Ministerieel besluit houdende delegatie van bevoegdheden en handtekeningen inzake de artikelen 84 tot 86 van de ordonnantie van 3 mei 2018 betreffende de bouwplaatsen op de openbare weg aan de ambtenaren-generaal van de Gewestelijke Overheidsdienst Brussel | Ministerieel besluit houdende delegatie van bevoegdheden en handtekeningen inzake de artikelen 84 tot 86 van de ordonnantie van 3 mei 2018 betreffende de bouwplaatsen op de openbare weg aan de ambtenaren-generaal van de Gewestelijke Overheidsdienst Brussel |
---|---|
BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST | BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST |
4 APRIL 2019. - Ministerieel besluit houdende delegatie van | 4 APRIL 2019. - Ministerieel besluit houdende delegatie van |
bevoegdheden en handtekeningen inzake de artikelen 84 tot 86 van de | bevoegdheden en handtekeningen inzake de artikelen 84 tot 86 van de |
ordonnantie van 3 mei 2018 betreffende de bouwplaatsen op de openbare | ordonnantie van 3 mei 2018 betreffende de bouwplaatsen op de openbare |
weg aan de ambtenaren-generaal van de Gewestelijke Overheidsdienst | weg aan de ambtenaren-generaal van de Gewestelijke Overheidsdienst |
Brussel | Brussel |
De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering bevoegd voor | De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering bevoegd voor |
Economie, | Economie, |
Gelet op de bijzondere wet van 12 januari 1989 met betrekking tot de | Gelet op de bijzondere wet van 12 januari 1989 met betrekking tot de |
Brusselse Instellingen, artikel 40, § 1; | Brusselse Instellingen, artikel 40, § 1; |
Gelet op de ordonnantie van 3 mei 2018 betreffende de bouwplaatsen op | Gelet op de ordonnantie van 3 mei 2018 betreffende de bouwplaatsen op |
de openbare weg, artikelen 84 tot 86; | de openbare weg, artikelen 84 tot 86; |
Gelet op het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 18 | Gelet op het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 18 |
juli 2000 tot regeling van haar werkwijze en tot regeling van de | juli 2000 tot regeling van haar werkwijze en tot regeling van de |
ondertekening van de akten van de Regering, de artikelen 5, 8°, en 10; | ondertekening van de akten van de Regering, de artikelen 5, 8°, en 10; |
Gelet op het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 14 | Gelet op het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 14 |
februari 2019 betreffende de forfaitaire schadevergoeding voor | februari 2019 betreffende de forfaitaire schadevergoeding voor |
handelszaken die getroffen worden door een bouwplaats op de openbare | handelszaken die getroffen worden door een bouwplaats op de openbare |
weg; | weg; |
Overwegende de organieke ordonnantie van 23 februari 2006 houdende de | Overwegende de organieke ordonnantie van 23 februari 2006 houdende de |
bepalingen die van toepassing zijn op de begroting, de boekhouding en | bepalingen die van toepassing zijn op de begroting, de boekhouding en |
de controle; | de controle; |
Overwegende het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van | Overwegende het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van |
25 maart 1999 betreffende de delegatie van tekenbevoegdheid voor | 25 maart 1999 betreffende de delegatie van tekenbevoegdheid voor |
financiële aangelegenheden aan de ambtenaren-generaal van het | financiële aangelegenheden aan de ambtenaren-generaal van het |
Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest; | Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest; |
Overwegende het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van | Overwegende het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van |
13 juli 2006 betreffende de administratieve en begrotingscontrole | 13 juli 2006 betreffende de administratieve en begrotingscontrole |
evenals de begrotingsopmaak; | evenals de begrotingsopmaak; |
Overwegende het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van | Overwegende het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van |
19 oktober 2006 betreffende de financiële actoren; | 19 oktober 2006 betreffende de financiële actoren; |
Overwegende het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van | Overwegende het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van |
