Etaamb.openjustice.be
Meertalige weergave van Ministerieel Besluit van 13/11/2018
← Terug naar "Ministerieel besluit houdende de organisatie van een call voor het indienen van steunaanvragen voor kleine en middelgrote windturbines "
Ministerieel besluit houdende de organisatie van een call voor het indienen van steunaanvragen voor kleine en middelgrote windturbines Ministerieel besluit houdende de organisatie van een call voor het indienen van steunaanvragen voor kleine en middelgrote windturbines
VLAAMSE OVERHEID VLAAMSE OVERHEID
Omgeving Omgeving
13 NOVEMBER 2018. - Ministerieel besluit houdende de organisatie van 13 NOVEMBER 2018. - Ministerieel besluit houdende de organisatie van
een call voor het indienen van steunaanvragen voor kleine en een call voor het indienen van steunaanvragen voor kleine en
middelgrote windturbines middelgrote windturbines
DE VLAAMSE MINISTER VAN BEGROTING, FINANCI"N EN ENERGIE, DE VLAAMSE MINISTER VAN BEGROTING, FINANCI"N EN ENERGIE,
Gelet op het Energiedecreet van 8 mei 2009, artikel 7.1.4/1, § 1, Gelet op het Energiedecreet van 8 mei 2009, artikel 7.1.4/1, § 1,
eerste lid, tweede zin, artikel 7.1.4/1, § 1, tweede lid, tweede zin, eerste lid, tweede zin, artikel 7.1.4/1, § 1, tweede lid, tweede zin,
artikel 7.1.4/1, § 4, vierde lid, artikel 8.2.1, 3°, artikel 8.3.1, artikel 7.1.4/1, § 4, vierde lid, artikel 8.2.1, 3°, artikel 8.3.1,
3°, en artikel 8.4.1, 3° ; 3°, en artikel 8.4.1, 3° ;
Gelet op het Energiebesluit van 19 november 2010, artikelen 7.11.1 tot Gelet op het Energiebesluit van 19 november 2010, artikelen 7.11.1 tot
en met 7.11.3, ingevoegd bij het besluit van 7 september 2018; en met 7.11.3, ingevoegd bij het besluit van 7 september 2018;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 7 september 2018 tot Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 7 september 2018 tot
wijziging van het Energiebesluit van 19 november 2010, wat betreft de wijziging van het Energiebesluit van 19 november 2010, wat betreft de
invoering van een steunregeling voor kleine en middelgrote invoering van een steunregeling voor kleine en middelgrote
windturbines, artikel 6; windturbines, artikel 6;
Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, d.d. 19 september Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, d.d. 19 september
2018; 2018;
Gelet op de adviesaanvraag binnen 30 dagen, die op 1 oktober 2018 bij Gelet op de adviesaanvraag binnen 30 dagen, die op 1 oktober 2018 bij
de Raad van State is ingediend, met toepassing van artikel 84, § 1, de Raad van State is ingediend, met toepassing van artikel 84, § 1,
eerste lid, (2), van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op eerste lid, (2), van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op
12 januari 1973; 12 januari 1973;
Overwegende dat het advies niet is meegedeeld binnen die termijn; Overwegende dat het advies niet is meegedeeld binnen die termijn;
Gelet op artikel 84, § 4, tweede lid, van de wetten op de Raad van Gelet op artikel 84, § 4, tweede lid, van de wetten op de Raad van
State, gecoördineerd op 12 januari 1973, State, gecoördineerd op 12 januari 1973,
Besluit : Besluit :

Artikel 1.De eerste call voor de plaatsing van windturbines op land

Artikel 1.De eerste call voor de plaatsing van windturbines op land

met een bruto nominaal vermogen per turbine groter dan 10 kWe tot en met een bruto nominaal vermogen per turbine groter dan 10 kWe tot en
met 300 kWe, wordt opengesteld voor het indienen van steunaanvragen met 300 kWe, wordt opengesteld voor het indienen van steunaanvragen
van 3 december 2018 tot en met 24 januari 2019. van 3 december 2018 tot en met 24 januari 2019.

