Etaamb.openjustice.be
Meertalige weergave van Ministerieel Besluit van 03/10/2013
← Terug naar "Ministerieel besluit tot wijziging van het ministerieel besluit van 22 juli 1998 betreffende de aangiften inzake douane en accijnzen "
Ministerieel besluit tot wijziging van het ministerieel besluit van 22 juli 1998 betreffende de aangiften inzake douane en accijnzen Ministerieel besluit tot wijziging van het ministerieel besluit van 22 juli 1998 betreffende de aangiften inzake douane en accijnzen
FEDERALE OVERHEIDSDIENST FINANCIEN FEDERALE OVERHEIDSDIENST FINANCIEN
3 OKTOBER 2013. - Ministerieel besluit tot wijziging van het 3 OKTOBER 2013. - Ministerieel besluit tot wijziging van het
ministerieel besluit van 22 juli 1998 betreffende de aangiften inzake ministerieel besluit van 22 juli 1998 betreffende de aangiften inzake
douane en accijnzen douane en accijnzen
De Minister van Financiën, De Minister van Financiën,
Gelet op de algemene wet inzake douane en accijnzen, gecoördineerd op Gelet op de algemene wet inzake douane en accijnzen, gecoördineerd op
18 juli 1977 (1), inzonderheid op de artikelen 9 en 10, laatst 18 juli 1977 (1), inzonderheid op de artikelen 9 en 10, laatst
gewijzigd door de wet van 14 april 2011; gewijzigd door de wet van 14 april 2011;
Gelet op het ministerieel besluit van 22 juli 1998 betreffende de Gelet op het ministerieel besluit van 22 juli 1998 betreffende de
aangiften inzake douane en accijnzen (2), inzonderheid op de artikelen aangiften inzake douane en accijnzen (2), inzonderheid op de artikelen
1, 2, 12, 12bis, 13, 14, 14bis, 15 en 15ter, laatst gewijzigd door het 1, 2, 12, 12bis, 13, 14, 14bis, 15 en 15ter, laatst gewijzigd door het
ministerieel besluit van 6 december 2007 (3); ministerieel besluit van 6 december 2007 (3);
Gelet op het advies van de Douaneraad van de Belgisch-Luxemburgse Gelet op het advies van de Douaneraad van de Belgisch-Luxemburgse
Economische Unie, gegeven op 28 november 2012; Economische Unie, gegeven op 28 november 2012;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 22 Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 22
januari 2013; januari 2013;
Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting, gegeven op Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting, gegeven op
30 september 2013; 30 september 2013;
Gelet op advies 53.428/3 van de Raad van State, gegeven op 21 juni Gelet op advies 53.428/3 van de Raad van State, gegeven op 21 juni
2013, met toepassing van artikel 84, § 3, eerste lid van de wetten op 2013, met toepassing van artikel 84, § 3, eerste lid van de wetten op
de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973,
Besluit : Besluit :

Artikel 1.Dit ministerieel besluit voorziet in de gedeeltelijke

Artikel 1.Dit ministerieel besluit voorziet in de gedeeltelijke

omzetting van Richtlijn 2010/65/EU van het Europees Parlement en de omzetting van Richtlijn 2010/65/EU van het Europees Parlement en de
Raad van 20 oktober 2010 betreffende meldingsformaliteiten voor Raad van 20 oktober 2010 betreffende meldingsformaliteiten voor
schepen die aankomen in en/of vertrekken uit havens van de lidstaten schepen die aankomen in en/of vertrekken uit havens van de lidstaten
en tot intrekking van Richtlijn 2002/6/EG. en tot intrekking van Richtlijn 2002/6/EG.

