Besluit van de Waalse Regering houdende sectorale voorwaarden inzake watergebruik i.v.m. de productie van gechloreerde C1-, C2-, C3-koolwaterstoffen en de polymeren ervan | Besluit van de Waalse Regering houdende sectorale voorwaarden inzake watergebruik i.v.m. de productie van gechloreerde C1-, C2-, C3-koolwaterstoffen en de polymeren ervan |
---|---|
MINISTERIE VAN HET WAALSE GEWEST | MINISTERIE VAN HET WAALSE GEWEST |
16 JANUARI 2003. - Besluit van de Waalse Regering houdende sectorale | 16 JANUARI 2003. - Besluit van de Waalse Regering houdende sectorale |
voorwaarden inzake watergebruik i.v.m. de productie van gechloreerde | voorwaarden inzake watergebruik i.v.m. de productie van gechloreerde |
C1-, C2-, C3-koolwaterstoffen en de polymeren ervan | C1-, C2-, C3-koolwaterstoffen en de polymeren ervan |
De Waalse Regering, | De Waalse Regering, |
Gelet op het decreet van 11 maart 1999 betreffende de | Gelet op het decreet van 11 maart 1999 betreffende de |
milieuvergunning; | milieuvergunning; |
Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 4 juli 2002 tot | Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 4 juli 2002 tot |
bepaling van de algemene voorwaarden voor de exploitatie van de | bepaling van de algemene voorwaarden voor de exploitatie van de |
inrichtingen bedoeld in het decreet van 11 maart 1999 betreffende de | inrichtingen bedoeld in het decreet van 11 maart 1999 betreffende de |
milieuvergunning; | milieuvergunning; |
Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 4 juli 2002 tot | Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 4 juli 2002 tot |
bepaling van de lijst van de aan een milieu effectstudie onderworpen | bepaling van de lijst van de aan een milieu effectstudie onderworpen |
projecten en van de ingedeelde installaties en activiteiten; | projecten en van de ingedeelde installaties en activiteiten; |
Gelet op het advies van de Adviescommissie voor de bescherming van het | Gelet op het advies van de Adviescommissie voor de bescherming van het |
oppervlaktewater tegen verontreiniging, uitgebracht op 15 februari | oppervlaktewater tegen verontreiniging, uitgebracht op 15 februari |
2002; | 2002; |
Gelet op het advies van de Raad van State, uitgebracht op 25 september | Gelet op het advies van de Raad van State, uitgebracht op 25 september |
2002, | 2002, |
Besluit : | Besluit : |
ENIG HOOFDSTUK. - Toepassingsgebied en lozingsvoorwaarden | ENIG HOOFDSTUK. - Toepassingsgebied en lozingsvoorwaarden |
Afdeling I. - Toepassingsgebied | Afdeling I. - Toepassingsgebied |
Artikel 1.Deze voorwaarden zijn van toepassing op de activiteiten en |
Artikel 1.Deze voorwaarden zijn van toepassing op de activiteiten en |
installaties die ingedeeld zijn onder volgende rubriek : Nr. 24.14.06. | installaties die ingedeeld zijn onder volgende rubriek : Nr. 24.14.06. |
: Door zoutstoffen gesubstitueerde alifatische/aromatische | : Door zoutstoffen gesubstitueerde alifatische/aromatische |
koolwaterstoffen, alleen de gechloreerde C1-, C2-, C3-koolwaterstoffen | koolwaterstoffen, alleen de gechloreerde C1-, C2-, C3-koolwaterstoffen |
en de polymeren ervan. | en de polymeren ervan. |
Voor de toepassing van dit besluit wordt de sector in subsectoren | Voor de toepassing van dit besluit wordt de sector in subsectoren |
onderverdeeld, met name : | onderverdeeld, met name : |
1° Subsector I : productie van vinylchloride; | 1° Subsector I : productie van vinylchloride; |
2° Subsector II : productie van gechloreerde C1-, C2-, | 2° Subsector II : productie van gechloreerde C1-, C2-, |
C3-oplosmiddelen zonder gebruik op de site. Voor de relevante | C3-oplosmiddelen zonder gebruik op de site. Voor de relevante |
verbindingen wordt een onderscheid gemaakt tussen de verschillende | verbindingen wordt een onderscheid gemaakt tussen de verschillende |
producties. | producties. |
Afdeling II. - Lozingsvoorwaarden | Afdeling II. - Lozingsvoorwaarden |
Onderafdeling I. - Voorwaarden voor lozingen in gewoon | Onderafdeling I. - Voorwaarden voor lozingen in gewoon |
oppervlaktewater | oppervlaktewater |
Art. 2.Industrieel afvalwater dat in gewoon oppervlaktewater wordt |
