Besluit van de Waalse betreffende de milieu-initiatie in het Waalse Gewest | Besluit van de Waalse betreffende de milieu-initiatie in het Waalse Gewest |
---|---|
MINISTERIE VAN HET WAALSE GEWEST | MINISTERIE VAN HET WAALSE GEWEST |
20 MEI 1999. - Besluit van de Waalse betreffende de milieu-initiatie | 20 MEI 1999. - Besluit van de Waalse betreffende de milieu-initiatie |
in het Waalse Gewest | in het Waalse Gewest |
De Waalse Regering, | De Waalse Regering, |
Gelet op het decreet van 28 april 1999 betreffende de milieu-initiatie | Gelet op het decreet van 28 april 1999 betreffende de milieu-initiatie |
in het Waalse Gewest; | in het Waalse Gewest; |
Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën; | Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën; |
Gelet op het akkoord van de Minister van Begroting; | Gelet op het akkoord van de Minister van Begroting; |
Gelet op de dringendheid gemotiveerd door de noodzaak de opmerkingen | Gelet op de dringendheid gemotiveerd door de noodzaak de opmerkingen |
van het Rekenhof te beantwoorden en zodoende een wettelijke basis te | van het Rekenhof te beantwoorden en zodoende een wettelijke basis te |
geven die noodzakelijk is voor de toekenning van werkingsmiddelen aan | geven die noodzakelijk is voor de toekenning van werkingsmiddelen aan |
de opgerichte experimenteercentra voor leefmilieu-initiatie zodat zij | de opgerichte experimenteercentra voor leefmilieu-initiatie zodat zij |
hun opdrachten kunnen vervullen; | hun opdrachten kunnen vervullen; |
Op de voordracht van de Minister van Leefmilieu, Natuurlijke | Op de voordracht van de Minister van Leefmilieu, Natuurlijke |
Hulpbronnen en Landbouw, | Hulpbronnen en Landbouw, |
Besluit : | Besluit : |
Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit dient te worden verstaan |
Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit dient te worden verstaan |
onder : | onder : |
1. Minister : de Minister tot wiens bevoegdheden leefmilieu en | 1. Minister : de Minister tot wiens bevoegdheden leefmilieu en |
natuurbehoud behoren; | natuurbehoud behoren; |
2. VZW : vereniging zonder winstoogmerk opgericht overeenkomstig de | 2. VZW : vereniging zonder winstoogmerk opgericht overeenkomstig de |
wet van 27 juni 1921 waarbij aan de verenigingen zonder winstgevend | wet van 27 juni 1921 waarbij aan de verenigingen zonder winstgevend |
doel en aan de instellingen van openbaar nut rechtspersoonlijkheid | doel en aan de instellingen van openbaar nut rechtspersoonlijkheid |
wordt verleend; | wordt verleend; |
3. Bestuur : het directoraat-generaal Natuurlijke Hulpbronnen en | 3. Bestuur : het directoraat-generaal Natuurlijke Hulpbronnen en |
Leefmilieu; | Leefmilieu; |
4. C.R.I.E. : centrum voor milieu-initiatie; | 4. C.R.I.E. : centrum voor milieu-initiatie; |
5. decreet : het decreet van 28 april 1999 betreffende de | 5. decreet : het decreet van 28 april 1999 betreffende de |
milieu-initiatie in het Waalse Gewest. | milieu-initiatie in het Waalse Gewest. |
Art. 2.§ 1. Iedere vzw die aan de in artikel 5 van het decreet |
Art. 2.§ 1. Iedere vzw die aan de in artikel 5 van het decreet |
gestelde voorwaarden beantwoordt kan de erkenning i.v.m. het beheer | gestelde voorwaarden beantwoordt kan de erkenning i.v.m. het beheer |
van een C.R.I.E. aanvragen. | van een C.R.I.E. aanvragen. |
De erkenningsaanvraag moet in drie exemplaren ingediend worden bij het | De erkenningsaanvraag moet in drie exemplaren ingediend worden bij het |
bestuur bij een ter post aangetekende brief met ontvangstbewijs en de | bestuur bij een ter post aangetekende brief met ontvangstbewijs en de |