Art. 2.Het totale bedrag voor deze call tot indiening van

Art. 2.Het totale bedrag voor deze call tot indiening van

steunaanvragen voor de plaatsing van windturbines op land bedraagt steunaanvragen voor de plaatsing van windturbines op land bedraagt
1.500.000 euro uit het Energiefonds. 1.500.000 euro uit het Energiefonds.

Art. 3.Het steunplafond, dat de maximale verhouding van de steun ten

Art. 3.Het steunplafond, dat de maximale verhouding van de steun ten

opzichte van de energieopbrengst weergeeft waarvoor projecten kunnen opzichte van de energieopbrengst weergeeft waarvoor projecten kunnen
worden geselecteerd, bedraagt voor deze call 1000 euro per MWh. worden geselecteerd, bedraagt voor deze call 1000 euro per MWh.

Art. 4.De ingediende projecten zullen gerangschikt worden op basis

Art. 4.De ingediende projecten zullen gerangschikt worden op basis

van de verhouding van de aangevraagde steun in euro ten opzichte van van de verhouding van de aangevraagde steun in euro ten opzichte van
de verwachte gecorrigeerde jaarlijkse energieopbrengst in MWh. de verwachte gecorrigeerde jaarlijkse energieopbrengst in MWh.
De aanvrager bepaalt de aangevraagde steun waarbij het totale De aanvrager bepaalt de aangevraagde steun waarbij het totale
steunpercentage steeds voldoet aan de voorwaarden voor de maximaal steunpercentage steeds voldoet aan de voorwaarden voor de maximaal
toegelaten steunhoogten, vermeld in artikel 7.11.3, § 3, vijfde lid toegelaten steunhoogten, vermeld in artikel 7.11.3, § 3, vijfde lid
van het Energiebesluit. van het Energiebesluit.

