Besluit van de Waalse Regering houdende sectorale voorwaarden inzake watergebruik bij de vervaardiging van vlakglas, het vormen en bewerken van vlakglas, de vervaardiging van holglas, van glasvezels en de vervaardiging en bewerking van overig glas | Besluit van de Waalse Regering houdende sectorale voorwaarden inzake watergebruik bij de vervaardiging van vlakglas, het vormen en bewerken van vlakglas, de vervaardiging van holglas, van glasvezels en de vervaardiging en bewerking van overig glas |
---|---|
MINISTERIE VAN HET WAALSE GEWEST | MINISTERIE VAN HET WAALSE GEWEST |
16 JANUARI 2003. - Besluit van de Waalse Regering houdende sectorale | 16 JANUARI 2003. - Besluit van de Waalse Regering houdende sectorale |
voorwaarden inzake watergebruik bij de vervaardiging van vlakglas, het | voorwaarden inzake watergebruik bij de vervaardiging van vlakglas, het |
vormen en bewerken van vlakglas, de vervaardiging van holglas, van | vormen en bewerken van vlakglas, de vervaardiging van holglas, van |
glasvezels en de vervaardiging en bewerking van overig glas | glasvezels en de vervaardiging en bewerking van overig glas |
De Waalse Regering, | De Waalse Regering, |
Gelet op het decreet van 11 maart 1999 betreffende de | Gelet op het decreet van 11 maart 1999 betreffende de |
milieuvergunning; | milieuvergunning; |
Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 4 juli 2002 tot | Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 4 juli 2002 tot |
bepaling van de algemene voorwaarden voor de exploitatie van de | bepaling van de algemene voorwaarden voor de exploitatie van de |
inrichtingen bedoeld in het decreet van 11 maart 1999 betreffende de | inrichtingen bedoeld in het decreet van 11 maart 1999 betreffende de |
milieuvergunning; | milieuvergunning; |
Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 4 juli 2002 tot | Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 4 juli 2002 tot |
bepaling van de lijst van de aan een milieueffectstudie onderworpen | bepaling van de lijst van de aan een milieueffectstudie onderworpen |
projecten en van de ingedeelde installaties en activiteiten; | projecten en van de ingedeelde installaties en activiteiten; |
Gelet op het advies van de Adviescommissie voor de bescherming van het | Gelet op het advies van de Adviescommissie voor de bescherming van het |
oppervlaktewater tegen verontreiniging, uitgebracht op 15 februari | oppervlaktewater tegen verontreiniging, uitgebracht op 15 februari |
2002; | 2002; |
Gelet op het advies van de Raad van State, uitgebracht op 25 september | Gelet op het advies van de Raad van State, uitgebracht op 25 september |
2002, | 2002, |
Besluit : | Besluit : |
ENIG HOOFDSTUK. - Toepassingsgebied en lozingsvoorwaarden | ENIG HOOFDSTUK. - Toepassingsgebied en lozingsvoorwaarden |
Afdeling I. - Toepassingsgebied | Afdeling I. - Toepassingsgebied |
Artikel 1.Deze voorwaarden zijn van toepassing op de installaties of |
Artikel 1.Deze voorwaarden zijn van toepassing op de installaties of |
activiteiten die ingedeeld zijn onder de volgende rubrieken : | activiteiten die ingedeeld zijn onder de volgende rubrieken : |
- Nr. 26.11 : vervaardiging van vlakglas; | - Nr. 26.11 : vervaardiging van vlakglas; |
- Nr. 26.12 : bewerking van vlakglas; | - Nr. 26.12 : bewerking van vlakglas; |
- Nr. 26.13 : vervaardiging van holglas; | - Nr. 26.13 : vervaardiging van holglas; |
- Nr. 26.14 : vervaardiging van glasvezels; | - Nr. 26.14 : vervaardiging van glasvezels; |
- Nr. 26.15 : vervaardiging en bewerking van overig glas. | - Nr. 26.15 : vervaardiging en bewerking van overig glas. |
Afdeling II. - Lozingsvoorwaarden | Afdeling II. - Lozingsvoorwaarden |
Onderafdeling I. - Voorwaarden voor lozingen in gewoon | Onderafdeling I. - Voorwaarden voor lozingen in gewoon |
oppervlaktewater | oppervlaktewater |
Art. 2.Industrieel afvalwater dat in gewoon oppervlaktewater wordt |
Art. 2.Industrieel afvalwater dat in gewoon oppervlaktewater wordt |
geloosd, voldoet aan de volgende voorwaarden : | geloosd, voldoet aan de volgende voorwaarden : |
1° de pH-waarde ligt tussen 6.5 en 9. Als het voortkomt uit het | 1° de pH-waarde ligt tussen 6.5 en 9. Als het voortkomt uit het |
gebruik van gewoon oppervlaktewater en/of van grondwater, kan de | gebruik van gewoon oppervlaktewater en/of van grondwater, kan de |
natuurlijke pH-waarde als grenswaarde van de pH aangenomen worden als | natuurlijke pH-waarde als grenswaarde van de pH aangenomen worden als |
ze hoger is dan 9 of lager dan 6.5; | ze hoger is dan 9 of lager dan 6.5; |
2° de biochemische zuurstofbehoefte over vijf dagen bij 20 °C en bij | 2° de biochemische zuurstofbehoefte over vijf dagen bij 20 °C en bij |
aanwezigheid van allyl thio-ureum is niet hoger dan 30 mg zuurstof per | aanwezigheid van allyl thio-ureum is niet hoger dan 30 mg zuurstof per |
liter; | liter; |
3° de chemische zuurstofbehoefte is niet hoger dan 90 mg zuurstof per | 3° de chemische zuurstofbehoefte is niet hoger dan 90 mg zuurstof per |
liter en, bij wijze van afwijking, dan 200 mg zuurstof per liter bij | liter en, bij wijze van afwijking, dan 200 mg zuurstof per liter bij |
de vervaardiging van glasvezels met continu filament; | de vervaardiging van glasvezels met continu filament; |
4° het gehalte aan zwevende stoffen is niet hoger dan 30 mg per liter; | 4° het gehalte aan zwevende stoffen is niet hoger dan 30 mg per liter; |
5° het gehalte aan bezinkbare stoffen is niet hoger dan 0,5 ml per | 5° het gehalte aan bezinkbare stoffen is niet hoger dan 0,5 ml per |
liter (statische bezinking gedurende 2 uur); | liter (statische bezinking gedurende 2 uur); |
6° het gehalte aan niet-polaire koolwaterstoffen is niet hoger dan 15 | 6° het gehalte aan niet-polaire koolwaterstoffen is niet hoger dan 15 |
mg per liter; | mg per liter; |
7° het gehalte aan anionactieve, kationactieve en niet-ionogene | 7° het gehalte aan anionactieve, kationactieve en niet-ionogene |
wasmiddelen is niet hoger dan 5 mg per liter; | wasmiddelen is niet hoger dan 5 mg per liter; |
8° de temperatuur is niet hoger dan 30 °C; | 8° de temperatuur is niet hoger dan 30 °C; |
9° het gehalte aan totaal fosfor is niet hoger dan 3 mg P per liter; | 9° het gehalte aan totaal fosfor is niet hoger dan 3 mg P per liter; |
10° het gehalte aan sulfaten is niet hoger dan 1 000 mg per liter; | 10° het gehalte aan sulfaten is niet hoger dan 1 000 mg per liter; |
11° het gehalte aan totaal stikstof is niet hoger dan 10 mg N per | 11° het gehalte aan totaal stikstof is niet hoger dan 10 mg N per |
liter; | liter; |
12° het gehalte aan fenolen is niet hoger dan 0,04 mg per liter; | 12° het gehalte aan fenolen is niet hoger dan 0,04 mg per liter; |
13° het gehalte aan fluorhoudende stoffen is niet hoger dan 10 mg per | 13° het gehalte aan fluorhoudende stoffen is niet hoger dan 10 mg per |
liter; | liter; |
14° het gehalte aan totaal zink is niet hoger dan 1 mg Zn per liter; | 14° het gehalte aan totaal zink is niet hoger dan 1 mg Zn per liter; |
15° het gehalte aan totaal arseen is niet hoger dan 0,3 mg As per | 15° het gehalte aan totaal arseen is niet hoger dan 0,3 mg As per |
liter; | liter; |
16° het gehalte aan totaal cerium is niet hoger dan 2 mg Ce per liter; | 16° het gehalte aan totaal cerium is niet hoger dan 2 mg Ce per liter; |
17° het gehalte aan boorzuur is niet hoger dan 4 mg per liter; | 17° het gehalte aan boorzuur is niet hoger dan 4 mg per liter; |
18° het gehalte aan totaal barium is niet hoger dan 3 mg Ba per liter; | 18° het gehalte aan totaal barium is niet hoger dan 3 mg Ba per liter; |
19° het gehalte aan totaal antimoon is niet hoger dan 0,3 mg Sb per | 19° het gehalte aan totaal antimoon is niet hoger dan 0,3 mg Sb per |
liter; | liter; |
20° het is vrij van oliën, vetten of andere zwevende stoffen waarvan | 20° het is vrij van oliën, vetten of andere zwevende stoffen waarvan |
duidelijk kan worden vastgesteld dat ze een zwevende laag vormen; | duidelijk kan worden vastgesteld dat ze een zwevende laag vormen; |
21° het is, behoudens uitdrukkelijke toestemming, vrij van de stoffen | 21° het is, behoudens uitdrukkelijke toestemming, vrij van de stoffen |
bedoeld in richtlijn 76/464/EEG en in de dochterrichtlijn genomen | bedoeld in richtlijn 76/464/EEG en in de dochterrichtlijn genomen |
overeenkomstig voormelde richtlijn, alsook in het besluit van 12 | overeenkomstig voormelde richtlijn, alsook in het besluit van 12 |
september 2002 tot aanpassing van de lijst van de relevante stoffen | september 2002 tot aanpassing van de lijst van de relevante stoffen |
bedoeld in het besluit van de Waalse Regering van 29 juni 2000 tot | bedoeld in het besluit van de Waalse Regering van 29 juni 2000 tot |
bescherming van het oppervlaktewater tegen verontreiniging door | bescherming van het oppervlaktewater tegen verontreiniging door |
bepaalde gevaarlijke stoffen. | bepaalde gevaarlijke stoffen. |
Art. 3.Industrieel afvalwater dat bij de vervaardiging en het gebruik |
Art. 3.Industrieel afvalwater dat bij de vervaardiging en het gebruik |
van vlakglas (rubrieken 26.11 en 26.12) in gewoon oppervlaktewater | van vlakglas (rubrieken 26.11 en 26.12) in gewoon oppervlaktewater |
wordt geloosd, voldoet bovendien aan de volgende voorwaarden : | wordt geloosd, voldoet bovendien aan de volgende voorwaarden : |
1° het gehalte aan totaal koper is niet hoger dan 0,5 mg Cu per liter; | 1° het gehalte aan totaal koper is niet hoger dan 0,5 mg Cu per liter; |
2° het gehalte aan totaal nikkel is niet hoger dan 0,5 mg Ni per | 2° het gehalte aan totaal nikkel is niet hoger dan 0,5 mg Ni per |
liter. | liter. |
Art. 4.Industrieel afvalwater dat bij de vervaardiging en het gebruik |
Art. 4.Industrieel afvalwater dat bij de vervaardiging en het gebruik |
van holglas (rubriek 26.13) in gewoon oppervlaktewater wordt geloosd, | van holglas (rubriek 26.13) in gewoon oppervlaktewater wordt geloosd, |
voldoet bovendien aan de volgende voorwaarden : | voldoet bovendien aan de volgende voorwaarden : |
1° het gehalte aan totaal chroom is niet hoger dan 0,5 mg Cr per | 1° het gehalte aan totaal chroom is niet hoger dan 0,5 mg Cr per |
liter; | liter; |
2° het gehalte aan totaal lood is niet hoger dan 0,5 mg Pb per liter; | 2° het gehalte aan totaal lood is niet hoger dan 0,5 mg Pb per liter; |
3° het gehalte aan totaal nikkel is niet hoger dan 0,2 mg Ni per | 3° het gehalte aan totaal nikkel is niet hoger dan 0,2 mg Ni per |
liter; | liter; |
4° het gehalte aan totaal tin is niet hoger dan 3 mg Sn per liter. | 4° het gehalte aan totaal tin is niet hoger dan 3 mg Sn per liter. |
Art. 5.Industrieel afvalwater dat bij de vervaardiging van glasvezels |
Art. 5.Industrieel afvalwater dat bij de vervaardiging van glasvezels |
(rubriek 26.14) in gewoon oppervlaktewater wordt geloosd, voldoet | (rubriek 26.14) in gewoon oppervlaktewater wordt geloosd, voldoet |
bovendien aan de volgende voorwaarden : | bovendien aan de volgende voorwaarden : |
1° het gehalte aan totaal chroom is niet hoger dan 0,5 mg Cr per | 1° het gehalte aan totaal chroom is niet hoger dan 0,5 mg Cr per |
liter; | liter; |
2° het gehalte aan totaal koper is niet hoger dan 0,5 mg Cu per liter; | 2° het gehalte aan totaal koper is niet hoger dan 0,5 mg Cu per liter; |
3° het gehalte aan totaal nikkel is niet hoger dan 0,3 mg Ni per | 3° het gehalte aan totaal nikkel is niet hoger dan 0,3 mg Ni per |
liter. | liter. |
Art. 6.Wat betreft het industrieel afvalwater dat bij de |
Art. 6.Wat betreft het industrieel afvalwater dat bij de |
vervaardiging en de bewerking van overig glas (rubriek 26.15) in | vervaardiging en de bewerking van overig glas (rubriek 26.15) in |
gewoon oppervlaktewater wordt geloosd, maken de in artikel 2 bedoelde | gewoon oppervlaktewater wordt geloosd, maken de in artikel 2 bedoelde |
parameters in voorkomend geval het voorwerp uit van een bijzondere | parameters in voorkomend geval het voorwerp uit van een bijzondere |
voorwaarde. | voorwaarde. |
Art. 7.Industrieel afvalwater dat in openbare rioleringen geloosd |
Art. 7.Industrieel afvalwater dat in openbare rioleringen geloosd |
wordt, voldoet aan de volgende voorwaarden : | wordt, voldoet aan de volgende voorwaarden : |
1° de pH-waarde ligt tussen 6 en 9.5. Als het voortkomt uit het | 1° de pH-waarde ligt tussen 6 en 9.5. Als het voortkomt uit het |
gebruik van gewoon oppervlaktewater en/of van grondwater, kan de | gebruik van gewoon oppervlaktewater en/of van grondwater, kan de |
natuurlijke pH-waarde als grenswaarde van de pH aangenomen worden als | natuurlijke pH-waarde als grenswaarde van de pH aangenomen worden als |
ze hoger is dan 9.5 of lager dan 6; | ze hoger is dan 9.5 of lager dan 6; |
2° de biochemische zuurstofbehoefte over vijf dagen bij 20 °C en bij | 2° de biochemische zuurstofbehoefte over vijf dagen bij 20 °C en bij |
aanwezigheid van allyl thio-ureum is niet hoger dan 1000 mg zuurstof | aanwezigheid van allyl thio-ureum is niet hoger dan 1000 mg zuurstof |
per liter; | per liter; |
3° de chemische zuurstofbehoefte is niet hoger dan 200 mg zuurstof per | 3° de chemische zuurstofbehoefte is niet hoger dan 200 mg zuurstof per |