Art. 2.In artikel 1 van het ministerieel besluit van 22 juli 1998

Art. 2.In artikel 1 van het ministerieel besluit van 22 juli 1998

betreffende de aangiften inzake douane en accijnzen wordt een § 5 betreffende de aangiften inzake douane en accijnzen wordt een § 5
ingevoegd, luidend als volgt : ingevoegd, luidend als volgt :
« § 5. De met behulp van de in artikelen 12, 12bis, 12ter, 13, 14, « § 5. De met behulp van de in artikelen 12, 12bis, 12ter, 13, 14,
14bis, 15 en 15ter bedoelde formulieren te verstrekken gegevens mogen 14bis, 15 en 15ter bedoelde formulieren te verstrekken gegevens mogen
worden verzonden via een elektronisch platform met gebruikmaking van worden verzonden via een elektronisch platform met gebruikmaking van
het elektronisch systeem PLDA. » het elektronisch systeem PLDA. »

Art. 3.Artikel 2 van het ministerieel besluit van 22 juli 1998

Art. 3.Artikel 2 van het ministerieel besluit van 22 juli 1998

betreffende de aangiften inzake douane en accijnzen wordt vervangen betreffende de aangiften inzake douane en accijnzen wordt vervangen
door de volgende bepaling : door de volgende bepaling :
«

Art. 2.§ 1. De in artikel 1, lid 1, bedoelde aangiften moeten in de

«

Art. 2.§ 1. De in artikel 1, lid 1, bedoelde aangiften moeten in de

hierna vermelde omstandigheden niet op de in artikel 1, §§ 1 tot 3 hierna vermelde omstandigheden niet op de in artikel 1, §§ 1 tot 3
bedoelde wijze worden ingezonden, maar op een hulpkantoor van het enig bedoelde wijze worden ingezonden, maar op een hulpkantoor van het enig
kantoor der douane en accijnzen worden ingereikt : kantoor der douane en accijnzen worden ingereikt :
a) wanneer die aangiften worden verricht door een niet als a) wanneer die aangiften worden verricht door een niet als
douane-expediteur erkende persoon en het geen aangiften inzake douane-expediteur erkende persoon en het geen aangiften inzake
communautair of gemeenschappelijk douanevervoer betreft; communautair of gemeenschappelijk douanevervoer betreft;
b) bij aangifte voor communautair douanevervoer in de omstandigheden b) bij aangifte voor communautair douanevervoer in de omstandigheden
bedoeld in artikel 353, leden 2 en 4, van Verordening (EEG) nr. bedoeld in artikel 353, leden 2 en 4, van Verordening (EEG) nr.
2454/93 van de Commissie van 2 juli 1993 houdende vaststelling van 2454/93 van de Commissie van 2 juli 1993 houdende vaststelling van
enkele bepalingen ter uitvoering van Verordening (EEG) nr. 2913/92 van enkele bepalingen ter uitvoering van Verordening (EEG) nr. 2913/92 van
de Raad van 12 oktober 1992 tot vaststelling van het communautair de Raad van 12 oktober 1992 tot vaststelling van het communautair
douanewetboek, hierna de « Verordening » genoemd; douanewetboek, hierna de « Verordening » genoemd;
c) bij aangifte voor gemeenschappelijk douanevervoer in de c) bij aangifte voor gemeenschappelijk douanevervoer in de
omstandigheden bedoeld in artikel 18 van aanhangsel I bij de omstandigheden bedoeld in artikel 18 van aanhangsel I bij de
Overeenkomst van 20 mei 1987 betreffende de regeling gemeenschappelijk Overeenkomst van 20 mei 1987 betreffende de regeling gemeenschappelijk
douanevervoer; douanevervoer;
d) wanneer de door de Administrateur-generaal van de douane en d) wanneer de door de Administrateur-generaal van de douane en
accijnzen bepaalde praktische voorschriften in geval van accijnzen bepaalde praktische voorschriften in geval van
niet-functioneren van de elektronische systemen mogen worden niet-functioneren van de elektronische systemen mogen worden
toegepast. toegepast.
§ 2. De in artikel 1, § 5 bedoelde gegevens moeten vanaf 1 juni 2015 § 2. De in artikel 1, § 5 bedoelde gegevens moeten vanaf 1 juni 2015
worden verzonden via een elektronisch platform met gebruikmaking van worden verzonden via een elektronisch platform met gebruikmaking van
het elektronisch systeem PLDA. » het elektronisch systeem PLDA. »

