| Ministerieel besluit tot vaststelling van de nadere regels inzake de aangifte van telecommunicatiediensten | Ministerieel besluit tot vaststelling van de nadere regels inzake de aangifte van telecommunicatiediensten |
|---|---|
| MINISTERIE VAN VERKEER EN INFRASTRUCTUUR | MINISTERIE VAN VERKEER EN INFRASTRUCTUUR |
| 11 JUNI 1999. - Ministerieel besluit tot vaststelling van de nadere | 11 JUNI 1999. - Ministerieel besluit tot vaststelling van de nadere |
| regels inzake de aangifte van telecommunicatiediensten | regels inzake de aangifte van telecommunicatiediensten |
| De Minister van Telecommunicatie, | De Minister van Telecommunicatie, |
| Gelet op de wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van | Gelet op de wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van |
| sommige economische overheidsbedrijven, inzonderheid op artikel 88, | sommige economische overheidsbedrijven, inzonderheid op artikel 88, |
| vervangen bij de wet van 19 december 1997, artikel 90, hersteld bij de | vervangen bij de wet van 19 december 1997, artikel 90, hersteld bij de |
| wet van 19 december 1997, § 1, en op artikel 90bis, ingevoegd bij de | wet van 19 december 1997, § 1, en op artikel 90bis, ingevoegd bij de |
| wet van 19 december 1997; | wet van 19 december 1997; |
| Gelet op het koninklijk besluit van 20 april 1999 betreffende de | Gelet op het koninklijk besluit van 20 april 1999 betreffende de |
| rechten die aan het Instituut moeten betaald worden door de personen | rechten die aan het Instituut moeten betaald worden door de personen |
| die ertoe gehouden zijn een aangifte te doen van | die ertoe gehouden zijn een aangifte te doen van |
| telecommunicatiediensten; | telecommunicatiediensten; |
| Op voorstel van het Belgisch Instituut voor postdiensten en | Op voorstel van het Belgisch Instituut voor postdiensten en |
| telecommunicatie en na advies van het Raadgevend Comité voor de | telecommunicatie en na advies van het Raadgevend Comité voor de |
| telecommunicatie; | telecommunicatie; |
| Gelet op het advies van de inspecteur van financiën, gegeven op 27 | Gelet op het advies van de inspecteur van financiën, gegeven op 27 |
| februari 1998; | februari 1998; |
| Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting, gegeven op | Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting, gegeven op |
| 29 april 1998; | 29 april 1998; |
| Gelet op het advies van de Raad van State, | Gelet op het advies van de Raad van State, |
| Besluit : | Besluit : |
Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : |
Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : |
| 1° wet : de wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van | 1° wet : de wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van |
| sommige economische overheidsbedrijven; | sommige economische overheidsbedrijven; |
| 2° Instituut : het Belgisch Insituut voor postdiensten en | 2° Instituut : het Belgisch Insituut voor postdiensten en |
| telecommunicatie, opgericht bij artikel 71 van de wet. | telecommunicatie, opgericht bij artikel 71 van de wet. |
Art. 2.De aangifte bedoeld in de artikelen 88 en 90, § 1, van de wet, |
Art. 2.De aangifte bedoeld in de artikelen 88 en 90, § 1, van de wet, |
| moet gedaan worden door een natuurlijke of rechtspersoon. | moet gedaan worden door een natuurlijke of rechtspersoon. |
Art. 3.§ 1. De aangifte bedoeld in de artikelen 88 en 90, § 1, van de |
Art. 3.§ 1. De aangifte bedoeld in de artikelen 88 en 90, § 1, van de |
| wet, is pas volledig wanneer ze de volgende inlichtingen bevat : | wet, is pas volledig wanneer ze de volgende inlichtingen bevat : |
| 1° de naam, de benaming of de handelsnaam, alsook het adres van de | 1° de naam, de benaming of de handelsnaam, alsook het adres van de |
