Ministerieel besluit tot vaststelling van de regels voor de ordonnancering die geëerbiedigd moeten worden bij de ordonnancering der betalingen verricht door middel van de financiële rekening 000-2006020-60, geopend op naam van de Dienst Kijk- en Luistergeld Brussel | Ministerieel besluit tot vaststelling van de regels voor de ordonnancering die geëerbiedigd moeten worden bij de ordonnancering der betalingen verricht door middel van de financiële rekening 000-2006020-60, geopend op naam van de Dienst Kijk- en Luistergeld Brussel |
---|---|
MINISTERIE VAN VERKEER EN INFRASTRUCTUUR | MINISTERIE VAN VERKEER EN INFRASTRUCTUUR |
9 JUNI 1997. Ministerieel besluit tot vaststelling van de regels voor | 9 JUNI 1997. Ministerieel besluit tot vaststelling van de regels voor |
de ordonnancering die geëerbiedigd moeten worden bij de ordonnancering | de ordonnancering die geëerbiedigd moeten worden bij de ordonnancering |
der betalingen verricht door middel van de financiële rekening | der betalingen verricht door middel van de financiële rekening |
000-2006020-60, geopend op naam van de Dienst Kijk- en Luistergeld | 000-2006020-60, geopend op naam van de Dienst Kijk- en Luistergeld |
Brussel | Brussel |
De Minister van Telecommunicatie, | De Minister van Telecommunicatie, |
Gelet op de wet van 16 maart 1954 betreffende de controle op sommige | Gelet op de wet van 16 maart 1954 betreffende de controle op sommige |
instellingen van openbaar nut, inzonderheid artikel 11, 1, gewijzigd | instellingen van openbaar nut, inzonderheid artikel 11, 1, gewijzigd |
bij koninklijk besluit nr. 4 van 18 april 1967; | bij koninklijk besluit nr. 4 van 18 april 1967; |
Gelet op de wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van | Gelet op de wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van |
sommige economische overheidsbedrijven, inzonderheid artikelen 71, 72 | sommige economische overheidsbedrijven, inzonderheid artikelen 71, 72 |
en 73; | en 73; |
Gelet op het ministerieel besluit van 15 april 1997 tot vaststelling | Gelet op het ministerieel besluit van 15 april 1997 tot vaststelling |
van de lijst van de personeelsleden van Belgacom, overgedragen aan het | van de lijst van de personeelsleden van Belgacom, overgedragen aan het |
Belgisch Instituut voor postdiensten en telecommunicatie; | Belgisch Instituut voor postdiensten en telecommunicatie; |
Gelet op de bijzondere wet van 16 juli 1993, ter voleindiging van de | Gelet op de bijzondere wet van 16 juli 1993, ter voleindiging van de |
Federale Staatsstructuur, inzonderheid artikel 94, 5; | Federale Staatsstructuur, inzonderheid artikel 94, 5; |
Gelet op de wet van 13 juli 1987 betreffende het kijk- en luistergeld; | Gelet op de wet van 13 juli 1987 betreffende het kijk- en luistergeld; |
Gelet op de bijzondere wet van 16 januari 1989 betreffende de | Gelet op de bijzondere wet van 16 januari 1989 betreffende de |
financiering van de Gemeenschappen en de Gewesten; | financiering van de Gemeenschappen en de Gewesten; |
Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980, op de institutionele | Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980, op de institutionele |
hervormingen, zoals gewijzigd bij de bijzondere wet van 16 juli 1993; | hervormingen, zoals gewijzigd bij de bijzondere wet van 16 juli 1993; |
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 2 juni | Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 2 juni |
1997; | 1997; |
