Ministerieel besluit tot uitvoering van het besluit van de Vlaamse Regering van 19 juli 2013 tot toekenning van strategische transformatiesteun aan ondernemingen in het Vlaamse Gewest | Ministerieel besluit tot uitvoering van het besluit van de Vlaamse Regering van 19 juli 2013 tot toekenning van strategische transformatiesteun aan ondernemingen in het Vlaamse Gewest |
---|---|
VLAAMSE OVERHEID | VLAAMSE OVERHEID |
Economie, Wetenschap en Innovatie | Economie, Wetenschap en Innovatie |
1 OKTOBER 2013. - Ministerieel besluit tot uitvoering van het besluit | 1 OKTOBER 2013. - Ministerieel besluit tot uitvoering van het besluit |
van de Vlaamse Regering van 19 juli 2013 tot toekenning van | van de Vlaamse Regering van 19 juli 2013 tot toekenning van |
strategische transformatiesteun aan ondernemingen in het Vlaamse | strategische transformatiesteun aan ondernemingen in het Vlaamse |
Gewest | Gewest |
De Vlaamse minister van Economie, Buitenlands Beleid, Landbouw en | De Vlaamse minister van Economie, Buitenlands Beleid, Landbouw en |
Plattelandsbeleid, | Plattelandsbeleid, |
Gelet op het decreet van 16 maart 2012 betreffende het economisch | Gelet op het decreet van 16 maart 2012 betreffende het economisch |
ondersteuningsbeleid, artikel 10 tot en met 12, artikel 22 tot en met | ondersteuningsbeleid, artikel 10 tot en met 12, artikel 22 tot en met |
24 en artikel 40; | 24 en artikel 40; |
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 23 maart 2007 tot | Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 23 maart 2007 tot |
definitieve goedkeuring van de regionale steunkaart voor de periode | definitieve goedkeuring van de regionale steunkaart voor de periode |
2007-2013; | 2007-2013; |
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 19 juli 2013 tot | Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 19 juli 2013 tot |
toekenning van strategische transformatiesteun aan ondernemingen in | toekenning van strategische transformatiesteun aan ondernemingen in |
het Vlaamse Gewest; | het Vlaamse Gewest; |
Gelet op het advies van Inspectie van Financiën, gegeven op 9 | Gelet op het advies van Inspectie van Financiën, gegeven op 9 |
september 2013; | september 2013; |
Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari | Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari |
1973, artikel 3, § 1; | 1973, artikel 3, § 1; |
Gelet op de dringende noodzakelijkheid; | Gelet op de dringende noodzakelijkheid; |
Overwegende dat het van het grootste belang is om het instrumentarium | Overwegende dat het van het grootste belang is om het instrumentarium |
gerelateerd aan het Nieuw Industrieel Beleid zo snel mogelijk in | gerelateerd aan het Nieuw Industrieel Beleid zo snel mogelijk in |
werking te laten treden zodat zoveel mogelijk ondernemingen effectief | werking te laten treden zodat zoveel mogelijk ondernemingen effectief |
aangespoord worden om te investeren en hun personeel op te leiden en | aangespoord worden om te investeren en hun personeel op te leiden en |
zodoende bij te dragen tot een daadwerkelijke transformatie van de | zodoende bij te dragen tot een daadwerkelijke transformatie van de |
Vlaamse economie, | Vlaamse economie, |
Besluit : | Besluit : |
HOOFDSTUK 1. - Definities | HOOFDSTUK 1. - Definities |
Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : |
Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : |
1° Agentschap Ondernemen : intern verzelfstandigd agentschap zonder | 1° Agentschap Ondernemen : intern verzelfstandigd agentschap zonder |
rechtspersoonlijkheid dat behoort tot het beleidsdomein Economie, | rechtspersoonlijkheid dat behoort tot het beleidsdomein Economie, |
Wetenschap en Innovatie; | Wetenschap en Innovatie; |
2° besluit van 19 juli 2013 : het besluit van de Vlaamse Regering van | 2° besluit van 19 juli 2013 : het besluit van de Vlaamse Regering van |
19 juli 2013 tot toekenning van strategische transformatiesteun aan | 19 juli 2013 tot toekenning van strategische transformatiesteun aan |
ondernemingen in het Vlaamse Gewest; | ondernemingen in het Vlaamse Gewest; |
3° decreet van 16 maart 2012 : het decreet van 16 maart 2012 | 3° decreet van 16 maart 2012 : het decreet van 16 maart 2012 |
betreffende het economisch ondersteuningsbeleid; | betreffende het economisch ondersteuningsbeleid; |
4° onderneming : de onderneming, vermeld in artikel 3, 1°, van het | 4° onderneming : de onderneming, vermeld in artikel 3, 1°, van het |
decreet van 16 maart 2012; | decreet van 16 maart 2012; |
5° kleine, middelgrote en grote ondernemingen : de ondernemingen, | 5° kleine, middelgrote en grote ondernemingen : de ondernemingen, |
vermeld in artikel 3, 2°, 3° en 4°, van het decreet van 16 maart 2012; | vermeld in artikel 3, 2°, 3° en 4°, van het decreet van 16 maart 2012; |
6° regionale steungebieden : de gebieden, vermeld in artikel 3, 7°, | 6° regionale steungebieden : de gebieden, vermeld in artikel 3, 7°, |