| persoon die een telecommunicatiedienst wenst te exploiteren; | persoon die een telecommunicatiedienst wenst te exploiteren; |
| 2° de functionele beschrijving van de dienst; | 2° de functionele beschrijving van de dienst; |
| 3° de telecommunicatienetwerken waarop de dienst zal worden | 3° de telecommunicatienetwerken waarop de dienst zal worden |
| aangeboden; | aangeboden; |
| 4° het bewijs van betaling van de dossierkosten. | 4° het bewijs van betaling van de dossierkosten. |
| § 2. De aangifte wordt gedagtekend en ondertekend door de natuurlijke | § 2. De aangifte wordt gedagtekend en ondertekend door de natuurlijke |
| persoon of de vertegenwoordiger van de rechtspersoon die de dienst | persoon of de vertegenwoordiger van de rechtspersoon die de dienst |
| exploiteert, of door zijn gemachtigde. | exploiteert, of door zijn gemachtigde. |
| De vertegenwoordiger van een rechtspersoon moet zijn hoedanigheid | De vertegenwoordiger van een rechtspersoon moet zijn hoedanigheid |
| kenbaar maken en bewijzen dat hij bevoegd is. | kenbaar maken en bewijzen dat hij bevoegd is. |
| De gemachtigde moet de volmacht die hij gekregen heeft, overleggen. | De gemachtigde moet de volmacht die hij gekregen heeft, overleggen. |
Art. 4.De documentatie wordt gratis en definitief aan het Instituut |
Art. 4.De documentatie wordt gratis en definitief aan het Instituut |
| bezorgd. | bezorgd. |
Art. 5.De aangever licht het instituut onmiddellijk in over de |
Art. 5.De aangever licht het instituut onmiddellijk in over de |
| wijzigingen aan de in artikel 3 bedoelde inlichtingen, met toepassing | wijzigingen aan de in artikel 3 bedoelde inlichtingen, met toepassing |
| van de artikelen 3 en 4. | van de artikelen 3 en 4. |
| Het instituut kan de aanvrager echter meedelen welke soorten | Het instituut kan de aanvrager echter meedelen welke soorten |
| wijzigingen later of periodiek mogen worden meegedeeld. | wijzigingen later of periodiek mogen worden meegedeeld. |
Art. 6.De aangifte van overdracht bedoeld in artikel 90bis van de wet |
Art. 6.De aangifte van overdracht bedoeld in artikel 90bis van de wet |
| geschiedt door de cessionaris, zijn vertegenwoordiger of zijn | geschiedt door de cessionaris, zijn vertegenwoordiger of zijn |
| gemachtigde, overeenkomstig artikel 3 van dit besluit, met | gemachtigde, overeenkomstig artikel 3 van dit besluit, met |
| uitzondering van lid 1, 2°, 3° en 4°. | uitzondering van lid 1, 2°, 3° en 4°. |
| Bij de aangifte worden de documenten gevoegd waaruit de instemming van | Bij de aangifte worden de documenten gevoegd waaruit de instemming van |
| de cedent blijkt. | de cedent blijkt. |
Art. 7.De aangifte ontslaat de exploitant die alfanumerieke |
Art. 7.De aangifte ontslaat de exploitant die alfanumerieke |
| herkenningscodes, nummers of frequenties wenst te verkrijgen, niet van | herkenningscodes, nummers of frequenties wenst te verkrijgen, niet van |
| het volgen van de daartoe vastgestelde procedures. | het volgen van de daartoe vastgestelde procedures. |
Art. 8.De aangifte die rechtsgeldig is gedaan voor de inwerktreding |
Art. 8.De aangifte die rechtsgeldig is gedaan voor de inwerktreding |
| van dit besluit, wordt geacht in overeenstemming te zijn met wat dit | van dit besluit, wordt geacht in overeenstemming te zijn met wat dit |
| besluit bepaalt. | besluit bepaalt. |
Art. 9.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het |
Art. 9.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het |
| Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt. | Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt. |
| Brussel, 11 juni 1999. | Brussel, 11 juni 1999. |
| E. DI RUPO | E. DI RUPO |
| ADVIES VAN DE RAAD VAN STATE | ADVIES VAN DE RAAD VAN STATE |
| De Raad van State, afdeling wetgeving, vierde kamer, op 17 juli 1998 | De Raad van State, afdeling wetgeving, vierde kamer, op 17 juli 1998 |