Overwegende dat de Gemeenschappen de beslissing hebben genomen de | Overwegende dat de Gemeenschappen de beslissing hebben genomen de |
inning te verzekeren van de belasting kijk- en luistergeld, hoewel de | inning te verzekeren van de belasting kijk- en luistergeld, hoewel de |
definitieve teksten nog moeten worden gepubliceerd; | definitieve teksten nog moeten worden gepubliceerd; |
Overwegende dat de Gemeenschappen de verbintenis hebben aangegaan om | Overwegende dat de Gemeenschappen de verbintenis hebben aangegaan om |
alles in het werk te stellen opdat de wettelijke teksten, die | alles in het werk te stellen opdat de wettelijke teksten, die |
onontbeerlijk zijn voor de organisatie van een autonome inning, in het | onontbeerlijk zijn voor de organisatie van een autonome inning, in het |
Belgisch Staatsblad zouden worden gepubliceerd vóór 30 juni 1997; | Belgisch Staatsblad zouden worden gepubliceerd vóór 30 juni 1997; |
Overwegende dat de enige bestaande financiële rekening voor de Dienst | Overwegende dat de enige bestaande financiële rekening voor de Dienst |
Kijk- en Luistergeld nog op Federaal niveau moet beheerd worden tot 30 | Kijk- en Luistergeld nog op Federaal niveau moet beheerd worden tot 30 |
juni 1998 ten laatste; | juni 1998 ten laatste; |
Overwegende dat de bevoegde Gemeenschapsministers hun akkoord hebben | Overwegende dat de bevoegde Gemeenschapsministers hun akkoord hebben |
gegeven over de inhoud van dit besluit, | gegeven over de inhoud van dit besluit, |
Besluit : | Besluit : |
TITEL I. Over de beheersoverdracht | TITEL I. Over de beheersoverdracht |
Artikel 1.De Postchequerekening 000-2006020-60, geopend op naam van |
Artikel 1.De Postchequerekening 000-2006020-60, geopend op naam van |
de Dienst Kijk-en Luistergeld Brussel, wordt overgedragen door | de Dienst Kijk-en Luistergeld Brussel, wordt overgedragen door |
Belgacom NV van publiek recht, naar het Belgisch Instituut voor | Belgacom NV van publiek recht, naar het Belgisch Instituut voor |
postdiensten en telecommunicatie dat er titularis van wordt. | postdiensten en telecommunicatie dat er titularis van wordt. |
Art. 2.Het ministerieel besluit van 31 decembre 1975 wordt opgeheven. |
Art. 2.Het ministerieel besluit van 31 decembre 1975 wordt opgeheven. |
TITEL II. Over de ordonnancering van de uitgaven | TITEL II. Over de ordonnancering van de uitgaven |
per overschrijving, per assignatie, of per cheque | per overschrijving, per assignatie, of per cheque |
Art. 3.Er wordt machtiging gegeven, binnen de vastgelegde grenzen, |
Art. 3.Er wordt machtiging gegeven, binnen de vastgelegde grenzen, |
aan de volgende personen om de uitgaven te ordonnanceren ten laste van | aan de volgende personen om de uitgaven te ordonnanceren ten laste van |
de rekening 000-2006020-60, geopend bij de POSTCHEQUE op naam van de | de rekening 000-2006020-60, geopend bij de POSTCHEQUE op naam van de |
Dienst Kijk- en Luistergeld Brussel. | Dienst Kijk- en Luistergeld Brussel. |
Inningscentrum Namur : | Inningscentrum Namur : |
De heer Jean Lefort, adviseur; | De heer Jean Lefort, adviseur; |
De heer Jean Bodart, adviseur wnd; | De heer Jean Bodart, adviseur wnd; |
De heer Christian Leclercq, adviseur wnd; | De heer Christian Leclercq, adviseur wnd; |
Inningscentrum Aalst : | Inningscentrum Aalst : |
De heer Eddy Debaets, adviseur; | De heer Eddy Debaets, adviseur; |
De heer Martin Vleeshouwer, adviseur wnd.; | De heer Martin Vleeshouwer, adviseur wnd.; |