Art. 5.De rekenmethode voor de berekening van de verwachte jaarlijkse

Art. 5.De rekenmethode voor de berekening van de verwachte jaarlijkse

energieopbrengst houdt rekening met het windaanbod op de specifieke energieopbrengst houdt rekening met het windaanbod op de specifieke
locatie en op de ashoogte, bepaald door de gemiddelde windsnelheid en locatie en op de ashoogte, bepaald door de gemiddelde windsnelheid en
de winddistributie, en de vermogenscurve van de windturbine. Bij een de winddistributie, en de vermogenscurve van de windturbine. Bij een
verticale as windturbine wordt het midden van de rotor aangenomen als verticale as windturbine wordt het midden van de rotor aangenomen als
de ashoogte. De rekenmethode corrigeert deze berekende de ashoogte. De rekenmethode corrigeert deze berekende
energieopbrengst voor de impact van obstakels in de nabijheid van de energieopbrengst voor de impact van obstakels in de nabijheid van de
windturbine. De berekening van de energieopbrengst gebeurt steeds per windturbine. De berekening van de energieopbrengst gebeurt steeds per
afzonderlijke windturbine. Indien het project meerdere windturbines afzonderlijke windturbine. Indien het project meerdere windturbines
omvat, moet zowel de gecorrigeerde jaarlijkse energieopbrengst per omvat, moet zowel de gecorrigeerde jaarlijkse energieopbrengst per
windturbine als de totale gecorrigeerde jaarlijkse energieopbrengst windturbine als de totale gecorrigeerde jaarlijkse energieopbrengst
voor alle windturbines samen berekend worden. voor alle windturbines samen berekend worden.
De formules in de artikelen 5, 6 en 7 van dit besluit worden toegepast De formules in de artikelen 5, 6 en 7 van dit besluit worden toegepast
voor een windsnelheidsbereik tussen 1 meter per seconde en 20 meter voor een windsnelheidsbereik tussen 1 meter per seconde en 20 meter
per seconde. De Rayleigh-distributie, de vermogenscurve en de per seconde. De Rayleigh-distributie, de vermogenscurve en de
jaarlijkse energieopbrengst moeten elk berekend worden voor dit jaarlijkse energieopbrengst moeten elk berekend worden voor dit
windsnelheidsbereik in identieke stapgrootte. Deze stapgrootte kan 0,5 windsnelheidsbereik in identieke stapgrootte. Deze stapgrootte kan 0,5
meter per seconde of 1 meter per seconde bedragen. meter per seconde of 1 meter per seconde bedragen.
Het windaanbod op de specifieke locatie kan bepaald worden door één Het windaanbod op de specifieke locatie kan bepaald worden door één
van de volgende methoden: van de volgende methoden:
1° Een windmeting volgens de IEC 61400-12 standaard op locatie waarbij 1° Een windmeting volgens de IEC 61400-12 standaard op locatie waarbij
de gemiddelde windsnelheid op de ashoogte van de windturbine en de de gemiddelde windsnelheid op de ashoogte van de windturbine en de
winddistributie gemeten worden. Deze windmeting moet uitgevoerd worden winddistributie gemeten worden. Deze windmeting moet uitgevoerd worden
door een instelling, die zowel beheersmatig, juridisch, als financieel door een instelling, die zowel beheersmatig, juridisch, als financieel
onafhankelijk is van de turbine-fabrikant en de subsidie-aanvrager. De onafhankelijk is van de turbine-fabrikant en de subsidie-aanvrager. De
gemiddelde windsnelheid moet bij een verticale as windturbine steeds gemiddelde windsnelheid moet bij een verticale as windturbine steeds
ter hoogte van het midden van de rotor bepaald worden. De meting ter hoogte van het midden van de rotor bepaald worden. De meting
levert de gemiddelde windsnelheid en de winddistributie die gebruikt levert de gemiddelde windsnelheid en de winddistributie die gebruikt
zullen worden in de berekening van de jaarlijkse energieopbrengst; zullen worden in de berekening van de jaarlijkse energieopbrengst;
2° Een eenvoudige windmeting, uitgevoerd door een instelling, die 2° Een eenvoudige windmeting, uitgevoerd door een instelling, die
zowel beheersmatig, juridisch, als financieel onafhankelijk is van de zowel beheersmatig, juridisch, als financieel onafhankelijk is van de
turbine-fabrikant en de subsidie-aanvrager, zal enkel de gemiddelde turbine-fabrikant en de subsidie-aanvrager, zal enkel de gemiddelde
windsnelheid aanleveren op de ashoogte. Deze gemeten gemiddelde windsnelheid aanleveren op de ashoogte. Deze gemeten gemiddelde
windsnelheid moet dan gecombineerd worden met een standaard windsnelheid moet dan gecombineerd worden met een standaard