Art. 2.Industrieel afvalwater dat in gewoon oppervlaktewater wordt |
geloosd, voldoet aan de volgende voorwaarden : | geloosd, voldoet aan de volgende voorwaarden : |
1° voor subsector I ligt de pH-waarde tussen 6,5 en 10. Als het | 1° voor subsector I ligt de pH-waarde tussen 6,5 en 10. Als het |
voortkomt uit het gebruik van gewoon oppervlaktewater en/of van | voortkomt uit het gebruik van gewoon oppervlaktewater en/of van |
grondwater, kan de natuurlijke pH-waarde als grenswaarde van de pH | grondwater, kan de natuurlijke pH-waarde als grenswaarde van de pH |
aangenomen worden als ze hoger is dan 10 of lager dan 6,5; | aangenomen worden als ze hoger is dan 10 of lager dan 6,5; |
voor subsector II ligt de pH-waarde tussen 6,5 en 9. Als het voortkomt | voor subsector II ligt de pH-waarde tussen 6,5 en 9. Als het voortkomt |
uit het gebruik van gewoon oppervlaktewater en/of van grondwater, kan | uit het gebruik van gewoon oppervlaktewater en/of van grondwater, kan |
de natuurlijke pH-waarde als grenswaarde van de pH aangenomen worden | de natuurlijke pH-waarde als grenswaarde van de pH aangenomen worden |
als ze hoger is dan 9 of lager dan 6,5; | als ze hoger is dan 9 of lager dan 6,5; |
2° de biochemische zuurstofbehoefte over vijf dagen bij 20 °C en bij | 2° de biochemische zuurstofbehoefte over vijf dagen bij 20 °C en bij |
aanwezigheid van allyl thio-ureum is niet hoger dan 100 mg per liter; | aanwezigheid van allyl thio-ureum is niet hoger dan 100 mg per liter; |
3° de chemische zuurstofbehoefte is niet hoger dan 250 mg per liter en | 3° de chemische zuurstofbehoefte is niet hoger dan 250 mg per liter en |
het gehalte aan totaal organische koolstof is niet hoger dan 125 mg | het gehalte aan totaal organische koolstof is niet hoger dan 125 mg |
per liter; | per liter; |
4° het gehalte aan zwevende stoffen is niet hoger dan 60 mg per liter; | 4° het gehalte aan zwevende stoffen is niet hoger dan 60 mg per liter; |
5° het gehalte aan bezinkbare stoffen is niet hoger dan 0,5 ml per | 5° het gehalte aan bezinkbare stoffen is niet hoger dan 0,5 ml per |
liter (statische bezinking gedurende 2 uur); | liter (statische bezinking gedurende 2 uur); |
6° het gehalte aan niet-polaire koolwaterstoffen is niet hoger dan 5 | 6° het gehalte aan niet-polaire koolwaterstoffen is niet hoger dan 5 |
mg per liter; | mg per liter; |
7° het gehalte aan anionactieve, kationactieve en niet-ionogene | 7° het gehalte aan anionactieve, kationactieve en niet-ionogene |
wasmiddelen is niet hoger dan 3 mg per liter; | wasmiddelen is niet hoger dan 3 mg per liter; |
8° het gehalte aan ammoniumstikstof is niet hoger dan 5 mg N per liter | 8° het gehalte aan ammoniumstikstof is niet hoger dan 5 mg N per liter |
voor elke lozing van 3300 kg N-Kjeldahl of meer per maand voorafgaande | voor elke lozing van 3300 kg N-Kjeldahl of meer per maand voorafgaande |
aan de zuivering; | aan de zuivering; |
9° het gehalte aan actief chloor is niet hoger dan 1 mg per liter; | 9° het gehalte aan actief chloor is niet hoger dan 1 mg per liter; |
10° het gehalte aan totaal koper is niet hoger dan 2 mg Cu per liter; | 10° het gehalte aan totaal koper is niet hoger dan 2 mg Cu per liter; |
11° de temperatuur is niet hoger dan 30 °C; | 11° de temperatuur is niet hoger dan 30 °C; |
12° het is vrij van oliën, vetten of andere zwevende stoffen waarvan | 12° het is vrij van oliën, vetten of andere zwevende stoffen waarvan |
duidelijk kan worden vastgesteld dat ze een zwevende laag vormen; | duidelijk kan worden vastgesteld dat ze een zwevende laag vormen; |
13° voor subsector I is het gehalte aan koolstoftetrachloride (CCL4) | 13° voor subsector I is het gehalte aan koolstoftetrachloride (CCL4) |
niet hoger dan 1 mg per liter. Voor subsector IIuu is het gehalte aan | niet hoger dan 1 mg per liter. Voor subsector IIuu is het gehalte aan |
koolstoftetrachloride (CCL4) niet hoger dan het in gehalte vermeld in | koolstoftetrachloride (CCL4) niet hoger dan het in gehalte vermeld in |
tabel I van de bijlage bij dit besluit aangezien vluchtige stoffen | tabel I van de bijlage bij dit besluit aangezien vluchtige stoffen |