van het decreet van 16 maart 2012; | van het decreet van 16 maart 2012; |
7° ontvangstmelding : de brief van het Agentschap Ondernemen waarbij | 7° ontvangstmelding : de brief van het Agentschap Ondernemen waarbij |
wordt bevestigd dat de steunaanvraag goed werd ontvangen en is | wordt bevestigd dat de steunaanvraag goed werd ontvangen en is |
geregistreerd en waarin de vroegst mogelijke startdatum van het | geregistreerd en waarin de vroegst mogelijke startdatum van het |
project wordt meegedeeld; | project wordt meegedeeld; |
8° bevestigingsbrief : de brief van het Agentschap Ondernemen waarbij | 8° bevestigingsbrief : de brief van het Agentschap Ondernemen waarbij |
wordt bevestigd dat, onder voorbehoud van de uiteindelijke uitkomst | wordt bevestigd dat, onder voorbehoud van de uiteindelijke uitkomst |
van een gedetailleerd onderzoek, het project ontvankelijk is en aan de | van een gedetailleerd onderzoek, het project ontvankelijk is en aan de |
vastgestelde voorwaarden voldoet om in aanmerking te komen voor steun; | vastgestelde voorwaarden voldoet om in aanmerking te komen voor steun; |
9° steun : de steun, vermeld in artikel 3, 5°, van het decreet van 16 | 9° steun : de steun, vermeld in artikel 3, 5°, van het decreet van 16 |
maart 2012; | maart 2012; |
10° steunintensiteit : de intensiteit, vermeld in artikel 3, 6°, van | 10° steunintensiteit : de intensiteit, vermeld in artikel 3, 6°, van |
het decreet van 16 maart 2012; | het decreet van 16 maart 2012; |
11° transformatieproject : een gepland veranderingsproces in een | 11° transformatieproject : een gepland veranderingsproces in een |
onderneming of in een groep van samenwerkende ondernemingen dat | onderneming of in een groep van samenwerkende ondernemingen dat |
betrekking heeft op de implementatie van de strategie in de processen | betrekking heeft op de implementatie van de strategie in de processen |
en de organisatie van de onderneming(en) wat betreft innovatie, | en de organisatie van de onderneming(en) wat betreft innovatie, |
internationalisering en verduurzaming. Een transformatieproject werkt | internationalisering en verduurzaming. Een transformatieproject werkt |
in op bedrijfspraktijken zoals de implementatie en de vermarkting van | in op bedrijfspraktijken zoals de implementatie en de vermarkting van |
innovaties, de invoering van nieuwe businessmodellen, de samenwerking | innovaties, de invoering van nieuwe businessmodellen, de samenwerking |
met andere bedrijven of kennisinstellingen, het bewerken van nieuwe | met andere bedrijven of kennisinstellingen, het bewerken van nieuwe |
internationale markten met groeipotentieel, het efficiënter werken met | internationale markten met groeipotentieel, het efficiënter werken met |
materialen en energie en met een meer optimale benutting van het | materialen en energie en met een meer optimale benutting van het |
menselijk potentieel. Het transformatieproject draagt bij tot een | menselijk potentieel. Het transformatieproject draagt bij tot een |
duurzame versterking van het economische weefsel in Vlaanderen. Het | duurzame versterking van het economische weefsel in Vlaanderen. Het |
project moet leiden tot een versterking van de diverse waardeketens of | project moet leiden tot een versterking van de diverse waardeketens of |
clusters, en moet zorgen voor een duurzame werkgelegenheid. | clusters, en moet zorgen voor een duurzame werkgelegenheid. |
12° transformatieplan : het plan dat het transformatieproject, vermeld | 12° transformatieplan : het plan dat het transformatieproject, vermeld |
in artikel 1, 11°, beschrijft, bestaat uit vier aparte onderdelen : | in artikel 1, 11°, beschrijft, bestaat uit vier aparte onderdelen : |
omschrijving van het transformatieproject zelf, de bijdrage en | omschrijving van het transformatieproject zelf, de bijdrage en |
effecten ervan op de onderneming, de impact van het | effecten ervan op de onderneming, de impact van het |
transformatieproject op de Vlaamse economie en de beschrijving van de | transformatieproject op de Vlaamse economie en de beschrijving van de |
uitwerking van het transformatieproject in termen van management en de | uitwerking van het transformatieproject in termen van management en de |
kwaliteitsbewaking binnen het project. In het transformatieplan moeten | kwaliteitsbewaking binnen het project. In het transformatieplan moeten |
de inhoudelijke krachtlijnen, de doelstellingen en de belangrijkste | de inhoudelijke krachtlijnen, de doelstellingen en de belangrijkste |
mijlpalen van het project zijn uitgewerkt, evenals de timing | mijlpalen van het project zijn uitgewerkt, evenals de timing |
waarbinnen deze mijlpalen zullen worden gerealiseerd. Ook de | waarbinnen deze mijlpalen zullen worden gerealiseerd. Ook de |