winddistributie. Een standaard winddistributie, gebaseerd op de winddistributie. Een standaard winddistributie, gebaseerd op de
Rayleigh verdeling `R(v)', wordt aangenomen indien geen Rayleigh verdeling `R(v)', wordt aangenomen indien geen
gecertificeerde windmeting volgens de IEC 61400-12 standaard gecertificeerde windmeting volgens de IEC 61400-12 standaard
beschikbaar is. De Rayleigh-distributie geeft het aandeel R(v) voor de beschikbaar is. De Rayleigh-distributie geeft het aandeel R(v) voor de
windsnelheid `v' met een gemiddelde windsnelheid `Vm' in meter per windsnelheid `v' met een gemiddelde windsnelheid `Vm' in meter per
seconde. De stapgrootte `dV' in deze formule bedraagt 0,5 meter per seconde. De stapgrootte `dV' in deze formule bedraagt 0,5 meter per
seconde of 1 meter per seconde, afhankelijk van de stapgrootte van de seconde of 1 meter per seconde, afhankelijk van de stapgrootte van de
vermogenscurve. De gemeten of geschatte gemiddelde windsnelheid wordt vermogenscurve. De gemeten of geschatte gemiddelde windsnelheid wordt
in de onderstaande formule gebruikt als Vm: in de onderstaande formule gebruikt als Vm:
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld
3° Indien geen meetgegevens van het windaanbod op de specifieke 3° Indien geen meetgegevens van het windaanbod op de specifieke
locatie beschikbaar zijn, moet een door het Vlaams Energieagentschap locatie beschikbaar zijn, moet een door het Vlaams Energieagentschap
te aanvaarden kwalitatieve onafhankelijke bron geraadpleegd worden, te aanvaarden kwalitatieve onafhankelijke bron geraadpleegd worden,
die een inschatting geeft voor de gemiddelde windsnelheid voor de die een inschatting geeft voor de gemiddelde windsnelheid voor de
specifieke locatie en ashoogte. Deze inschatting moet bij de aanvraag specifieke locatie en ashoogte. Deze inschatting moet bij de aanvraag
terdege onderbouwd worden. Deze ingeschatte gemiddelde windsnelheid terdege onderbouwd worden. Deze ingeschatte gemiddelde windsnelheid
moet gecombineerd worden met een standaard winddistributie, gebaseerd moet gecombineerd worden met een standaard winddistributie, gebaseerd
op de Rayleigh verdeling `R(v)', zoals deze vermeld is in punt 2. op de Rayleigh verdeling `R(v)', zoals deze vermeld is in punt 2.
Indien bij punt 3 de onafhankelijke bron niet beschikt over de Indien bij punt 3 de onafhankelijke bron niet beschikt over de
gemiddelde windsnelheid op de gewenste ashoogte, kan de gemiddelde gemiddelde windsnelheid op de gewenste ashoogte, kan de gemiddelde
windsnelheid op ashoogte `h' berekend worden in verhouding tot een windsnelheid op ashoogte `h' berekend worden in verhouding tot een
referentie-snelheid op hoogte `h0, bepaald volgens de onafhankelijke referentie-snelheid op hoogte `h0, bepaald volgens de onafhankelijke
bron, en volgens de onderstaande formule: bron, en volgens de onderstaande formule:
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld
De parameter `alpha' is bepaald door de ruwheid van het aardoppervlak. De parameter `alpha' is bepaald door de ruwheid van het aardoppervlak.
De meest passende omgeving voor de specifieke locatie van de geplande De meest passende omgeving voor de specifieke locatie van de geplande
windturbine moet gekozen worden uit volgende opsomming, met de windturbine moet gekozen worden uit volgende opsomming, met de
overeenkomstige waarde voor de parameter alpha: onbegroeide vlakke overeenkomstige waarde voor de parameter alpha: onbegroeide vlakke
grond, of een meer = 0,10; vlak veld of weide met kort gras, zonder grond, of een meer = 0,10; vlak veld of weide met kort gras, zonder
bomen = 0,14; veld of weide met sporadisch een boom = 0,16; veld of bomen = 0,14; veld of weide met sporadisch een boom = 0,16; veld of
weide met hoge gewassen = 0,20; een bosrijke omgeving met slechts weide met hoge gewassen = 0,20; een bosrijke omgeving met slechts
enkele huizen = 0,23; een bosrijke omgeving met meerdere huizen, een enkele huizen = 0,23; een bosrijke omgeving met meerdere huizen, een
dorp of wijk = 0,29; een stedelijke omgeving = 0,4. dorp of wijk = 0,29; een stedelijke omgeving = 0,4.
De windsnelheid op ashoogte `h' kan ook berekend worden door De windsnelheid op ashoogte `h' kan ook berekend worden door
interpolatie tussen twee verschillende hoogten met een gekende interpolatie tussen twee verschillende hoogten met een gekende
windsnelheid. windsnelheid.