moeten voldoen aan de lozingsvoorwaarden stroomopwaarts van elke | moeten voldoen aan de lozingsvoorwaarden stroomopwaarts van elke |
behandelingsinstallatie met beluchtingssysteem; | behandelingsinstallatie met beluchtingssysteem; |
14° voor subsector I is het gehalte aan chloroform niet hoger dan 3 mg | 14° voor subsector I is het gehalte aan chloroform niet hoger dan 3 mg |
per liter. Voor subsector II is het gehalte aan chloroform niet hoger | per liter. Voor subsector II is het gehalte aan chloroform niet hoger |
dan het gehalte vermeld in tabel II van de bijlage bij dit besluit | dan het gehalte vermeld in tabel II van de bijlage bij dit besluit |
aangezien vluchtige stoffen moeten voldoen aan de lozingsvoorwaarden | aangezien vluchtige stoffen moeten voldoen aan de lozingsvoorwaarden |
stroomopwaarts van elke behandelingsinstallatie met | stroomopwaarts van elke behandelingsinstallatie met |
beluchtingssysteem; | beluchtingssysteem; |
15° voor subsector I is het gehalte aan 1,2-dichloorethaan niet hoger | 15° voor subsector I is het gehalte aan 1,2-dichloorethaan niet hoger |
dan 2,5 mg per liter uitgedrukt in maandelijkse gemiddelde | dan 2,5 mg per liter uitgedrukt in maandelijkse gemiddelde |
concentratie en 5 g per ton productiecapaciteit voor gezuiverd EDC | concentratie en 5 g per ton productiecapaciteit voor gezuiverd EDC |
uitgedrukt in maandelijkse gemiddelde last; Voor subsector II is het | uitgedrukt in maandelijkse gemiddelde last; Voor subsector II is het |
gehalte aan 1,2-dichloorethaan niet hoger dan het gehalte vermeld in | gehalte aan 1,2-dichloorethaan niet hoger dan het gehalte vermeld in |
tabel III van de bijlage bij dit besluit aangezien vluchtige stoffen | tabel III van de bijlage bij dit besluit aangezien vluchtige stoffen |
moeten voldoen aan de lozingsvoorwaarden stroomopwaarts van elke | moeten voldoen aan de lozingsvoorwaarden stroomopwaarts van elke |
behandelingsinstallatie met beluchtingssysteem; | behandelingsinstallatie met beluchtingssysteem; |
16° voor subsector I is het gehalte aan vinylchloride (VCM) niet hoger | 16° voor subsector I is het gehalte aan vinylchloride (VCM) niet hoger |
dan 2 mg per liter aangezien vluchtige stoffen moeten voldoen aan de | dan 2 mg per liter aangezien vluchtige stoffen moeten voldoen aan de |
lozingsvoorwaarden stroomopwaarts van elke behandelingsinstallatie met | lozingsvoorwaarden stroomopwaarts van elke behandelingsinstallatie met |
beluchtingssysteem; | beluchtingssysteem; |
17° voor subsector II worden de gehalten aan trichloorethyleen vermeld | 17° voor subsector II worden de gehalten aan trichloorethyleen vermeld |
in tabel IV van de bijlage bij dit besluit aangezien vluchtige stoffen | in tabel IV van de bijlage bij dit besluit aangezien vluchtige stoffen |
moeten voldoen aan de lozingsvoorwaarden stroomopwaarts van elke | moeten voldoen aan de lozingsvoorwaarden stroomopwaarts van elke |
behandelingsinstallatie met beluchtingssysteem; | behandelingsinstallatie met beluchtingssysteem; |
18° Voor subsector II worden de gehalten aan perchloorethyleen vermeld | 18° Voor subsector II worden de gehalten aan perchloorethyleen vermeld |
in tabel V van de bijlage bij dit besluit aangezien vluchtige stoffen | in tabel V van de bijlage bij dit besluit aangezien vluchtige stoffen |
moeten voldoen aan de lozingsvoorwaarden stroomopwaarts van elke | moeten voldoen aan de lozingsvoorwaarden stroomopwaarts van elke |
behandelingsinstallatie met beluchtingssysteem; | behandelingsinstallatie met beluchtingssysteem; |
19° voor subsector I is het gehalte aan dioxinen (I-TEQ) niet hoger | 19° voor subsector I is het gehalte aan dioxinen (I-TEQ) niet hoger |
dan 0,2 ng per liter; | dan 0,2 ng per liter; |
20° voor subsector II is de som van de gehalten aan hexachloorbenzeen | 20° voor subsector II is de som van de gehalten aan hexachloorbenzeen |
en pentachloorbenzeen niet hoger dan 0,002 mg per liter; | en pentachloorbenzeen niet hoger dan 0,002 mg per liter; |
21° voor subsector I is het gehalte aan hexachloorbutadieen niet hoger | 21° voor subsector I is het gehalte aan hexachloorbutadieen niet hoger |