Art. 4.Artikel 12 van het ministerieel besluit van 22 juli 1998

Art. 4.Artikel 12 van het ministerieel besluit van 22 juli 1998

betreffende de aangiften inzake douane en accijnzen wordt vervangen betreffende de aangiften inzake douane en accijnzen wordt vervangen
door de volgende bepaling : door de volgende bepaling :
«

Art. 12.De generale verklaring waarvan sprake is in de bijlage,

«

Art. 12.De generale verklaring waarvan sprake is in de bijlage,

deel B, cijfer 1 van Richtlijn 2010/65/EU van het Europees Parlement deel B, cijfer 1 van Richtlijn 2010/65/EU van het Europees Parlement
en de Raad van 20 oktober 2010 betreffende meldingsformaliteiten voor en de Raad van 20 oktober 2010 betreffende meldingsformaliteiten voor
schepen die aankomen in en/of vertrekken uit havens van de lidstaten schepen die aankomen in en/of vertrekken uit havens van de lidstaten
en tot intrekking van Richtlijn 2002/6/EG stemt overeen met het model en tot intrekking van Richtlijn 2002/6/EG stemt overeen met het model
van bijlage XIII bij dit besluit. » van bijlage XIII bij dit besluit. »

Art. 5.Artikel 12bis van het ministerieel besluit van 22 juli 1998

Art. 5.Artikel 12bis van het ministerieel besluit van 22 juli 1998

betreffende de aangiften inzake douane en accijnzen wordt vervangen betreffende de aangiften inzake douane en accijnzen wordt vervangen
door de volgende bepaling : door de volgende bepaling :
«

Art. 12bis.§ 1. Indien de generale verklaring waarvan sprake is in

«

Art. 12bis.§ 1. Indien de generale verklaring waarvan sprake is in

de bijlage, deel B, cijfer 1 van Richtlijn 2010/65/EU van het Europees de bijlage, deel B, cijfer 1 van Richtlijn 2010/65/EU van het Europees
Parlement en de Raad van 20 oktober 2010 betreffende Parlement en de Raad van 20 oktober 2010 betreffende
meldingsformaliteiten voor schepen die aankomen in en/of vertrekken meldingsformaliteiten voor schepen die aankomen in en/of vertrekken
uit havens van de lidstaten en tot intrekking van Richtlijn 2002/6/EG uit havens van de lidstaten en tot intrekking van Richtlijn 2002/6/EG
niet overeenkomstig artikel 12 wordt ingediend, moet de generale niet overeenkomstig artikel 12 wordt ingediend, moet de generale
verklaring met gebruikmaking van het formulier dat overeenstemt met verklaring met gebruikmaking van het formulier dat overeenstemt met
het model van bijlage XXIV bij onderhavig besluit bij de het model van bijlage XXIV bij onderhavig besluit bij de
douanediensten worden ingediend. douanediensten worden ingediend.
§ 2. Teneinde de zich aan boord van schepen bevindende goederen onder § 2. Teneinde de zich aan boord van schepen bevindende goederen onder
de regeling communautair douanevervoer te kunnen laten vervoeren de regeling communautair douanevervoer te kunnen laten vervoeren
tussen de haven van binnenkomst en een losplaats in België moet de tussen de haven van binnenkomst en een losplaats in België moet de
douane op de keerzijde van de generale verklaring de hiernavolgende douane op de keerzijde van de generale verklaring de hiernavolgende
tekst aanbrengen, ondertekenen en waarmerken met de kantoorstempel. tekst aanbrengen, ondertekenen en waarmerken met de kantoorstempel.
Bij vertrek in de haven van binnenkomst : Bij vertrek in de haven van binnenkomst :
« Het schip is heden vertrokken naar . . . . . . » « Het schip is heden vertrokken naar . . . . . . »
Bij aankomst op de losplaats : Bij aankomst op de losplaats :
« Het schip is heden aangekomen te . . . . . en ingeschreven in het « Het schip is heden aangekomen te . . . . . en ingeschreven in het
register 125 A van de losplaats onder nummer . . . . ., het triplicaat register 125 A van de losplaats onder nummer . . . . ., het triplicaat
werd teruggezonden aan het kantoor van binnenkomst. » » werd teruggezonden aan het kantoor van binnenkomst. » »

