art. 4.De zetel van de VOC is gevestigd in de Federale |
Art. 4.De zetel van de VOC is gevestigd in de Federale |
Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg te Brussel. | Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg te Brussel. |
Het secretariaat van de VOC is gehecht aan de Algemene Directie | Het secretariaat van de VOC is gehecht aan de Algemene Directie |
Humanisering van de Arbeid. | Humanisering van de Arbeid. |
Afdeling 4. - Voorzitterschap en Secretariaat | Afdeling 4. - Voorzitterschap en Secretariaat |
Art. 5.De vergaderingen van de VOC worden voorbereid door de |
Art. 5.De vergaderingen van de VOC worden voorbereid door de |
voorzitter, de ondervoorzitters en het secretariaat van de VOC. | voorzitter, de ondervoorzitters en het secretariaat van de VOC. |
De voorzitter ontvangt de adviesaanvragen en klachten en beslist over | De voorzitter ontvangt de adviesaanvragen en klachten en beslist over |
de ontvankelijkheid ervan. Hij informeert de VOC over de ontvangen | de ontvankelijkheid ervan. Hij informeert de VOC over de ontvangen |
aanvragen en de klachten die (on)ontvankelijk werden verklaard. | aanvragen en de klachten die (on)ontvankelijk werden verklaard. |
Hij zorgt ervoor dat de dossiers die aan de administratie gericht | Hij zorgt ervoor dat de dossiers die aan de administratie gericht |
zijn, maar die tot de bevoegdheid van de VOC horen, aan de VOC | zijn, maar die tot de bevoegdheid van de VOC horen, aan de VOC |
voorgelegd worden. | voorgelegd worden. |
Art. 6.De voorzitter roept de leden, en in voorkomend geval, de |
Art. 6.De voorzitter roept de leden, en in voorkomend geval, de |
betrokken partijen op, leidt de debatten, zorgt voor de goede werking | betrokken partijen op, leidt de debatten, zorgt voor de goede werking |
van de VOC en vertegenwoordigt haar bij de overheid. | van de VOC en vertegenwoordigt haar bij de overheid. |
In geval van verhindering wordt de voorzitter vervangen door één van | In geval van verhindering wordt de voorzitter vervangen door één van |
de ondervoorzitters. | de ondervoorzitters. |
Art. 7.De secretaris van de Hoge Raad neemt deel aan de |
Art. 7.De secretaris van de Hoge Raad neemt deel aan de |
vergaderingen, stelt de notulen op, houdt de minuut bij van de | vergaderingen, stelt de notulen op, houdt de minuut bij van de |
adviezen van de VOC, verstrekt de uitgifte ervan en zorgt voor de | adviezen van de VOC, verstrekt de uitgifte ervan en zorgt voor de |
bewaring van het archief. | bewaring van het archief. |
Het secretariaat van de Hoge Raad staat de secretaris bij in de | Het secretariaat van de Hoge Raad staat de secretaris bij in de |
uitoefening van zijn opdrachten en vervangt hem bij verhindering. | uitoefening van zijn opdrachten en vervangt hem bij verhindering. |
Afdeling 5. - Werkingsregels | Afdeling 5. - Werkingsregels |
Art. 8.De VOC vergadert op uitnodiging van de voorzitter of van |
Art. 8.De VOC vergadert op uitnodiging van de voorzitter of van |
tenminste twee stemgerechtigde leden op de, hetzij door het Uitvoerend | tenminste twee stemgerechtigde leden op de, hetzij door het Uitvoerend |
Bureau van de Hoge Raad, hetzij door de voorzitter van de VOC, | Bureau van de Hoge Raad, hetzij door de voorzitter van de VOC, |
vastgelegde datum. | vastgelegde datum. |
Na kennisname van de datum van bijeenkomst van de VOC, informeert het | Na kennisname van de datum van bijeenkomst van de VOC, informeert het |
secretariaat hiervan de leden langs elektronische weg. | secretariaat hiervan de leden langs elektronische weg. |
De uitnodiging wordt ten minste 10 werkdagen vóór de vergadering aan | De uitnodiging wordt ten minste 10 werkdagen vóór de vergadering aan |