| door de Minister van Telecommunicatie verzocht hem van advies te | door de Minister van Telecommunicatie verzocht hem van advies te |
| dienen over een ontwerp van ministerieel besluit "tot vaststelling van | dienen over een ontwerp van ministerieel besluit "tot vaststelling van |
| de nadere regels inzake de aangifte van telecommunicatiediensten", | de nadere regels inzake de aangifte van telecommunicatiediensten", |
| heeft op 9 december 1998 het volgende advies gegeven : | heeft op 9 december 1998 het volgende advies gegeven : |
| Onderzoek van het ontwerp | Onderzoek van het ontwerp |
| Aanhef | Aanhef |
| Eerste lid | Eerste lid |
| Men schrijve "inzonderheid op artikel 90, hersteld bij de wet van 19 | Men schrijve "inzonderheid op artikel 90, hersteld bij de wet van 19 |
| december 1997, § 1, en op artikel 90bis, ingevoegd bij de wet van 19 | december 1997, § 1, en op artikel 90bis, ingevoegd bij de wet van 19 |
| december 1997" in plaats van inzonderheid op de artikelen 90, § 1, en | december 1997" in plaats van inzonderheid op de artikelen 90, § 1, en |
| 90bis, zoals gewijzigd door de wet van 19 december 1997" (1). | 90bis, zoals gewijzigd door de wet van 19 december 1997" (1). |
| Voorts is het niet gebruikelijk om bij het vermelden van | Voorts is het niet gebruikelijk om bij het vermelden van |
| wijzigingsteksten het opschrift ervan te citeren. De woorden "tot | wijzigingsteksten het opschrift ervan te citeren. De woorden "tot |
| wijziging van de wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van | wijziging van de wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van |
| sommige economische overheidsbedrijven teneinde het reglementaire | sommige economische overheidsbedrijven teneinde het reglementaire |
| kader aan te passen aan de verplichtingen die inzake vrije mededinging | kader aan te passen aan de verplichtingen die inzake vrije mededinging |
| en harmonisatie op de markt voor telecommunicatie, voortvloeien uit de | en harmonisatie op de markt voor telecommunicatie, voortvloeien uit de |
| van kracht zijnde beslissingen van de Europese Unie" dienen dan ook te | van kracht zijnde beslissingen van de Europese Unie" dienen dan ook te |
| vervallen. | vervallen. |
| Tweede lid | Tweede lid |
| Aangezien het koninklijk besluit betreffende de rechten die aan het | Aangezien het koninklijk besluit betreffende de rechten die aan het |
| Instituut moeten betaald worden door de personen die ertoe gehouden | Instituut moeten betaald worden door de personen die ertoe gehouden |
| zijn een aangifte te doen van telecommunicatiediensten, dat thans nog | zijn een aangifte te doen van telecommunicatiediensten, dat thans nog |
| in de ontwerpfase verkeert, geen rechtsgrond voor het ontworpen | in de ontwerpfase verkeert, geen rechtsgrond voor het ontworpen |
| besluit oplevert, dient dat lid te vervallen. | besluit oplevert, dient dat lid te vervallen. |
| Derde lid (dat het tweede lid wordt) | Derde lid (dat het tweede lid wordt) |
| Dit lid behoort te worden vervangen door de volgende tekst, | Dit lid behoort te worden vervangen door de volgende tekst, |
| overeenkomstig de tekst die de afdeling wetgeving van de Raad van | overeenkomstig de tekst die de afdeling wetgeving van de Raad van |
| State in haar voormelde advies L. 25.039/9 heeft voorgesteld : | State in haar voormelde advies L. 25.039/9 heeft voorgesteld : |
| "Op voorstel van het Belgisch Instituut voor postdiensten en | "Op voorstel van het Belgisch Instituut voor postdiensten en |
| telecommunicatie en na advies van het Raadgevend Comité;". | telecommunicatie en na advies van het Raadgevend Comité;". |
| Vijfde lid (dat het vierde lid wordt) | Vijfde lid (dat het vierde lid wordt) |