Art. 6.Een artikel 12ter, luidend als volgt, wordt in het

Art. 6.Een artikel 12ter, luidend als volgt, wordt in het

ministerieel besluit van 22 juli 1998 betreffende de aangiften inzake ministerieel besluit van 22 juli 1998 betreffende de aangiften inzake
douane en accijnzen ingevoegd : douane en accijnzen ingevoegd :
«

Art. 12ter.§ 1. Voor de toepassing van de artikelen 12, 12bis, 13,

«

Art. 12ter.§ 1. Voor de toepassing van de artikelen 12, 12bis, 13,

14, 14bis, 15 en 15ter van dit ministerieel besluit wordt verstaan 14, 14bis, 15 en 15ter van dit ministerieel besluit wordt verstaan
onder : onder :
a) Elektronisch platform : systeem voor de elektronische overdracht a) Elektronisch platform : systeem voor de elektronische overdracht
van gegevens waarin SafeSeaNet, e-douane en andere elektronische van gegevens waarin SafeSeaNet, e-douane en andere elektronische
systemen worden gekoppeld en waar alle informatie éénmaal wordt gemeld systemen worden gekoppeld en waar alle informatie éénmaal wordt gemeld
en vervolgens beschikbaar wordt gesteld aan de bevoegde instanties; en vervolgens beschikbaar wordt gesteld aan de bevoegde instanties;
b) SafeSeaNet : het systeem voor de uitwisseling van maritieme b) SafeSeaNet : het systeem voor de uitwisseling van maritieme
informatie van de Unie. informatie van de Unie.
§ 2. De kapitein of een door de exploitant van het schip naar behoren § 2. De kapitein of een door de exploitant van het schip naar behoren
gemachtigd persoon moeten de in artikel 1, § 5 bedoelde gegevens naar gemachtigd persoon moeten de in artikel 1, § 5 bedoelde gegevens naar
de bevoegde instantie zenden alvorens het schip in de haven aankomt : de bevoegde instantie zenden alvorens het schip in de haven aankomt :
a) ten minste 24 uur voor aankomst; of a) ten minste 24 uur voor aankomst; of
b) uiterlijk op het tijdstip waarop het schip de vorige haven verlaat, b) uiterlijk op het tijdstip waarop het schip de vorige haven verlaat,
indien de reisduur minder dan 24 uur bedraagt; of indien de reisduur minder dan 24 uur bedraagt; of
c) indien de aanloophaven nog niet bekend is of tijdens de reis wordt c) indien de aanloophaven nog niet bekend is of tijdens de reis wordt
gewijzigd, zodra deze informatie bekend is. » gewijzigd, zodra deze informatie bekend is. »

Art. 7.Artikel 13 van het ministerieel besluit van 22 juli 1998

Art. 7.Artikel 13 van het ministerieel besluit van 22 juli 1998

betreffende de aangiften inzake douane en accijnzen, wordt vervangen betreffende de aangiften inzake douane en accijnzen, wordt vervangen
door volgende bepaling : door volgende bepaling :
«

Art. 13.De aangifte van de lading waarvan sprake is in de bijlage,

«

Art. 13.De aangifte van de lading waarvan sprake is in de bijlage,

deel B, cijfer 2 van Richtlijn 2010/65/EU van het Europees Parlement deel B, cijfer 2 van Richtlijn 2010/65/EU van het Europees Parlement
en de Raad van 20 oktober 2010 betreffende meldingsformaliteiten voor en de Raad van 20 oktober 2010 betreffende meldingsformaliteiten voor
schepen die aankomen in en/of vertrekken uit havens van de lidstaten schepen die aankomen in en/of vertrekken uit havens van de lidstaten
en tot intrekking van Richtlijn 2002/6/EG bevat de inlichtingen die en tot intrekking van Richtlijn 2002/6/EG bevat de inlichtingen die
zijn voorgeschreven door het model van bijlage XVII van dit besluit. » zijn voorgeschreven door het model van bijlage XVII van dit besluit. »