Art. 6.De vermogenscurve van de windturbine kan worden aangeleverd

Art. 6.De vermogenscurve van de windturbine kan worden aangeleverd

door de fabrikant indien een IEC 61400 gecertificeerde vermogenscurve door de fabrikant indien een IEC 61400 gecertificeerde vermogenscurve
beschikbaar is. Deze vermogenscurve moet bepaald zijn door een beschikbaar is. Deze vermogenscurve moet bepaald zijn door een
instelling, die zowel beheersmatig, juridisch, als financieel instelling, die zowel beheersmatig, juridisch, als financieel
onafhankelijk is van de turbine-fabrikant en de subsidie-aanvrager. onafhankelijk is van de turbine-fabrikant en de subsidie-aanvrager.
Indien geen IEC gecertificeerde vermogenscurve beschikbaar is, wordt Indien geen IEC gecertificeerde vermogenscurve beschikbaar is, wordt
een standaard vermogenscurve `P', in kW, gegenereerd op basis van een standaard vermogenscurve `P', in kW, gegenereerd op basis van
onderstaande formule en aannames. Het vermogen moet berekend worden onderstaande formule en aannames. Het vermogen moet berekend worden
voor het opgegeven windsnelheidsbereik en in identieke stapgrootte, voor het opgegeven windsnelheidsbereik en in identieke stapgrootte,
conform artikel 5, tweede lid, van dit besluit. Het vermogen moet conform artikel 5, tweede lid, van dit besluit. Het vermogen moet
gelimiteerd worden tot het nominale vermogen, dit is het maximale gelimiteerd worden tot het nominale vermogen, dit is het maximale
vermogen dat de turbine kan leveren. vermogen dat de turbine kan leveren.
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld
- P bedraagt 1,225 kilogram per kubieke meter op zeeniveau; - P bedraagt 1,225 kilogram per kubieke meter op zeeniveau;
- A is de doorstroomde oppervlakte van de turbinerotor in vierkante - A is de doorstroomde oppervlakte van de turbinerotor in vierkante
meter en is algemeen uitsluitend gebaseerd op het draaiende deel van meter en is algemeen uitsluitend gebaseerd op het draaiende deel van
de turbinerotor; de turbinerotor;
- v is de windsnelheid ter hoogte van de rotor in meter per seconde; - v is de windsnelheid ter hoogte van de rotor in meter per seconde;
- ? is het totaalrendement van de turbine, waarbij in afwezigheid van - ? is het totaalrendement van de turbine, waarbij in afwezigheid van
een IEC gecertificeerde vermogenscurve ? wordt vastgelegd op 0,30 voor een IEC gecertificeerde vermogenscurve ? wordt vastgelegd op 0,30 voor
een horizontale as windturbine, 0,25 voor een Darrieus type een horizontale as windturbine, 0,25 voor een Darrieus type
windturbine en 0,10 voor een Savonius type windturbine of voor een windturbine en 0,10 voor een Savonius type windturbine of voor een
type windturbine dat niet onder de definitie van een van voorgaande type windturbine dat niet onder de definitie van een van voorgaande
types valt. types valt.
Het type windturbine moet aangetoond worden bij de aanvraag en moet Het type windturbine moet aangetoond worden bij de aanvraag en moet
gebaseerd zijn op het werkingsprincipe van de draaiende rotor. Een gebaseerd zijn op het werkingsprincipe van de draaiende rotor. Een
horizontaal geplaatste verticale as windturbine zal nog steeds horizontaal geplaatste verticale as windturbine zal nog steeds
beschouwd worden als een verticale as windturbine. beschouwd worden als een verticale as windturbine.

Art. 7.De jaarlijkse energieopbrengst `E', in kWh per jaar, wordt

Art. 7.De jaarlijkse energieopbrengst `E', in kWh per jaar, wordt

bepaald door de vermogenscurve `P(v)' aangeleverd volgens de bepaald door de vermogenscurve `P(v)' aangeleverd volgens de
bepalingen van artikel 6 van dit besluit, te vermenigvuldigen met de bepalingen van artikel 6 van dit besluit, te vermenigvuldigen met de
windsnelheidsdistributie `R(v)', op basis van onderstaande formule. De windsnelheidsdistributie `R(v)', op basis van onderstaande formule. De
som wordt genomen over alle windsnelheden tussen 1 meter per seconde som wordt genomen over alle windsnelheden tussen 1 meter per seconde
en 20 meter per seconde, in een stapgrootte van 0,5 meter per seconde en 20 meter per seconde, in een stapgrootte van 0,5 meter per seconde
of 1 meter per seconde, conform artikel 5, tweede lid, van dit besluit of 1 meter per seconde, conform artikel 5, tweede lid, van dit besluit
en door rekening te houden met 8760 uur per jaar. en door rekening te houden met 8760 uur per jaar.
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Art. 8.De in artikel 7 van dit besluit berekende energieopbrengst

