← Terug naar  "Ministerieel besluit betreffende de handel in meststoffen, bodemverbeterende middelen en teeltsubstraten "
                    
                        
                        
                
              | Ministerieel besluit betreffende de handel in meststoffen, bodemverbeterende middelen en teeltsubstraten | Ministerieel besluit betreffende de handel in meststoffen, bodemverbeterende middelen en teeltsubstraten | 
|---|---|
| FEDERAAL AGENTSCHAP VOOR DE VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN | FEDERAAL AGENTSCHAP VOOR DE VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN | 
| 14 FEBRUARI 2006. - Ministerieel besluit betreffende de handel in | 14 FEBRUARI 2006. - Ministerieel besluit betreffende de handel in | 
| meststoffen, bodemverbeterende middelen en teeltsubstraten | meststoffen, bodemverbeterende middelen en teeltsubstraten | 
| De Minister van Volksgezondheid, | De Minister van Volksgezondheid, | 
| Gelet op de wet van 11 juli 1969 betreffende de bestrijdingsmiddelen | Gelet op de wet van 11 juli 1969 betreffende de bestrijdingsmiddelen | 
| en de grondstoffen voor de landbouw, tuinbouw, bosbouw en veeteelt, | en de grondstoffen voor de landbouw, tuinbouw, bosbouw en veeteelt, | 
| inzonderheid op artikel 2, gewijzigd bij de wetten van 21 december | inzonderheid op artikel 2, gewijzigd bij de wetten van 21 december | 
| 1998 en 5 februari 1999, en op artikel 7, gewijzigd bij het koninklijk | 1998 en 5 februari 1999, en op artikel 7, gewijzigd bij het koninklijk | 
| besluit van 22 februari 2001; | besluit van 22 februari 2001; | 
| Gelet het koninklijk besluit van 7 januari 1998 betreffende de handel | Gelet het koninklijk besluit van 7 januari 1998 betreffende de handel | 
| in meststoffen, bodemverbeterende middelen en teeltsubstraten, | in meststoffen, bodemverbeterende middelen en teeltsubstraten, | 
| inzonderheid op artikel 6, vervangen bij het koninklijk besluit van 28 | inzonderheid op artikel 6, vervangen bij het koninklijk besluit van 28 | 
| mei 2003 en gewijzigd bij het koninklijk besluit van 16 januari 2006, | mei 2003 en gewijzigd bij het koninklijk besluit van 16 januari 2006, | 
| en op artikel 24; | en op artikel 24; | 
| Gelet het koninklijk besluit van 22 februari 2001 houdende organisatie | Gelet het koninklijk besluit van 22 februari 2001 houdende organisatie | 
| van de controles die worden verricht door het Federaal Agentschap voor | van de controles die worden verricht door het Federaal Agentschap voor | 
| de Veiligheid van de Voedselketen en tot wijziging van diverse | de Veiligheid van de Voedselketen en tot wijziging van diverse | 
| wettelijke bepalingen, bekrachtigd bij de wet van 19 juli 2001, | wettelijke bepalingen, bekrachtigd bij de wet van 19 juli 2001, | 
| inzonderheid op artikel 3, § 5; | inzonderheid op artikel 3, § 5; | 
| Gelet op het koninklijk besluit van 14 november 2003 betreffende | Gelet op het koninklijk besluit van 14 november 2003 betreffende | 
| autocontrole, meldingsplicht en traceerbaarheid in de voedselketen; | autocontrole, meldingsplicht en traceerbaarheid in de voedselketen; | 
| Gelet op het ministerieel besluit van 18 februari 2002 betreffende de | Gelet op het ministerieel besluit van 18 februari 2002 betreffende de | 
| handel in meststoffen, bodemverbeterende middelen en teeltsubstraten, | handel in meststoffen, bodemverbeterende middelen en teeltsubstraten, | 
| gewijzigd bij het koninklijk besluit van 4 juli 2004; | gewijzigd bij het koninklijk besluit van 4 juli 2004; | 
| Gelet de Verordening (EG) nr. 2003/2003 van het Europees Parlement en | Gelet de Verordening (EG) nr. 2003/2003 van het Europees Parlement en | 
| de Raad van 13 oktober 2003 inzake meststoffen; | de Raad van 13 oktober 2003 inzake meststoffen; | 
| Gelet op de beschikking M (2000) 2 van het Comité van Ministers van de | Gelet op de beschikking M (2000) 2 van het Comité van Ministers van de | 
| Benelux Economische Unie van 22 september 2000 tot intrekking en | Benelux Economische Unie van 22 september 2000 tot intrekking en | 
| vervanging van de beschikking M/78/10 van 14 november 1978 inzake de | vervanging van de beschikking M/78/10 van 14 november 1978 inzake de | 
| methoden van onderzoek voor meststoffen, kalkmeststoffen, organische | methoden van onderzoek voor meststoffen, kalkmeststoffen, organische | 
| bodemverbeterende middelen en aanverwante waren, zoals aangevuld door | bodemverbeterende middelen en aanverwante waren, zoals aangevuld door | 
| de beschikking M (82) 8 van 5 oktober 1982; | de beschikking M (82) 8 van 5 oktober 1982; | 
| Gelet op het advies nr. 39.487/3 van de Raad van State, gegeven op 12 | Gelet op het advies nr. 39.487/3 van de Raad van State, gegeven op 12 | 