volgende inlichtingen bevatten : | volgende inlichtingen bevatten : |
1. de benaming van de VZW, haar adres alsook een copie van de | 1. de benaming van de VZW, haar adres alsook een copie van de |
publicatie van haar statuten en van de laatste benoemingsakte van haar | publicatie van haar statuten en van de laatste benoemingsakte van haar |
bestuurders of een eensluidend verklaarde copie van de | bestuurders of een eensluidend verklaarde copie van de |
publicatieaanvraag van de statuten; | publicatieaanvraag van de statuten; |
2. een copie van de bewijsstukken van de pedagogische en | 2. een copie van de bewijsstukken van de pedagogische en |
wetenschappelijke titels van vier van de in artikel 5, 3e lid, 2° van | wetenschappelijke titels van vier van de in artikel 5, 3e lid, 2° van |
het decreet bedoelde personen; | het decreet bedoelde personen; |
3. een beschrijving van het geplande project i.v.m. de in artikel 4 | 3. een beschrijving van het geplande project i.v.m. de in artikel 4 |
van het decreet bedoelde opdrachten alsook de pedagogische en | van het decreet bedoelde opdrachten alsook de pedagogische en |
wetenschappelijke diploma's van het personeel dat in dienst wordt | wetenschappelijke diploma's van het personeel dat in dienst wordt |
genomen voor de uitvoering van deze opdrachten; | genomen voor de uitvoering van deze opdrachten; |
4. een raming van het budget dat nodig is voor de verwezenlijking van | 4. een raming van het budget dat nodig is voor de verwezenlijking van |
het sub 3° bedoelde project in het kader van het bedrag vastgesteld in | het sub 3° bedoelde project in het kader van het bedrag vastgesteld in |
artikel 5, § 2. | artikel 5, § 2. |
§ 2. De Minister betekent aan de aanvragende VZW de erkenning of de | § 2. De Minister betekent aan de aanvragende VZW de erkenning of de |
weigering van de erkenning binnen drie maanden na de ontvangst van de | weigering van de erkenning binnen drie maanden na de ontvangst van de |
als volledig beschouwde aanvraag. | als volledig beschouwde aanvraag. |
Art. 3.Op elk ogenblik kan de Minister de erkenning intrekken op |
Art. 3.Op elk ogenblik kan de Minister de erkenning intrekken op |
advies van het in artikel 9 van het decreet bedoelde | advies van het in artikel 9 van het decreet bedoelde |
begeleidingscomité indien één van de volgende voorwaarden niet meer | begeleidingscomité indien één van de volgende voorwaarden niet meer |
vervuld wordt : | vervuld wordt : |
1. de VZW beantwoordt niet meer aan de in artikel 5, 3de lid bepaalde | 1. de VZW beantwoordt niet meer aan de in artikel 5, 3de lid bepaalde |
voorwaarden; | voorwaarden; |
2. de opdracht werd niet uitgevoerd overeenkomstig haar doelstelling | 2. de opdracht werd niet uitgevoerd overeenkomstig haar doelstelling |
zoals bepaald in de erkenning; | zoals bepaald in de erkenning; |
3. de titularis van de erkenning heeft zich verzet tegen de controle | 3. de titularis van de erkenning heeft zich verzet tegen de controle |
door het bestuur van de uitvoering van zijn opdracht; | door het bestuur van de uitvoering van zijn opdracht; |
4. het activiteitenverslag, het boekhoudverslag of welk ander document | 4. het activiteitenverslag, het boekhoudverslag of welk ander document |
dan ook dat meegedeeld moet worden en die niet werden overhandigd door | dan ook dat meegedeeld moet worden en die niet werden overhandigd door |
de titularis van de erkenning binnen de termijn voorgeschreven bij de | de titularis van de erkenning binnen de termijn voorgeschreven bij de |
