Etaamb.openjustice.be
Meertalige weergave van Ministerieel Besluit van 09/04/1999
← Terug naar "Ministerieel besluit tot uitvoering van het koninklijk besluit van 11 januari 1999 tot wijziging van het koninklijk besluit van 29 november 1982 tot uitvoering van de wet van 8 augustus 1981 houdende oprichting van het Nationaal Instituut voor oorlogsinvaliden, oud-strijders en oorlogsslachtoffers en van de Hoge Raad voor oorlogsinvaliden, oud-strijders en oorlogsslachtoffers "
Ministerieel besluit tot uitvoering van het koninklijk besluit van 11 januari 1999 tot wijziging van het koninklijk besluit van 29 november 1982 tot uitvoering van de wet van 8 augustus 1981 houdende oprichting van het Nationaal Instituut voor oorlogsinvaliden, oud-strijders en oorlogsslachtoffers en van de Hoge Raad voor oorlogsinvaliden, oud-strijders en oorlogsslachtoffers Ministerieel besluit tot uitvoering van het koninklijk besluit van 11 januari 1999 tot wijziging van het koninklijk besluit van 29 november 1982 tot uitvoering van de wet van 8 augustus 1981 houdende oprichting van het Nationaal Instituut voor oorlogsinvaliden, oud-strijders en oorlogsslachtoffers en van de Hoge Raad voor oorlogsinvaliden, oud-strijders en oorlogsslachtoffers
MINISTERIE VAN AMBTENARENZAKEN MINISTERIE VAN AMBTENARENZAKEN
9 APRIL 1999. - Ministerieel besluit tot uitvoering van het koninklijk 9 APRIL 1999. - Ministerieel besluit tot uitvoering van het koninklijk
besluit van 11 januari 1999 tot wijziging van het koninklijk besluit besluit van 11 januari 1999 tot wijziging van het koninklijk besluit
van 29 november 1982 tot uitvoering van de wet van 8 augustus 1981 van 29 november 1982 tot uitvoering van de wet van 8 augustus 1981
houdende oprichting van het Nationaal Instituut voor oorlogsinvaliden, houdende oprichting van het Nationaal Instituut voor oorlogsinvaliden,
oud-strijders en oorlogsslachtoffers en van de Hoge Raad voor oud-strijders en oorlogsslachtoffers en van de Hoge Raad voor
oorlogsinvaliden, oud-strijders en oorlogsslachtoffers oorlogsinvaliden, oud-strijders en oorlogsslachtoffers
De Minister van Ambtenarenzaken, De Minister van Ambtenarenzaken,
Gelet op de wet van 8 augustus 1981 tot oprichting van het Nationaal Gelet op de wet van 8 augustus 1981 tot oprichting van het Nationaal
Instituut voor oorlogsinvaliden, oud-strijders en oorlogsslachtoffers Instituut voor oorlogsinvaliden, oud-strijders en oorlogsslachtoffers
en van de Hoge Raad voor oorlogsinvaliden, oud-strijders en en van de Hoge Raad voor oorlogsinvaliden, oud-strijders en
oorlogsslachtoffers; oorlogsslachtoffers;
Gelet op de wet van 22 februari 1998 houdende sommige sociale Gelet op de wet van 22 februari 1998 houdende sommige sociale
bepalingen, inzonderheid hoofdstuk IX, artikel 186, tot wijziging van bepalingen, inzonderheid hoofdstuk IX, artikel 186, tot wijziging van
voornoemde wet van 8 augustus 1981; voornoemde wet van 8 augustus 1981;
Gelet op het koninklijk besluit van 11 januari 1999 tot wijziging van Gelet op het koninklijk besluit van 11 januari 1999 tot wijziging van
het koninklijk besluit van 29 november 1982 tot uitvoering van het koninklijk besluit van 29 november 1982 tot uitvoering van
voornoemde wet van 8 augustus 1981; voornoemde wet van 8 augustus 1981;
Gelet op het advies van de Hoge Raad voor oorlogsinvaliden, Gelet op het advies van de Hoge Raad voor oorlogsinvaliden,
oud-strijders en oorlogsslachtoffers; oud-strijders en oorlogsslachtoffers;
Gelet op de wetten op de Raad van State, samengeordend op 12 januari Gelet op de wetten op de Raad van State, samengeordend op 12 januari
1973, inzonderheid artikel 3, § 1, gewijzigd bij de wetten van 9 1973, inzonderheid artikel 3, § 1, gewijzigd bij de wetten van 9
augustus 1980, 16 juni 1989, 4 juli 1989, 6 april 1995 en 4 augustus augustus 1980, 16 juni 1989, 4 juli 1989, 6 april 1995 en 4 augustus
1996; 1996;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid gemotiveerd door de noodzaak Gelet op de dringende noodzakelijkheid gemotiveerd door de noodzaak
het structurele tekort in te dijken van de tehuizen en de het structurele tekort in te dijken van de tehuizen en de
ziekenhuisdiensten bestemd voor de opvang van de gerechtigden van het ziekenhuisdiensten bestemd voor de opvang van de gerechtigden van het
Nationaal Instituut en bij wijze van aanvulling van de Nationaal Instituut en bij wijze van aanvulling van de
niet-gerechtigden, zodanig dat de openbare financiën, in een eerste niet-gerechtigden, zodanig dat de openbare financiën, in een eerste
fase, niet bezwaard worden en dat, in een tweede fase, de bijna fase, niet bezwaard worden en dat, in een tweede fase, de bijna
onvermijdelijke sluiting van deze tehuizen en ziekenhuisdiensten onvermijdelijke sluiting van deze tehuizen en ziekenhuisdiensten
vermeden wordt, vermeden wordt,
Besluit : Besluit :