dan het gehalte vermeld in tabel VI van bijlage bij dit besluit; | dan het gehalte vermeld in tabel VI van bijlage bij dit besluit; |
22° voor subsector II is het gehalte aan hexachloorbenzeen niet hoger | 22° voor subsector II is het gehalte aan hexachloorbenzeen niet hoger |
dan 1,5 mg per liter uitgedrukt in maandelijkse gemiddelde | dan 1,5 mg per liter uitgedrukt in maandelijkse gemiddelde |
concentratie en 1,5 g per ton totale productiecapaciteit; | concentratie en 1,5 g per ton totale productiecapaciteit; |
23° de som van de in dagelijks gemiddelde uitgedrukte gehalten aan | 23° de som van de in dagelijks gemiddelde uitgedrukte gehalten aan |
chlooretheen, chloorethaan, dichlooretheen, dichloorethaan, | chlooretheen, chloorethaan, dichlooretheen, dichloorethaan, |
chloroform, tetrachloormethaan, trichlooretheen, trichloorethaan, | chloroform, tetrachloormethaan, trichlooretheen, trichloorethaan, |
tetrachlooretheen is niet hoger dan 20 mg per liter aangezien | tetrachlooretheen is niet hoger dan 20 mg per liter aangezien |
vluchtige stoffen moeten voldoen aan de lozingsvoorwaarden | vluchtige stoffen moeten voldoen aan de lozingsvoorwaarden |
stroomopwaarts van elke behandelingsinstallatie met | stroomopwaarts van elke behandelingsinstallatie met |
beluchtingssysteem; | beluchtingssysteem; |
24° het is, behoudens uitdrukkelijke toestemming, vrij van de stoffen | 24° het is, behoudens uitdrukkelijke toestemming, vrij van de stoffen |
bedoeld in richtlijn 76/464/EEG en in de dochterrichtlijnen genomen | bedoeld in richtlijn 76/464/EEG en in de dochterrichtlijnen genomen |
overeenkomstig voormelde richtlijn, alsook in het besluit van 12 | overeenkomstig voormelde richtlijn, alsook in het besluit van 12 |
september 2002 tot aanpassing van de lijst van de relevante stoffen | september 2002 tot aanpassing van de lijst van de relevante stoffen |
bedoeld in het besluit van de Waalse Regering van 29 juni 2000 tot | bedoeld in het besluit van de Waalse Regering van 29 juni 2000 tot |
bescherming van het oppervlaktewater tegen verontreiniging door | bescherming van het oppervlaktewater tegen verontreiniging door |
bepaalde gevaarlijke stoffen; | bepaalde gevaarlijke stoffen; |
25° wanneer de sectorale lozingsvoorwaarden in concentratie en in | 25° wanneer de sectorale lozingsvoorwaarden in concentratie en in |
gewicht van de geloosde stof per unitaire productiecapaciteit | gewicht van de geloosde stof per unitaire productiecapaciteit |
uitgedrukt worden, zijn de gewichtsvoorwaarden doorslaggevend ten | uitgedrukt worden, zijn de gewichtsvoorwaarden doorslaggevend ten |
opzichte van de concentratievoorwaarden die aangepast kunnen worden | opzichte van de concentratievoorwaarden die aangepast kunnen worden |
naar gelang van het reële volume van het geloosde water; | naar gelang van het reële volume van het geloosde water; |
26° wanneer de sectorale lozingsvoorwaarden in maandelijks gemiddelde | 26° wanneer de sectorale lozingsvoorwaarden in maandelijks gemiddelde |
uitgedrukt worden, zijn de in dagelijks gemiddelde uitgedrukte waarden | uitgedrukt worden, zijn de in dagelijks gemiddelde uitgedrukte waarden |
gelijk aan het dubbel van de in maandelijks gemiddelde uitgedrukte | gelijk aan het dubbel van de in maandelijks gemiddelde uitgedrukte |
waarden; | waarden; |
27° het regenwater dat over niet-ingesloten oppervlakten stroomt, | 27° het regenwater dat over niet-ingesloten oppervlakten stroomt, |
wordt afzonderlijk opgevangen en gecontroleerd. | wordt afzonderlijk opgevangen en gecontroleerd. |
Onderafdeling II. - Voorwaarden voor lozingen in openbare rioleringen | Onderafdeling II. - Voorwaarden voor lozingen in openbare rioleringen |
Art. 3.Industrieel afvalwater dat in openbare rioleringen geloosd |
Art. 3.Industrieel afvalwater dat in openbare rioleringen geloosd |
wordt, voldoet aan de volgende voorwaarden: | wordt, voldoet aan de volgende voorwaarden: |
1° de pH-waarde ligt tussen 6 en 9.5. Als het voortkomt uit het | 1° de pH-waarde ligt tussen 6 en 9.5. Als het voortkomt uit het |
gebruik van gewoon oppervlaktewater en/of van grondwater, kan de | gebruik van gewoon oppervlaktewater en/of van grondwater, kan de |
