Besluit van de Waalse Regering tot uitvoering van het decreet van 6 maart 1997 betreffende het sociaal toerisme | Besluit van de Waalse Regering tot uitvoering van het decreet van 6 maart 1997 betreffende het sociaal toerisme |
---|---|
MINISTERIE VAN HET WAALSE GEWEST | MINISTERIE VAN HET WAALSE GEWEST |
27 NOVEMBER 1997. Besluit van de Waalse Regering tot uitvoering van | 27 NOVEMBER 1997. Besluit van de Waalse Regering tot uitvoering van |
het decreet van 6 maart 1997 betreffende het sociaal toerisme | het decreet van 6 maart 1997 betreffende het sociaal toerisme |
De Waalse Regering, | De Waalse Regering, |
Gelet op het decreet van 6 maart 1997 betreffende het sociaal | Gelet op het decreet van 6 maart 1997 betreffende het sociaal |
toerisme; | toerisme; |
Gelet op het advies van de Hoge Raad voor Toerisme, gegeven op 7 | Gelet op het advies van de Hoge Raad voor Toerisme, gegeven op 7 |
augustus 1997; | augustus 1997; |
Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 15 | Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 15 |
september 1997; | september 1997; |
Gelet op het akkoord van de Minister van Begroting, gegeven op 23 | Gelet op het akkoord van de Minister van Begroting, gegeven op 23 |
september 1997; | september 1997; |
Gelet op de beraadslaging van de Waalse Regering van 18 september 1997 | Gelet op de beraadslaging van de Waalse Regering van 18 september 1997 |
over de aanvraag om advies van de Raad van State dat binnen één maand | over de aanvraag om advies van de Raad van State dat binnen één maand |
dient te worden gegeven; | dient te worden gegeven; |
Gelet op het advies van de Raad van State, gegeven op 12 november | Gelet op het advies van de Raad van State, gegeven op 12 november |
1997, overeenkomstig artikel 84, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde | 1997, overeenkomstig artikel 84, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde |
wetten op de Raad van State; | wetten op de Raad van State; |
Op de voordracht van de Minister-President van de Waalse Regering, | Op de voordracht van de Minister-President van de Waalse Regering, |
belast met Economie, Buitenlandse Handel, KMO's, Toerisme en | belast met Economie, Buitenlandse Handel, KMO's, Toerisme en |
Patrimonium, | Patrimonium, |
Besluit : | Besluit : |
Artikel 1.Dit besluit regelt, krachtens artikel 138 van de Grondwet, |
Artikel 1.Dit besluit regelt, krachtens artikel 138 van de Grondwet, |
een aangelegenheid bedoeld in artikel 127 van de Grondwet. | een aangelegenheid bedoeld in artikel 127 van de Grondwet. |
Art. 2.In het kader van het decreet van 6 maart 1997 betreffende het |
Art. 2.In het kader van het decreet van 6 maart 1997 betreffende het |
sociaal toerisme, hierna "decreet" genoemd, en van dit besluit wordt | sociaal toerisme, hierna "decreet" genoemd, en van dit besluit wordt |
verstaan onder : | verstaan onder : |
1° Regering : de Waalse Regering; | 1° Regering : de Waalse Regering; |
2° Minister : de Minister die voor Toerisme bevoegd is; | 2° Minister : de Minister die voor Toerisme bevoegd is; |
3° gast die in aanmerking komt voor sociaal toerisme : lid van één van | 3° gast die in aanmerking komt voor sociaal toerisme : lid van één van |
de krachtens artikel 2 van het decreet erkende verenigingen. | de krachtens artikel 2 van het decreet erkende verenigingen. |
Art. 3.De in artikel 3 van het decreet bedoelde toelagen worden |
Art. 3.De in artikel 3 van het decreet bedoelde toelagen worden |
verleend door de Minister die voor Toerisme bevoegd is. | verleend door de Minister die voor Toerisme bevoegd is. |
Art. 4.Overeenkomstig artikel 2 van het decreet moet een vereniging |
Art. 4.Overeenkomstig artikel 2 van het decreet moet een vereniging |
haar erkenningsaanvraag bij ter post aangetekende brief richten aan de | haar erkenningsaanvraag bij ter post aangetekende brief richten aan de |