rentabiliteit en de effectiviteit van het project moeten in het plan | rentabiliteit en de effectiviteit van het project moeten in het plan |
worden aangetoond; | worden aangetoond; |
13° beoordelingskader : het kader dat als basis dient voor de | 13° beoordelingskader : het kader dat als basis dient voor de |
transformatietoets van het ingediende project dat opgenomen is in | transformatietoets van het ingediende project dat opgenomen is in |
bijlage 1 bij dit besluit en er integraal deel van uitmaakt, | bijlage 1 bij dit besluit en er integraal deel van uitmaakt, |
bevattende onder meer de beoordelingscriteria en de weging ervan. | bevattende onder meer de beoordelingscriteria en de weging ervan. |
HOOFDSTUK 2. - Ontvankelijkheidscriteria | HOOFDSTUK 2. - Ontvankelijkheidscriteria |
Art. 2.Het ingediende dossier is volledig als alle rubrieken zijn |
Art. 2.Het ingediende dossier is volledig als alle rubrieken zijn |
ingevuld, het formulier ondertekend is en alle vereiste bijlagen zijn | ingevuld, het formulier ondertekend is en alle vereiste bijlagen zijn |
bijgevoegd. Die bijlagen moeten uiterlijk vijftien werkdagen nadat de | bijgevoegd. Die bijlagen moeten uiterlijk vijftien werkdagen nadat de |
aanvraag elektronisch is ingediend in het bezit zijn van het | aanvraag elektronisch is ingediend in het bezit zijn van het |
Agentschap Ondernemen. | Agentschap Ondernemen. |
Art. 3.Het Agentschap Ondernemen toetst de steunaanvragen individueel |
Art. 3.Het Agentschap Ondernemen toetst de steunaanvragen individueel |
aan de ontvankelijkheidscriteria zoals vermeld in artikel 21 en 36 van | aan de ontvankelijkheidscriteria zoals vermeld in artikel 21 en 36 van |
het besluit van 19 juli 2013 en brengt de onderneming schriftelijk op | het besluit van 19 juli 2013 en brengt de onderneming schriftelijk op |
de hoogte van haar beslissing over de ontvankelijkheid of | de hoogte van haar beslissing over de ontvankelijkheid of |
onontvankelijkheid, met vermelding van de motivering en de | onontvankelijkheid, met vermelding van de motivering en de |
beroepsmogelijkheden. | beroepsmogelijkheden. |
De te behalen ondergrenzen voor de ratio's voor de bepaling van de | De te behalen ondergrenzen voor de ratio's voor de bepaling van de |
financiële gezondheid van de aanvragende onderneming, vermeld in | financiële gezondheid van de aanvragende onderneming, vermeld in |
artikel 21, 3°, en artikel 36, 3°, van het besluit van 19 juli 2013, | artikel 21, 3°, en artikel 36, 3°, van het besluit van 19 juli 2013, |
worden vastgesteld door het Agentschap Ondernemen en op de website | worden vastgesteld door het Agentschap Ondernemen en op de website |
gepubliceerd. | gepubliceerd. |
HOOFDSTUK 3. - Beoordeling van het ingediende project | HOOFDSTUK 3. - Beoordeling van het ingediende project |
Art. 4.§ 1. In uitvoering van artikel 22, § 1 en artikel 37, § 1 van |
Art. 4.§ 1. In uitvoering van artikel 22, § 1 en artikel 37, § 1 van |
het besluit van 19 juli 2013 voert het Agentschap Ondernemen op de | het besluit van 19 juli 2013 voert het Agentschap Ondernemen op de |
ontvankelijke aanvragen de transformatietoets uit op basis van het | ontvankelijke aanvragen de transformatietoets uit op basis van het |
beoordelingskader, vermeld in artikel 1, 13°. | beoordelingskader, vermeld in artikel 1, 13°. |
Het resultaat van de beoordeling wordt voorgelegd aan de commissie | Het resultaat van de beoordeling wordt voorgelegd aan de commissie |
strategische steun. Deze commissie komt op regelmatige basis bijeen en | strategische steun. Deze commissie komt op regelmatige basis bijeen en |
gaat na voor welke opleidingen en investeringen een voldoende mate van | gaat na voor welke opleidingen en investeringen een voldoende mate van |
strategische transformatie wordt bewezen en doet een gemotiveerd | strategische transformatie wordt bewezen en doet een gemotiveerd |
steunvoorstel aan de minister, bevoegd voor de economie. | steunvoorstel aan de minister, bevoegd voor de economie. |
De opleidingen en investeringen dienen verder te gaan dan het louter | De opleidingen en investeringen dienen verder te gaan dan het louter |
verderzetten van de bestaande activiteiten en moeten betrekking hebben | verderzetten van de bestaande activiteiten en moeten betrekking hebben |
op het transformatieproject van de onderneming. | op het transformatieproject van de onderneming. |
§ 2. Het Agentschap Ondernemen onderzoekt eveneens voor welke | § 2. Het Agentschap Ondernemen onderzoekt eveneens voor welke |
opleidingen en investeringen het stimulerend effect en de noodzaak van | opleidingen en investeringen het stimulerend effect en de noodzaak van |
de steun voldoende bewezen zijn. | de steun voldoende bewezen zijn. |
Er wordt nagegaan of de opleidingssteun noodzakelijk is voor de | Er wordt nagegaan of de opleidingssteun noodzakelijk is voor de |