21 maart 2018 houdende het administratief statuut en de | 21 maart 2018 houdende het administratief statuut en de |
bezoldigingsregeling van de ambtenaren van het Ministerie van het | bezoldigingsregeling van de ambtenaren van het Ministerie van het |
Brussels Hoofdstedelijk Gewest, de artikelen 23 en 24; | Brussels Hoofdstedelijk Gewest, de artikelen 23 en 24; |
Overwegende dat de Ministers van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering | Overwegende dat de Ministers van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering |
bepaalde van hun bevoegdheden kunnen delegeren aan de | bepaalde van hun bevoegdheden kunnen delegeren aan de |
ambtenaren-generaal van de Gewestelijke Overheidsdienst Brussel; | ambtenaren-generaal van de Gewestelijke Overheidsdienst Brussel; |
Overwegende dat de Minister de ambtenaren-generaal kan machtigen om | Overwegende dat de Minister de ambtenaren-generaal kan machtigen om |
die bevoegdheden verder te delegeren en te laten subdelegeren aan | die bevoegdheden verder te delegeren en te laten subdelegeren aan |
vastbenoemde en contractuele ambtenaren die onderworpen zijn aan zijn | vastbenoemde en contractuele ambtenaren die onderworpen zijn aan zijn |
hiërarchisch gezag, op voorwaarde dat hij hiervan kennis geven; | hiërarchisch gezag, op voorwaarde dat hij hiervan kennis geven; |
Overwegende dat voor een doelmatige, klantvriendelijke en slagvaardige | Overwegende dat voor een doelmatige, klantvriendelijke en slagvaardige |
vervulling van de opdrachten, de delegatie van beslissings- en | vervulling van de opdrachten, de delegatie van beslissings- en |
tekenbevoegdheden op operationeel vlak aan de ambtenaren-generaal | tekenbevoegdheden op operationeel vlak aan de ambtenaren-generaal |
onontbeerlijk is; | onontbeerlijk is; |
Overwegende dat het om dezelfde redenen aangewezen is voor de | Overwegende dat het om dezelfde redenen aangewezen is voor de |
ambtenaren-generaal om de hun gedelegeerde bevoegdheden te | ambtenaren-generaal om de hun gedelegeerde bevoegdheden te |
subdelegeren, tot op het meest functionele niveau; | subdelegeren, tot op het meest functionele niveau; |
Overwegende dat de gedelegeerde beslissingen steeds genomen moeten | Overwegende dat de gedelegeerde beslissingen steeds genomen moeten |
worden binnen de perken en met inachtneming van de voorwaarden en | worden binnen de perken en met inachtneming van de voorwaarden en |
nadere regels zoals vastgelegd in de desbetreffende reglementering die | nadere regels zoals vastgelegd in de desbetreffende reglementering die |
door de Brussels Hoofdstedelijke Regering is uitgevaardigd, | door de Brussels Hoofdstedelijke Regering is uitgevaardigd, |
Besluit : | Besluit : |
Artikel 1.Dit besluit is van toepassing op Brussel Economie en |
Artikel 1.Dit besluit is van toepassing op Brussel Economie en |
Werkgelegenheid van de Gewestelijke Overheidsdienst Brussel, belast | Werkgelegenheid van de Gewestelijke Overheidsdienst Brussel, belast |
met de uitvoering van de bevoegdheden inzake de economie, als bedoeld | met de uitvoering van de bevoegdheden inzake de economie, als bedoeld |
in artikel 6, § 1, VI, van de bijzondere wet tot hervorming der | in artikel 6, § 1, VI, van de bijzondere wet tot hervorming der |
instellingen van 8 augustus 1980, zoals tot op heden gewijzigd. | instellingen van 8 augustus 1980, zoals tot op heden gewijzigd. |
Art. 2.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder: |
Art. 2.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder: |
1° "de Directeur-generaal": de Directeur-generaal van Brussel Economie | 1° "de Directeur-generaal": de Directeur-generaal van Brussel Economie |
en Werkgelegenheid van de Gewestelijke Overheidsdienst Brussel; | en Werkgelegenheid van de Gewestelijke Overheidsdienst Brussel; |
2° "de ordonnantie van 3 mei 2018": de ordonnantie van 3 mei 2018 | 2° "de ordonnantie van 3 mei 2018": de ordonnantie van 3 mei 2018 |
betreffende de bouwplaatsen op de openbare weg; | betreffende de bouwplaatsen op de openbare weg; |
3° "het besluit van 25 maart 1999": het besluit van de Brusselse | 3° "het besluit van 25 maart 1999": het besluit van de Brusselse |
Hoofdstedelijke Regering van 25 maart 1999 betreffende de delegatie | Hoofdstedelijke Regering van 25 maart 1999 betreffende de delegatie |