liter; | liter; |
4° het gehalte aan zwevende stoffen is niet hoger dan 1 000 mg per | 4° het gehalte aan zwevende stoffen is niet hoger dan 1 000 mg per |
liter; | liter; |
5° de diameter van de zwevende stoffen bedraagt hoogstens 10 mm; | 5° de diameter van de zwevende stoffen bedraagt hoogstens 10 mm; |
6° het gehalte aan met petroleumether extraheerbare stoffen is niet | 6° het gehalte aan met petroleumether extraheerbare stoffen is niet |
hoger dan 500 mg per liter; | hoger dan 500 mg per liter; |
7° het is vrij van oliën, vetten of andere zwevende stoffen waarvan | 7° het is vrij van oliën, vetten of andere zwevende stoffen waarvan |
duidelijk kan worden vastgesteld dat ze een zwevende laag vormen; | duidelijk kan worden vastgesteld dat ze een zwevende laag vormen; |
8° de temperatuur is niet hoger dan 45 °C; | 8° de temperatuur is niet hoger dan 45 °C; |
9° het gehalte aan sulfaten is niet hoger dan 1 000 mg per liter; | 9° het gehalte aan sulfaten is niet hoger dan 1 000 mg per liter; |
10° het gehalte aan ammoniumstikstof is niet hoger dan 100 mg N per | 10° het gehalte aan ammoniumstikstof is niet hoger dan 100 mg N per |
liter; | liter; |
11° het gehalte aan fluorhoudende stoffen is niet hoger dan 25 mg per | 11° het gehalte aan fluorhoudende stoffen is niet hoger dan 25 mg per |
liter; | liter; |
12° het gehalte aan totaal zink is niet hoger dan 1 mg Zn per liter; | 12° het gehalte aan totaal zink is niet hoger dan 1 mg Zn per liter; |
13° het gehalte aan totaal arseen is niet hoger dan 0,3 mg As per | 13° het gehalte aan totaal arseen is niet hoger dan 0,3 mg As per |
liter; | liter; |
14° het gehalte aan boorzuur is niet hoger dan 4 mg per liter; | 14° het gehalte aan boorzuur is niet hoger dan 4 mg per liter; |
15° het gehalte aan totaal barium is niet hoger dan 3 mg Ba per liter; | 15° het gehalte aan totaal barium is niet hoger dan 3 mg Ba per liter; |
16° het gehalte aan totaal antimoon is niet hoger dan 0,3 mg Sb per | 16° het gehalte aan totaal antimoon is niet hoger dan 0,3 mg Sb per |
liter; | liter; |
17° het bevat geen opgelost ontvlambaar of ontplofbaar gas, noch | 17° het bevat geen opgelost ontvlambaar of ontplofbaar gas, noch |
producten die het vrijmaken van dergelijke gassen kunnen veroorzaken; | producten die het vrijmaken van dergelijke gassen kunnen veroorzaken; |
18° het is, behoudens uitdrukkelijke toestemming, vrij van de stoffen | 18° het is, behoudens uitdrukkelijke toestemming, vrij van de stoffen |
bedoeld in richtlijn 76/464/EEG en in de dochterrichtlijn genomen | bedoeld in richtlijn 76/464/EEG en in de dochterrichtlijn genomen |
overeenkomstig voormelde richtlijn, alsook in het besluit van 12 | overeenkomstig voormelde richtlijn, alsook in het besluit van 12 |
september 2002 tot aanpassing van de lijst van de relevante stoffen | september 2002 tot aanpassing van de lijst van de relevante stoffen |
bedoeld in het besluit van de Waalse Regering van 29 juni 2000 tot | bedoeld in het besluit van de Waalse Regering van 29 juni 2000 tot |
bescherming van het oppervlaktewater tegen verontreiniging door | bescherming van het oppervlaktewater tegen verontreiniging door |
bepaalde gevaarlijke stoffen. | bepaalde gevaarlijke stoffen. |