Commissaris-generaal voor Toerisme, die binnen vijftien dagen | Commissaris-generaal voor Toerisme, die binnen vijftien dagen |
ontvangst moet berichten. | ontvangst moet berichten. |
De Commissaris-generaal voor Toerisme deelt zijn beslissing mee aan de | De Commissaris-generaal voor Toerisme deelt zijn beslissing mee aan de |
vereniging binnen drie maanden na ontvangst van de aangetekende brief | vereniging binnen drie maanden na ontvangst van de aangetekende brief |
en na advies van het Technisch Comité voor Sociaal Toerisme van de | en na advies van het Technisch Comité voor Sociaal Toerisme van de |
Hoge Raad voor Toerisme. | Hoge Raad voor Toerisme. |
Indien de erkenning geweigerd wordt of indien de beslissing niet | Indien de erkenning geweigerd wordt of indien de beslissing niet |
binnen de voorgeschreven termijn wordt meegedeeld, mag de vereniging | binnen de voorgeschreven termijn wordt meegedeeld, mag de vereniging |
binnen vijftien dagen na de mededeling of na afloop van de in het | binnen vijftien dagen na de mededeling of na afloop van de in het |
tweede lid bedoelde termijn bij aangetekende brief een beroep | tweede lid bedoelde termijn bij aangetekende brief een beroep |
instellen bij de Minister die bevoegd is voor Toerisme. De Minister | instellen bij de Minister die bevoegd is voor Toerisme. De Minister |
neemt een beslissing binnen vier maanden na ontvangst van het beroep. | neemt een beslissing binnen vier maanden na ontvangst van het beroep. |
Art. 5.De toelage-aanvragen moeten aan de Minister gericht worden. |
Art. 5.De toelage-aanvragen moeten aan de Minister gericht worden. |
Bij deze aanvragen, die betrekking hebben op de in artikel 3, § 2, 1° | Bij deze aanvragen, die betrekking hebben op de in artikel 3, § 2, 1° |
en 2°, van het decreet bedoelde uitgaven, moeten twee exemplaren van | en 2°, van het decreet bedoelde uitgaven, moeten twee exemplaren van |
de volgende documenten worden gevoegd : | de volgende documenten worden gevoegd : |
1° plan, bestek en uitvoerige schatting van de investeringen en | 1° plan, bestek en uitvoerige schatting van de investeringen en |
uitgaven waarvoor de toelage wordt gevraagd; | uitgaven waarvoor de toelage wordt gevraagd; |
2° toeristische opportuniteitsnota waarbij is vastgesteld dat de | 2° toeristische opportuniteitsnota waarbij is vastgesteld dat de |
werken of aankopen volgens de wettelijke en reglementaire bepalingen | werken of aankopen volgens de wettelijke en reglementaire bepalingen |
worden uitgevoerd; de motieven van de werken of aankopen t.o.v. de | worden uitgevoerd; de motieven van de werken of aankopen t.o.v. de |
goede uitbating van het centrum of de oprichting ervan; een beknopte | goede uitbating van het centrum of de oprichting ervan; een beknopte |
analyse van de plaatselijke behoeften inzake uitrustingen; | analyse van de plaatselijke behoeften inzake uitrustingen; |
3° stedebouwkundig certificaat, in voorkomend geval, in de vorm van | 3° stedebouwkundig certificaat, in voorkomend geval, in de vorm van |
eensluidend verklaarde afschriften; | eensluidend verklaarde afschriften; |
4° titel van eigendom of van erfpacht in de vorm van eensluidend | 4° titel van eigendom of van erfpacht in de vorm van eensluidend |
verklaarde afschriften; | verklaarde afschriften; |
5° bijgewerkte statuten van de vereniging in de vorm van eensluidend | 5° bijgewerkte statuten van de vereniging in de vorm van eensluidend |
verklaarde afschriften; | verklaarde afschriften; |
6° balansen en resultatenrekeningen van de laatste twee jaar; | 6° balansen en resultatenrekeningen van de laatste twee jaar; |
7° financieringsplan voor de realisatie; | 7° financieringsplan voor de realisatie; |
8° beheersprognose voor drie jaar. | 8° beheersprognose voor drie jaar. |
Art. 6.De in artikel 3, § 3, 1°, van het decreet bedoelde sanitaire |
Art. 6.De in artikel 3, § 3, 1°, van het decreet bedoelde sanitaire |