onderneming om de opleidingen uit te voeren op basis van de criteria, | onderneming om de opleidingen uit te voeren op basis van de criteria, |
vermeld in de mededeling van de Commissie betreffende de criteria voor | vermeld in de mededeling van de Commissie betreffende de criteria voor |
de beoordeling van de verenigbaarheid van individueel aan te melden | de beoordeling van de verenigbaarheid van individueel aan te melden |
staatssteun ten behoeve van opleiding (PB C 188 van 11 augustus 2009, | staatssteun ten behoeve van opleiding (PB C 188 van 11 augustus 2009, |
blz. 1-5). De steun moet er toe leiden dat de onderneming haar gedrag | blz. 1-5). De steun moet er toe leiden dat de onderneming haar gedrag |
zodanig wijzigt dat ze meer of betere opleidingen aanbiedt dan ze | zodanig wijzigt dat ze meer of betere opleidingen aanbiedt dan ze |
zonder de steun zou doen. | zonder de steun zou doen. |
De ontvankelijke aanvragen voor investeringssteun worden door het | De ontvankelijke aanvragen voor investeringssteun worden door het |
Agentschap Ondernemen onderzocht op basis van de criteria, vermeld in | Agentschap Ondernemen onderzocht op basis van de criteria, vermeld in |
de mededeling van de Commissie betreffende de criteria voor diepgaande | de mededeling van de Commissie betreffende de criteria voor diepgaande |
beoordeling van regionale steun voor grote investeringsprojecten (PB C | beoordeling van regionale steun voor grote investeringsprojecten (PB C |
223 van 16 september 2009, blz. 3-10). Er wordt nagegaan of de | 223 van 16 september 2009, blz. 3-10). Er wordt nagegaan of de |
regionale investeringssteun het lokalisatiebeleid van de onderneming | regionale investeringssteun het lokalisatiebeleid van de onderneming |
beïnvloedt, en of die steun noodzakelijk is voor de onderneming om | beïnvloedt, en of die steun noodzakelijk is voor de onderneming om |
investeringen uit te voeren in de regionale steungebieden. | investeringen uit te voeren in de regionale steungebieden. |
Art. 5.In uitvoering van artikel 22, § 2 en artikel 37, § 2 van het |
Art. 5.In uitvoering van artikel 22, § 2 en artikel 37, § 2 van het |
besluit van 19 juli 2013 is het beoordelingskader, vermeld in artikel | besluit van 19 juli 2013 is het beoordelingskader, vermeld in artikel |
1, 13°, met de invulling en het gewicht van de beoordelingscriteria | 1, 13°, met de invulling en het gewicht van de beoordelingscriteria |
opgenomen in bijlage 1 bij dit besluit. | opgenomen in bijlage 1 bij dit besluit. |
HOOFDSTUK 4. - Toekenning van de bonussteun voor bijkomende | HOOFDSTUK 4. - Toekenning van de bonussteun voor bijkomende |
tewerkstelling | tewerkstelling |
Art. 6.§ 1. In uitvoering van artikel 18, § 2 en artikel 33, § 2 |
Art. 6.§ 1. In uitvoering van artikel 18, § 2 en artikel 33, § 2 |
wordt de hoogte van de bonussteun bepaald volgens het schema dat | wordt de hoogte van de bonussteun bepaald volgens het schema dat |
opgenomen is in bijlage 2 bij dit besluit en er integraal deel van | opgenomen is in bijlage 2 bij dit besluit en er integraal deel van |
uitmaakt. | uitmaakt. |
§ 2. De beloofde bijkomende tewerkstelling dient binnen een periode | § 2. De beloofde bijkomende tewerkstelling dient binnen een periode |
van maximaal vijf jaar te rekenen vanaf de startdatum van de | van maximaal vijf jaar te rekenen vanaf de startdatum van de |
investeringen of de opleidingen te worden gerealiseerd. | investeringen of de opleidingen te worden gerealiseerd. |
§ 3. De aanvangstewerkstelling wordt bepaald aan de hand van het | § 3. De aanvangstewerkstelling wordt bepaald aan de hand van het |
aantal personeelsleden tewerkgesteld in het laatste kwartaal voor | aantal personeelsleden tewerkgesteld in het laatste kwartaal voor |
indiening van de aanvraag. | indiening van de aanvraag. |
De eindtewerkstelling wordt bepaald aan de hand van het aantal | De eindtewerkstelling wordt bepaald aan de hand van het aantal |
personeelsleden tewerkgesteld in de periode vermeld in § 2. | personeelsleden tewerkgesteld in de periode vermeld in § 2. |
De bijkomende tewerkstelling is het verschil tussen de | De bijkomende tewerkstelling is het verschil tussen de |
eindtewerkstelling en de aanvangstewerkstelling. | eindtewerkstelling en de aanvangstewerkstelling. |
De tewerkstelling kan geattesteerd worden door een RSZ-attest, een | De tewerkstelling kan geattesteerd worden door een RSZ-attest, een |
gedetailleerde aangifte bij de RSZ of door een gedetailleerde aangifte | gedetailleerde aangifte bij de RSZ of door een gedetailleerde aangifte |
bij het Sociaal Secretariaat. | bij het Sociaal Secretariaat. |
HOOFDSTUK 5. - Beslissingsprocedure | HOOFDSTUK 5. - Beslissingsprocedure |
Art. 7.Het Agentschap Ondernemen beoordeelt de ontvankelijke |
Art. 7.Het Agentschap Ondernemen beoordeelt de ontvankelijke |