Art. 8.Industrieel afvalwater dat bij de vervaardiging en het gebruik |
Art. 8.Industrieel afvalwater dat bij de vervaardiging en het gebruik |
van vlakglas (rubrieken 26.11 en 26.12) in openbare rioleringen | van vlakglas (rubrieken 26.11 en 26.12) in openbare rioleringen |
geloosd wordt, voldoet bovendien aan de volgende voorwaarden : | geloosd wordt, voldoet bovendien aan de volgende voorwaarden : |
1° het gehalte aan totaal nikkel is niet hoger dan 5 mg Ni per liter; | 1° het gehalte aan totaal nikkel is niet hoger dan 5 mg Ni per liter; |
2° het gehalte aan totaal zilver is niet hoger dan 0,5 mg Ag per | 2° het gehalte aan totaal zilver is niet hoger dan 0,5 mg Ag per |
liter; | liter; |
3° het gehalte aan totaal koper is niet hoger dan 4 mg Cu per liter; | 3° het gehalte aan totaal koper is niet hoger dan 4 mg Cu per liter; |
4° het gehalte aan totaal cerium is niet hoger dan 5 mg Ce per liter. | 4° het gehalte aan totaal cerium is niet hoger dan 5 mg Ce per liter. |
Art. 9.Industrieel afvalwater dat bij de vervaardiging en het gebruik |
Art. 9.Industrieel afvalwater dat bij de vervaardiging en het gebruik |
van holglas (rubriek 26.13) in openbare rioleringen geloosd wordt, | van holglas (rubriek 26.13) in openbare rioleringen geloosd wordt, |
voldoet bovendien aan de volgende voorwaarden : | voldoet bovendien aan de volgende voorwaarden : |
1° het gehalte aan totaal chroom is niet hoger dan 2 mg Cr per liter; | 1° het gehalte aan totaal chroom is niet hoger dan 2 mg Cr per liter; |
2° het gehalte aan zeswaardig chroom is niet hoger dan 0,5 mg Cr per | 2° het gehalte aan zeswaardig chroom is niet hoger dan 0,5 mg Cr per |
liter; | liter; |
3° het gehalte aan totaal lood is niet hoger dan 3 mg Pb per liter; | 3° het gehalte aan totaal lood is niet hoger dan 3 mg Pb per liter; |
4° het gehalte aan totaal nikkel is niet hoger dan 1 mg Ni per liter; | 4° het gehalte aan totaal nikkel is niet hoger dan 1 mg Ni per liter; |
5° het gehalte aan totaal tin is niet hoger dan 3 mg Sn per liter. | 5° het gehalte aan totaal tin is niet hoger dan 3 mg Sn per liter. |
Art. 10.Industrieel afvalwater dat bij de vervaardiging van |
Art. 10.Industrieel afvalwater dat bij de vervaardiging van |
glasvezels (rubriek 26.14) in openbare rioleringen geloosd wordt, | glasvezels (rubriek 26.14) in openbare rioleringen geloosd wordt, |
voldoet bovendien aan de volgende voorwaarden : | voldoet bovendien aan de volgende voorwaarden : |
1° het gehalte aan totaal chroom is niet hoger dan 1 mg Cr per liter; | 1° het gehalte aan totaal chroom is niet hoger dan 1 mg Cr per liter; |
2° het gehalte aan totaal koper is niet hoger dan 0,5 mg Cu per liter; | 2° het gehalte aan totaal koper is niet hoger dan 0,5 mg Cu per liter; |
3° het gehalte aan totaal nikkel is niet hoger dan 0,3 mg Ni per | 3° het gehalte aan totaal nikkel is niet hoger dan 0,3 mg Ni per |
liter. | liter. |
Art. 11.Wat betreft het industrieel afvalwater dat bij de |
Art. 11.Wat betreft het industrieel afvalwater dat bij de |
vervaardiging en de bewerking van overig glas (rubriek 26.15) in | vervaardiging en de bewerking van overig glas (rubriek 26.15) in |
openbre rioleringen wordt geloosd, maken de in artikel 7 bedoelde | openbre rioleringen wordt geloosd, maken de in artikel 7 bedoelde |