De heer Herman Pevenage, adviseur wnd.; | De heer Herman Pevenage, adviseur wnd.; |
Inningscentrum Brussel : | Inningscentrum Brussel : |
De heer Roger Keyaerts, adviseur; | De heer Roger Keyaerts, adviseur; |
De heer Henri Sauvage, adviseur; | De heer Henri Sauvage, adviseur; |
Inningscentrum Eupen : | Inningscentrum Eupen : |
De heer Christian Lambiet, sectiechef wnd. | De heer Christian Lambiet, sectiechef wnd. |
Art. 4.1. De personen die aangeduid zijn voor het inningscentrum van |
Art. 4.1. De personen die aangeduid zijn voor het inningscentrum van |
Namur ordonnanceren de uitgaven die betrekking hebben op de inning, of | Namur ordonnanceren de uitgaven die betrekking hebben op de inning, of |
de organisatie van de inning die plaatsvindt in het Franstalige | de organisatie van de inning die plaatsvindt in het Franstalige |
gewest. | gewest. |
2. De personen die aangeduid zijn voor het inningscentrum van Aalst | 2. De personen die aangeduid zijn voor het inningscentrum van Aalst |
ordonnanceren de uitgaven die betrekking hebben op de inning die | ordonnanceren de uitgaven die betrekking hebben op de inning die |
plaatsvindt in het Nederlandstalige gewest. | plaatsvindt in het Nederlandstalige gewest. |
3. De personen die aangeduid zijn voor het inningscentrum van Eupen | 3. De personen die aangeduid zijn voor het inningscentrum van Eupen |
ordonnanceren de uitbetalingen die betrekking hebben op de inning die | ordonnanceren de uitbetalingen die betrekking hebben op de inning die |
plaatsvindt in het Duitstalige gewest. | plaatsvindt in het Duitstalige gewest. |
4. De personen die aangeduid zijn voor het inningscentrum van Brussel | 4. De personen die aangeduid zijn voor het inningscentrum van Brussel |
ordonnanceren de andere uitgaven voorzover die betrekking hebben op de | ordonnanceren de andere uitgaven voorzover die betrekking hebben op de |
inning die plaatsvindt in de tweetalige regio van Brussel-Hoofdstad, | inning die plaatsvindt in de tweetalige regio van Brussel-Hoofdstad, |
de organisatie ervan, of de organisatie van de boekhoudkundige | de organisatie ervan, of de organisatie van de boekhoudkundige |
coördinatie van de verschillende inningscentra. | coördinatie van de verschillende inningscentra. |
Art. 5.Elk van de in artikel 3 aangeduide personen kan alleen |
Art. 5.Elk van de in artikel 3 aangeduide personen kan alleen |
uitgaven ordonnanceren per collectieve of individuele borderellen | uitgaven ordonnanceren per collectieve of individuele borderellen |
voorzover het bedrag ervan 100 000 F niet overschrijdt. | voorzover het bedrag ervan 100 000 F niet overschrijdt. |
Voor de bedragen die hoger liggen dan 100 000 F is de | Voor de bedragen die hoger liggen dan 100 000 F is de |
mede-ondertekening door een andere in artikel 3 aangeduide persoon | mede-ondertekening door een andere in artikel 3 aangeduide persoon |
vereist, die bovendien afhangt van hetzelfde inningscentrum. | vereist, die bovendien afhangt van hetzelfde inningscentrum. |
In het bijzondere geval van het inningscentrum van Eupen, zal de | In het bijzondere geval van het inningscentrum van Eupen, zal de |
handtekening van de heer Guido Reuter, adjunct-adviseur bij de Duitse | handtekening van de heer Guido Reuter, adjunct-adviseur bij de Duitse |
Gemeenschap, of van elke andere persoon aan wie hij deze taak zou | Gemeenschap, of van elke andere persoon aan wie hij deze taak zou |