Art. 8.De in artikel 7 van dit besluit berekende energieopbrengst

`E', in kWh per jaar, dient gecorrigeerd te worden voor de impact van `E', in kWh per jaar, dient gecorrigeerd te worden voor de impact van
eventuele lokale obstakels in de omgeving van de voorziene eventuele lokale obstakels in de omgeving van de voorziene
inplantingslocatie van de windturbine. Deze correctie is enkel nodig inplantingslocatie van de windturbine. Deze correctie is enkel nodig
voor aanvragen waar geen windmeting op ashoogte werd uitgevoerd voor aanvragen waar geen windmeting op ashoogte werd uitgevoerd
conform artikel 5, derde lid, 1° of 2°, en voor aanvragen waar een conform artikel 5, derde lid, 1° of 2°, en voor aanvragen waar een
windmeting is uitgevoerd conform artikel 5, derde lid, 1° of 2°, die windmeting is uitgevoerd conform artikel 5, derde lid, 1° of 2°, die
meer dan één windturbine bevatten. Onderstaande methode dient gebruikt meer dan één windturbine bevatten. Onderstaande methode dient gebruikt
te worden om de invloed van obstakels op de energieopbrengst in te worden om de invloed van obstakels op de energieopbrengst in
rekening te brengen: rekening te brengen:
1° Stap 1: oplijsten van alle obstakels binnen een cirkel rondom de 1° Stap 1: oplijsten van alle obstakels binnen een cirkel rondom de
turbine met als diameter 20 keer de ashoogte van de turbine, met turbine met als diameter 20 keer de ashoogte van de turbine, met
vermelding van hun hoogte H en afstand A tot de turbine. Voor objecten vermelding van hun hoogte H en afstand A tot de turbine. Voor objecten
waar de afstand niet eenduidig is zoals voor hagen of grote gebouwen, waar de afstand niet eenduidig is zoals voor hagen of grote gebouwen,
wordt een afstand voor elke uiterste kant van de breedte O van het wordt een afstand voor elke uiterste kant van de breedte O van het
object genomen. De obstakels lager dan de helft van de hoogte van de object genomen. De obstakels lager dan de helft van de hoogte van de
onderkant van de turbinerotor dienen niet geïnventariseerd te worden. onderkant van de turbinerotor dienen niet geïnventariseerd te worden.
Voor een horizontale as turbine is de onderkant van de rotor de Voor een horizontale as turbine is de onderkant van de rotor de
ashoogte min de schoeplengte. ashoogte min de schoeplengte.
Indien er zich andere windturbines binnen de te onderzoeken cirkel van Indien er zich andere windturbines binnen de te onderzoeken cirkel van
de turbine bevinden of gepland zijn binnen dezelfde aanvraag, worden de turbine bevinden of gepland zijn binnen dezelfde aanvraag, worden
deze ook als obstakel beschouwd, waarbij de breedte van het obstakel deze ook als obstakel beschouwd, waarbij de breedte van het obstakel
gelijk wordt gesteld aan de helft van de breedte van de rotor. Bij een gelijk wordt gesteld aan de helft van de breedte van de rotor. Bij een
horizontale as windturbine wordt de diameter beschouwd als de breedte horizontale as windturbine wordt de diameter beschouwd als de breedte
van de rotor. Bij aanvragen waar een windmeting is uitgevoerd conform van de rotor. Bij aanvragen waar een windmeting is uitgevoerd conform
artikel 5, derde lid, 1° of 2°, dient enkel de invloed van de geplande artikel 5, derde lid, 1° of 2°, dient enkel de invloed van de geplande
windturbines binnen dezelfde aanvraag nog in rekening gebracht te windturbines binnen dezelfde aanvraag nog in rekening gebracht te
worden volgens de principes van dit artikel. worden volgens de principes van dit artikel.
Objecten die zich net buiten de cirkel met diameter 20 keer de Objecten die zich net buiten de cirkel met diameter 20 keer de
ashoogte van de turbine bevinden en die een hoogte hebben die op de ashoogte van de turbine bevinden en die een hoogte hebben die op de