steunaanvraag overeenkomstig het decreet van 16 maart 2012, het | steunaanvraag overeenkomstig het decreet van 16 maart 2012, het |
besluit van 19 juli 2013 en dit besluit en legt aan de Vlaamse | besluit van 19 juli 2013 en dit besluit en legt aan de Vlaamse |
minister, bevoegd voor de economie een voorstel tot indeling van de | minister, bevoegd voor de economie een voorstel tot indeling van de |
steunaanvraag voor bij de projecten die niet worden gesteund, die | steunaanvraag voor bij de projecten die niet worden gesteund, die |
onmiddellijk worden gesteund of die op een wachtlijst terechtkomen, | onmiddellijk worden gesteund of die op een wachtlijst terechtkomen, |
naargelang de sterkte van het transformatieproject volgens het | naargelang de sterkte van het transformatieproject volgens het |
beoordelingskader zoals opgenomen in de bijlage 1 van dit besluit. | beoordelingskader zoals opgenomen in de bijlage 1 van dit besluit. |
Art. 8.Voor de projecten die onmiddellijk of uiteindelijk toch worden |
Art. 8.Voor de projecten die onmiddellijk of uiteindelijk toch worden |
gesteund legt het Agentschap Ondernemen een voorstel tot toekenning | gesteund legt het Agentschap Ondernemen een voorstel tot toekenning |
van de steun voor aan de Vlaamse minister, bevoegd voor de economie | van de steun voor aan de Vlaamse minister, bevoegd voor de economie |
als het steunbedrag minder of gelijk is aan 500.000 euro of aan de | als het steunbedrag minder of gelijk is aan 500.000 euro of aan de |
Vlaamse Regering als het steunbedrag meer dan 500.000 euro bedraagt. | Vlaamse Regering als het steunbedrag meer dan 500.000 euro bedraagt. |
Art. 9.De Vlaamse minister, bevoegd voor de economie beslist minstens |
Art. 9.De Vlaamse minister, bevoegd voor de economie beslist minstens |
tweemaal per jaar welke projecten die de afgelopen periode op een | tweemaal per jaar welke projecten die de afgelopen periode op een |
wachtlijst werden geplaatst, toch kunnen worden gesteund en welke | wachtlijst werden geplaatst, toch kunnen worden gesteund en welke |
niet, rekening houdende met de beleidsprioriteiten en de beschikbare | niet, rekening houdende met de beleidsprioriteiten en de beschikbare |
middelen. Een project wordt opgenomen op de wachtlijst uiterlijk tot | middelen. Een project wordt opgenomen op de wachtlijst uiterlijk tot |
het einde van het daaropvolgende jaar. | het einde van het daaropvolgende jaar. |
Art. 10.Het Agentschap Ondernemen betekent schriftelijk de beslissing |
Art. 10.Het Agentschap Ondernemen betekent schriftelijk de beslissing |
over de niet toekenning of de toekenning van de steun of over de | over de niet toekenning of de toekenning van de steun of over de |
plaatsing op een wachtlijst aan de onderneming. Die beslissing bevat | plaatsing op een wachtlijst aan de onderneming. Die beslissing bevat |
minstens de motivering en de beroepsmogelijkheden. | minstens de motivering en de beroepsmogelijkheden. |
HOOFDSTUK 6. - Controle | HOOFDSTUK 6. - Controle |
Art. 11.Het Agentschap Ondernemen is belast met de controle op de |
Art. 11.Het Agentschap Ondernemen is belast met de controle op de |
dossiers, met behoud van de toepassing van de bevoegdheden van het | dossiers, met behoud van de toepassing van de bevoegdheden van het |
Rekenhof. | Rekenhof. |
HOOFDSTUK 7. - Slotbepalingen | HOOFDSTUK 7. - Slotbepalingen |
Art. 12.In uitvoering van artikel 47 van het besluit van 19 juli 2013 |
Art. 12.In uitvoering van artikel 47 van het besluit van 19 juli 2013 |
treedt dit besluit in werking op 1 oktober 2013. | treedt dit besluit in werking op 1 oktober 2013. |
Brussel, 1 oktober 2013. | Brussel, 1 oktober 2013. |
De Vlaamse minister van Economie, Buitenlands Beleid, Landbouw en | De Vlaamse minister van Economie, Buitenlands Beleid, Landbouw en |
Plattelandsbeleid, | Plattelandsbeleid, |
K. PEETERS | K. PEETERS |
Bijlage bij het ministerieel besluit van 1 oktober 2013 tot uitvoering | Bijlage bij het ministerieel besluit van 1 oktober 2013 tot uitvoering |
van het besluit van de Vlaamse Regering van 19 juli 2013 tot | van het besluit van de Vlaamse Regering van 19 juli 2013 tot |
toekenning van strategische transformatiesteun aan ondernemingen in | toekenning van strategische transformatiesteun aan ondernemingen in |
het Vlaamse Gewest | het Vlaamse Gewest |
BIJLAGE 1 : Kader voor de transformatietoets van het ingediende | BIJLAGE 1 : Kader voor de transformatietoets van het ingediende |
transformatieplan, zoals vermeld in artikel 4, § 1, van het besluit | transformatieplan, zoals vermeld in artikel 4, § 1, van het besluit |
Bij de beoordeling van de dossiers wordt rekening gehouden met de | Bij de beoordeling van de dossiers wordt rekening gehouden met de |
omvang en het type van de onderneming. Er worden drie verschillende | omvang en het type van de onderneming. Er worden drie verschillende |
