← Terug naar "Ministerieel besluit tot bepaling van de advies- en overlegprocedure voor de erkenning van kunstinstellingen ter uitvoering van artikel 49 en 50 van het besluit van de Vlaamse Regering van 9 mei 2014 betreffende de uitvoering van het decreet van 13 december 2013 houdende de ondersteuning van de professionele kunsten "
| Ministerieel besluit tot bepaling van de advies- en overlegprocedure voor de erkenning van kunstinstellingen ter uitvoering van artikel 49 en 50 van het besluit van de Vlaamse Regering van 9 mei 2014 betreffende de uitvoering van het decreet van 13 december 2013 houdende de ondersteuning van de professionele kunsten | Ministerieel besluit tot bepaling van de advies- en overlegprocedure voor de erkenning van kunstinstellingen ter uitvoering van artikel 49 en 50 van het besluit van de Vlaamse Regering van 9 mei 2014 betreffende de uitvoering van het decreet van 13 december 2013 houdende de ondersteuning van de professionele kunsten |
|---|---|
| VLAAMSE OVERHEID | VLAAMSE OVERHEID |
| Culture, Jeunesse, Sports et Médias | Culture, Jeunesse, Sports et Médias |
| 16 JANUARI 2015. - Ministerieel besluit tot bepaling van de advies- en | 16 JANUARI 2015. - Ministerieel besluit tot bepaling van de advies- en |
| overlegprocedure voor de erkenning van kunstinstellingen ter | overlegprocedure voor de erkenning van kunstinstellingen ter |
| uitvoering van artikel 49 en 50 van het besluit van de Vlaamse | uitvoering van artikel 49 en 50 van het besluit van de Vlaamse |
| Regering van 9 mei 2014 betreffende de uitvoering van het decreet van | Regering van 9 mei 2014 betreffende de uitvoering van het decreet van |
| 13 december 2013 houdende de ondersteuning van de professionele | 13 december 2013 houdende de ondersteuning van de professionele |
| kunsten | kunsten |
| De Vlaamse minister van Cultuur, Media, Jeugd en Brussel, | De Vlaamse minister van Cultuur, Media, Jeugd en Brussel, |
| Gelet op het Kunstendecreet van 13 december 2013, artikel 69, § 5, en | Gelet op het Kunstendecreet van 13 december 2013, artikel 69, § 5, en |
| artikel 70, § 1, tweede lid; | artikel 70, § 1, tweede lid; |
| Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 9 mei 2014 | Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 9 mei 2014 |
| betreffende de uitvoering van het decreet van 13 december 2013 | betreffende de uitvoering van het decreet van 13 december 2013 |
| houdende de ondersteuning van de professionele kunsten, artikel 49 en | houdende de ondersteuning van de professionele kunsten, artikel 49 en |
| 50; | 50; |
| Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 15 | Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 15 |
| januari 2015, | januari 2015, |
| Besluit : | Besluit : |
| HOOFDSTUK 1. - Algemene bepalingen | HOOFDSTUK 1. - Algemene bepalingen |
| Article 1er. In dit besluit wordt verstaan onder: | Article 1er. In dit besluit wordt verstaan onder: |
| 1° administratie: de dienst die binnen de Vlaamse administratie | 1° administratie: de dienst die binnen de Vlaamse administratie |
| bevoegd is voor de professionele kunsten; | bevoegd is voor de professionele kunsten; |
| 2° minister: de Vlaamse minister, bevoegd voor de culturele | 2° minister: de Vlaamse minister, bevoegd voor de culturele |
| aangelegenheden. | aangelegenheden. |
| HOOFDSTUK 2. - Overlegprocedure en bekendmaking | HOOFDSTUK 2. - Overlegprocedure en bekendmaking |
Art. 2.De minister overlegt met de kunstenorganisaties die in |
Art. 2.De minister overlegt met de kunstenorganisaties die in |
| aanmerking zouden kunnen komen voor een erkenning als kunstinstelling. | aanmerking zouden kunnen komen voor een erkenning als kunstinstelling. |
Art. 3.De minister deelt uiterlijk op 23 januari van het jaar dat |
Art. 3.De minister deelt uiterlijk op 23 januari van het jaar dat |
| volgt op het jaar waarin het Vlaams Parlement volledig wordt | volgt op het jaar waarin het Vlaams Parlement volledig wordt |
| vernieuwd, aan de Vlaamse Regering mee welke kunstenorganisaties in | vernieuwd, aan de Vlaamse Regering mee welke kunstenorganisaties in |
| aanmerking komen voor een erkenning als kunstinstelling. | aanmerking komen voor een erkenning als kunstinstelling. |
| HOOFDSTUK 3. - Adviesprocedure | HOOFDSTUK 3. - Adviesprocedure |
Art. 4.Een organisatie die in aanmerking wordt genomen voor een |
Art. 4.Een organisatie die in aanmerking wordt genomen voor een |
| erkenning als kunstinstelling, kan voor die erkenning bij de | erkenning als kunstinstelling, kan voor die erkenning bij de |
| administratie een aanvraagdossier indienen. | administratie een aanvraagdossier indienen. |
| De administratie moet in het bezit zijn van de aanvraag voor een | De administratie moet in het bezit zijn van de aanvraag voor een |
| erkenning als kunstinstelling uiterlijk op 1 maart van het jaar dat | erkenning als kunstinstelling uiterlijk op 1 maart van het jaar dat |
| volgt op het jaar waarin het Vlaams Parlement volledig wordt | volgt op het jaar waarin het Vlaams Parlement volledig wordt |