| Dit lid behoort als volgt te worden gesteld : | Dit lid behoort als volgt te worden gesteld : |
| « Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting van 29 | « Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting van 29 |
| april 1998;". | april 1998;". |
| Zesde lid (dat het vijfde lid wordt) | Zesde lid (dat het vijfde lid wordt) |
| In de Franse tekst dient "Conseil d'Etat" te worden geschreven in | In de Franse tekst dient "Conseil d'Etat" te worden geschreven in |
| plaats van "Conseil d'Etat". | plaats van "Conseil d'Etat". |
| Bepalend gedeelte | Bepalend gedeelte |
| Artikel 3 | Artikel 3 |
| 1. In het eerste lid schrijve men : "De aangifte bedoeld in artikel | 1. In het eerste lid schrijve men : "De aangifte bedoeld in artikel |
| 90, § 1, van de wet, is pas volledig wanneer ze... » . | 90, § 1, van de wet, is pas volledig wanneer ze... » . |
| Voorts dient dit lid te worden onderverdeeld in 1°, 2°, 3°, enz., in | Voorts dient dit lid te worden onderverdeeld in 1°, 2°, 3°, enz., in |
| plaats van in 1., 2., 3., enz. | plaats van in 1., 2., 3., enz. |
| 2. Punt 1, dat onderdeel 1 wordt, behoort als volgt te worden gesteld | 2. Punt 1, dat onderdeel 1 wordt, behoort als volgt te worden gesteld |
| : | : |
| "1° de naam, de benaming of de handelsnaam, alsook het adres van de | "1° de naam, de benaming of de handelsnaam, alsook het adres van de |
| persoon die een telecommunicatiedienst wenst te exploiteren;". | persoon die een telecommunicatiedienst wenst te exploiteren;". |
| 3. Punt 2 dient te vervallen. Dat punt verbindt aan het exploiteren | 3. Punt 2 dient te vervallen. Dat punt verbindt aan het exploiteren |
| van telecommunicatiediensten immers een voorwaarde waarin de wet niet | van telecommunicatiediensten immers een voorwaarde waarin de wet niet |
| voorziet, namelijk de voorwaarde in Belgie een adres te hebben of in | voorziet, namelijk de voorwaarde in Belgie een adres te hebben of in |
| België woonplaats te kiezen. Dat punt reikt dan ook verder dan de | België woonplaats te kiezen. Dat punt reikt dan ook verder dan de |
| bevoegdheid die bij artikel 90bis van de wet van 21 maart 1991 | bevoegdheid die bij artikel 90bis van de wet van 21 maart 1991 |
| betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven | betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven |
| wordt opgedragen aan de minister onder wiens bevoegdheid de | wordt opgedragen aan de minister onder wiens bevoegdheid de |
| telecommunicatie ressorteert. Dat artikel is immers beperkt tot het | telecommunicatie ressorteert. Dat artikel is immers beperkt tot het |
| bepalen van de nadere regels voor de aangifte. | bepalen van de nadere regels voor de aangifte. |
| Bovendien zou zulk een bepaling strijdig kunnen worden geacht met het | Bovendien zou zulk een bepaling strijdig kunnen worden geacht met het |
| beginsel van het vrije verkeer van diensten. | beginsel van het vrije verkeer van diensten. |
| 4. Punt 4, dat onderdeel 3° wordt, behoort als volgt te worden gesteld | 4. Punt 4, dat onderdeel 3° wordt, behoort als volgt te worden gesteld |
| : | : |
| « 4° de telecommunicatienetwerken waarop de dienst zal worden | « 4° de telecommunicatienetwerken waarop de dienst zal worden |
| aangeboden;". | aangeboden;". |
| 5. In het derde lid dient het woord "titel" te worden vervangen door | 5. In het derde lid dient het woord "titel" te worden vervangen door |
| het woord "hoedanigheid" en het woord "voorleggen" door het woord | het woord "hoedanigheid" en het woord "voorleggen" door het woord |
| "overleggen". | "overleggen". |
| Artikel 4 | Artikel 4 |
| Uit het in onderlinge samenhang lezen van de artikelen 75, § 3, en | Uit het in onderlinge samenhang lezen van de artikelen 75, § 3, en |
| 79bis van de voormelde wet van 21 maart 1991, blijkt dat het Belgisch | 79bis van de voormelde wet van 21 maart 1991, blijkt dat het Belgisch |