afvaardigen, beschouwd worden als tweede handtekening in de zin van | afvaardigen, beschouwd worden als tweede handtekening in de zin van |
het vorige lid. | het vorige lid. |
Art. 6.Er wordt machtiging gegeven aan de heer Francois Van Snick, |
Art. 6.Er wordt machtiging gegeven aan de heer Francois Van Snick, |
directeur, om de inkomsten van het Kijk- en Luistergeld te verdelen | directeur, om de inkomsten van het Kijk- en Luistergeld te verdelen |
tussen de drie Gemeenschappen, en de daaraan gebonden uitgaven te | tussen de drie Gemeenschappen, en de daaraan gebonden uitgaven te |
ordonnanceren ten gunste van de door de Gemeenschappen vermelde | ordonnanceren ten gunste van de door de Gemeenschappen vermelde |
financiële rekeningen. | financiële rekeningen. |
Bij zijn afwezigheid, wordt Mevr. Marie-Thérèse Druart, adviseur wnd., | Bij zijn afwezigheid, wordt Mevr. Marie-Thérèse Druart, adviseur wnd., |
gemachtigd om deze taak uit te voeren. | gemachtigd om deze taak uit te voeren. |
Art. 7.De ordonnancering van de uitgaven gebeurt middels de formule |
Art. 7.De ordonnancering van de uitgaven gebeurt middels de formule |
die bepaald wordt in bijlage. | die bepaald wordt in bijlage. |
Art. 8.1. Eens ondertekend door de personen aangeduid krachtens |
Art. 8.1. Eens ondertekend door de personen aangeduid krachtens |
artikel 4, worden de ordonnanceringsformules en de volledig ingevulde | artikel 4, worden de ordonnanceringsformules en de volledig ingevulde |
betalingsopdrachten voor uitvoering overgezonden aan de | betalingsopdrachten voor uitvoering overgezonden aan de |
boekhoudkundige coördinatiecel te Brussel, waarvan sprake in arti-kel | boekhoudkundige coördinatiecel te Brussel, waarvan sprake in arti-kel |
4, 4, in fine. | 4, 4, in fine. |
2. Voor elke ordonnanceringsformule zal duidelijk melding gemaakt | 2. Voor elke ordonnanceringsformule zal duidelijk melding gemaakt |
worden van het feit dat de betalingen slaan op de inning of op de | worden van het feit dat de betalingen slaan op de inning of op de |
organisatie daarvan. | organisatie daarvan. |
TITEL IV. Over de volmachten van handtekening | TITEL IV. Over de volmachten van handtekening |
op de financiële rekening | op de financiële rekening |
Art. 9.1. Er wordt machtiging gegeven aan de heer François VAN SNICK, |
Art. 9.1. Er wordt machtiging gegeven aan de heer François VAN SNICK, |
directeur, en aan Mevr. Marie-Thérèse Druart, adviseur wnd., om de | directeur, en aan Mevr. Marie-Thérèse Druart, adviseur wnd., om de |
betalingsopdrachten, bestemd voor de POSTCHEQUE, te ondertekenen. | betalingsopdrachten, bestemd voor de POSTCHEQUE, te ondertekenen. |
2. Zij ondertekenen alleen voor de bedragen die lager liggen dan 1 000 | 2. Zij ondertekenen alleen voor de bedragen die lager liggen dan 1 000 |
000 F. Voor de bedragen die hoger liggen, tekenen zij gazamenlijk. | 000 F. Voor de bedragen die hoger liggen, tekenen zij gazamenlijk. |
Art. 10.1. Bij afwijking van artikel 9, 1, in het geval van de |
Art. 10.1. Bij afwijking van artikel 9, 1, in het geval van de |
uitgaven waarvan sprake in artikel 6, wordt eveneens machtiging | uitgaven waarvan sprake in artikel 6, wordt eveneens machtiging |
gegeven aan de heer Roger Keyaerts, adviseur, en aan de heer Henry | gegeven aan de heer Roger Keyaerts, adviseur, en aan de heer Henry |
Sauvage, adviseur, om de betalingsopdrachten te ondertekenen. | Sauvage, adviseur, om de betalingsopdrachten te ondertekenen. |
