← Terug naar "Ministerieel besluit houdende vastlegging van de tabellen betreffende de hoeveelheid aardgas en elektriciteit die de huishoudelijke afnemer nodig heeft om tot het einde van de winterperiode te beschikken over een minimale verwarming van de woning "
Ministerieel besluit houdende vastlegging van de tabellen betreffende de hoeveelheid aardgas en elektriciteit die de huishoudelijke afnemer nodig heeft om tot het einde van de winterperiode te beschikken over een minimale verwarming van de woning | Ministerieel besluit houdende vastlegging van de tabellen betreffende de hoeveelheid aardgas en elektriciteit die de huishoudelijke afnemer nodig heeft om tot het einde van de winterperiode te beschikken over een minimale verwarming van de woning |
---|---|
VLAAMSE OVERHEID | VLAAMSE OVERHEID |
Omgeving | Omgeving |
6 OKTOBER 2023. - Ministerieel besluit houdende vastlegging van de | 6 OKTOBER 2023. - Ministerieel besluit houdende vastlegging van de |
tabellen betreffende de hoeveelheid aardgas en elektriciteit die de | tabellen betreffende de hoeveelheid aardgas en elektriciteit die de |
huishoudelijke afnemer nodig heeft om tot het einde van de | huishoudelijke afnemer nodig heeft om tot het einde van de |
winterperiode te beschikken over een minimale verwarming van de woning | winterperiode te beschikken over een minimale verwarming van de woning |
DE VLAAMSE MINISTER VAN JUSTITIE EN HANDHAVING, OMGEVING, ENERGIE EN | DE VLAAMSE MINISTER VAN JUSTITIE EN HANDHAVING, OMGEVING, ENERGIE EN |
TOERISME | TOERISME |
Rechtsgronden | Rechtsgronden |
Dit besluit is gebaseerd op: | Dit besluit is gebaseerd op: |
- het Energiedecreet van 8 mei 2009, artikel 4.1.22, en 6.1.2, § 1, | - het Energiedecreet van 8 mei 2009, artikel 4.1.22, en 6.1.2, § 1, |
derde lid; | derde lid; |
- het Energiebesluit van 19 november 2010, artikel 5.3.6/2, derde lid | - het Energiebesluit van 19 november 2010, artikel 5.3.6/2, derde lid |
en artikel 5.4.7, derde lid; | en artikel 5.4.7, derde lid; |
Motivering | Motivering |
Dit besluit is gebaseerd op de volgende motieven: | Dit besluit is gebaseerd op de volgende motieven: |
- Om te vermijden dat huishoudens met een aardgasbudgetmeter of een | - Om te vermijden dat huishoudens met een aardgasbudgetmeter of een |
elektriciteitsbudgetmeter vanwege een gebrek aan budget om op te laden | elektriciteitsbudgetmeter vanwege een gebrek aan budget om op te laden |
in de periode van november tot en met maart acuut zonder verwarming | in de periode van november tot en met maart acuut zonder verwarming |
vallen, kunnen OCMW's die dat willen aan behoeftigen per halve maand | vallen, kunnen OCMW's die dat willen aan behoeftigen per halve maand |
een beperkte financiële steun toekennen om de aardgasbudgetmeter of de | een beperkte financiële steun toekennen om de aardgasbudgetmeter of de |
elektriciteitsbudgetmeter op te laden (artikel 5.3.6/1 tot en met | elektriciteitsbudgetmeter op te laden (artikel 5.3.6/1 tot en met |
5.3.6/6 van het Energiebesluit van 19 november 2010 voor elektriciteit | 5.3.6/6 van het Energiebesluit van 19 november 2010 voor elektriciteit |
en artikel 5.4.6 tot en met 5.4.10 van het Energiebesluit van 19 | en artikel 5.4.6 tot en met 5.4.10 van het Energiebesluit van 19 |
november 2010 voor aardgas). | november 2010 voor aardgas). |
- De bedragen voor de toe te kennen minimale hoeveelheid aardgas en | - De bedragen voor de toe te kennen minimale hoeveelheid aardgas en |
elektriciteit worden, zoals bepaald in artikel 5.3.6/2 en 5.4.7 van | elektriciteit worden, zoals bepaald in artikel 5.3.6/2 en 5.4.7 van |
het Energiebesluit, bij ministerieel besluit vastgelegd. | het Energiebesluit, bij ministerieel besluit vastgelegd. |
- Aangezien de prijzen voor elektriciteit en aardgas evolueren en de | - Aangezien de prijzen voor elektriciteit en aardgas evolueren en de |
tarieven die de elektriciteits- en aardgasnetbeheerders aan hun | tarieven die de elektriciteits- en aardgasnetbeheerders aan hun |