natuurlijke pH-waarde als grenswaarde van de pH aangenomen worden als | natuurlijke pH-waarde als grenswaarde van de pH aangenomen worden als |
ze hoger is dan 9.5 of lager dan 6; | ze hoger is dan 9.5 of lager dan 6; |
2° de chemische zuurstofbehoefte is niet hoger dan 2 000 mg per liter | 2° de chemische zuurstofbehoefte is niet hoger dan 2 000 mg per liter |
en het gehalte aan totaal organische koolstof is niet hoger dan 1 000 | en het gehalte aan totaal organische koolstof is niet hoger dan 1 000 |
mg per liter; | mg per liter; |
3° het gehalte aan zwevende stoffen is niet hoger dan 1 000 mg per | 3° het gehalte aan zwevende stoffen is niet hoger dan 1 000 mg per |
liter; | liter; |
4° het gehalte aan bezinkbare stoffen is niet hoger dan 200 ml per | 4° het gehalte aan bezinkbare stoffen is niet hoger dan 200 ml per |
liter (statische bezinking gedurende 2 uur); | liter (statische bezinking gedurende 2 uur); |
5° het gehalte aan niet-polaire koolwaterstoffen is niet hoger dan 5 | 5° het gehalte aan niet-polaire koolwaterstoffen is niet hoger dan 5 |
mg per liter; | mg per liter; |
6° het gehalte aan anionactieve, kationactieve en niet-ionogene | 6° het gehalte aan anionactieve, kationactieve en niet-ionogene |
wasmiddelen is niet hoger dan 15 mg per liter; | wasmiddelen is niet hoger dan 15 mg per liter; |
7° het gehalte aan chloriden is niet hoger dan 2 000 mg per liter; | 7° het gehalte aan chloriden is niet hoger dan 2 000 mg per liter; |
8° het gehalte aan sulfaten is niet hoger dan 2 000 mg per liter; | 8° het gehalte aan sulfaten is niet hoger dan 2 000 mg per liter; |
9° het gehalte aan actief chloor is niet hoger dan 1 mg per liter; | 9° het gehalte aan actief chloor is niet hoger dan 1 mg per liter; |
10° het gehalte aan totaal koper is niet hoger dan 2 mg Cu per liter; | 10° het gehalte aan totaal koper is niet hoger dan 2 mg Cu per liter; |
11° voor subsector I is het gehalte aan koolstoftetrachloride (CCL4) | 11° voor subsector I is het gehalte aan koolstoftetrachloride (CCL4) |
niet hoger dan 1 mg per liter. Voor subsector II is het gehalte aan | niet hoger dan 1 mg per liter. Voor subsector II is het gehalte aan |
koolstoftetrachloride (CCL4) niet hoger dan het gehalte vermeld in | koolstoftetrachloride (CCL4) niet hoger dan het gehalte vermeld in |
tabel I van de bijlage bij dit besluit aangezien vluchtige stoffen | tabel I van de bijlage bij dit besluit aangezien vluchtige stoffen |
moeten voldoen aan de lozingsvoorwaarden stroomopwaarts van elke | moeten voldoen aan de lozingsvoorwaarden stroomopwaarts van elke |
behandelingsinstallatie met beluchtingssysteem; | behandelingsinstallatie met beluchtingssysteem; |
12° voor installaties die kwikhoudende katalysatoren gebruikten, is | 12° voor installaties die kwikhoudende katalysatoren gebruikten, is |
het gehalte aan totaal kwik niet hoger dan 0,05 mg Hg per liter | het gehalte aan totaal kwik niet hoger dan 0,05 mg Hg per liter |
uitgedrukt in maandelijks gemiddelde concentratie en is de in | uitgedrukt in maandelijks gemiddelde concentratie en is de in |
maandelijks gemiddelde uitgedrukte geloosde kwikhoeveelheid niet hoger | maandelijks gemiddelde uitgedrukte geloosde kwikhoeveelheid niet hoger |
dan 0,1 g Hg per ton productiecapaciteit voor vinylchloride; | dan 0,1 g Hg per ton productiecapaciteit voor vinylchloride; |
13° voor subsector I is het gehalte aan chloroform niet hoger dan 3 mg | 13° voor subsector I is het gehalte aan chloroform niet hoger dan 3 mg |
per liter. Voor subsector II is het gehalte aan chloroform niet hoger | per liter. Voor subsector II is het gehalte aan chloroform niet hoger |
dan het gehalte vermeld in tabel II van de bijlage bij dit besluit | dan het gehalte vermeld in tabel II van de bijlage bij dit besluit |
aangezien vluchtige stoffen moeten voldoen aan de lozingsvoorwaarden | aangezien vluchtige stoffen moeten voldoen aan de lozingsvoorwaarden |
stroomopwaarts van elke behandelingsinstallatie met | stroomopwaarts van elke behandelingsinstallatie met |
beluchtingssysteem; | beluchtingssysteem; |