kaart zoals omschreven in 2°, op die gegeven afstand van de objecten kaart zoals omschreven in 2°, op die gegeven afstand van de objecten
boven de 20H-lijn komen, dienen ook opgenomen te worden in deze boven de 20H-lijn komen, dienen ook opgenomen te worden in deze
oplijsting. oplijsting.
2° Stap 2: De opgelijste obstakels worden geclassificeerd op basis van 2° Stap 2: De opgelijste obstakels worden geclassificeerd op basis van
hun hoogte en afstand tot de turbine door hen aan te duiden op een hun hoogte en afstand tot de turbine door hen aan te duiden op een
kaart. De kaart geeft de afstand tot de turbine op de x-as weer in kaart. De kaart geeft de afstand tot de turbine op de x-as weer in
meter, de hoogte van de obstakels op de y-as in meter en bevat drie meter, de hoogte van de obstakels op de y-as in meter en bevat drie
zones (rood, oranje en groen), die gescheiden zijn door de 10H-lijn (= zones (rood, oranje en groen), die gescheiden zijn door de 10H-lijn (=
10 x de hoogte van een object; scheiding tussen rode en oranje zone) 10 x de hoogte van een object; scheiding tussen rode en oranje zone)
en de 20H-lijn (= 20 x de hoogte van een object; scheiding tussen en de 20H-lijn (= 20 x de hoogte van een object; scheiding tussen
oranje en groene zone). Smalle structuren zoals een boom worden oranje en groene zone). Smalle structuren zoals een boom worden
aangeduid met een punt, terwijl grotere structuren zoals een haag aangeduid met een punt, terwijl grotere structuren zoals een haag
worden aangeduid met een lijn. worden aangeduid met een lijn.
3° Stap 3: Objecten in de groene zone worden verder buiten beschouwing 3° Stap 3: Objecten in de groene zone worden verder buiten beschouwing
gelaten. Objecten in de oranje en rode zone zullen de energieopbrengst gelaten. Objecten in de oranje en rode zone zullen de energieopbrengst
negatief beïnvloeden. De invloedssfeer van een object wordt bepaald negatief beïnvloeden. De invloedssfeer van een object wordt bepaald
door de linkerafstand L en de rechterafstand R tussen de turbine en de door de linkerafstand L en de rechterafstand R tussen de turbine en de
twee uiterste punten van het object en de breedte O van het object, en twee uiterste punten van het object en de breedte O van het object, en
wordt uitgedrukt als een zone met een hoek theta... . wordt uitgedrukt als een zone met een hoek theta... .
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld
Een object in de oranje zone laat de energieopbrengst in de zone met Een object in de oranje zone laat de energieopbrengst in de zone met
hoek theta; met 50 % afnemen, een object in de rode zone laat de hoek theta; met 50 % afnemen, een object in de rode zone laat de
energieopbrengst in de zone met hoek theta; met 100 % afnemen. De energieopbrengst in de zone met hoek theta; met 100 % afnemen. De
gecorrigeerde energieopbrengst Ec, in kWh per jaar, wordt bekomen door gecorrigeerde energieopbrengst Ec, in kWh per jaar, wordt bekomen door
de invloed van alle relevante objecten op basis van hun hoek theta;, de invloed van alle relevante objecten op basis van hun hoek theta;,
in graden, in rekening te brengen: in graden, in rekening te brengen:
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld
De gecorrigeerde energieopbrengst `Ec' wordt in rekening gebracht bij De gecorrigeerde energieopbrengst `Ec' wordt in rekening gebracht bij
de rangschikking van de projecten op basis van de aangevraagde steun de rangschikking van de projecten op basis van de aangevraagde steun
voor het totale project ten opzichte van de verwachte gecorrigeerde voor het totale project ten opzichte van de verwachte gecorrigeerde
energieopbrengst, conform artikel 5, eerste lid, van dit besluit. energieopbrengst, conform artikel 5, eerste lid, van dit besluit.