| vernieuwd. Het aanvraagdossier wordt zowel digitaal als in een | vernieuwd. Het aanvraagdossier wordt zowel digitaal als in een |
| papieren versie aan de administratie bezorgd. | papieren versie aan de administratie bezorgd. |
Art. 5.Een aanvraag voor een erkenning wordt ingediend op basis van |
Art. 5.Een aanvraag voor een erkenning wordt ingediend op basis van |
| een model van aanvraagdossier dat de administratie ter beschikking | een model van aanvraagdossier dat de administratie ter beschikking |
| stelt. | stelt. |
Art. 6.Een aanvraag voor een erkenning als kunstinstelling bevat een |
Art. 6.Een aanvraag voor een erkenning als kunstinstelling bevat een |
| motivering van de wijze waarop de organisatie voldoet aan elk van de | motivering van de wijze waarop de organisatie voldoet aan elk van de |
| erkenningsvoorwaarden, vermeld in artikel 68, § 2, van het | erkenningsvoorwaarden, vermeld in artikel 68, § 2, van het |
| Kunstendecreet van 13 december 2013. | Kunstendecreet van 13 december 2013. |
Art. 7.De erkenningscommissie bezorgt aan de minister een advies als |
Art. 7.De erkenningscommissie bezorgt aan de minister een advies als |
| vermeld in artikel 69, § 2, van het Kunstendecreet van 13 december | vermeld in artikel 69, § 2, van het Kunstendecreet van 13 december |
| 2013, uiterlijk op 30 april van het jaar dat volgt op het jaar waarin | 2013, uiterlijk op 30 april van het jaar dat volgt op het jaar waarin |
| het Vlaams Parlement volledig wordt vernieuwd. De erkenningscommissie | het Vlaams Parlement volledig wordt vernieuwd. De erkenningscommissie |
| baseert zich voor haar advies op het aanvraagdossier en het advies van | baseert zich voor haar advies op het aanvraagdossier en het advies van |
| de administratie, vermeld in artikel 8. | de administratie, vermeld in artikel 8. |
| In het eerste lid wordt verstaan onder erkenningscommissie: de | In het eerste lid wordt verstaan onder erkenningscommissie: de |
| commissie, vermeld in artikel 69, § 1, van het Kunstendecreet van 13 | commissie, vermeld in artikel 69, § 1, van het Kunstendecreet van 13 |
| december 2013. | december 2013. |
Art. 8.De administratie bezorgt aan de minister een advies als |
Art. 8.De administratie bezorgt aan de minister een advies als |
| vermeld in artikel 69, § 4, van het Kunstendecreet van 13 december | vermeld in artikel 69, § 4, van het Kunstendecreet van 13 december |
| 2013, uiterlijk op 30 april van het jaar dat volgt op het jaar waarin | 2013, uiterlijk op 30 april van het jaar dat volgt op het jaar waarin |
| het Vlaams Parlement volledig wordt vernieuwd. De administratie | het Vlaams Parlement volledig wordt vernieuwd. De administratie |
| baseert zich voor haar advies onder meer op het aanvraagdossier, de | baseert zich voor haar advies onder meer op het aanvraagdossier, de |
| door de administratie gecontroleerde functionele en financiële | door de administratie gecontroleerde functionele en financiële |
| verantwoordingen en haar verslagen over het toezicht. | verantwoordingen en haar verslagen over het toezicht. |
| De administratie bezorgt alle nuttige informatie, nodig om tot een | De administratie bezorgt alle nuttige informatie, nodig om tot een |
| kwaliteitsvolle inhoudelijke beoordeling te komen, aan de | kwaliteitsvolle inhoudelijke beoordeling te komen, aan de |
| erkenningscommissie. De administratie zorgt voor een voorlopige | erkenningscommissie. De administratie zorgt voor een voorlopige |
| zakelijke en beheersmatige toetsing inclusief de indicatieve | zakelijke en beheersmatige toetsing inclusief de indicatieve |
| waardering van een aanvraagdossier bij de aanvang van de toetsing door | waardering van een aanvraagdossier bij de aanvang van de toetsing door |
| de erkenningscommissie. | de erkenningscommissie. |
Art. 9.De minister bezorgt de Vlaamse Regering een voorstel van |
Art. 9.De minister bezorgt de Vlaamse Regering een voorstel van |
| beslissing over de erkenning als kunstinstelling, uiterlijk op 1 juni | beslissing over de erkenning als kunstinstelling, uiterlijk op 1 juni |
| van het jaar dat volgt op het jaar waarin het Vlaams Parlement | van het jaar dat volgt op het jaar waarin het Vlaams Parlement |
| volledig wordt vernieuwd. | volledig wordt vernieuwd. |
| HOOFDSTUK 4. - Slotbepaling | HOOFDSTUK 4. - Slotbepaling |
Art. 10.Dit besluit treedt in werking op de dag die volgt op de |
Art. 10.Dit besluit treedt in werking op de dag die volgt op de |
| bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad. | bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad. |
| Artikel 2 en 3 van dit besluit hebben uitwerking met ingang van 1 | Artikel 2 en 3 van dit besluit hebben uitwerking met ingang van 1 |
| december 2014. | december 2014. |
| Brussel, 16 januari 2015. | Brussel, 16 januari 2015. |
| De Vlaamse minister van Cultuur, Media, Jeugd en Brussel, | De Vlaamse minister van Cultuur, Media, Jeugd en Brussel, |
| S. GATZ | S. GATZ |