14° voor subsector I is het gehalte aan 1,2-dichloorethaan niet hoger | 14° voor subsector I is het gehalte aan 1,2-dichloorethaan niet hoger |
dan 2,5 mg per liter uitgedrukt in maandelijkse gemiddelde | dan 2,5 mg per liter uitgedrukt in maandelijkse gemiddelde |
concentratie en 5 g per ton productiecapaciteit voor gezuiverd EDC | concentratie en 5 g per ton productiecapaciteit voor gezuiverd EDC |
uitgedrukt in maandelijkse gemiddelde last; Voor subsector II is het | uitgedrukt in maandelijkse gemiddelde last; Voor subsector II is het |
gehalte aan 1,2-dichloorethaan niet hoger dan het gehalte vermeld in | gehalte aan 1,2-dichloorethaan niet hoger dan het gehalte vermeld in |
tabel III van de bijlage bij dit besluit aangezien vluchtige stoffen | tabel III van de bijlage bij dit besluit aangezien vluchtige stoffen |
moeten voldoen aan de lozingsvoorwaarden stroomopwaarts van elke | moeten voldoen aan de lozingsvoorwaarden stroomopwaarts van elke |
behandelingsinstallatie met beluchtingssysteem; | behandelingsinstallatie met beluchtingssysteem; |
15° voor subsector I is het gehalte aan vinylchloride (VCM) niet hoger | 15° voor subsector I is het gehalte aan vinylchloride (VCM) niet hoger |
dan 2 mg per liter aangezien vluchtige stoffen moeten voldoen aan de | dan 2 mg per liter aangezien vluchtige stoffen moeten voldoen aan de |
lozingsvoorwaarden stroomopwaarts van elke behandelingsinstallatie met | lozingsvoorwaarden stroomopwaarts van elke behandelingsinstallatie met |
beluchtingssysteem; | beluchtingssysteem; |
16° voor subsector II worden de gehalten aan trichloorethyleen vermeld | 16° voor subsector II worden de gehalten aan trichloorethyleen vermeld |
in tabel IV van de bijlage bij dit besluit aangezien vluchtige stoffen | in tabel IV van de bijlage bij dit besluit aangezien vluchtige stoffen |
moeten voldoen aan de lozingsvoorwaarden stroomopwaarts van elke | moeten voldoen aan de lozingsvoorwaarden stroomopwaarts van elke |
behandelingsinstallatie met beluchtingssysteem; | behandelingsinstallatie met beluchtingssysteem; |
17° voor subsector II worden de gehalten aan perchloorethyleen vermeld | 17° voor subsector II worden de gehalten aan perchloorethyleen vermeld |
in tabel V van de bijlage bij dit besluit aangezien vluchtige stoffen | in tabel V van de bijlage bij dit besluit aangezien vluchtige stoffen |
moeten voldoen aan de lozingsvoorwaarden stroomopwaarts van elke | moeten voldoen aan de lozingsvoorwaarden stroomopwaarts van elke |
behandelingsinstallatie met beluchtingssysteem; | behandelingsinstallatie met beluchtingssysteem; |
18° voor subsector I is het gehalte aan dioxinen (I-TEQ) niet hoger | 18° voor subsector I is het gehalte aan dioxinen (I-TEQ) niet hoger |
dan 0,2 ng per liter; | dan 0,2 ng per liter; |
19° voor subsector II is de som van de gehalten aan hexachloorbenzeen | 19° voor subsector II is de som van de gehalten aan hexachloorbenzeen |
en pentachloorbenzeen niet hoger dan 0,002 mg per liter; | en pentachloorbenzeen niet hoger dan 0,002 mg per liter; |
20° voor subsector I is het gehalte aan hexachloorbutadieen niet hoger | 20° voor subsector I is het gehalte aan hexachloorbutadieen niet hoger |
dan het gehalte vermeld in tabel VI van de bijlage bij dit besluit; | dan het gehalte vermeld in tabel VI van de bijlage bij dit besluit; |
21° voor subsector II is het gehalte aan hexachloorbenzeen niet hoger | 21° voor subsector II is het gehalte aan hexachloorbenzeen niet hoger |
dan 1,5 mg per liter uitgedrukt in maandelijkse gemiddelde | dan 1,5 mg per liter uitgedrukt in maandelijkse gemiddelde |
concentratie en 1,5 g per ton totale productiecapaciteit; | concentratie en 1,5 g per ton totale productiecapaciteit; |
22° de som van de in dagelijks gemiddelde uitgedrukte gehalten aan | 22° de som van de in dagelijks gemiddelde uitgedrukte gehalten aan |
chlooretheen, chloorethaan, dichlooretheen, dichloorethaan, | chlooretheen, chloorethaan, dichlooretheen, dichloorethaan, |
chloroform, tetrachloormethaan, trichlooretheen, trichloorethaan, | chloroform, tetrachloormethaan, trichlooretheen, trichloorethaan, |
tetrachlooretheen is niet hoger dan 20 mg per liter aangezien | tetrachlooretheen is niet hoger dan 20 mg per liter aangezien |