entiteiten onderscheiden die een gedifferentieerde beoordeling zullen | entiteiten onderscheiden die een gedifferentieerde beoordeling zullen |
krijgen. Hierbij wordt uitgegaan van de positie van de onderneming | krijgen. Hierbij wordt uitgegaan van de positie van de onderneming |
binnen Vlaanderen op het moment van aanvraag. Bij de beoordeling kan | binnen Vlaanderen op het moment van aanvraag. Bij de beoordeling kan |
daarbovenop nog rekening worden gehouden of de entiteit een startende | daarbovenop nog rekening worden gehouden of de entiteit een startende |
onderneming is of afhangt van een internationale groep. | onderneming is of afhangt van een internationale groep. |
De drie verschillende types entiteiten bepalen de basisscores die | De drie verschillende types entiteiten bepalen de basisscores die |
nodig zijn om een gunstige beoordeling te krijgen of op de wachtlijst | nodig zijn om een gunstige beoordeling te krijgen of op de wachtlijst |
te komen. | te komen. |
- Kleine entiteit (KE) (minder dan 50 werknemers in VTE); | - Kleine entiteit (KE) (minder dan 50 werknemers in VTE); |
- Middelgrote entiteit (ME) (50 tot 249 werknemers in VTE); | - Middelgrote entiteit (ME) (50 tot 249 werknemers in VTE); |
- Grote entiteit (GE) (250 of meer werknemers in VTE). | - Grote entiteit (GE) (250 of meer werknemers in VTE). |
Er zijn drie niveaus bepaald ter beoordeling van de potentiële output, | Er zijn drie niveaus bepaald ter beoordeling van de potentiële output, |
resultaten en impact van het project, telkens volgens de verschillende | resultaten en impact van het project, telkens volgens de verschillende |
parameters van de beoogde transformatie. Deze niveaus zijn : | parameters van de beoogde transformatie. Deze niveaus zijn : |
- Het project zelf; | - Het project zelf; |
- De ondernemingen waarbinnen het project wordt uitgevoerd; | - De ondernemingen waarbinnen het project wordt uitgevoerd; |
- De Vlaamse economie. | - De Vlaamse economie. |
De parameters van de transformatie voor het project zijn : | De parameters van de transformatie voor het project zijn : |
- Innovatie; | - Innovatie; |
- Internationalisering; | - Internationalisering; |
- Verduurzaming. | - Verduurzaming. |
Kwaliteit & management van het project is een bijkomende transversale | Kwaliteit & management van het project is een bijkomende transversale |
parameter die dient om het projectmanagement te beoordelen zodat een | parameter die dient om het projectmanagement te beoordelen zodat een |
goede uitvoering kan gegarandeerd worden. | goede uitvoering kan gegarandeerd worden. |
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld | Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld |
Gezien om gevoegd te worden bij het ministerieel besluit van 1 oktober | Gezien om gevoegd te worden bij het ministerieel besluit van 1 oktober |
2013 tot uitvoering van het besluit van de Vlaamse Regering van 19 | 2013 tot uitvoering van het besluit van de Vlaamse Regering van 19 |
juli 2013 tot toekenning van strategische transformatiesteun aan | juli 2013 tot toekenning van strategische transformatiesteun aan |
ondernemingen in het Vlaamse Gewest. | ondernemingen in het Vlaamse Gewest. |
Brussel, 1 oktober 2013. | Brussel, 1 oktober 2013. |
De Vlaamse minister van Economie, Buitenlands Beleid, Landbouw en | De Vlaamse minister van Economie, Buitenlands Beleid, Landbouw en |
Plattelandsbeleid, | Plattelandsbeleid, |
K. PEETERS | K. PEETERS |
Bijlage bij het ministerieel besluit van 1 oktober 2013 tot uitvoering | Bijlage bij het ministerieel besluit van 1 oktober 2013 tot uitvoering |
van het besluit van de Vlaamse Regering van 19 juli 2013 tot | van het besluit van de Vlaamse Regering van 19 juli 2013 tot |
toekenning van strategische transformatiesteun aan ondernemingen in | toekenning van strategische transformatiesteun aan ondernemingen in |
het Vlaamse Gewest | het Vlaamse Gewest |
BIJLAGE 2 : SCHEMA TOT TOEKENNING VAN DE BONUSSTEUN VOOR BIJKOMENDE | BIJLAGE 2 : SCHEMA TOT TOEKENNING VAN DE BONUSSTEUN VOOR BIJKOMENDE |
TEWERKSTELLING, zoals vermeld in artikel 6, § 1, van het besluit | TEWERKSTELLING, zoals vermeld in artikel 6, § 1, van het besluit |
Er wordt een onderscheid gemaakt tussen de notie "globale | Er wordt een onderscheid gemaakt tussen de notie "globale |
tewerkstelling" en de notie "projectgebonden tewerkstelling". | tewerkstelling" en de notie "projectgebonden tewerkstelling". |
In principe geeft alleen de toename van de globale tewerkstelling op | In principe geeft alleen de toename van de globale tewerkstelling op |
ondernemingsniveau recht op bonussteun, tenzij het | ondernemingsniveau recht op bonussteun, tenzij het |
transformatieproject uitsluitend betrekking heeft op een bepaalde | transformatieproject uitsluitend betrekking heeft op een bepaalde |
entiteit of afdeling van de steunaanvrager. In dat geval zal er worden | entiteit of afdeling van de steunaanvrager. In dat geval zal er worden |