normen zijn de volgende : | normen zijn de volgende : |
1° gemiddeld luchtvolume per kamer : minimum 8 m3 per persoon; | 1° gemiddeld luchtvolume per kamer : minimum 8 m3 per persoon; |
2° minimum één douche voor acht personen; | 2° minimum één douche voor acht personen; |
3° minimum één WC voor acht personen; | 3° minimum één WC voor acht personen; |
4° minimum één wastafel voor drie personen. | 4° minimum één wastafel voor drie personen. |
Art. 7.§ 1. Voor de toepassing van artikel 3, § 2, 1° en 2°, van het |
Art. 7.§ 1. Voor de toepassing van artikel 3, § 2, 1° en 2°, van het |
decreet wordt elk deel van de toelage m.b.t. de aankoop van onroerende | decreet wordt elk deel van de toelage m.b.t. de aankoop van onroerende |
goederen, een opdracht voor aanneming van werken, leveringen of | goederen, een opdracht voor aanneming van werken, leveringen of |
diensten, uitbetaald naar verhouding van 90 %, op vertoon van het | diensten, uitbetaald naar verhouding van 90 %, op vertoon van het |
bewijs dat minstens één derde van de voorziene uitgave besteed werd | bewijs dat minstens één derde van de voorziene uitgave besteed werd |
aan aankopen, werken, leveringen of diensten. | aan aankopen, werken, leveringen of diensten. |
§ 2. Voor de toepassing van artikel 3, § 2, 3°, van het decreet wordt | § 2. Voor de toepassing van artikel 3, § 2, 3°, van het decreet wordt |
de toelage uitbetaald op vertoon van het bewijs dat de uitgaven voor | de toelage uitbetaald op vertoon van het bewijs dat de uitgaven voor |
dienstverleningen gerechtvaardigd zijn. | dienstverleningen gerechtvaardigd zijn. |
Art. 8.Naast hun algemene boekhouding voeren de verenigingen die de |
Art. 8.Naast hun algemene boekhouding voeren de verenigingen die de |
in artikel 3, § 2, 1° en 2°, van het decreet bedoelde toelagen | in artikel 3, § 2, 1° en 2°, van het decreet bedoelde toelagen |
ontvangen, een aparte boekhouding, met een resultatenrekening en een | ontvangen, een aparte boekhouding, met een resultatenrekening en een |
jaarlijkse balans voor elk centrum dat een toelage heeft ontvangen. | jaarlijkse balans voor elk centrum dat een toelage heeft ontvangen. |
De verenigingen die voor de in artikel 3, § 2, 3°, van het decreet | De verenigingen die voor de in artikel 3, § 2, 3°, van het decreet |
bedoelde uitgaven in aanmerking komen voor een tegemoetkoming van het | bedoelde uitgaven in aanmerking komen voor een tegemoetkoming van het |
Gewest, voeren een aparte boekhouding voor deze uitgaven. | Gewest, voeren een aparte boekhouding voor deze uitgaven. |
Art. 9.De verenigingen die erkend zijn krachtens het koninklijk |
Art. 9.De verenigingen die erkend zijn krachtens het koninklijk |
besluit van 23 januari 1951 betreffende het verlenen van toelagen tot | besluit van 23 januari 1951 betreffende het verlenen van toelagen tot |
bevordering van de arbeidersvacantie en het volkstoerisme hoeven geen | bevordering van de arbeidersvacantie en het volkstoerisme hoeven geen |
erkenningsaanvraag overeenkomstig artikel 3 in te dienen. | erkenningsaanvraag overeenkomstig artikel 3 in te dienen. |
Art. 10.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het |
Art. 10.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het |
Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt. | Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt. |
Art. 11.De Minister tot wiens bevoegdheden Toerisme behoort, is |
Art. 11.De Minister tot wiens bevoegdheden Toerisme behoort, is |
belast met de uitvoering van dit besluit. | belast met de uitvoering van dit besluit. |
Namen, 27 november 1997. | Namen, 27 november 1997. |
De Minister-President van de Waalse Regering, belast met Economie, | De Minister-President van de Waalse Regering, belast met Economie, |
Buitenlandse Handel, K.M.O.'s, Toerisme en Patrimonium, | Buitenlandse Handel, K.M.O.'s, Toerisme en Patrimonium, |
R. COLLIGNON | R. COLLIGNON |