2. In geen enkel geval zal de ordonnateur de betalingsopdrachten mogen | 2. In geen enkel geval zal de ordonnateur de betalingsopdrachten mogen |
ondertekenen. | ondertekenen. |
TITEL IV. Over het houden van de kassen in baar geld | TITEL IV. Over het houden van de kassen in baar geld |
Art. 11.1. Teneinde de lopende uitgaven van een beperkt bedrag toe te |
Art. 11.1. Teneinde de lopende uitgaven van een beperkt bedrag toe te |
staan, worden de volgende personen gemachtigd een kas te houden van | staan, worden de volgende personen gemachtigd een kas te houden van |
maximum 50 000 F : de heer Jean Lefort, adviseur, en Mevr. | maximum 50 000 F : de heer Jean Lefort, adviseur, en Mevr. |
Marie-Thérèse Druart, adviseur wnd. Zij zijn beiden geldelijk | Marie-Thérèse Druart, adviseur wnd. Zij zijn beiden geldelijk |
persoonlijk verantwoordelijk voor de bedragen die hen worden | persoonlijk verantwoordelijk voor de bedragen die hen worden |
toevertrouwd. Dit geld zal slechts gebruikt kunnen worden voor | toevertrouwd. Dit geld zal slechts gebruikt kunnen worden voor |
uitgaven die enkel betrekking hebben op het inningscentrum waartoe de | uitgaven die enkel betrekking hebben op het inningscentrum waartoe de |
gemachtigde personen behoren. In het bijzondere geval van Brussel, | gemachtigde personen behoren. In het bijzondere geval van Brussel, |
kunnen uitgaven voor het inningscentrum van Brussel uitgevoerd worden | kunnen uitgaven voor het inningscentrum van Brussel uitgevoerd worden |
met de kas van de boekhoudkundige coördinatiecel. | met de kas van de boekhoudkundige coördinatiecel. |
2. De kastitularissen zenden regelmatig de staat van de verrichte | 2. De kastitularissen zenden regelmatig de staat van de verrichte |
uitgaven, samen met al de bewijsstukken, naar de boekhoudkundige cel. | uitgaven, samen met al de bewijsstukken, naar de boekhoudkundige cel. |
Een behoorlijk ingevulde ordonnanceringsformule en een | Een behoorlijk ingevulde ordonnanceringsformule en een |
betalingsopdracht worden bijgevoegd om de kas opnieuw aan te vullen; | betalingsopdracht worden bijgevoegd om de kas opnieuw aan te vullen; |
er wordt duidelijk melding gemaakt van het feit dat de formule slaat | er wordt duidelijk melding gemaakt van het feit dat de formule slaat |
op het aanvullen van de plaatselijke kas. | op het aanvullen van de plaatselijke kas. |
TITEL V. Slotbepalingen | TITEL V. Slotbepalingen |
Art. 12.In het geval dat één van de personen, die een machtiging |
Art. 12.In het geval dat één van de personen, die een machtiging |
gekregen hebben in het kader van dit besluit, zijn functies in de | gekregen hebben in het kader van dit besluit, zijn functies in de |
schoot van de Dienst Kijk- en Luistergeld zou verlaten heeft de | schoot van de Dienst Kijk- en Luistergeld zou verlaten heeft de |
Administrateur-generaal van het BIPT de macht om een andere persoon | Administrateur-generaal van het BIPT de macht om een andere persoon |
aan te duiden om die te vervangen, middels een voorafgaand akkoord van | aan te duiden om die te vervangen, middels een voorafgaand akkoord van |
de betrokken Gemeenschap(pen). | de betrokken Gemeenschap(pen). |
Art. 13.Dit besluit treedt in werking op 19 mei 1997. |
Art. 13.Dit besluit treedt in werking op 19 mei 1997. |
Brussel, 9 juni 1997. | Brussel, 9 juni 1997. |
E. DI RUPO | E. DI RUPO |
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld | Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld |