| Ministerieel besluit houdende het personeelsreglement bij de Centrale Dienst voor sociale en culturele actie ten behoeve van de leden van de militaire gemeenschap | Ministerieel besluit houdende het personeelsreglement bij de Centrale Dienst voor sociale en culturele actie ten behoeve van de leden van de militaire gemeenschap | 
|---|---|
| MINISTERIE VAN LANDSVERDEDIGING | MINISTERIE VAN LANDSVERDEDIGING | 
| 10 JUNI 1999. - Ministerieel besluit houdende het personeelsreglement | 10 JUNI 1999. - Ministerieel besluit houdende het personeelsreglement | 
| bij de Centrale Dienst voor sociale en culturele actie ten behoeve van | bij de Centrale Dienst voor sociale en culturele actie ten behoeve van | 
| de leden van de militaire gemeenschap | de leden van de militaire gemeenschap | 
| De Minister van Landsverdediging, | De Minister van Landsverdediging, | 
| Gelet op het koninklijk besluit van 8 januari 1973 tot vaststelling | Gelet op het koninklijk besluit van 8 januari 1973 tot vaststelling | 
| van het statuut van het personeel van sommige instellingen van | van het statuut van het personeel van sommige instellingen van | 
| openbaar nut, inzonderheid artikelen 1, 3, 36 en 37; | openbaar nut, inzonderheid artikelen 1, 3, 36 en 37; | 
| Gelet op het koninklijk besluit van 13 juni 1999 houdende vaststelling | Gelet op het koninklijk besluit van 13 juni 1999 houdende vaststelling | 
| van de hiërarchische indeling van de graden waarvan de ambtenaren van | van de hiërarchische indeling van de graden waarvan de ambtenaren van | 
| de Centrale Dienst voor sociale en culturele actie ten behoeve van de | de Centrale Dienst voor sociale en culturele actie ten behoeve van de | 
| leden van de militaire gemeenschap kunnen titularis zijn; | leden van de militaire gemeenschap kunnen titularis zijn; | 
| Gelet op het koninklijk besluit van 25 mei 1999 tot vaststelling van | Gelet op het koninklijk besluit van 25 mei 1999 tot vaststelling van | 
| de personeelsformatie van de Centrale Dienst voor sociale en culturele | de personeelsformatie van de Centrale Dienst voor sociale en culturele | 
| actie ten behoeve van de leden van de militaire gemeenschap; | actie ten behoeve van de leden van de militaire gemeenschap; | 
| Gelet op het advies van de Directieraad van de Centrale Dienst voor | Gelet op het advies van de Directieraad van de Centrale Dienst voor | 
| sociale en culturele actie ten behoeve van de leden van de militaire | sociale en culturele actie ten behoeve van de leden van de militaire | 
| gemeenschap; | gemeenschap; | 
| Gelet op het akkoord van de Minister van Begroting, gegeven op 18 | Gelet op het akkoord van de Minister van Begroting, gegeven op 18 | 
| maart 1999; | maart 1999; | 
| Gelet op het akkoord van de Minister van Ambtenarenzaken, gegeven op | Gelet op het akkoord van de Minister van Ambtenarenzaken, gegeven op | 
| 18 maart 1999; | 18 maart 1999; | 
| Gelet op het protocol van 19 maart 1999 waarin de conclusies van de | Gelet op het protocol van 19 maart 1999 waarin de conclusies van de | 
| onderhandeling gevoerd in het sectorcomité XIV worden vermeld; | onderhandeling gevoerd in het sectorcomité XIV worden vermeld; | 
| Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari | Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari | 
| 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, gewijzigd bij de wet van 4 juli | 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, gewijzigd bij de wet van 4 juli | 
| 1989; | 1989; | 
| Overwegende dat, gelet op de overdracht van de taken en het personeel | Overwegende dat, gelet op de overdracht van de taken en het personeel | 
| van het HIB naar de CDSCA, het passend is de belangen van de | van het HIB naar de CDSCA, het passend is de belangen van de | 