vluchtige stoffen moeten voldoen aan de lozingsvoorwaarden | vluchtige stoffen moeten voldoen aan de lozingsvoorwaarden |
stroomopwaarts van elke behandelingsinstallatie met | stroomopwaarts van elke behandelingsinstallatie met |
beluchtingssysteem; | beluchtingssysteem; |
23° de diameter van de zwevende stoffen bedraagt hoogstens 10 mm; | 23° de diameter van de zwevende stoffen bedraagt hoogstens 10 mm; |
24° het gehalte aan met petroleumether extraheerbare stoffen is niet | 24° het gehalte aan met petroleumether extraheerbare stoffen is niet |
hoger dan 500 mg per liter; | hoger dan 500 mg per liter; |
25° de temperatuur is niet hoger dan 30 °C; | 25° de temperatuur is niet hoger dan 30 °C; |
26° het is vrij van oliën, vetten of andere zwevende stoffen waarvan | 26° het is vrij van oliën, vetten of andere zwevende stoffen waarvan |
duidelijk kan worden vastgesteld dat ze een zwevende laag vormen; | duidelijk kan worden vastgesteld dat ze een zwevende laag vormen; |
27° het bevat geen opgelost ontvlambaar of ontplofbaar gas, noch | 27° het bevat geen opgelost ontvlambaar of ontplofbaar gas, noch |
producten die het vrijmaken van dergelijke gassen kunnen veroorzaken; | producten die het vrijmaken van dergelijke gassen kunnen veroorzaken; |
28° het is, behoudens uitdrukkelijke toestemming, vrij van de stoffen | 28° het is, behoudens uitdrukkelijke toestemming, vrij van de stoffen |
bedoeld in richtlijn 76/464/EEG en in de dochterrichtlijnen genomen | bedoeld in richtlijn 76/464/EEG en in de dochterrichtlijnen genomen |
overeenkomstig voormelde richtlijn, alsook in het besluit van 12 | overeenkomstig voormelde richtlijn, alsook in het besluit van 12 |
september 2002 tot aanpassing van de lijst van de relevante stoffen | september 2002 tot aanpassing van de lijst van de relevante stoffen |
bedoeld in het besluit van de Waalse Regering van 29 juni 2000 tot | bedoeld in het besluit van de Waalse Regering van 29 juni 2000 tot |
bescherming van het oppervlaktewater tegen verontreiniging door | bescherming van het oppervlaktewater tegen verontreiniging door |
bepaalde gevaarlijke stoffen; | bepaalde gevaarlijke stoffen; |
29° wanneer de sectorale lozingsvoorwaarden in concentratie en in | 29° wanneer de sectorale lozingsvoorwaarden in concentratie en in |
gewicht van de geloosde stof per unitaire productiecapaciteit | gewicht van de geloosde stof per unitaire productiecapaciteit |
uitgedrukt worden, zijn de gewichtsvoorwaarden doorslaggevend ten | uitgedrukt worden, zijn de gewichtsvoorwaarden doorslaggevend ten |
opzichte van de concentratievoorwaarden die aangepast kunnen worden | opzichte van de concentratievoorwaarden die aangepast kunnen worden |
naar gelang van het reële volume van het geloosde water; | naar gelang van het reële volume van het geloosde water; |
30° wanneer de sectorale lozingsvoorwaarden in maandelijks gemiddelde | 30° wanneer de sectorale lozingsvoorwaarden in maandelijks gemiddelde |
uitgedrukt worden, zijn de in dagelijks gemiddelde uitgedrukte waarden | uitgedrukt worden, zijn de in dagelijks gemiddelde uitgedrukte waarden |
gelijk aan het dubbel van de in maandelijks gemiddelde uitgedrukte | gelijk aan het dubbel van de in maandelijks gemiddelde uitgedrukte |
waarden; | waarden; |
31° het regenwater dat over niet-ingesloten oppervlakten stroomt, | 31° het regenwater dat over niet-ingesloten oppervlakten stroomt, |
wordt afzonderlijk opgevangen en gecontroleerd. | wordt afzonderlijk opgevangen en gecontroleerd. |
Onderafdeling III - Referentievolumes | Onderafdeling III - Referentievolumes |
Art. 4.De lozingsvoorwaarden voor de installaties bedoeld in artikel |
Art. 4.De lozingsvoorwaarden voor de installaties bedoeld in artikel |
1 worden vastgelegd op grond van de volgende specifieke | 1 worden vastgelegd op grond van de volgende specifieke |
referentievolumes : | referentievolumes : |
- voor subsector I : 1,1 m3/ton geproduceerd VCM, zowel voor de | - voor subsector I : 1,1 m3/ton geproduceerd VCM, zowel voor de |
bestaande als voor de nieuwe installaties; | bestaande als voor de nieuwe installaties; |