Art. 8.Artikel 14 van het ministerieel besluit van 22 juli 1998

Art. 8.Artikel 14 van het ministerieel besluit van 22 juli 1998

betreffende de aangiften inzake douane en accijnzen, wordt vervangen betreffende de aangiften inzake douane en accijnzen, wordt vervangen
door de volgende bepaling : door de volgende bepaling :
«

Art. 14.De scheepsvoorradenaangifte waarvan sprake is in de

«

Art. 14.De scheepsvoorradenaangifte waarvan sprake is in de

bijlage, deel B, cijfer 3 van Richtlijn 2010/65/EU van het Europees bijlage, deel B, cijfer 3 van Richtlijn 2010/65/EU van het Europees
Parlement en de Raad van 20 oktober 2010 betreffende Parlement en de Raad van 20 oktober 2010 betreffende
meldings-formaliteiten voor schepen die aankomen in en/of vertrekken meldings-formaliteiten voor schepen die aankomen in en/of vertrekken
uit havens van de lidstaten en tot intrekking van Richtlijn 2002/6/EG, uit havens van de lidstaten en tot intrekking van Richtlijn 2002/6/EG,
stemt overeen met het model van bijlage XVIII bij dit besluit. » stemt overeen met het model van bijlage XVIII bij dit besluit. »

Art. 9.Artikel 14bis van het ministerieel besluit van 22 juli 1998

Art. 9.Artikel 14bis van het ministerieel besluit van 22 juli 1998

betreffende de aangiften inzake douane en accijnzen, wordt vervangen betreffende de aangiften inzake douane en accijnzen, wordt vervangen
door de volgende bepaling : door de volgende bepaling :
«

Art. 14bis.Indien de scheepsvoorradenaangifte waarvan sprake is in

«

Art. 14bis.Indien de scheepsvoorradenaangifte waarvan sprake is in

de bijlage, deel B, cijfer 3 van Richtlijn 2010/65/EU van het Europees de bijlage, deel B, cijfer 3 van Richtlijn 2010/65/EU van het Europees
Parlement en de Raad van 20 oktober 2010 betreffende Parlement en de Raad van 20 oktober 2010 betreffende
meldingsformaliteiten voor schepen die aankomen in en/of vertrekken meldingsformaliteiten voor schepen die aankomen in en/of vertrekken
uit havens van de lidstaten en tot intrekking van Richtlijn 2002/6/EG uit havens van de lidstaten en tot intrekking van Richtlijn 2002/6/EG
niet overeenkomstig artikel 14 wordt ingediend, moet de niet overeenkomstig artikel 14 wordt ingediend, moet de
scheepsvoorradenaangifte met gebruikmaking van het formulier dat scheepsvoorradenaangifte met gebruikmaking van het formulier dat
overeenstemt met het model van bijlage XXV van onderhavig besluit bij overeenstemt met het model van bijlage XXV van onderhavig besluit bij
de douanediensten worden ingediend. » de douanediensten worden ingediend. »

Art. 10.Artikel 15 van het ministerieel besluit van 22 juli 1998

Art. 10.Artikel 15 van het ministerieel besluit van 22 juli 1998

betreffende de aangiften inzake douane en accijnzen, wordt vervangen betreffende de aangiften inzake douane en accijnzen, wordt vervangen
door de volgende bepaling : door de volgende bepaling :
«

Art. 15.De verklaring over de bezittingen van de bemanningsleden

«

Art. 15.De verklaring over de bezittingen van de bemanningsleden

waarvan sprake is in de bijlage, deel B, cijfer 4 van Richtlijn waarvan sprake is in de bijlage, deel B, cijfer 4 van Richtlijn
2010/65/EU van het Europees Parlement en de Raad van 20 oktober 2010 2010/65/EU van het Europees Parlement en de Raad van 20 oktober 2010
betreffende meldingsformaliteiten voor schepen die aankomen in en/of betreffende meldingsformaliteiten voor schepen die aankomen in en/of
vertrekken uit havens van de lidstaten en tot intrekking van Richtlijn vertrekken uit havens van de lidstaten en tot intrekking van Richtlijn
2002/6/EG, stemt overeen met het model van bijlage XIX bij dit 2002/6/EG, stemt overeen met het model van bijlage XIX bij dit
besluit. » besluit. »