klanten aanrekenen, op basis daarvan periodiek worden berekend, moeten | klanten aanrekenen, op basis daarvan periodiek worden berekend, moeten |
de bedragen die in het kader van deze regeling worden toegekend, | de bedragen die in het kader van deze regeling worden toegekend, |
jaarlijks bepaald worden. | jaarlijks bepaald worden. |
Vormvereisten | Vormvereisten |
De volgende vormvereisten zijn vervuld: | De volgende vormvereisten zijn vervuld: |
- De Inspectie van Financiën heeft advies gegeven op 3 oktober 2023; | - De Inspectie van Financiën heeft advies gegeven op 3 oktober 2023; |
- Er is bij de Raad van State op 4 oktober 2023 een aanvraag ingediend | - Er is bij de Raad van State op 4 oktober 2023 een aanvraag ingediend |
voor een advies binnen vijf dagen, met toepassing van artikel 84, § 1, | voor een advies binnen vijf dagen, met toepassing van artikel 84, § 1, |
eerste lid, 3° van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 | eerste lid, 3° van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 |
januari 1973. Op 5 oktober 2023 liet de Raad van State weten dat de | januari 1973. Op 5 oktober 2023 liet de Raad van State weten dat de |
ingediende aanvraag om advies, ingeschreven op de rol van de afdeling | ingediende aanvraag om advies, ingeschreven op de rol van de afdeling |
Wetgeving van de Raad van State onder het nummer 74.599/3, op 5 | Wetgeving van de Raad van State onder het nummer 74.599/3, op 5 |
oktober 2023 van de rol werd afgevoerd, overeenkomstig artikel 84, § | oktober 2023 van de rol werd afgevoerd, overeenkomstig artikel 84, § |
5, van de wetten `op de Raad van State', gecoördineerd op 12 januari | 5, van de wetten `op de Raad van State', gecoördineerd op 12 januari |
1973. | 1973. |
De hoogdringendheid van deze adviesvraag kan worden gemotiveerd door | De hoogdringendheid van deze adviesvraag kan worden gemotiveerd door |
de omstandigheid dat de minister bevoegd voor energie de in hoofding | de omstandigheid dat de minister bevoegd voor energie de in hoofding |
vermelde tabellen pas kan vastleggen nadat de federale regulator CREG | vermelde tabellen pas kan vastleggen nadat de federale regulator CREG |
de te gebruiken tarieven heeft bepaald. Het gaat daarbij om het | de te gebruiken tarieven heeft bepaald. Het gaat daarbij om het |
sociaal tarief aardgas en elektriciteit en om het tarief voor | sociaal tarief aardgas en elektriciteit en om het tarief voor |
niet-beschermde klanten beleverd door de aardgasnetbeheerder en de | niet-beschermde klanten beleverd door de aardgasnetbeheerder en de |
elektriciteitsnetbeheerder. Deze worden sinds 2020 niet langer | elektriciteitsnetbeheerder. Deze worden sinds 2020 niet langer |
semestrieel maar trimestrieel bepaald, waardoor ze voor het vierde | semestrieel maar trimestrieel bepaald, waardoor ze voor het vierde |
trimester van 2023 pas eind september bekend zijn. De regelgeving | trimester van 2023 pas eind september bekend zijn. De regelgeving |
voorziet in een toepassingsperiode van de minimale levering aardgas en | voorziet in een toepassingsperiode van de minimale levering aardgas en |
elektriciteit voor verwarming die loopt van november tot en met maart. | elektriciteit voor verwarming die loopt van november tot en met maart. |
Bijgevolg is de periode tussen de mogelijke bepaling van de kost en de | Bijgevolg is de periode tussen de mogelijke bepaling van de kost en de |
start van de toepassing van de maatregel beperkt tot een maand. | start van de toepassing van de maatregel beperkt tot een maand. |
Bovendien werd de mogelijkheid voorzien om aan de aardgasnetbeheerder | Bovendien werd de mogelijkheid voorzien om aan de aardgasnetbeheerder |
en de elektriciteitsnetbeheerder voor de uitvoering van deze | en de elektriciteitsnetbeheerder voor de uitvoering van deze |
maatregel, die een financiële openbaredienstverplichting vormt, een | maatregel, die een financiële openbaredienstverplichting vormt, een |