van tekenbevoegdheid voor financiële aangelegenheden aan de | van tekenbevoegdheid voor financiële aangelegenheden aan de |
ambtenaren-generaal van het Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk | ambtenaren-generaal van het Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk |
Gewest; | Gewest; |
4° "het besluit van 14 februari 2019": het besluit van de Brusselse | 4° "het besluit van 14 februari 2019": het besluit van de Brusselse |
Hoofdstedelijke Regering van 14 februari 2019 betreffende de | Hoofdstedelijke Regering van 14 februari 2019 betreffende de |
forfaitaire schadevergoeding voor handelszaken die getroffen worden | forfaitaire schadevergoeding voor handelszaken die getroffen worden |
door een bouwplaats op de openbare weg. | door een bouwplaats op de openbare weg. |
Art. 3.Voor de beslissing van toekenning of weigering van steun ter |
Art. 3.Voor de beslissing van toekenning of weigering van steun ter |
uitvoering en met toepassing van de artikelen 84 tot 86 van de | uitvoering en met toepassing van de artikelen 84 tot 86 van de |
ordonnantie van 3 mei 2018, alsook voor de briefwisseling aangaande | ordonnantie van 3 mei 2018, alsook voor de briefwisseling aangaande |
die verrichtingen, wordt delegatie van bevoegdheid en handtekening | die verrichtingen, wordt delegatie van bevoegdheid en handtekening |
verleend aan de Directeur-generaal | verleend aan de Directeur-generaal |
Art. 4.Voor de vastlegging en de vereffening van kredieten die |
Art. 4.Voor de vastlegging en de vereffening van kredieten die |
bestemd zijn voor de uitvoering en de toepassing van de artikelen 84 | bestemd zijn voor de uitvoering en de toepassing van de artikelen 84 |
tot 86 van de ordonnantie van 3 mei 2018 en het besluit van 14 | tot 86 van de ordonnantie van 3 mei 2018 en het besluit van 14 |
februari 2019, alsook voor de briefwisseling aangaande die | februari 2019, alsook voor de briefwisseling aangaande die |
verrichtingen, wordt delegatie van bevoegdheid en handtekening | verrichtingen, wordt delegatie van bevoegdheid en handtekening |
verleend aan de Directeur-generaal, zonder beperking van het bedrag. | verleend aan de Directeur-generaal, zonder beperking van het bedrag. |
Art. 5.Voor de weigering van de aanvragen of van de vereffening van |
Art. 5.Voor de weigering van de aanvragen of van de vereffening van |
steun wegens onontvankelijkheid of ongegrondheid krachtens de | steun wegens onontvankelijkheid of ongegrondheid krachtens de |
artikelen 84 tot 86 van de ordonnantie van 3 mei 2018 en het besluit | artikelen 84 tot 86 van de ordonnantie van 3 mei 2018 en het besluit |
van 14 februari 2019, alsook voor de briefwisseling aangaande die | van 14 februari 2019, alsook voor de briefwisseling aangaande die |
verrichtingen, wordt delegatie van bevoegdheid en handtekening | verrichtingen, wordt delegatie van bevoegdheid en handtekening |
verleend aan de Directeur-generaal, zonder beperking van het bedrag. | verleend aan de Directeur-generaal, zonder beperking van het bedrag. |
Art. 6.Voor de bevestiging van de inbreuken alsook voor de bepaling |
Art. 6.Voor de bevestiging van de inbreuken alsook voor de bepaling |
van de nadere voorwaarden voor de controle op en de terugbetaling van | van de nadere voorwaarden voor de controle op en de terugbetaling van |
de steun als bedoeld in de artikelen 84 tot 86 van de ordonnantie van | de steun als bedoeld in de artikelen 84 tot 86 van de ordonnantie van |
3 mei 2018 en het besluit van 14 februari 2019, alsook voor de | 3 mei 2018 en het besluit van 14 februari 2019, alsook voor de |
briefwisseling aangaande die verrichtingen, wordt delegatie van | briefwisseling aangaande die verrichtingen, wordt delegatie van |
bevoegdheid en handtekening verleend aan de Directeur-generaal, zonder | bevoegdheid en handtekening verleend aan de Directeur-generaal, zonder |
beperking van het bedrag. | beperking van het bedrag. |
Men verstaat onder bevestiging van inbreuk, de door de | Men verstaat onder bevestiging van inbreuk, de door de |
Directeur-generaal genomen beslissing waardoor het bestaan van een | Directeur-generaal genomen beslissing waardoor het bestaan van een |