Art. 9.De aanvrager dient de berekening van de verwachte

Art. 9.De aanvrager dient de berekening van de verwachte

gecorrigeerde energieopbrengst in bij de steunaanvraag en onderbouwt gecorrigeerde energieopbrengst in bij de steunaanvraag en onderbouwt
deze berekening met de volgende informatie: deze berekening met de volgende informatie:
1° een visuele simulatie van de ruimtelijke impact van de geplande 1° een visuele simulatie van de ruimtelijke impact van de geplande
windturbine of windturbines; windturbine of windturbines;
2° een plattegrond van de locatie, met aanduiding van de geplande 2° een plattegrond van de locatie, met aanduiding van de geplande
windturbine of windturbines en van alle obstakels opgelijst in de windturbine of windturbines en van alle obstakels opgelijst in de
beschreven methode, vermeld in artikel 8; beschreven methode, vermeld in artikel 8;
3° een gecertificeerde vermogenscurve indien beschikbaar; 3° een gecertificeerde vermogenscurve indien beschikbaar;
4° de resultaten en details van uitvoering van een windmeting, indien 4° de resultaten en details van uitvoering van een windmeting, indien
beschikbaar. beschikbaar.

Art. 10.De steungerechtigde installatie is voorzien van de nodige

Art. 10.De steungerechtigde installatie is voorzien van de nodige

apparatuur om permanent de elektriciteitsproductie door de installatie apparatuur om permanent de elektriciteitsproductie door de installatie
te meten. te meten.
Het keuringsverslag als vermeld in artikel 7.11.4, § 1, van het Het keuringsverslag als vermeld in artikel 7.11.4, § 1, van het
Energiebesluit van 19 november 2010 dient opgesteld te zijn door een Energiebesluit van 19 november 2010 dient opgesteld te zijn door een
keuringsinstantie met een accreditatie volgens NBN EN ISO/IEC 17020. keuringsinstantie met een accreditatie volgens NBN EN ISO/IEC 17020.
Het keuringsverslag bevestigt dat de elektriciteit, geproduceerd door Het keuringsverslag bevestigt dat de elektriciteit, geproduceerd door
de productie-installatie in kwestie, opgewekt wordt uit een de productie-installatie in kwestie, opgewekt wordt uit een
hernieuwbare energiebron. Het bevestigt tevens dat de meting van de hernieuwbare energiebron. Het bevestigt tevens dat de meting van de
geproduceerde elektriciteit voldoet aan de nationale en internationale geproduceerde elektriciteit voldoet aan de nationale en internationale
normen en voorschriften, en dat een ijkcertificaat kan worden normen en voorschriften, en dat een ijkcertificaat kan worden
voorgelegd, uitgereikt door een bevoegde instantie. voorgelegd, uitgereikt door een bevoegde instantie.

Art. 11.De artikelen 1, 3, en 5 van het besluit van de Vlaamse

Art. 11.De artikelen 1, 3, en 5 van het besluit van de Vlaamse

Regering van 7 september 2018 tot wijziging van het Energiebesluit van Regering van 7 september 2018 tot wijziging van het Energiebesluit van
19 november 2010, wat betreft de invoering van een steunregeling voor 19 november 2010, wat betreft de invoering van een steunregeling voor
kleine en middelgrote windturbines, treden in werking. kleine en middelgrote windturbines, treden in werking.

Art. 12.Dit besluit treedt in werking op de dag van de bekendmaking

Art. 12.Dit besluit treedt in werking op de dag van de bekendmaking

ervan in het Belgisch Staatsblad. ervan in het Belgisch Staatsblad.
Brussel, 13 november 2018. Brussel, 13 november 2018.
De Vlaamse minister van Begroting, Financiën en Energie, De Vlaamse minister van Begroting, Financiën en Energie,
B. TOMMELEIN B. TOMMELEIN
^