| Instituut voor postdiensten en telecommunicatie bij de uitoefening van | Instituut voor postdiensten en telecommunicatie bij de uitoefening van |
| zijn algemene taak van toezicht en controle op de bepalingen van | zijn algemene taak van toezicht en controle op de bepalingen van |
| hoofdstuk X van titel I, van titel III en titel IV van de wet | hoofdstuk X van titel I, van titel III en titel IV van de wet |
| gemachtigd is om bij de ondernemingen en verenigingen van | gemachtigd is om bij de ondernemingen en verenigingen van |
| ondernemingen alle noodzakelijke inlichtingen in te winnen. | ondernemingen alle noodzakelijke inlichtingen in te winnen. |
| Artikel 4 van het ontwerp dient dan ook te vervallen en de overige | Artikel 4 van het ontwerp dient dan ook te vervallen en de overige |
| artikelen behoren te worden vernummerd. | artikelen behoren te worden vernummerd. |
| Artikel 5 | Artikel 5 |
| De tweede zin van deze bepaling dient te vervallen. | De tweede zin van deze bepaling dient te vervallen. |
| Zoals de Raad van State reeds heeft opgemerkt in zijn voormelde advies | Zoals de Raad van State reeds heeft opgemerkt in zijn voormelde advies |
| L. 25.039/9 (2), luidt artikel 32 van de Grondwet aldus : | L. 25.039/9 (2), luidt artikel 32 van de Grondwet aldus : |
| Ieder heeft het recht elk bestuursdocument te raadplegen en er een | Ieder heeft het recht elk bestuursdocument te raadplegen en er een |
| afschrift van te krijgen, behoudens in de gevallen en onder de | afschrift van te krijgen, behoudens in de gevallen en onder de |
| voorwaarden bepaald door de wet, het decreet of de regel bedoeld in | voorwaarden bepaald door de wet, het decreet of de regel bedoeld in |
| artikel 134. » . | artikel 134. » . |
| Het staat dan ook niet aan de minister een aangelegenheid te regelen | Het staat dan ook niet aan de minister een aangelegenheid te regelen |
| die overeenkomstig de Grondwet alleen door de wetgever mag worden | die overeenkomstig de Grondwet alleen door de wetgever mag worden |
| geregeld. | geregeld. |
| Die aangelegenheid is trouwens reeds geregeld in artikel 120 van de | Die aangelegenheid is trouwens reeds geregeld in artikel 120 van de |
| voormelde wet van 21 maart 1991. | voormelde wet van 21 maart 1991. |
| Bijgevolg zal het onderzochte artikel alleen nog de eerste zin van de | Bijgevolg zal het onderzochte artikel alleen nog de eerste zin van de |
| huidige tekst bevatten. Het artikel zou beter als volgt worden gesteld | huidige tekst bevatten. Het artikel zou beter als volgt worden gesteld |
| : | : |
| « Art..... De documentatie wordt gratis en definitief aan het | « Art..... De documentatie wordt gratis en definitief aan het |
| Instituut bezorgd. » . | Instituut bezorgd. » . |
| Artikel 6 | Artikel 6 |
| In het eerste lid, in fine, dienen de woorden "in toepassing van de | In het eerste lid, in fine, dienen de woorden "in toepassing van de |
| artikelen 3 en 4 van dit besluit" te worden vervangen door de woorden | artikelen 3 en 4 van dit besluit" te worden vervangen door de woorden |
| "met toepassing van de artikelen 3 en 4". | "met toepassing van de artikelen 3 en 4". |
| Artikel 7 | Artikel 7 |
| De verwijzing naar artikel 3 behoort te worden herzien teneinde | De verwijzing naar artikel 3 behoort te worden herzien teneinde |
| rekening te houden met de opmerking die over dat artikel is gemaakt. | rekening te houden met de opmerking die over dat artikel is gemaakt. |
| Artikel 9 | Artikel 9 |
| De tekst zou beter als volgt worden gesteld : | De tekst zou beter als volgt worden gesteld : |
| « Art..... De aangifte die rechtsgeldig is gedaan voor de | « Art..... De aangifte die rechtsgeldig is gedaan voor de |