de leden bezorgd met de bijhorende stukken. | de leden bezorgd met de bijhorende stukken. |
Art. 9.Ieder gewoon lid dat verhinderd is een vergadering bij te |
Art. 9.Ieder gewoon lid dat verhinderd is een vergadering bij te |
wonen, duidt zelf een vervanger aan onder de plaatsvervangende leden | wonen, duidt zelf een vervanger aan onder de plaatsvervangende leden |
overeenkomstig de bepalingen van artikel 31, § 3 van het koninklijk | overeenkomstig de bepalingen van artikel 31, § 3 van het koninklijk |
besluit van 27 oktober 2006 betreffende de Hoge Raad voor Preventie en | besluit van 27 oktober 2006 betreffende de Hoge Raad voor Preventie en |
Bescherming op het Werk. | Bescherming op het Werk. |
De voorzitter wordt hiervan op de hoogte gebracht. | De voorzitter wordt hiervan op de hoogte gebracht. |
Een plaatsvervangend lid mag niet meer dan één gewoon lid vervangen. | Een plaatsvervangend lid mag niet meer dan één gewoon lid vervangen. |
Art. 10.De notulen van de vergadering vermelden de feiten en de |
Art. 10.De notulen van de vergadering vermelden de feiten en de |
elementen waarop de VOC zich heeft gesteund om haar advies te geven, | elementen waarop de VOC zich heeft gesteund om haar advies te geven, |
de standpunten van de leden en, in voorkomend geval, van de andere | de standpunten van de leden en, in voorkomend geval, van de andere |
betrokken partijen, evenals het voorstel van gemotiveerd advies van de | betrokken partijen, evenals het voorstel van gemotiveerd advies van de |
VOC. | VOC. |
De notulen worden elektronisch aan de leden gestuurd en worden ter | De notulen worden elektronisch aan de leden gestuurd en worden ter |
goedkeuring voorgelegd op de eerstvolgende vergadering van de VOC. | goedkeuring voorgelegd op de eerstvolgende vergadering van de VOC. |
Ingeval er geen volgende vergadering gepland is van de VOC, zendt het | Ingeval er geen volgende vergadering gepland is van de VOC, zendt het |
secretariaat de notulen en het voorstel van gemotiveerd advies langs | secretariaat de notulen en het voorstel van gemotiveerd advies langs |
elektronische weg naar de leden. Indien geen opmerkingen worden | elektronische weg naar de leden. Indien geen opmerkingen worden |
geformuleerd door de leden binnen de 20 werkdagen te tellen vanaf de | geformuleerd door de leden binnen de 20 werkdagen te tellen vanaf de |
werkdag volgend op de overmaking behalve tijdens de maanden juli en | werkdag volgend op de overmaking behalve tijdens de maanden juli en |
augustus of tenzij anders werd overeengekomen worden de notulen en het | augustus of tenzij anders werd overeengekomen worden de notulen en het |
advies beschouwd als goedgekeurd. | advies beschouwd als goedgekeurd. |
Afdeling 6. - Bijzondere regels met betrekking tot het onderzoek van | Afdeling 6. - Bijzondere regels met betrekking tot het onderzoek van |
betwistingen | betwistingen |
Art. 11.De partij die de betwisting bij de VOC aanhangig maakt, dient |
Art. 11.De partij die de betwisting bij de VOC aanhangig maakt, dient |
een dossier in bij de voorzitter met alle stukken betreffende de | een dossier in bij de voorzitter met alle stukken betreffende de |
betwisting en bezorgt al de bijkomende documenten of inlichtingen die | betwisting en bezorgt al de bijkomende documenten of inlichtingen die |
de voorzitter vraagt. | de voorzitter vraagt. |
Art. 12.Het dossier dat door het secretariaat aan de leden wordt |
Art. 12.Het dossier dat door het secretariaat aan de leden wordt |
bezorgd, omvat : | bezorgd, omvat : |
1° de vraag dat de VOC wordt geadieerd; | 1° de vraag dat de VOC wordt geadieerd; |
2° alle documenten die deel uitmaken van het dossier en nodig voor het | 2° alle documenten die deel uitmaken van het dossier en nodig voor het |
uitbrengen van een advies; | uitbrengen van een advies; |