vergoeding toe te kennen, binnen de perken van de daarvoor op de | vergoeding toe te kennen, binnen de perken van de daarvoor op de |
algemene uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap en het | algemene uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap en het |
Energiefonds beschikbare middelen die de minister van energie daartoe | Energiefonds beschikbare middelen die de minister van energie daartoe |
reserveert. Gelet op de daarmee samenhangende budgettaire impact moet | reserveert. Gelet op de daarmee samenhangende budgettaire impact moet |
voor dit besluit het advies van de Inspectie van Financiën worden | voor dit besluit het advies van de Inspectie van Financiën worden |
gevraagd, waardoor de resterende termijn tussen het bekomen van dit | gevraagd, waardoor de resterende termijn tussen het bekomen van dit |
advies en de start van de toepassingsperiode, te krap wordt voor de | advies en de start van de toepassingsperiode, te krap wordt voor de |
normale adviestermijn gehanteerd door de Raad van State. | normale adviestermijn gehanteerd door de Raad van State. |
Juridisch Kader | Juridisch Kader |
Dit ministerieel besluit sluit aan bij de volgende regelgeving: | Dit ministerieel besluit sluit aan bij de volgende regelgeving: |
- Het ministerieel besluit van 27 januari 2023 houdende vastlegging | - Het ministerieel besluit van 27 januari 2023 houdende vastlegging |
van de tabel betreffende de hoeveelheid aardgas en elektriciteit die | van de tabel betreffende de hoeveelheid aardgas en elektriciteit die |
de huishoudelijke afnemer nodig heeft om tot het einde van de | de huishoudelijke afnemer nodig heeft om tot het einde van de |
winterperiode te beschikken over een minimale verwarming van de | winterperiode te beschikken over een minimale verwarming van de |
woning. | woning. |
BESLUIT : | BESLUIT : |
Artikel 1.De tabel, vermeld in artikel 5.3.6/2, derde lid van het |
Artikel 1.De tabel, vermeld in artikel 5.3.6/2, derde lid van het |
Energiebesluit van 19 november 2010, gaat als bijlage 1 bij dit | Energiebesluit van 19 november 2010, gaat als bijlage 1 bij dit |
besluit. | besluit. |
Art. 2.De tabel, vermeld in artikel 5.4.7, derde lid van het |
Art. 2.De tabel, vermeld in artikel 5.4.7, derde lid van het |
Energiebesluit van 19 november 2010, gaat als bijlage 2 bij dit | Energiebesluit van 19 november 2010, gaat als bijlage 2 bij dit |
besluit. | besluit. |
Art. 3.In het geval er zich op de energiemarkt grote |
Art. 3.In het geval er zich op de energiemarkt grote |
prijsschommelingen voordoen, kan de minister voor de toepassing van | prijsschommelingen voordoen, kan de minister voor de toepassing van |
deze maatregel tijdens het eerste kwartaal van 2024 een nieuwe versie | deze maatregel tijdens het eerste kwartaal van 2024 een nieuwe versie |
van de tabellen, vermeld in artikel 1 en 2, vaststellen. | van de tabellen, vermeld in artikel 1 en 2, vaststellen. |
Art. 4.Het ministerieel besluit van 27 januari 2023 houdende |
Art. 4.Het ministerieel besluit van 27 januari 2023 houdende |
vastlegging van de tabel betreffende de hoeveelheid aardgas en | vastlegging van de tabel betreffende de hoeveelheid aardgas en |
elektriciteit die de huishoudelijke afnemer nodig heeft om tot het | elektriciteit die de huishoudelijke afnemer nodig heeft om tot het |
einde van de winterperiode te beschikken over een minimale verwarming | einde van de winterperiode te beschikken over een minimale verwarming |
van de woning wordt opgeheven. | van de woning wordt opgeheven. |
Art. 5.Dit besluit treedt in werking op 1 november 2023. |
Art. 5.Dit besluit treedt in werking op 1 november 2023. |
Brussel, 6 oktober 2023. | Brussel, 6 oktober 2023. |
De Vlaamse minister van Justitie en Handhaving, Omgeving, Energie en | De Vlaamse minister van Justitie en Handhaving, Omgeving, Energie en |
Toerisme, | Toerisme, |
Z. DEMIR | Z. DEMIR |
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld | Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld |