Etaamb.openjustice.be
Meertalige weergave van Ministerieel Besluit van 04/06/1997
← Terug naar "Ministerieel besluit houdende uitvoering van artikel 6, § 2 van het koninklijk besluit van 24 februari 1997 houdende nadere voorwaarden met betrekking tot de tewerkstellingsakkoorden in toepassing van de artikelen 7, § 2, 30, § 2, en 33 van de wet van 26 juli 1996 tot bevordering van de werkgelegenheid en tot preventieve vrijwaring van het concurrentievermogen "
Ministerieel besluit houdende uitvoering van artikel 6, § 2 van het koninklijk besluit van 24 februari 1997 houdende nadere voorwaarden met betrekking tot de tewerkstellingsakkoorden in toepassing van de artikelen 7, § 2, 30, § 2, en 33 van de wet van 26 juli 1996 tot bevordering van de werkgelegenheid en tot preventieve vrijwaring van het concurrentievermogen Ministerieel besluit houdende uitvoering van artikel 6, § 2 van het koninklijk besluit van 24 februari 1997 houdende nadere voorwaarden met betrekking tot de tewerkstellingsakkoorden in toepassing van de artikelen 7, § 2, 30, § 2, en 33 van de wet van 26 juli 1996 tot bevordering van de werkgelegenheid en tot preventieve vrijwaring van het concurrentievermogen
MINISTERIE VAN TEWERKSTELLING EN ARBEID MINISTERIE VAN TEWERKSTELLING EN ARBEID
4 JUNI 1997. Ministerieel besluit houdende uitvoering van artikel 6, § 4 JUNI 1997. Ministerieel besluit houdende uitvoering van artikel 6, §
2 van het koninklijk besluit van 24 februari 1997 houdende nadere 2 van het koninklijk besluit van 24 februari 1997 houdende nadere
voorwaarden met betrekking tot de tewerkstellingsakkoorden in voorwaarden met betrekking tot de tewerkstellingsakkoorden in
toepassing van de artikelen 7, § 2, 30, § 2, en 33 van de wet van 26 toepassing van de artikelen 7, § 2, 30, § 2, en 33 van de wet van 26
juli 1996 tot bevordering van de werkgelegenheid en tot preventieve juli 1996 tot bevordering van de werkgelegenheid en tot preventieve
vrijwaring van het concurrentievermogen (1) vrijwaring van het concurrentievermogen (1)
De Minister van Tewerkstelling en Arbeid, De Minister van Tewerkstelling en Arbeid,
Gelet op de wet van 26 juli 1996 tot bevordering van de Gelet op de wet van 26 juli 1996 tot bevordering van de
werkgelegenheid en tot preventieve vrijwaring van het werkgelegenheid en tot preventieve vrijwaring van het
concurrentievermogen, inzonderheid op de artikelen 7, 2, 30, 2 en 33; concurrentievermogen, inzonderheid op de artikelen 7, 2, 30, 2 en 33;
Gelet op het koninklijk besluit van 24 februari 1997 houdende nadere Gelet op het koninklijk besluit van 24 februari 1997 houdende nadere
voorwaarden met betrekking tot de tewerkstellingsakkoorden in voorwaarden met betrekking tot de tewerkstellingsakkoorden in
toepassing van de artikelen 7, 2, 30, 2, en 33 van de wet van 26 juli toepassing van de artikelen 7, 2, 30, 2, en 33 van de wet van 26 juli
1996 tot bevordering van de werkgelegenheid en tot preventieve 1996 tot bevordering van de werkgelegenheid en tot preventieve
vrijwaring van het concurrentievermogen, inzonderheid op het artikel vrijwaring van het concurrentievermogen, inzonderheid op het artikel
6, 2; 6, 2;
Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari
1973, inzonderheid op artikel 3, 1, gewijzigd bij de wet van 4 juli 1973, inzonderheid op artikel 3, 1, gewijzigd bij de wet van 4 juli
1989; 1989;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid; Gelet op de dringende noodzakelijkheid;
Overwegende dat de werkgevers zo snel mogelijk op de hoogte moeten Overwegende dat de werkgevers zo snel mogelijk op de hoogte moeten
gebracht worden over de nadere regelen van de bewijsvoering om hen toe gebracht worden over de nadere regelen van de bewijsvoering om hen toe
te laten aan te tonen dat zij de voorwaarden vervullen om de te laten aan te tonen dat zij de voorwaarden vervullen om de
arbeidsbevorderende maatregelen effectief toe te passen, arbeidsbevorderende maatregelen effectief toe te passen,
Besluit Besluit

Artikel 1.Indien de collectieve arbeidsovereenkomst, gesloten in het

Artikel 1.Indien de collectieve arbeidsovereenkomst, gesloten in het

paritair comité of het subcomité voorziet in de toepassing van paritair comité of het subcomité voorziet in de toepassing van
arbeidsbevorderende maatregelen met directe uitwerking, moet de arbeidsbevorderende maatregelen met directe uitwerking, moet de
werkgever die ressorteert onder het toepassingsgebied van deze werkgever die ressorteert onder het toepassingsgebied van deze
collectieve arbeidsovereenkomst aantonen bij middel van een collectieve arbeidsovereenkomst aantonen bij middel van een
gedagtekende en ondertekende verklaring op eer dat hij de voorwaarden gedagtekende en ondertekende verklaring op eer dat hij de voorwaarden
vervult om de arbeidsbevorderende maatregelen effectief toe te vervult om de arbeidsbevorderende maatregelen effectief toe te
passen.. passen..
{bfoot} {bfoot}
{num}1997/12445{enum} {num}1997/12445{enum}
(1) Références au Moniteur belge : Loi du 26 juillet 1996, Moniteur (1) Références au Moniteur belge : Loi du 26 juillet 1996, Moniteur
belge du 1er août 1996. Arrêté royal du 24 février 1997, Moniteur belge du 1er août 1996. Arrêté royal du 24 février 1997, Moniteur
belge du 11 mars 1997. belge du 11 mars 1997.
(1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 26 juli 1996, (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 26 juli 1996,
Belgisch Staatsblad van 1 augustus 1996. Koninklijk besluit van 24 Belgisch Staatsblad van 1 augustus 1996. Koninklijk besluit van 24
februari 1997, Belgisch Staatsblad van 11 maart 1997. februari 1997, Belgisch Staatsblad van 11 maart 1997.

Art. 2.De werkgever bewaart de verklaring op eer op de plaats waar

Art. 2.De werkgever bewaart de verklaring op eer op de plaats waar

het arbeidsreglement kan geraadpleegd worden met toepassing van het arbeidsreglement kan geraadpleegd worden met toepassing van
artikel 15 van de wet van 8 april 1965 tot instelling van de artikel 15 van de wet van 8 april 1965 tot instelling van de
arbeidsreglementen. arbeidsreglementen.
{efootn} {efootn}

Art. 3.De werkgever bewaart het document zoals bedoeld in artikel 2

Art. 3.De werkgever bewaart het document zoals bedoeld in artikel 2

tot 31 december 1999. tot 31 december 1999.

Art. 4.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 1997.

Art. 4.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 1997.

Brussel, 4 juni 1997. Brussel, 4 juni 1997.
Mevr. M. SMET Mevr. M. SMET
^