parameters in voorkomend geval het voorwerp uit van een bijzondere | parameters in voorkomend geval het voorwerp uit van een bijzondere |
voorwaarde. | voorwaarde. |
Onderafdeling II. - Analyse- en monsternemingstechnieken | Onderafdeling II. - Analyse- en monsternemingstechnieken |
Art. 12.Voor de monsternemingen en de analyse van de gezamenlijke |
Art. 12.Voor de monsternemingen en de analyse van de gezamenlijke |
parameters bedoeld in de artikelen 2, 3, 4, 5, 7, 8, 9 en 10 van deze | parameters bedoeld in de artikelen 2, 3, 4, 5, 7, 8, 9 en 10 van deze |
sectorale voorwaarden wordt gebruik gemaakt van de technieken die | sectorale voorwaarden wordt gebruik gemaakt van de technieken die |
tegenwoordig toegepast worden of goedgekeurd zijn door het | tegenwoordig toegepast worden of goedgekeurd zijn door het |
referentielaboratorium van het Waalse Gewest. | referentielaboratorium van het Waalse Gewest. |
Art. 13.Wat betreft de voorwaarden bedoeld in de artikelen 2, 3, 4, |
Art. 13.Wat betreft de voorwaarden bedoeld in de artikelen 2, 3, 4, |
5, 7, 8, 9 en 10 van deze sectorale voorwaarde, wordt « totaal metaal | 5, 7, 8, 9 en 10 van deze sectorale voorwaarde, wordt « totaal metaal |
» gemeten aan de hand van een ongefilterd monster, aangezuurd bij PH2. | » gemeten aan de hand van een ongefilterd monster, aangezuurd bij PH2. |
Onderafdeling IV . - Overgangs-, opheffings- en slotbepalingen | Onderafdeling IV . - Overgangs-, opheffings- en slotbepalingen |
Art. 14.Het koninklijk besluit van 2 augustus 1985 tot vaststelling |
Art. 14.Het koninklijk besluit van 2 augustus 1985 tot vaststelling |
van de sectoriële voorwaarden voor de lozing van afvalwater, afkomstig | van de sectoriële voorwaarden voor de lozing van afvalwater, afkomstig |
van de sector van de glasnijverheid in de gewone oppervlaktewateren en | van de sector van de glasnijverheid in de gewone oppervlaktewateren en |
in de openbare riolen, wordt opgeheven. | in de openbare riolen, wordt opgeheven. |
Art. 15.Voor de inrichtingen die in werking zijn op de datum van |
Art. 15.Voor de inrichtingen die in werking zijn op de datum van |
inwerkingtreding van dit besluit, kan de bevoegde overheid voorzien in | inwerkingtreding van dit besluit, kan de bevoegde overheid voorzien in |
voorwaarden die niet zo streng zijn als deze sectorale voorwaarden. | voorwaarden die niet zo streng zijn als deze sectorale voorwaarden. |
Die bijzondere voorwaarden zijn hoe dan ook gelijk aan de vorige | Die bijzondere voorwaarden zijn hoe dan ook gelijk aan de vorige |
vergunning. De geldigheidsduur ervan verstrijkt uiterlijk 31 oktober | vergunning. De geldigheidsduur ervan verstrijkt uiterlijk 31 oktober |
2007. | 2007. |
Art. 16.Dit besluit treedt in werking op 1 februari 2003. |
Art. 16.Dit besluit treedt in werking op 1 februari 2003. |
Art. 17.De Minister van Leefmilieu is belast met de uitvoering van |
Art. 17.De Minister van Leefmilieu is belast met de uitvoering van |
dit besluit. | dit besluit. |
Namen, 16 januari 2003. | Namen, 16 januari 2003. |
De Minister-President, | De Minister-President, |
J.-Cl. VAN CAUWENBERGHE | J.-Cl. VAN CAUWENBERGHE |
De Minister van Ruimtelijke Ordening, Stedenbouw en Leefmilieu, | De Minister van Ruimtelijke Ordening, Stedenbouw en Leefmilieu, |
M. FORET | M. FORET |