- voor subsector II : 1,1 m3/ton vervaardigd product, zowel voor de | - voor subsector II : 1,1 m3/ton vervaardigd product, zowel voor de |
bestaande als voor de nieuwe installaties. | bestaande als voor de nieuwe installaties. |
Onderafdeling IV. - Analyse- en monsternemingstechnieken | Onderafdeling IV. - Analyse- en monsternemingstechnieken |
Art. 5.Voor de monsternemingen en de analyse van de gezamenlijke |
Art. 5.Voor de monsternemingen en de analyse van de gezamenlijke |
parameters bedoeld in de artikelen 2 en 3 van deze sectorale | parameters bedoeld in de artikelen 2 en 3 van deze sectorale |
voorwaarden wordt gebruik gemaakt van de technieken die tegenwoordig | voorwaarden wordt gebruik gemaakt van de technieken die tegenwoordig |
toegepast worden of goedgekeurd zijn door het referentielaboratorium | toegepast worden of goedgekeurd zijn door het referentielaboratorium |
van het Waalse Gewest. | van het Waalse Gewest. |
Art. 6.Wat betreft de voorwaarden bedoeld in de artikelen 2 en 3 van |
Art. 6.Wat betreft de voorwaarden bedoeld in de artikelen 2 en 3 van |
dit besluit, wordt "totaal metaal" gemeten aan de hand van een | dit besluit, wordt "totaal metaal" gemeten aan de hand van een |
ongefilterd monster, aangezuurd bij PH2. | ongefilterd monster, aangezuurd bij PH2. |
Onderafdeling VI. - Overgangs-, opheffings- en slotbepalingen | Onderafdeling VI. - Overgangs-, opheffings- en slotbepalingen |
Art. 7.Het koninklijk besluit van 22 februari 1988 tot vaststelling |
Art. 7.Het koninklijk besluit van 22 februari 1988 tot vaststelling |
van de sectoriële voorwaarden voor de lozing, in de gewone | van de sectoriële voorwaarden voor de lozing, in de gewone |
oppervlaktewateren en in de openbare riolen, van afvalwater afkomstig | oppervlaktewateren en in de openbare riolen, van afvalwater afkomstig |
van de productie van de chloorkoolwaterstoffen, wordt opgeheven. | van de productie van de chloorkoolwaterstoffen, wordt opgeheven. |
Art. 8.Voor de inrichtingen die in werking zijn op de datum van |
Art. 8.Voor de inrichtingen die in werking zijn op de datum van |
inwerkingtreding van dit besluit, kan de bevoegde overheid voorzien in | inwerkingtreding van dit besluit, kan de bevoegde overheid voorzien in |
voorwaarden die niet zo streng zijn als deze sectorale voorwaarden. | voorwaarden die niet zo streng zijn als deze sectorale voorwaarden. |
Die bijzondere voorwaarden zijn hoe dan ook gelijk aan de vorige | Die bijzondere voorwaarden zijn hoe dan ook gelijk aan de vorige |
vergunning. De geldigheidsduur ervan verstrijkt uiterlijk 31 oktober | vergunning. De geldigheidsduur ervan verstrijkt uiterlijk 31 oktober |
2007. | 2007. |
Art. 9.Dit besluit treedt in werking op 1 februari 2003. |
Art. 9.Dit besluit treedt in werking op 1 februari 2003. |
Art. 10.De Minister van Leefmilieu is belast met de uitvoering van |
Art. 10.De Minister van Leefmilieu is belast met de uitvoering van |
dit besluit. | dit besluit. |
Namen, 16 januari 2003. | Namen, 16 januari 2003. |
De Minister-President, | De Minister-President, |
J.-Cl. VAN CAUWENBERGHE | J.-Cl. VAN CAUWENBERGHE |
De Minister van Ruimtelijke Ordening, Stedenbouw en Leefmilieu, | De Minister van Ruimtelijke Ordening, Stedenbouw en Leefmilieu, |
M. FORET | M. FORET |
Bijlage | Bijlage |
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld | Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld |
Gezien om te worden gevoegd bij het besluit van de Waalse Regering van | Gezien om te worden gevoegd bij het besluit van de Waalse Regering van |
16 januari 2003 houdende sectorale voorwaarden inzake watergebruik | 16 januari 2003 houdende sectorale voorwaarden inzake watergebruik |
i.v.m. de productie van gechloreerde C1-, C2-, C3-koolwaterstoffen en | i.v.m. de productie van gechloreerde C1-, C2-, C3-koolwaterstoffen en |
de polymeren ervan. | de polymeren ervan. |
Namen, 16 januari 2003. | Namen, 16 januari 2003. |
De Minister-President, | De Minister-President, |
J.-Cl. VAN CAUWENBERGHE | J.-Cl. VAN CAUWENBERGHE |
De Minister van Ruimtelijke Ordening, Stedenbouw en Leefmilieu, | De Minister van Ruimtelijke Ordening, Stedenbouw en Leefmilieu, |
M. FORET | M. FORET |