Artikel 1.In de zin van dit besluit dient verstaan te worden onder :

Artikel 1.In de zin van dit besluit dient verstaan te worden onder :

a) wet : de wet van 8 augustus 1981 houdende oprichting van het a) wet : de wet van 8 augustus 1981 houdende oprichting van het
Nationaal Instituut voor oorlogsinvaliden, oud-strijders en Nationaal Instituut voor oorlogsinvaliden, oud-strijders en
oorlogsslachtoffers en van de Hoge Raad voor oorlogsinvaliden, oorlogsslachtoffers en van de Hoge Raad voor oorlogsinvaliden,
oud-strijders en oorlogsslachtoffers; oud-strijders en oorlogsslachtoffers;
b) koninklijk besluit : het koninklijk besluit van 29 november 1982 b) koninklijk besluit : het koninklijk besluit van 29 november 1982
tot uitvoering van voornoemde wet van 8 augustus 1981; tot uitvoering van voornoemde wet van 8 augustus 1981;
c) Nationaal Instituut : het Nationaal Instituut voor c) Nationaal Instituut : het Nationaal Instituut voor
oorlogsinvaliden, oud-strijders en oorlogsslachtoffers; oorlogsinvaliden, oud-strijders en oorlogsslachtoffers;
d) begunstigde : de persoon behorend tot de categorieën gerechtigden d) begunstigde : de persoon behorend tot de categorieën gerechtigden
van het Nationaal Instituut, zoals bedoeld in artikel 4 van de wet; van het Nationaal Instituut, zoals bedoeld in artikel 4 van de wet;
e) homes : de rusthuizen, rust- en verzorgingstehuizen, e) homes : de rusthuizen, rust- en verzorgingstehuizen,
ziekenhuisdiensten en serviceflats beheerd door het Nationaal ziekenhuisdiensten en serviceflats beheerd door het Nationaal
Instituut. Instituut.

Art. 2.§ 1. Om in één van de homes opgenomen te worden, hebben de

Art. 2.§ 1. Om in één van de homes opgenomen te worden, hebben de

begunstigden van het Nationaal Instituut voorrang op de begunstigden van het Nationaal Instituut voorrang op de
niet-gerechtigden telkens als één of meerdere bedden in één van de niet-gerechtigden telkens als één of meerdere bedden in één van de
homes vrijkomen. homes vrijkomen.
§ 2. Onder de niet-gerechtigden wordt met name voorrang verleend aan § 2. Onder de niet-gerechtigden wordt met name voorrang verleend aan
de inwoners van één van de gemeenten die of waarvan het O.C.M.W. zoals de inwoners van één van de gemeenten die of waarvan het O.C.M.W. zoals
bedoeld in artikel 5bis, § 2, van het koninklijk besluit een bedoeld in artikel 5bis, § 2, van het koninklijk besluit een
overeenkomst afsloot met het Nationaal Instituut of van een gemeente, overeenkomst afsloot met het Nationaal Instituut of van een gemeente,
lid van een Intercommunale, die zo'n overeenkomst met het Nationaal lid van een Intercommunale, die zo'n overeenkomst met het Nationaal
Instituut afsloot. Instituut afsloot.
§ 3. Te dien einde zal elk home drie wachtlijsten opmaken, één voor de § 3. Te dien einde zal elk home drie wachtlijsten opmaken, één voor de
begunstigden, één voor de niet-gerechtigden van de gemeenten die begunstigden, één voor de niet-gerechtigden van de gemeenten die
voorrang hebben en één voor de andere niet-gerechtigden. voorrang hebben en één voor de andere niet-gerechtigden.
De eerste lijst zal in chronologische volgorde van hun inschrijving de De eerste lijst zal in chronologische volgorde van hun inschrijving de
namen van de begunstigden vermelden die een voor het betreffende home namen van de begunstigden vermelden die een voor het betreffende home
passende opnameaanvraag ingediend hebben, de tweede, in chronologische passende opnameaanvraag ingediend hebben, de tweede, in chronologische
volgorde van hun inschrijving, de namen van de niet-gerechtigden van volgorde van hun inschrijving, de namen van de niet-gerechtigden van
bovenvermelde gemeenten die een gelijkaardige aanvraag ingediend bovenvermelde gemeenten die een gelijkaardige aanvraag ingediend
hebben voor hetzelfde home en de derde, in chronologische volgorde van hebben voor hetzelfde home en de derde, in chronologische volgorde van
hun inschrijving, de namen van de andere niet-gerechtigden die hun inschrijving, de namen van de andere niet-gerechtigden die
kandidaat zijn voor opname in hetzelfde home. kandidaat zijn voor opname in hetzelfde home.
De aanvragen die op de tweede en de derde lijst voorkomen, zullen De aanvragen die op de tweede en de derde lijst voorkomen, zullen
slechts in aanmerking genomen worden in de mate dat voldaan werd aan slechts in aanmerking genomen worden in de mate dat voldaan werd aan
de aanvragen vermeld op de eerste lijst. de aanvragen vermeld op de eerste lijst.

Art. 3.Geen enkele resident opgenomen in één van de homes van het

Art. 3.Geen enkele resident opgenomen in één van de homes van het

Nationaal Instituut kan er evenwel van uitgesloten worden ten voordele Nationaal Instituut kan er evenwel van uitgesloten worden ten voordele
van een begunstigde of een prioritaire niet-gerechtigde waarvan de van een begunstigde of een prioritaire niet-gerechtigde waarvan de
aanvraag later werd ingediend. aanvraag later werd ingediend.

Art. 4.Onder passende opnameaanvraag dient verstaan elke aanvraag die

Art. 4.Onder passende opnameaanvraag dient verstaan elke aanvraag die

het voorwerp uitgemaakt heeft van een door de directeur van het home het voorwerp uitgemaakt heeft van een door de directeur van het home
of zijn vertegenwoordiger gedateerd en ondertekend ontvangstbewijs. of zijn vertegenwoordiger gedateerd en ondertekend ontvangstbewijs.

Art. 5.Binnen de drie voornoemde lijsten, zullen de kandidaten die

Art. 5.Binnen de drie voornoemde lijsten, zullen de kandidaten die

aan de criteria voor de opname in een rust- en verzorgingstehuis aan de criteria voor de opname in een rust- en verzorgingstehuis
beantwoorden, worden opgenomen vóór de kandidaten die niet aan deze beantwoorden, worden opgenomen vóór de kandidaten die niet aan deze
criteria beantwoorden. criteria beantwoorden.

Art. 6.Wanneer een voorstel tot opname werd gedaan aan een kandidaat

Art. 6.Wanneer een voorstel tot opname werd gedaan aan een kandidaat

die deze weigert of die binnen 8 dagen geen positief antwoord geeft, die deze weigert of die binnen 8 dagen geen positief antwoord geeft,
wordt diens naam van de wachtlijst geschrapt. Hij kan evenwel vragen wordt diens naam van de wachtlijst geschrapt. Hij kan evenwel vragen
om opnieuw op deze lijst ingeschreven te worden op de datum van deze om opnieuw op deze lijst ingeschreven te worden op de datum van deze
nieuwe aanvraag. nieuwe aanvraag.

Art. 7.In geval van vaststaande, maar uitgestelde opname van een

Art. 7.In geval van vaststaande, maar uitgestelde opname van een

kandidaat kan de tijdelijk vrijgekomen plaats toegewezen worden aan kandidaat kan de tijdelijk vrijgekomen plaats toegewezen worden aan
een kandidaat in nuttige volgorde op de lijsten zo deze opgenomen een kandidaat in nuttige volgorde op de lijsten zo deze opgenomen
wordt voor een verblijf van bepaalde duur overeenstemmend met de wordt voor een verblijf van bepaalde duur overeenstemmend met de
termijn voor de komst van de kandidaat met voorrang. De duur van dit termijn voor de komst van de kandidaat met voorrang. De duur van dit
kort verblijf zal vermeld worden in de opnameovereenkomst. kort verblijf zal vermeld worden in de opnameovereenkomst.

Art. 8.Op het ogenblik van de indiening van hun opnameaanvraag zijn

Art. 8.Op het ogenblik van de indiening van hun opnameaanvraag zijn

de begunstigden en de niet-gerechtigden ertoe gehouden zich te de begunstigden en de niet-gerechtigden ertoe gehouden zich te
schikken naar de beginselen verduidelijkt in het huishoudelijk schikken naar de beginselen verduidelijkt in het huishoudelijk
reglement van het home en die verwijzen naar de door het Nationaal reglement van het home en die verwijzen naar de door het Nationaal
Instituut in het kader van zijn morele opdracht verdedigde waarden. Instituut in het kader van zijn morele opdracht verdedigde waarden.

Art. 9.Dit besluit heeft uitwerking op de dag van de bekendmaking

Art. 9.Dit besluit heeft uitwerking op de dag van de bekendmaking

ervan in het Belgisch Staatsblad. ervan in het Belgisch Staatsblad.
Brussel, 9 april 1999. Brussel, 9 april 1999.
A. FLAHAUT A. FLAHAUT
^