← Terug naar "Ministerieel besluit tot wijziging van het ministerieel besluit van 4 februari 1991 tot instelling van een vormingspremie ten gunste van de bedienden van de hypotheekbewaarders "
Ministerieel besluit tot wijziging van het ministerieel besluit van 4 februari 1991 tot instelling van een vormingspremie ten gunste van de bedienden van de hypotheekbewaarders | Ministerieel besluit tot wijziging van het ministerieel besluit van 4 februari 1991 tot instelling van een vormingspremie ten gunste van de bedienden van de hypotheekbewaarders |
---|---|
FEDERALE OVERHEIDSDIENST FINANCIEN | FEDERALE OVERHEIDSDIENST FINANCIEN |
11 DECEMBER 2015. - Ministerieel besluit tot wijziging van het | 11 DECEMBER 2015. - Ministerieel besluit tot wijziging van het |
ministerieel besluit van 4 februari 1991 tot instelling van een | ministerieel besluit van 4 februari 1991 tot instelling van een |
vormingspremie ten gunste van de bedienden van de hypotheekbewaarders | vormingspremie ten gunste van de bedienden van de hypotheekbewaarders |
De Minister van Financiën, | De Minister van Financiën, |
Gelet op de Grondwet, artikelen 37 en 107, tweede lid; | Gelet op de Grondwet, artikelen 37 en 107, tweede lid; |
Gelet op de wet van 10 juni 1922 betreffende de lonen van de | Gelet op de wet van 10 juni 1922 betreffende de lonen van de |
hypotheekbewaarders; | hypotheekbewaarders; |
Gelet op het koninklijk besluit van 26 maart 1965 houdende de algemene | Gelet op het koninklijk besluit van 26 maart 1965 houdende de algemene |
regeling van de vergoedingen, toelagen en premies van alle aard | regeling van de vergoedingen, toelagen en premies van alle aard |
toegekend aan het personeel van de federale overheidsdiensten, artikel | toegekend aan het personeel van de federale overheidsdiensten, artikel |
7, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 5 september 2002 en 22 | 7, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 5 september 2002 en 22 |
november 2006; | november 2006; |
Gelet op het ministerieel besluit van 4 februari 1991 tot instelling | Gelet op het ministerieel besluit van 4 februari 1991 tot instelling |
van een vormingspremie ten gunste van de bedienden van de | van een vormingspremie ten gunste van de bedienden van de |
hypotheekbewaarders; | hypotheekbewaarders; |
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 11 | Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 11 |
maart 2015; | maart 2015; |
Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting, d.d. 29 | Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting, d.d. 29 |
juni 2015; | juni 2015; |
Gelet op het advies van de Syndicale raad van advies van de bedienden | Gelet op het advies van de Syndicale raad van advies van de bedienden |
der hypotheekbewaarders, gegeven op 10 september 2015; | der hypotheekbewaarders, gegeven op 10 september 2015; |
Gelet op het advies 58.341/2 van de Raad van State, gegeven op 16 | Gelet op het advies 58.341/2 van de Raad van State, gegeven op 16 |
november 2015, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van | november 2015, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van |
de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973; | de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973; |
Overwegende dat dit besluit ook van toepassing is op de definitief | Overwegende dat dit besluit ook van toepassing is op de definitief |
aangenomen bedienden die in uitvoering van artikel 2, § 1, van het | aangenomen bedienden die in uitvoering van artikel 2, § 1, van het |
koninklijk besluit van 20 januari 2014 tot vaststelling van de datum | koninklijk besluit van 20 januari 2014 tot vaststelling van de datum |
van het in werking treden en tot uitvoering van de wet van 11 december | van het in werking treden en tot uitvoering van de wet van 11 december |
2006 betreffende het statuut van de bedienden der hypotheekbewaarders | 2006 betreffende het statuut van de bedienden der hypotheekbewaarders |
werden benoemd tot rijksambtenaar, dit overeenkomstig artikel 109 van | werden benoemd tot rijksambtenaar, dit overeenkomstig artikel 109 van |
hetzelfde besluit; | hetzelfde besluit; |
Overwegende dat de bedienden van de hypotheekbewaarders behorend tot | Overwegende dat de bedienden van de hypotheekbewaarders behorend tot |
het niveau D nooit de mogelijkheid hebben gehad om zich in te | het niveau D nooit de mogelijkheid hebben gehad om zich in te |
schrijven voor een gecertificeerde opleiding, | schrijven voor een gecertificeerde opleiding, |
Besluit : | Besluit : |
Artikel 1.Artikel 3 van het ministerieel besluit van 4 februari 1991 |
Artikel 1.Artikel 3 van het ministerieel besluit van 4 februari 1991 |
tot instelling van een vormingspremie ten gunste van sommige | tot instelling van een vormingspremie ten gunste van sommige |
personeelsleden van de bedienden van de hypotheekbewaarders, vervangen | personeelsleden van de bedienden van de hypotheekbewaarders, vervangen |
bij het ministerieel besluit van 19 februari 2010, wordt aangevuld met | bij het ministerieel besluit van 19 februari 2010, wordt aangevuld met |
twee leden, luidende: | twee leden, luidende: |
"In afwijking van de datum van 1 januari 2011 bedoeld in het eerste | "In afwijking van de datum van 1 januari 2011 bedoeld in het eerste |
lid, behouden de bedienden het recht op de vormingspremie na 31 | lid, behouden de bedienden het recht op de vormingspremie na 31 |
december 2010 en dit tot de dag die voorafgaat aan: | december 2010 en dit tot de dag die voorafgaat aan: |
1° de eerste dag van de derde maand volgend op de publicatie van dit | 1° de eerste dag van de derde maand volgend op de publicatie van dit |
lid in het Belgisch Staatsblad, indien ze op 3 februari 2013 niet meer | lid in het Belgisch Staatsblad, indien ze op 3 februari 2013 niet meer |
ingeschreven waren voor een gecertificeerde opleiding; | ingeschreven waren voor een gecertificeerde opleiding; |
2° de eerste dag van de zesde maand volgend op de datum van de test | 2° de eerste dag van de zesde maand volgend op de datum van de test |
verbonden aan de eerste georganiseerde gecertificeerde opleiding, van | verbonden aan de eerste georganiseerde gecertificeerde opleiding, van |
de een of meerdere gecertificeerde opleidingen waarvoor ze | de een of meerdere gecertificeerde opleidingen waarvoor ze |
ingeschreven waren op 3 februari 2013, zonder dat die datum kan | ingeschreven waren op 3 februari 2013, zonder dat die datum kan |
voorafgaan aan de eerste dag van de derde maand volgend op de | voorafgaan aan de eerste dag van de derde maand volgend op de |
publicatie van dit lid in het Belgisch Staatsblad, indien ze: | publicatie van dit lid in het Belgisch Staatsblad, indien ze: |
a) hetzij niet geslaagd zijn voor deze opleiding; | a) hetzij niet geslaagd zijn voor deze opleiding; |
b) hetzij niet werden uitgenodigd voor de afsluitende test omwille van | b) hetzij niet werden uitgenodigd voor de afsluitende test omwille van |
een ongewettigde afwezigheid tijdens de opleiding; | een ongewettigde afwezigheid tijdens de opleiding; |
c) hetzij ongewettigd afwezig waren op de afsluitende test; | c) hetzij ongewettigd afwezig waren op de afsluitende test; |
d) hetzij na een gewettigde afwezigheid tijdens de opleiding of de | d) hetzij na een gewettigde afwezigheid tijdens de opleiding of de |
afsluitende test zich niet inschrijven voor een andere opleiding als | afsluitende test zich niet inschrijven voor een andere opleiding als |
de oorspronkelijke opleiding niet meer wordt georganiseerd. | de oorspronkelijke opleiding niet meer wordt georganiseerd. |
De in het tweede lid bedoelde personeelsleden verliezen het recht op | De in het tweede lid bedoelde personeelsleden verliezen het recht op |
de vormingspremie met ingang van de datum, waarop de periode aanvangt | de vormingspremie met ingang van de datum, waarop de periode aanvangt |
waarvoor hun de premie voor competentieontwikkeling wordt toegekend, | waarvoor hun de premie voor competentieontwikkeling wordt toegekend, |
indien deze datum voorafgaat aan de data vermeld in het tweede lid.". | indien deze datum voorafgaat aan de data vermeld in het tweede lid.". |
Art. 2.In artikel 5bis, § 3, van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het |
Art. 2.In artikel 5bis, § 3, van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het |
ministerieel besluit van 6 april 1995 en gewijzigd bij het | ministerieel besluit van 6 april 1995 en gewijzigd bij het |
ministerieel besluit van 19 februari 2010, wordt de bepaling onder a) | ministerieel besluit van 19 februari 2010, wordt de bepaling onder a) |
vervangen als volgt: | vervangen als volgt: |
"a) de bediende die de vermelding "onvoldoende" kreeg bij zijn | "a) de bediende die de vermelding "onvoldoende" kreeg bij zijn |
evaluatie;". | evaluatie;". |
Art. 3.Dit besluit treedt in werking uitwerking de eerste dag van de |
Art. 3.Dit besluit treedt in werking uitwerking de eerste dag van de |
maand volgend op de bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad, met | maand volgend op de bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad, met |
uitzondering van artikel 1 dat uitwerking heeft met ingang van 1 | uitzondering van artikel 1 dat uitwerking heeft met ingang van 1 |
januari 2011. | januari 2011. |
Brussel, 11 december 2015. | Brussel, 11 december 2015. |
Johan VAN OVERTVELDT | Johan VAN OVERTVELDT |