gekeken naar de toename van de projectgebonden tewerkstelling op | gekeken naar de toename van de projectgebonden tewerkstelling op |
entiteits- of afdelingsniveau. | entiteits- of afdelingsniveau. |
Wanneer het transformatieproject uitsluitend betrekking heeft op een | Wanneer het transformatieproject uitsluitend betrekking heeft op een |
bepaalde entiteit of afdeling van de steunaanvrager, zal het | bepaalde entiteit of afdeling van de steunaanvrager, zal het |
aanvangsniveau van de tewerkstelling daarop dus worden afgestemd. | aanvangsniveau van de tewerkstelling daarop dus worden afgestemd. |
Bij een daling van de in de beslissing vastgelegde | Bij een daling van de in de beslissing vastgelegde |
aanvangstewerkstelling tijdens de realisatie van het project zal de | aanvangstewerkstelling tijdens de realisatie van het project zal de |
totaal toegekende steun slechts a rato kunnen worden uitbetaald. | totaal toegekende steun slechts a rato kunnen worden uitbetaald. |
De aanwerving van personeel moet een duurzaam karakter hebben. De | De aanwerving van personeel moet een duurzaam karakter hebben. De |
onderneming moet de bewezen bijkomende tewerkstelling twee volledige | onderneming moet de bewezen bijkomende tewerkstelling twee volledige |
jaren extra aanhouden, anders dient zij de uitbetaalde bonussteun a | jaren extra aanhouden, anders dient zij de uitbetaalde bonussteun a |
rato terug te betalen. | rato terug te betalen. |
Wanneer de aanvraag wordt ingediend door meerdere ondernemingen die | Wanneer de aanvraag wordt ingediend door meerdere ondernemingen die |
samenwerken, wordt de bonussteun bepaald op basis van de | samenwerken, wordt de bonussteun bepaald op basis van de |
aanvangstewerkstelling en de eindtewerkstelling per onderneming. | aanvangstewerkstelling en de eindtewerkstelling per onderneming. |
Er mag geen opportunistische overplaatsing zijn van personeel tussen | Er mag geen opportunistische overplaatsing zijn van personeel tussen |
ondernemingen die behoren tot dezelfde (belangen-)groep of tussen de | ondernemingen die behoren tot dezelfde (belangen-)groep of tussen de |
verschillende entiteiten of afdelingen van de steunaanvragende | verschillende entiteiten of afdelingen van de steunaanvragende |
onderneming. | onderneming. |
De bonussteun voor de bijkomende tewerkstelling kan maximaal 25% | De bonussteun voor de bijkomende tewerkstelling kan maximaal 25% |
bedragen van de basissteun voor het transformatieproject. | bedragen van de basissteun voor het transformatieproject. |
De bonussteun wordt in een keer aan de onderneming uitbetaald na | De bonussteun wordt in een keer aan de onderneming uitbetaald na |
overlegging van het bewijs van realisatie van de beloofde bijkomende | overlegging van het bewijs van realisatie van de beloofde bijkomende |
tewerkstelling en het bewijs dat de onderneming geen achterstallige | tewerkstelling en het bewijs dat de onderneming geen achterstallige |
schulden heeft bij de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid. | schulden heeft bij de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid. |
Voor de uitbetaling van de bonussteun dient de onderneming een aparte | Voor de uitbetaling van de bonussteun dient de onderneming een aparte |
aanvraag van de uitbetaling in bij het Agentschap Ondernemen binnen | aanvraag van de uitbetaling in bij het Agentschap Ondernemen binnen |
zes maanden na realisatie van de vooropgestelde | zes maanden na realisatie van de vooropgestelde |
tewerkstellingsvooruitzichten voor de bonussteun en ten vroegste samen | tewerkstellingsvooruitzichten voor de bonussteun en ten vroegste samen |
met de aanvraag van de uitbetaling van de laatste schijf van de | met de aanvraag van de uitbetaling van de laatste schijf van de |
basissteun. | basissteun. |
Als de vooropgestelde tewerkstellingsvooruitzichten niet of niet | Als de vooropgestelde tewerkstellingsvooruitzichten niet of niet |
volledig worden gerealiseerd, kan de bonussteun respectievelijk niet | volledig worden gerealiseerd, kan de bonussteun respectievelijk niet |
worden uitbetaald of trapsgewijs worden verminderd, op basis van het | worden uitbetaald of trapsgewijs worden verminderd, op basis van het |
schema dat hierna volgt, afhankelijk van de effectief bewezen absolute | schema dat hierna volgt, afhankelijk van de effectief bewezen absolute |
en relatieve aangroei. | en relatieve aangroei. |
Het schema voor de bepaling van het percentage bonussteun dat kan | Het schema voor de bepaling van het percentage bonussteun dat kan |
worden toegekend, varieert volgens de grootte van de aanvragende | worden toegekend, varieert volgens de grootte van de aanvragende |
onderneming zoals bepaald in artikel 1, 5° van dit ministerieel | onderneming zoals bepaald in artikel 1, 5° van dit ministerieel |