| december 2005, in toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van | december 2005, in toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van | 
| de gecoördineerde wetten op de Raad van State; | de gecoördineerde wetten op de Raad van State; | 
| Besluit : | Besluit : | 
| Artikel 1.De ontledingen van de monsters van meststoffen, | Artikel 1.De ontledingen van de monsters van meststoffen, | 
| bodemverbeterende middelen, teeltsubstraten, zuiveringslib en alle | bodemverbeterende middelen, teeltsubstraten, zuiveringslib en alle | 
| producten bedoeld in de verordening nr. 2003/2003 van het Europees | producten bedoeld in de verordening nr. 2003/2003 van het Europees | 
| Parlement en de Raad van 13 oktober 2003 inzake meststoffen en het | Parlement en de Raad van 13 oktober 2003 inzake meststoffen en het | 
| koninklijk besluit van 7 januari 1998 betreffende de handel in | koninklijk besluit van 7 januari 1998 betreffende de handel in | 
| meststoffen, bodemverbeterende middelen en teeltsubstraten worden | meststoffen, bodemverbeterende middelen en teeltsubstraten worden | 
| uitgevoerd volgens de methoden die door de Europese Gemeenschap zijn | uitgevoerd volgens de methoden die door de Europese Gemeenschap zijn | 
| vastgesteld. Bij ontstentenis hiervan worden de ontledingen uitgevoerd | vastgesteld. Bij ontstentenis hiervan worden de ontledingen uitgevoerd | 
| volgens de methoden die goedgekeurd zijn door de Benelux Economische | volgens de methoden die goedgekeurd zijn door de Benelux Economische | 
| Unie. Bij ontstentenis hiervan worden de ontledingen uitgevoerd | Unie. Bij ontstentenis hiervan worden de ontledingen uitgevoerd | 
| volgens de methoden die in gebruik zijn in de laboratoria van het | volgens de methoden die in gebruik zijn in de laboratoria van het | 
| Federale Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen (FAVV). De | Federale Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen (FAVV). De | 
| teksten van laatste genoemde methoden kunnen bij deze laboratoria | teksten van laatste genoemde methoden kunnen bij deze laboratoria | 
| verkregen worden. | verkregen worden. | 
| Art. 2.Om de erkenning of de toelating bedoeld in artikel 6 van het | Art. 2.Om de erkenning of de toelating bedoeld in artikel 6 van het | 
| koninklijk besluit van 7 januari 1998 te kunnen bekomen, moet de | koninklijk besluit van 7 januari 1998 te kunnen bekomen, moet de | 
| aanvrager aan de volgende voorwaarden voldoen : | aanvrager aan de volgende voorwaarden voldoen : | 
| 1° Zorgen voor het algemeen plan van de inrichting, de technische | 1° Zorgen voor het algemeen plan van de inrichting, de technische | 
| schema's van de installaties en van het productieproces alsmede een | schema's van de installaties en van het productieproces alsmede een | 
| lijst van de belangrijkste industriële uitrusting; | lijst van de belangrijkste industriële uitrusting; | 
| 2° Zorgen voor een exemplaar van de etiketten en/of begeleidende | 2° Zorgen voor een exemplaar van de etiketten en/of begeleidende | 
| documenten die de aanvrager zinnens is te gebruiken; | documenten die de aanvrager zinnens is te gebruiken; | 
| 3° De fabricage en de bereiding van de bedoelde producten moeten | 3° De fabricage en de bereiding van de bedoelde producten moeten | 
| plaatsvinden in een geschikte mechanische installatie die de mengsels | plaatsvinden in een geschikte mechanische installatie die de mengsels | 
| volkomen homogeen maakt. Deze producten moeten worden opgeslagen in | volkomen homogeen maakt. Deze producten moeten worden opgeslagen in | 
| lokalen die een goede bewaring garanderen; | lokalen die een goede bewaring garanderen; | 
| 4° De aanvrager moet beschikken over een autocontrolesysteem zoals | 4° De aanvrager moet beschikken over een autocontrolesysteem zoals | 
| bepaald bij koninklijk besluit van 14 november 2003 betreffende | bepaald bij koninklijk besluit van 14 november 2003 betreffende | 
| autocontrole, meldingsplicht en traceerbaarheid in de voedselketen. | autocontrole, meldingsplicht en traceerbaarheid in de voedselketen. | 
| Art. 3.Het ministerieel besluit van 18 februari 2002 betreffende de | Art. 3.Het ministerieel besluit van 18 februari 2002 betreffende de | 
| handel in meststoffen, bodemverbeterende middelen en teeltsubstraten | handel in meststoffen, bodemverbeterende middelen en teeltsubstraten | 
| wordt opgeheven. | wordt opgeheven. | 
| Art. 4.Dit besluit treedt in werking op 15 maart 2006. | Art. 4.Dit besluit treedt in werking op 15 maart 2006. | 
| Gegeven te Brussel, 14 februari 2006. | Gegeven te Brussel, 14 februari 2006. | 
| R. DEMOTTE | R. DEMOTTE |