beslissing tot erkenning; | beslissing tot erkenning; |
5. de toelagen werden niet aangewend voor de uitgaven die zij dienden | 5. de toelagen werden niet aangewend voor de uitgaven die zij dienden |
te dekken. | te dekken. |
De Minister informeert de VZW van de beslissing tot intrekking van de | De Minister informeert de VZW van de beslissing tot intrekking van de |
erkenning bij een ter post aangetekende brief met ontvangstbewijs. De | erkenning bij een ter post aangetekende brief met ontvangstbewijs. De |
VZW antwoordt binnen dertig dagen na ontvangst van deze kennisgeving | VZW antwoordt binnen dertig dagen na ontvangst van deze kennisgeving |
door middel van een aangetekende brief met ontvangstbewijs. De | door middel van een aangetekende brief met ontvangstbewijs. De |
Minister neemt een beslissing binnen dertig dagen na ontvangst van het | Minister neemt een beslissing binnen dertig dagen na ontvangst van het |
antwoord. | antwoord. |
Art. 4.Onverminderd artikel 3 kan de Minister de erkenning verlengen |
Art. 4.Onverminderd artikel 3 kan de Minister de erkenning verlengen |
na een periode van drie jaar. | na een periode van drie jaar. |
Drie maanden voor het einde van de erkenning dient de VZW een nieuwe | Drie maanden voor het einde van de erkenning dient de VZW een nieuwe |
aanvraag in volgens de in artikel 2 bepaalde procedure. | aanvraag in volgens de in artikel 2 bepaalde procedure. |
De Minister neemt een beslissing binnen twee maanden na ontvangst van | De Minister neemt een beslissing binnen twee maanden na ontvangst van |
de aanvraag op grond van het advies van het begeleidingscomité. | de aanvraag op grond van het advies van het begeleidingscomité. |
Art. 5.§ 1. Binnen de grenzen van de beschikbare kredieten kent de |
Art. 5.§ 1. Binnen de grenzen van de beschikbare kredieten kent de |
Minister aan de erkende VZW een jaarlijkse toelage toe om de werking | Minister aan de erkende VZW een jaarlijkse toelage toe om de werking |
van de C.R.I.E. te verzekeren. | van de C.R.I.E. te verzekeren. |
- De uitgaven m.b.t. het personeel, | - De uitgaven m.b.t. het personeel, |
- de comsumptieve kosten en de kosten voor leveringen i.v.m. de | - de comsumptieve kosten en de kosten voor leveringen i.v.m. de |
uitvoering van de in artikel 4 van het decreet bedoelde opdrachten, | uitvoering van de in artikel 4 van het decreet bedoelde opdrachten, |
- de lasten verbonden aan de werking van de infrastructuur maken deel | - de lasten verbonden aan de werking van de infrastructuur maken deel |
uit van de werkingskosten. | uit van de werkingskosten. |
§ 2. Het bedrag van de jaarlijkse toelage wordt vastgesteld op 90 % | § 2. Het bedrag van de jaarlijkse toelage wordt vastgesteld op 90 % |
van de werkingskosten met een maximum van vijf miljoen per C.R.I.E.. | van de werkingskosten met een maximum van vijf miljoen per C.R.I.E.. |
Dit bedrag wordt jaarlijks aangepast aan de gezondheidsindex van de | Dit bedrag wordt jaarlijks aangepast aan de gezondheidsindex van de |
maand mei 1999. | maand mei 1999. |
§ 3. Om aanspraak te maken op de jaarlijkse toelage doet de erkende | § 3. Om aanspraak te maken op de jaarlijkse toelage doet de erkende |
VZW het begrotingsontwerp van de C.R.I.E. voor het volgende jaar en | VZW het begrotingsontwerp van de C.R.I.E. voor het volgende jaar en |
het programma van de geplande activiteiten aan het bestuur toekomen | het programma van de geplande activiteiten aan het bestuur toekomen |
vóór 15 november. | vóór 15 november. |
§ 4. Op grond van het advies van het begeleidingscomité beslist de | § 4. Op grond van het advies van het begeleidingscomité beslist de |
Minister binnen een termijn die niet langer dan één maand is na de | Minister binnen een termijn die niet langer dan één maand is na de |
ontvangst van het begrotingsproject over het beginsel de toelagen toe | ontvangst van het begrotingsproject over het beginsel de toelagen toe |
te kennen op basis van de in § 3 bedoelde documenten. | te kennen op basis van de in § 3 bedoelde documenten. |
§ 5. De toelage wordt op volgende wijze uitbetaald : | § 5. De toelage wordt op volgende wijze uitbetaald : |
1. bij de notificatie van de toelage, een eerste schijf gelijk aan | 1. bij de notificatie van de toelage, een eerste schijf gelijk aan |
maximum 40 % van de toelage op voorlegging van een voor waar en echt | maximum 40 % van de toelage op voorlegging van een voor waar en echt |
verklaarde schuldvordering samen met het jaarlijks | verklaarde schuldvordering samen met het jaarlijks |
activiteitenprogramma goedgekeurd door het evaluatiecomité van elke | activiteitenprogramma goedgekeurd door het evaluatiecomité van elke |
C.R.I.E.; | C.R.I.E.; |
2. de volgende schijven waarvan het maximum totaal bedrag gelijk is | 2. de volgende schijven waarvan het maximum totaal bedrag gelijk is |
aan 50 % van de toelage worden uitbetaald op het einde van elk | aan 50 % van de toelage worden uitbetaald op het einde van elk |
kwartaal op voorlegging van een voor waar en echt verklaarde | kwartaal op voorlegging van een voor waar en echt verklaarde |
schuldvordering en van een tussenactiviteitenverslag en een | schuldvordering en van een tussenactiviteitenverslag en een |
boekhoudverslag, die door het evaluatiecomité van elke C.R.I.E. | boekhoudverslag, die door het evaluatiecomité van elke C.R.I.E. |
goedgekeurd zijn; | goedgekeurd zijn; |
3. het saldo van de toelage wordt vereffend op voorlegging van een | 3. het saldo van de toelage wordt vereffend op voorlegging van een |
voor waar en echt verklaarde schuldvordering samen met de | voor waar en echt verklaarde schuldvordering samen met de |
bewijsstukken van de toelage, het in artikel 8 van het decreet | bewijsstukken van de toelage, het in artikel 8 van het decreet |
bedoelde activiteitenverslag en met een boekhoudverslag, die door het | bedoelde activiteitenverslag en met een boekhoudverslag, die door het |
evaluatiecomité van elke C.R.I.E. goedgekeurd zijn. | evaluatiecomité van elke C.R.I.E. goedgekeurd zijn. |
§ 6. De boekhouding wordt gehouden overeenkomstig de wetgeving op de | § 6. De boekhouding wordt gehouden overeenkomstig de wetgeving op de |
bedrijfsboekhouding. | bedrijfsboekhouding. |
Art. 6.§ 1. Het begeleidingscomité van het C.R.I.E.-netwerk bestaat |
Art. 6.§ 1. Het begeleidingscomité van het C.R.I.E.-netwerk bestaat |
uit : | uit : |
1. een vertegenwoordiger van de Minister; | 1. een vertegenwoordiger van de Minister; |
2. twee vertegenwoordigers van het bestuur; het voorzitterschap wordt | 2. twee vertegenwoordigers van het bestuur; het voorzitterschap wordt |
waargenomen door de directeur-generaal of zijn afgevaardigde; | waargenomen door de directeur-generaal of zijn afgevaardigde; |
3. een vertegenwoordiger van het Commissariaat-generaal voor Toerisme; | 3. een vertegenwoordiger van het Commissariaat-generaal voor Toerisme; |
4. een vertegenwoordiger van de Afdeling Patrimonium van het | 4. een vertegenwoordiger van de Afdeling Patrimonium van het |
Directoraat-generaal Ruimtelijke Ordening, Huisvesting en Patrimonium; | Directoraat-generaal Ruimtelijke Ordening, Huisvesting en Patrimonium; |
5. een vertegenwoordiger van de Directie Communicatie van het | 5. een vertegenwoordiger van de Directie Communicatie van het |
Secretariaat-generaal van het Ministerie van het Waalse Gewest; | Secretariaat-generaal van het Ministerie van het Waalse Gewest; |
6. vier deskundigen met een pedagogische of een wetenschappelijke | 6. vier deskundigen met een pedagogische of een wetenschappelijke |
titel in verband met vakken rond het leefmilieu; | titel in verband met vakken rond het leefmilieu; |
7. een door alle C.R.I.E. gekozen vertegenwoordiger. | 7. een door alle C.R.I.E. gekozen vertegenwoordiger. |
§ 2. De leden van het begeleidingscomité worden door de Minister | § 2. De leden van het begeleidingscomité worden door de Minister |
aangesteld voor een termijn van vier jaar. Hun mandaat is | aangesteld voor een termijn van vier jaar. Hun mandaat is |
hernieuwbaar. | hernieuwbaar. |
Voor ieder gewoon lid duidt de Minister een plaatsvervanger aan die | Voor ieder gewoon lid duidt de Minister een plaatsvervanger aan die |
deel kan nemen aan de werken van het begeleidingscomité. Indien het | deel kan nemen aan de werken van het begeleidingscomité. Indien het |
mandaat van een gewoon lid vacant wordt voor zijn afloop voltooit het | mandaat van een gewoon lid vacant wordt voor zijn afloop voltooit het |
plaatsvervangend lid het lopend mandaat. | plaatsvervangend lid het lopend mandaat. |
Art. 7.Het bestuur stelt de nodige lokalen ter beschikking van het |
Art. 7.Het bestuur stelt de nodige lokalen ter beschikking van het |
begeleidingscomité. | begeleidingscomité. |
Art. 8.§ 1. Er wordt uitspraak gedaan over de erkenningsaanvragen bij |
Art. 8.§ 1. Er wordt uitspraak gedaan over de erkenningsaanvragen bij |
gewone meerderheid van de aanwezige leden. Bij staking der stemmen is | gewone meerderheid van de aanwezige leden. Bij staking der stemmen is |
de stem van de voorzitter doorslaggevend. | de stem van de voorzitter doorslaggevend. |
Wanneer ten minste een vierde van de aanwezige leden zich verzet tegen | Wanneer ten minste een vierde van de aanwezige leden zich verzet tegen |
een advies gegeven door de meerderheid vult de voorzitter deze | een advies gegeven door de meerderheid vult de voorzitter deze |
uitspraak aan door de tegengestelde opinie te vermelden. | uitspraak aan door de tegengestelde opinie te vermelden. |
§ 2. Het begeleidingscomité wordt door de voorzitter bijeengeroepen | § 2. Het begeleidingscomité wordt door de voorzitter bijeengeroepen |
of, in voorkomend geval, door de Minister. Het vergadert minstens twee | of, in voorkomend geval, door de Minister. Het vergadert minstens twee |
keer per jaar. Een door de Minister aangestelde waarnemener kan, | keer per jaar. Een door de Minister aangestelde waarnemener kan, |
zonder stemgerechtigd te zijn, de werkzaamheden van het | zonder stemgerechtigd te zijn, de werkzaamheden van het |
begeleidingscomité bijwonen. | begeleidingscomité bijwonen. |
De bij de Minister van Leefmilieu geaccrediteerde inspecteur van | De bij de Minister van Leefmilieu geaccrediteerde inspecteur van |
Financiën wordt op de vergaderingen uitgenodigd. | Financiën wordt op de vergaderingen uitgenodigd. |
De voorzitter kan iedereen met bijzondere bevoegdheden op de | De voorzitter kan iedereen met bijzondere bevoegdheden op de |
werkzaamheden van het begeleidingscomité uitnodigen. Zij nemen niet | werkzaamheden van het begeleidingscomité uitnodigen. Zij nemen niet |
deel aan de stemming. | deel aan de stemming. |
§ 3. Het begeleidingscomité maakt zijn huishoudelijk reglement op dat | § 3. Het begeleidingscomité maakt zijn huishoudelijk reglement op dat |
door de Minister wordt goedgekeurd. Het huishoudelijk reglement | door de Minister wordt goedgekeurd. Het huishoudelijk reglement |
bepaalt met name : | bepaalt met name : |
1. de procedure voor de benoeming van de ondervoorzitter en de | 1. de procedure voor de benoeming van de ondervoorzitter en de |
secretaris; | secretaris; |
2. de procedures voor de uitnodiging van de leden, voor het opmaken | 2. de procedures voor de uitnodiging van de leden, voor het opmaken |
van de agenda, de bekrachtiging van de processen-verbaal, de adviezen | van de agenda, de bekrachtiging van de processen-verbaal, de adviezen |
en andere documenten opgemaakt namens het begeleidingscomité; | en andere documenten opgemaakt namens het begeleidingscomité; |
3. de modaliteiten van de stemming alsook het aantal leden vereist om | 3. de modaliteiten van de stemming alsook het aantal leden vereist om |
geldig te zetelen; | geldig te zetelen; |
4. de delegaties inzake handtekeningen; | 4. de delegaties inzake handtekeningen; |
5. de werking van het secretariaat. | 5. de werking van het secretariaat. |
De mandaten worden onbezoldigd uitgeoefend. De leden van het | De mandaten worden onbezoldigd uitgeoefend. De leden van het |
begeleidingscomité hebben recht op de terugbetaling van de reiskosten | begeleidingscomité hebben recht op de terugbetaling van de reiskosten |
en van de verblijfkosten berekend volgens de regels die gelden voor de | en van de verblijfkosten berekend volgens de regels die gelden voor de |
vergoedingen van de ambtenaren van het Waalse Gewest. Daartoe worden | vergoedingen van de ambtenaren van het Waalse Gewest. Daartoe worden |
zij gelijkgesteld met ambtenaren van rang A4. | zij gelijkgesteld met ambtenaren van rang A4. |
Art. 9.In het kader van zijn opdracht is het begeleidingscomité |
Art. 9.In het kader van zijn opdracht is het begeleidingscomité |
belast met : | belast met : |
1. de Minister een advies te geven over de aanvragen, de schorsingen | 1. de Minister een advies te geven over de aanvragen, de schorsingen |
en de verlengingen van de erkenningen; | en de verlengingen van de erkenningen; |
2. de door de erkende VZW's ingediende activiteiten- en | 2. de door de erkende VZW's ingediende activiteiten- en |
boekhoudjaarverslagen; | boekhoudjaarverslagen; |
3. de coördinatie en de evaluatie van de activiteiten georganiseerd | 3. de coördinatie en de evaluatie van de activiteiten georganiseerd |
door alle C.R.I.E. in het Waalse Gewest; | door alle C.R.I.E. in het Waalse Gewest; |
4. het overhandigen aan de Minister van het jaarlijks evaluatieverslag | 4. het overhandigen aan de Minister van het jaarlijks evaluatieverslag |
over de door alle C.R.I.E. georganiseerde activiteiten; | over de door alle C.R.I.E. georganiseerde activiteiten; |
5. voorstellen te doen aan de Minister. | 5. voorstellen te doen aan de Minister. |
Art. 10.De Minister is belast met de uitvoering van dit besluit. |
Art. 10.De Minister is belast met de uitvoering van dit besluit. |
Namen 20 mei 1999. | Namen 20 mei 1999. |
De Minister-President van de Waalse Regering, | De Minister-President van de Waalse Regering, |
belast met Economie, Buitenlandse Handel, K.M.O.'s, Toerisme en | belast met Economie, Buitenlandse Handel, K.M.O.'s, Toerisme en |
Patrimonium, | Patrimonium, |
R. COLLIGNON | R. COLLIGNON |
De Minister van Leefmilieu, Natuurlijke Hulpbronnen en Landbouw, | De Minister van Leefmilieu, Natuurlijke Hulpbronnen en Landbouw, |
G. LUTGEN | G. LUTGEN |