| personeelsleden, die onder dit besluit vallen, dringend te beveiligen; | personeelsleden, die onder dit besluit vallen, dringend te beveiligen; | 
| dat het wegblijven van een reglementering terzake aanleiding geeft tot | dat het wegblijven van een reglementering terzake aanleiding geeft tot | 
| onzekerheid en dat bijgevolg de dringende noodzakelijkheid dient te | onzekerheid en dat bijgevolg de dringende noodzakelijkheid dient te | 
| worden ingeroepen; | worden ingeroepen; | 
| Besluit : | Besluit : | 
| HOOFDSTUK I. - Algemeenheden | HOOFDSTUK I. - Algemeenheden | 
| Artikel 1.Dit besluit beheerst de benoemings- en bevorderingswijze | Artikel 1.Dit besluit beheerst de benoemings- en bevorderingswijze | 
| van het personeel van de Centrale Dienst voor sociale en culturele | van het personeel van de Centrale Dienst voor sociale en culturele | 
| actie ten behoeve van de leden van de militaire gemeenschap. | actie ten behoeve van de leden van de militaire gemeenschap. | 
| Art. 2.Onverminderd de verordeningsbepalingen van algemene aard die | Art. 2.Onverminderd de verordeningsbepalingen van algemene aard die | 
| de loopbaan van het Rijkspersoneel beheersen, heeft de benoeming tot | de loopbaan van het Rijkspersoneel beheersen, heeft de benoeming tot | 
| elk van de graden, welke de ambtenaren kunnen bekleden die tot de | elk van de graden, welke de ambtenaren kunnen bekleden die tot de | 
| Centrale Dienst behoren welke door dit besluit worden beheerst, plaats | Centrale Dienst behoren welke door dit besluit worden beheerst, plaats | 
| onder de voorwaarden die bepaald zijn in de bijgevoegde tabel. | onder de voorwaarden die bepaald zijn in de bijgevoegde tabel. | 
| HOOFDSTUK II. - Kennisgeving van vacatures en van de voorstellen tot | HOOFDSTUK II. - Kennisgeving van vacatures en van de voorstellen tot | 
| bevordering | bevordering | 
| en tot verandering van graad | en tot verandering van graad | 
| Art. 3.§ 1. Wat niveau 1 betreft, met uitzondering van de | Art. 3.§ 1. Wat niveau 1 betreft, met uitzondering van de | 
| bevorderingen door verhoging in weddeschaal in rang 10 die afhankelijk | bevorderingen door verhoging in weddeschaal in rang 10 die afhankelijk | 
| zijn van de vacature van een betrekking, wordt het vacant zijn van | zijn van de vacature van een betrekking, wordt het vacant zijn van | 
| betrekkingen die toegewezen kunnen worden door verandering van graad | betrekkingen die toegewezen kunnen worden door verandering van graad | 
| of bevordering per dienstnota ter kennis gebracht van de ambtenaren | of bevordering per dienstnota ter kennis gebracht van de ambtenaren | 
| die bevorderd kunnen worden. | die bevorderd kunnen worden. | 
| Elke indiening van een kandidatuur voor een betrekking van niveau 1 | Elke indiening van een kandidatuur voor een betrekking van niveau 1 | 
| moet een uiteenzetting van de aanspraken bevatten die de kandidaat | moet een uiteenzetting van de aanspraken bevatten die de kandidaat | 
| meent te kunnen doen gelden om naar de betrekking te dingen. | meent te kunnen doen gelden om naar de betrekking te dingen. | 
| Een gedateerd visum wordt van de betrokkenen gevraagd. | Een gedateerd visum wordt van de betrokkenen gevraagd. | 
| Een exemplaar van de dienstnota wordt bij een ter post aangetekende | Een exemplaar van de dienstnota wordt bij een ter post aangetekende | 
| brief, met bericht van ontvangst naar de woonplaats van de ambtenaar | brief, met bericht van ontvangst naar de woonplaats van de ambtenaar | 
| gestuurd die om welke reden ook tijdelijk uit de dienst is verwijderd. | gestuurd die om welke reden ook tijdelijk uit de dienst is verwijderd. | 