| inwerkingtreding van dit besluit, wordt geacht in overeenstemming te | inwerkingtreding van dit besluit, wordt geacht in overeenstemming te |
| zijn met wat dit besluit bepaalt. » . | zijn met wat dit besluit bepaalt. » . |
| Artikel 10 | Artikel 10 |
| De Raad van State ziet niet in om welke objectieve reden van de | De Raad van State ziet niet in om welke objectieve reden van de |
| gebruikelijke regel voor de inwerkingtreding van verordeningsteksten | gebruikelijke regel voor de inwerkingtreding van verordeningsteksten |
| zou moeten worden afgeweken. | zou moeten worden afgeweken. |
| Slotopmerking | Slotopmerking |
| Wanneer in een bepaling een gedeelte van een artikel wordt geciteerd, | Wanneer in een bepaling een gedeelte van een artikel wordt geciteerd, |
| dient dat te geschieden door zowel op het nummer van het artikel als | dient dat te geschieden door zowel op het nummer van het artikel als |
| op de onderverdeling van het artikel die geciteerd wordt een komma te | op de onderverdeling van het artikel die geciteerd wordt een komma te |
| laten volgen. zo bijvoorbeeld dient in artikel 2 van het ontwerp | laten volgen. zo bijvoorbeeld dient in artikel 2 van het ontwerp |
| "artikel 90, § 1, van de wet" te worden geschreven, in plaats van | "artikel 90, § 1, van de wet" te worden geschreven, in plaats van |
| "artikel 90, § 1, van de wet". | "artikel 90, § 1, van de wet". |
| De kamer was samengesteld uit : | De kamer was samengesteld uit : |
| De heren : | De heren : |
| R. Andersen, kamervoorzitter; | R. Andersen, kamervoorzitter; |
| C. Wettinck en P. Lienardy, staatsraden; | C. Wettinck en P. Lienardy, staatsraden; |
| F. Delperée en J.-M. Favresse, assessoren van de afdeling wetgeving; | F. Delperée en J.-M. Favresse, assessoren van de afdeling wetgeving; |
| Mevr. M. Proost, griffier. | Mevr. M. Proost, griffier. |
| Het verslag werd uitgebracht door de heer L. Detroux, auditeur. De | Het verslag werd uitgebracht door de heer L. Detroux, auditeur. De |
| nota van het Coordinatiebureau werd opgesteld en toegelicht door de | nota van het Coordinatiebureau werd opgesteld en toegelicht door de |
| heer C. Amelynck, adjunct-referendaris. | heer C. Amelynck, adjunct-referendaris. |
| De overeenstemming tussen de Franse en de Nederlandse tekst werd | De overeenstemming tussen de Franse en de Nederlandse tekst werd |
| nagezien onder toezicht van de heer R. Andersen. | nagezien onder toezicht van de heer R. Andersen. |
| De griffier, De voorzitter, | De griffier, De voorzitter, |
| M. Proost. R. Andersen. | M. Proost. R. Andersen. |
| _______ | _______ |
| Nota | Nota |
| (1) Het ontwerp, dat het ministerieel besluit van 25 november 1996 tot | (1) Het ontwerp, dat het ministerieel besluit van 25 november 1996 tot |
| vaststelling van de nadere regels inzake de aangifte voor het | vaststelling van de nadere regels inzake de aangifte voor het |
| exploiteren van nietgereserveerde telecommunicatiediensten is geworden | exploiteren van nietgereserveerde telecommunicatiediensten is geworden |
| en waarover de afdeling wetgeving van de Raad van State op 10 juni | en waarover de afdeling wetgeving van de Raad van State op 10 juni |
| 1996 advies L. 25.039/9 heeft gegeven, had, zijnerzijds, de artikelen | 1996 advies L. 25.039/9 heeft gegeven, had, zijnerzijds, de artikelen |
| 89, §§ 6 en 7, van de voormelde wet van 21 maart 1991 als rechtsgrond. | 89, §§ 6 en 7, van de voormelde wet van 21 maart 1991 als rechtsgrond. |
| Die wetsbepalingen zijn sedertdien vervangen door de wet van 19 | Die wetsbepalingen zijn sedertdien vervangen door de wet van 19 |
| december 1997. | december 1997. |
| (2) Bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 10 januari 1997, blz. | (2) Bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 10 januari 1997, blz. |
| 500. | 500. |