besluit. | besluit. |
In de ondernemingscategorieën "klein" en "middelgroot" moeten de naast | In de ondernemingscategorieën "klein" en "middelgroot" moeten de naast |
elkaar vermelde minimaal vereiste absolute en relatieve aangroei beide | elkaar vermelde minimaal vereiste absolute en relatieve aangroei beide |
gerealiseerd zijn om aanspraak te kunnen maken op het daarmee | gerealiseerd zijn om aanspraak te kunnen maken op het daarmee |
overeenstemmende percentage bonussteun. | overeenstemmende percentage bonussteun. |
In de ondernemingscategorie "groot" moet er geen minimaal vereiste | In de ondernemingscategorie "groot" moet er geen minimaal vereiste |
relatieve aangroei worden gerealiseerd, alleen de absolute aangroei in | relatieve aangroei worden gerealiseerd, alleen de absolute aangroei in |
aantal personen bepaalt de hoogte van de bonussteun. | aantal personen bepaalt de hoogte van de bonussteun. |
Bonussteun voor bijkomende tewerkstelling voor een kleine onderneming | Bonussteun voor bijkomende tewerkstelling voor een kleine onderneming |
Minimaal vereiste absolute aangroei in aantal personen | Minimaal vereiste absolute aangroei in aantal personen |
(E - A) | (E - A) |
Minimaal vereiste relatieve aangroei in % | Minimaal vereiste relatieve aangroei in % |
[(E-A)/A]*100 | [(E-A)/A]*100 |
Toe te kennen percentage bonussteun op de basissteun | Toe te kennen percentage bonussteun op de basissteun |
25 | 25 |
100 % | 100 % |
25 % | 25 % |
20 | 20 |
80 % | 80 % |
20 % | 20 % |
15 | 15 |
60 % | 60 % |
15 % | 15 % |
10 | 10 |
40 % | 40 % |
10 % | 10 % |
5 | 5 |
20 % | 20 % |
5 % | 5 % |
A = aanvangstewerkstelling | A = aanvangstewerkstelling |
E = eindtewerkstelling | E = eindtewerkstelling |
Bonussteun voor bijkomende tewerkstelling voor een middelgrote | Bonussteun voor bijkomende tewerkstelling voor een middelgrote |
onderneming | onderneming |
Minimaal vereiste absolute aangroei in aantal personen | Minimaal vereiste absolute aangroei in aantal personen |
(E - A) | (E - A) |
Minimaal vereiste relatieve aangroei in % | Minimaal vereiste relatieve aangroei in % |
[(E-A)/A]*100 | [(E-A)/A]*100 |
Toe te kennen percentage bonussteun op de basissteun | Toe te kennen percentage bonussteun op de basissteun |
125 | 125 |
50 % | 50 % |
25 % | 25 % |
100 | 100 |
40 % | 40 % |
20 % | 20 % |
75 | 75 |
30 % | 30 % |
15 % | 15 % |
50 | 50 |
20 % | 20 % |
10 % | 10 % |
25 | 25 |
10 % | 10 % |
5 % | 5 % |
A = aanvangstewerkstelling | A = aanvangstewerkstelling |
E = eindtewerkstelling | E = eindtewerkstelling |
Bonussteun voor bijkomende tewerkstelling voor een grote onderneming | Bonussteun voor bijkomende tewerkstelling voor een grote onderneming |
Minimaal vereiste absolute aangroei in aantal personen | Minimaal vereiste absolute aangroei in aantal personen |
(E - A) | (E - A) |
Minimaal vereiste relatieve aangroei in % | Minimaal vereiste relatieve aangroei in % |
[(E-A) / A]*100 | [(E-A) / A]*100 |
Toe te kennen percentage bonussteun op de basissteun | Toe te kennen percentage bonussteun op de basissteun |
250 | 250 |
- | - |
25 % | 25 % |
200 | 200 |
- | - |
20 % | 20 % |
150 | 150 |
- | - |
15 % | 15 % |
100 | 100 |
- | - |
10 % | 10 % |
50 | 50 |
- | - |
5 % | 5 % |
A = aanvangstewerkstelling | A = aanvangstewerkstelling |
E = eindtewerkstelling | E = eindtewerkstelling |
Havenbedrijven moeten de aanvangs- en eindtewerkstelling, zoals | Havenbedrijven moeten de aanvangs- en eindtewerkstelling, zoals |
bepaald in artikel 6, § 3 van dit ministerieel besluit aanvullen met | bepaald in artikel 6, § 3 van dit ministerieel besluit aanvullen met |
ter beschikking van de onderneming gestelde personen (havenarbeiders). | ter beschikking van de onderneming gestelde personen (havenarbeiders). |
Hiervoor dienen de nodige stavingsdocumenten aangeleverd te worden | Hiervoor dienen de nodige stavingsdocumenten aangeleverd te worden |
afkomstig van de centrale der werkgevers van de verschillende havens | afkomstig van de centrale der werkgevers van de verschillende havens |
in Vlaanderen (CEPA, CBRU, CEPG, CEWO en CEWEZ). | in Vlaanderen (CEPA, CBRU, CEPG, CEWO en CEWEZ). |
Gezien om gevoegd te worden bij het ministerieel besluit van 1 oktober | Gezien om gevoegd te worden bij het ministerieel besluit van 1 oktober |
2013 tot uitvoering van het besluit van de Vlaamse Regering van 19 | 2013 tot uitvoering van het besluit van de Vlaamse Regering van 19 |
juli 2013 tot toekenning van strategische transformatiesteun aan | juli 2013 tot toekenning van strategische transformatiesteun aan |
ondernemingen in het Vlaamse Gewest. | ondernemingen in het Vlaamse Gewest. |
Brussel, 1 oktober 2013. | Brussel, 1 oktober 2013. |
De Vlaamse minister van Economie, Buitenlands Beleid, Landbouw en | De Vlaamse minister van Economie, Buitenlands Beleid, Landbouw en |
Plattelandsbeleid, | Plattelandsbeleid, |
K. PEETERS | K. PEETERS |