| Worden enkel in aanmerking genomen de titels van de ambtenaren die hun | Worden enkel in aanmerking genomen de titels van de ambtenaren die hun | 
| kandidatuur bij een ter post aangetekende brief hebben gericht aan de | kandidatuur bij een ter post aangetekende brief hebben gericht aan de | 
| administrateur-generaal binnen een termijn van tien werkdagen die | administrateur-generaal binnen een termijn van tien werkdagen die | 
| ingaat op de eerste werkdag volgend op die van het overhandigen aan de | ingaat op de eerste werkdag volgend op die van het overhandigen aan de | 
| betrokkene of van het aanbieden door de post van het bericht van het | betrokkene of van het aanbieden door de post van het bericht van het | 
| vacant zijn van een betrekking. Wanneer de laatste dag van de termijn | vacant zijn van een betrekking. Wanneer de laatste dag van de termijn | 
| een zaterdag, zondag of wettelijke feestdag is, wordt de termijn | een zaterdag, zondag of wettelijke feestdag is, wordt de termijn | 
| verlengd tot de eerstvolgende werkdag. | verlengd tot de eerstvolgende werkdag. | 
| Het staat de ambtenaren vrij voorafgaandelijk naar elke betrekking te | Het staat de ambtenaren vrij voorafgaandelijk naar elke betrekking te | 
| dingen die eventueel vacant zou worden verklaard tijdens hun | dingen die eventueel vacant zou worden verklaard tijdens hun | 
| afwezigheid. De geldigheid van een dergelijke kandidatuur is beperkt | afwezigheid. De geldigheid van een dergelijke kandidatuur is beperkt | 
| tot één maand. | tot één maand. | 
| § 2. De ambtenaren van de niveaus 2+, 2, 3 en 4 die de reglementaire | § 2. De ambtenaren van de niveaus 2+, 2, 3 en 4 die de reglementaire | 
| voorwaarden vervullen, zijn ambtshalve kandidaat voor de vacante | voorwaarden vervullen, zijn ambtshalve kandidaat voor de vacante | 
| betrekkingen in de niveaus 2+, 2, 3 en 4. In dat geval worden de | betrekkingen in de niveaus 2+, 2, 3 en 4. In dat geval worden de | 
| voorstellen tot benoeming en bevordering hun ter kennis gebracht onder | voorstellen tot benoeming en bevordering hun ter kennis gebracht onder | 
| dezelfde voorwaarden als die welke vastgesteld zijn voor de | dezelfde voorwaarden als die welke vastgesteld zijn voor de | 
| kennisgeving van een betrekking van niveau 1. | kennisgeving van een betrekking van niveau 1. | 
| Deze regel is eveneens van toepassing voor de bevorderingen door | Deze regel is eveneens van toepassing voor de bevorderingen door | 
| verhoging in weddeschaal in rang 10 die afhankelijk zijn van de | verhoging in weddeschaal in rang 10 die afhankelijk zijn van de | 
| vacature van een betrekking. | vacature van een betrekking. | 
| De in de twee vorige leden bedoelde ambtenaren kunnen de benoeming of | De in de twee vorige leden bedoelde ambtenaren kunnen de benoeming of | 
| bevordering bij een ter post aangetekende brief weigeren binnen een | bevordering bij een ter post aangetekende brief weigeren binnen een | 
| termijn van tien werkdagen die ingaat op de eerste werkdag volgend op | termijn van tien werkdagen die ingaat op de eerste werkdag volgend op | 
| die van de kennisgeving der voorstellen. Wanneer de laatste dag van de | die van de kennisgeving der voorstellen. Wanneer de laatste dag van de | 
| termijn een zaterdag, zondag of wettelijke feestdag is, wordt de | termijn een zaterdag, zondag of wettelijke feestdag is, wordt de | 
| termijn verlengd tot de eerstvolgende werkdag. | termijn verlengd tot de eerstvolgende werkdag. | 
| Bij ontstentenis van kandidaten of weigering van alle kandidaten kan | Bij ontstentenis van kandidaten of weigering van alle kandidaten kan | 
| de bevoegde overheid door verandering van graad of door bevordering | de bevoegde overheid door verandering van graad of door bevordering | 