3° het onderzoekverslag van de ambtenaar belast met het onderzoek van | 3° het onderzoekverslag van de ambtenaar belast met het onderzoek van |
de betwisting. | de betwisting. |
Art. 13.Het dossier wordt voorgesteld door de ambtenaar die belast is |
Art. 13.Het dossier wordt voorgesteld door de ambtenaar die belast is |
met het onderzoek van de betwisting en die tevens de verslaggever is | met het onderzoek van de betwisting en die tevens de verslaggever is |
van het onderzoek. | van het onderzoek. |
Art. 14.De bij de betwisting betrokken partijen worden gehoord door |
Art. 14.De bij de betwisting betrokken partijen worden gehoord door |
de VOC. De partij die de zaak aanhangig heeft gemaakt bij de VOC wordt | de VOC. De partij die de zaak aanhangig heeft gemaakt bij de VOC wordt |
het eerst gehoord. | het eerst gehoord. |
De partijen mogen zich laten bijstaan door een raadsman. | De partijen mogen zich laten bijstaan door een raadsman. |
Het advies van de VOC wordt door een bij de post aangetekend schrijven | Het advies van de VOC wordt door een bij de post aangetekend schrijven |
aan de bij de betwisting betrokken partijen meegedeeld. | aan de bij de betwisting betrokken partijen meegedeeld. |
Afdeling 7. - Bijzondere regels bij de aanvraag van een erkenning of | Afdeling 7. - Bijzondere regels bij de aanvraag van een erkenning of |
van de hernieuwing van een erkenning | van de hernieuwing van een erkenning |
Art. 15.Voor zover daartoe gemachtigd, kan de voorzitter van de VOC |
Art. 15.Voor zover daartoe gemachtigd, kan de voorzitter van de VOC |
op eigen initiatief of op vraag van een lid van de VOC aan de | op eigen initiatief of op vraag van een lid van de VOC aan de |
aanvrager van de erkenning of van de hernieuwing ervan, bijkomende | aanvrager van de erkenning of van de hernieuwing ervan, bijkomende |
inlichtingen of documenten vragen die hij nodig acht. | inlichtingen of documenten vragen die hij nodig acht. |
Afdeling 8. - Bijzondere regels betreffende de overige opdrachten van | Afdeling 8. - Bijzondere regels betreffende de overige opdrachten van |
de VOC | de VOC |
Art. 16.De VOC kan in haar schoot specifieke werkgroepen oprichten |
Art. 16.De VOC kan in haar schoot specifieke werkgroepen oprichten |
die belast zijn met het voorbereiden van de adviesformuleringen en | die belast zijn met het voorbereiden van de adviesformuleringen en |
voorstellen van de VOC. | voorstellen van de VOC. |
Afdeling 9. - Bijzondere bepalingen met betrekking tot de wijziging | Afdeling 9. - Bijzondere bepalingen met betrekking tot de wijziging |
van het huishoudelijk reglement | van het huishoudelijk reglement |
Art. 17.Iedere wijziging van het huidig huishoudelijk reglement, met |
Art. 17.Iedere wijziging van het huidig huishoudelijk reglement, met |
eenparigheid van stemmen aangenomen, kan op vraag van de VOC ter | eenparigheid van stemmen aangenomen, kan op vraag van de VOC ter |
goedkeuring voorgelegd worden aan de Minister. | goedkeuring voorgelegd worden aan de Minister. |
Gezien om gevoegd te worden bij het ministerieel besluit van 16 juni | Gezien om gevoegd te worden bij het ministerieel besluit van 16 juni |
2014. | 2014. |
De Minister van Werk, | De Minister van Werk, |
Mevr. M. DE CONINCK | Mevr. M. DE CONINCK |
_______ | _______ |
Nota | Nota |
(1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : | (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : |
Wet van 4 augustus 1996, Belgisch Staatsblad van 18 september 1996; | Wet van 4 augustus 1996, Belgisch Staatsblad van 18 september 1996; |
Koninklijk besluit van 27 oktober 2006, Belgisch Staatsblad van 21 | Koninklijk besluit van 27 oktober 2006, Belgisch Staatsblad van 21 |
november 2006. | november 2006. |