Art. 11.Artikel 15ter van het ministerieel besluit van 22 juli 1998

Art. 11.Artikel 15ter van het ministerieel besluit van 22 juli 1998

betreffende de aangiften inzake douane en accijnzen, wordt vervangen betreffende de aangiften inzake douane en accijnzen, wordt vervangen
door de volgende bepaling : door de volgende bepaling :
«

Art. 15ter.Indien de verklaring over de bezittingen van de

«

Art. 15ter.Indien de verklaring over de bezittingen van de

bemanningsleden waarvan sprake is in de bijlage, deel B, cijfer 4 van bemanningsleden waarvan sprake is in de bijlage, deel B, cijfer 4 van
Richtlijn 2010/65/EU van het Europees Parlement en de Raad van 20 Richtlijn 2010/65/EU van het Europees Parlement en de Raad van 20
oktober 2010 betreffende meldingsformaliteiten voor schepen die oktober 2010 betreffende meldingsformaliteiten voor schepen die
aankomen in en/of vertrekken uit havens van de lidstaten en tot aankomen in en/of vertrekken uit havens van de lidstaten en tot
intrekking van Richtlijn 2002/6/EG niet overeenkomstig artikel 15 intrekking van Richtlijn 2002/6/EG niet overeenkomstig artikel 15
wordt ingediend, moet de verklaring over de bezittingen van de wordt ingediend, moet de verklaring over de bezittingen van de
bemanningsleden met gebruikmaking van het formulier dat overeenstemt bemanningsleden met gebruikmaking van het formulier dat overeenstemt
met het model van bijlage XXVI van onderhavig besluit bij de met het model van bijlage XXVI van onderhavig besluit bij de
douanediensten worden ingediend. » douanediensten worden ingediend. »

Art. 12.Bijlage XXIV van het ministerieel besluit van 22 juli 1998

Art. 12.Bijlage XXIV van het ministerieel besluit van 22 juli 1998

betreffende de aangiften inzake douane en accijnzen wordt vervangen betreffende de aangiften inzake douane en accijnzen wordt vervangen
door de bij dit besluit gevoegde bijlage A. door de bij dit besluit gevoegde bijlage A.
Bijlage XVII van het ministerieel besluit van 22 juli 1998 betreffende Bijlage XVII van het ministerieel besluit van 22 juli 1998 betreffende
de aangiften inzake douane en accijnzen wordt vervangen door de bij de aangiften inzake douane en accijnzen wordt vervangen door de bij
dit besluit gevoegde bijlage B. dit besluit gevoegde bijlage B.
Bijlage XXV van het ministerieel besluit van 22 juli 1998 betreffende Bijlage XXV van het ministerieel besluit van 22 juli 1998 betreffende
de aangiften inzake douane en accijnzen wordt vervangen door de bij de aangiften inzake douane en accijnzen wordt vervangen door de bij
dit besluit gevoegde bijlage C. dit besluit gevoegde bijlage C.
Bijlage XXVI van het ministerieel besluit van 22 juli 1998 betreffende Bijlage XXVI van het ministerieel besluit van 22 juli 1998 betreffende
de aangiften inzake douane en accijnzen wordt vervangen door de bij de aangiften inzake douane en accijnzen wordt vervangen door de bij
dit besluit gevoegde bijlage D. dit besluit gevoegde bijlage D.

Art. 13.Dit besluit treedt in werking op de eerste dag van de maand

Art. 13.Dit besluit treedt in werking op de eerste dag van de maand

volgend op die van bekendmaking in het Belgisch Staatsblad. volgend op die van bekendmaking in het Belgisch Staatsblad.
Brussel, 3 oktober 2013. Brussel, 3 oktober 2013.
K. GEENS K. GEENS
_______ _______
Nota's Nota's
(1) Belgisch Staatsblad van 21 september 1977. (1) Belgisch Staatsblad van 21 september 1977.
(2) Belgisch Staatsblad van 5 november 1998. (2) Belgisch Staatsblad van 5 november 1998.
(3) Belgisch Staatsblad van 12 december 2007. (3) Belgisch Staatsblad van 12 december 2007.
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld
^