inbreuk wordt vastgesteld. | inbreuk wordt vastgesteld. |
Art. 7.Voor de uitvoering van de terugbetaling van steun als bedoeld |
Art. 7.Voor de uitvoering van de terugbetaling van steun als bedoeld |
in artikel 6, alsook voor de briefwisseling aangaande die | in artikel 6, alsook voor de briefwisseling aangaande die |
verrichtingen, wordt delegatie van bevoegdheid en handtekening | verrichtingen, wordt delegatie van bevoegdheid en handtekening |
verleend aan de Directeur-generaal, zonder beperking van het bedrag. | verleend aan de Directeur-generaal, zonder beperking van het bedrag. |
Art. 8.De bij dit besluit aan de Directeur-generaal verleende |
Art. 8.De bij dit besluit aan de Directeur-generaal verleende |
delegaties worden, overeenkomstig de bepalingen van artikel 7 van het | delegaties worden, overeenkomstig de bepalingen van artikel 7 van het |
besluit van 25 maart 1999, eveneens verleend aan de ambtenaar die met | besluit van 25 maart 1999, eveneens verleend aan de ambtenaar die met |
de waarneming van het ambt van de titularis is belast of die hem | de waarneming van het ambt van de titularis is belast of die hem |
vervangt bij tijdelijke afwezigheid of verhindering. | vervangt bij tijdelijke afwezigheid of verhindering. |
In geval van tijdelijke afwezigheid of verhindering plaatst de | In geval van tijdelijke afwezigheid of verhindering plaatst de |
betrokken ambtenaar, boven de vermelding van zijn graad en | betrokken ambtenaar, boven de vermelding van zijn graad en |
handtekening, de formule "voor de Directeur-generaal, afwezig". | handtekening, de formule "voor de Directeur-generaal, afwezig". |
Art. 9.De Directeur-generaal die gebruik maakt van de bij dit besluit |
Art. 9.De Directeur-generaal die gebruik maakt van de bij dit besluit |
gedelegeerde bevoegdheden, plaatst boven de vermelding van zijn graad | gedelegeerde bevoegdheden, plaatst boven de vermelding van zijn graad |
en handtekening, de formule "Namens de Minister". | en handtekening, de formule "Namens de Minister". |
Art. 10.De bij dit besluit gedelegeerde bevoegdheden worden eveneens |
Art. 10.De bij dit besluit gedelegeerde bevoegdheden worden eveneens |
verleend aan alle hiërarchische meerderen van de Directeur-generaal. | verleend aan alle hiërarchische meerderen van de Directeur-generaal. |
Art. 11.De Directeur-generaal is gemachtigd om de bij dit besluit aan |
Art. 11.De Directeur-generaal is gemachtigd om de bij dit besluit aan |
hem verleende delegaties, overeenkomstig de bepalingen van het besluit | hem verleende delegaties, overeenkomstig de bepalingen van het besluit |
van 25 maart 1999, volledig of gedeeltelijk te delegeren. | van 25 maart 1999, volledig of gedeeltelijk te delegeren. |
De delegatie gebeurt door middel van een geschreven akte die door de | De delegatie gebeurt door middel van een geschreven akte die door de |
Directeur-generaal onverwijld aan de Minister bevoegd voor Economie, | Directeur-generaal onverwijld aan de Minister bevoegd voor Economie, |
de Minister bevoegd voor Financiën en Begroting, de Minister bevoegd | de Minister bevoegd voor Financiën en Begroting, de Minister bevoegd |
voor Ambtenarenzaken en het Rekenhof wordt meegedeeld. | voor Ambtenarenzaken en het Rekenhof wordt meegedeeld. |
Art. 12.De gedelegeerde bevoegdheden als bedoeld in dit besluit |
Art. 12.De gedelegeerde bevoegdheden als bedoeld in dit besluit |
worden toegekend onder voorbehoud van het evocatierecht van de | worden toegekend onder voorbehoud van het evocatierecht van de |
Minister bevoegd voor Economie. | Minister bevoegd voor Economie. |
Art. 13.Dit besluit wordt overgemaakt aan de Minister bevoegd voor |
Art. 13.Dit besluit wordt overgemaakt aan de Minister bevoegd voor |
Financiën en Begroting en aan de Minister bevoegd voor | Financiën en Begroting en aan de Minister bevoegd voor |
Ambtenarenzaken, alsook aan het Rekenhof. | Ambtenarenzaken, alsook aan het Rekenhof. |
Art. 14.Dit besluit treedt in werking op 4 april 2019. |
Art. 14.Dit besluit treedt in werking op 4 april 2019. |
Brussel, 4 april 2019. | Brussel, 4 april 2019. |
De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering bevoegd voor | De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering bevoegd voor |
Economie, | Economie, |
D. GOSUIN | D. GOSUIN |