| een ambtenaar benoemen die de gestelde voorwaarden vervult. | een ambtenaar benoemen die de gestelde voorwaarden vervult. | 
| § 3. Van de voorstellen tot verandering van graad of bevordering door | § 3. Van de voorstellen tot verandering van graad of bevordering door | 
| verhoging in graad wordt eveneens aan de belanghebbende ambtenaren | verhoging in graad wordt eveneens aan de belanghebbende ambtenaren | 
| kennis gegeven via een dienstnota. Een gedateerd visum van de | kennis gegeven via een dienstnota. Een gedateerd visum van de | 
| betrokkenen is eveneens vereist. | betrokkenen is eveneens vereist. | 
| Een exemplaar van de dienstnota wordt bij een ter post aangetekende | Een exemplaar van de dienstnota wordt bij een ter post aangetekende | 
| brief, met bericht van ontvangst gestuurd naar de woonplaats van de | brief, met bericht van ontvangst gestuurd naar de woonplaats van de | 
| ambtenaar die om welke reden ook tijdelijk uit de dienst is | ambtenaar die om welke reden ook tijdelijk uit de dienst is | 
| verwijderd. | verwijderd. | 
| § 4. De termijn waarover de ambtenaar die zich benadeeld voelt | § 4. De termijn waarover de ambtenaar die zich benadeeld voelt | 
| beschikt voor het indienen van een klacht, loopt hetzij vanaf de dag | beschikt voor het indienen van een klacht, loopt hetzij vanaf de dag | 
| waarop hij de dienstnota voor gezien heeft getekend, hetzij vanaf de | waarop hij de dienstnota voor gezien heeft getekend, hetzij vanaf de | 
| dag waarop de aangetekende brief met de dienstnota door de post werd | dag waarop de aangetekende brief met de dienstnota door de post werd | 
| aangeboden op zijn woonplaats. | aangeboden op zijn woonplaats. | 
| HOOFDSTUK III. - Opheffings- en slotbepalingen | HOOFDSTUK III. - Opheffings- en slotbepalingen | 
| Art. 4.§ 1. Het ministerieel besluit van 12 augustus 1997 houdende | Art. 4.§ 1. Het ministerieel besluit van 12 augustus 1997 houdende | 
| het personeelsreglement bij de Centrale Dienst voor sociale en | het personeelsreglement bij de Centrale Dienst voor sociale en | 
| culturele actie ten behoeve van de leden van de militaire gemeenschap | culturele actie ten behoeve van de leden van de militaire gemeenschap | 
| wordt opgeheven. | wordt opgeheven. | 
| § 2. Het ministerieel besluit van 13 november 1997 betreffende het | § 2. Het ministerieel besluit van 13 november 1997 betreffende het | 
| organiek reglement van het Hulp- en Informatiebureau voor gezinnen van | organiek reglement van het Hulp- en Informatiebureau voor gezinnen van | 
| militairen wordt opgeheven. | militairen wordt opgeheven. | 
| Art. 5.Dit besluit treedt in werking op dezelfde datum als het | Art. 5.Dit besluit treedt in werking op dezelfde datum als het | 
| koninklijk besluit van 25 mei 1999 tot vaststelling van de | koninklijk besluit van 25 mei 1999 tot vaststelling van de | 
| personeelsformatie van de Centrale Dienst voor sociale en culturele | personeelsformatie van de Centrale Dienst voor sociale en culturele | 
| actie ten behoeve van de leden van de militaire gemeenschap. | actie ten behoeve van de leden van de militaire gemeenschap. | 
| Brussel, 10 juni 1999. | Brussel, 10 juni 1999. | 
| J.-P. PONCELET | J.-P. PONCELET | 
| BIJLAGE van het ministerieel besluit van 10 juni 1999 | BIJLAGE van het ministerieel besluit van 10 juni 1999 | 
| A. Administratief personeel | A. Administratief personeel | 
| Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld | Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld | 
| Gezien, om gevoegd te worden bij het ministerieel besluit van 10 juni | Gezien, om gevoegd te worden bij het ministerieel besluit van 10 juni | 
| 1999. | 1999. | 
| De Minister van Landsverdediging, | De Minister van Landsverdediging, | 
| J.-P. PONCELET | J.-P. PONCELET |